
Wat beweegt de boer? Waar liggen de wortels van zijn trots?
Aan de hand van de opkomst en ondergang van de Groninger graanbaronnen vertelt Frank Westerman hoe het boerenerf de afgelopen honderd jaar door de stormen van de geschiedenis is gegeseld.
Een kwarteeuw na de verschijning van deze moderne klassieker pakt hij de draad opnieuw op: welke nieuwe uitdagingen beroeren het platteland, ver van de Randstad?
De graanrepubliek, inmiddels uitgegroeid tot een moderne klassieker, is urgenter dan ooit.
Het boek begint in Oost-Groningen. Een bakermat voor het communisme (CPN). Sicco Mansholt groeide erop. Zijn opa Derek woonde daar op de boerderij Torum en die las Das Kapital van Marx. Maar dit gebeurde er:
In 1921 overleed opa Derk. Wat betekende dit voor Torum waarvan Derk nog steeds eigenaar was? Bert huurde de boerderij al sinds jaar en dag. Hij zag in het overlijden van zijn vader aanleiding de boerderij te kopen. Het was een kapitaal pand met bijgebouwen en vruchtbare grond. Maar Bert had niet voldoende geld om zijn broers en zussen uit te kopen. Diep in zijn hart rekende hij erop dat iedereen Torum in familiebezit wilde houden.
Het bod dat hij deed zorgde voor onbegrip in de familie. Hij wilde niet meer betalen dan 86.000 gulden. Nu lagen de prijzen in die tijd heel anders dan tegenwoordig, maar zelfs voor die tijd was dit een belachelijk laag bedrag. Uit een taxatierapport, dat in die tijd is opgemaakt, worden boerderij en landerijen gewaardeerd op 140.184 gulden.
Dit maakt indruk op Sicco en vertrok met zijn vrouw Henny naar de net ontgonnen Wieringenmeerpolder waar gecheckt werd op herkomst. Een deel moest rooms zijn, een deel protestants en een deel hervormd. Ook werd gekeken hoe netjes de vrouw was door in de keukenkastjes te kijken. In Wieringenmeerpolder pachtte hij een boerderij, Fletum (huilen). Hij ging in de oorlog het verzet en Henny stond doodsangsten uit. Later moest ze ervoor naar de psychiater. Na de oorlog werd Mansholt door Schermerhorn gevraagd als minister van landbouw. Mansholt die de hongerwinter had meegemaakt zette in op nooit-meer-honger. Van zijn opa Derk nam hij de vaste hoge prijzen over. En hij drong het erfrecht terug om versnippering te voorkomen. Hij wilde juist grote boerenbedrijven. De keuterboeren noemden hem een boerenmoordenaar.
Frank Westerveld gaat dan weer terug naar Groningen. Het geboorteland van Mansholt. In Groningen werd in 1960 met grote euforie de gasbel bij Slochteren bekend gemaakt. De grootste van Europa en dat zou Groningen werkgelegenheid opleveren. We weten nu beter. Ondertussen groeide na de oorlog het communisme in Oost-Groningen. Toen Stalin in 1953 stierf, werd dat betreurd. Ook gingen er een aantal mensen uit Beerta naar de Sovjetunie op cursus. Bijvoorbeeld Boelo Tijdens. Dat was hard werken en de sovchozen waren zeer groot, 10.000 hectaren, met veel combines die naast elkaar reden. Zij moesten zich haast dag en nacht verdiepen in Marx. Dat was hard werken en ze mochten hun vrouwen er niet bij hebben. Oost-Groningen bleef dus rood.
Mansholt kwam wel steeds meer onder vuur te liggen. Hij gaf veel subsidies aan boeren en dat kostte de staat nogal wat. Veel socialisten wilden juist de prijzen van landbouwproducten laag houden dat is goed voor de arbeiders. Drees kreeg ook weerstand tegen Mansholt. Ook ontstonden er boterbergen. In 1957 na 13 jaren ministerschap maakte Mansholt de stap naar Brussel. Daar werd hij commissaris van de landbouw. Boeren protesteerden vaak in Brussel tegen het plan Mansholt nooit meer honger. Kleine boeren waren boos. Door dit plan, memorandum, ontstonden er boterbergen en melkoverschotten etc. Later heeft landbouwminister Braks puin moeten ruimen... De prijzen werden weer lager en concurrentie was weer mogelijk. Mansholt wilde wel grond onteigenen en teruggeven aan de natuur bij overschotten maar boeren krijg je niet makkelijk weg. Op latere leeftijd is Mansholt teruggekomen op zijn visie. Hij zag dat vaste prijzen voor overschotten zorgden. Hij was toen ook meer voor de natuur (milieu) en de kleine boer. Schaalvergroting was niet langer sleutel voor succes, bij nader inzien.
Mansholt was vaak van huis en dat was niet altijd makkelijk voor zijn vrouw Henny. Mansholt ontmoette tal van prominenten. Bijvoorbeeld J.F. Kennedy die overigens in 1960 in West-Berlijn was en zei: "Ich bin ein Berliner". Daarmee toonde hij zijn empathie voor de breuk tussen oost en west. Mansholt ontmoette ook de generaal van Israël: Mosje Dayan. Mansholt was beïnvloed door zijn opa Derk die las Multatuli, Marx en had contacten met Domela Niewenhuizen.
Tot slot: Het boek is het lezen waard. Er komt veel geschiedenis in voor. En begrip voor de opkomst van het socialisme. Het verrijk je verstaanshorizon.
Aan de hand van de opkomst en ondergang van de Groninger graanbaronnen vertelt Frank Westerman hoe het boerenerf de afgelopen honderd jaar door de stormen van de geschiedenis is gegeseld.
Een kwarteeuw na de verschijning van deze moderne klassieker pakt hij de draad opnieuw op: welke nieuwe uitdagingen beroeren het platteland, ver van de Randstad?
De graanrepubliek, inmiddels uitgegroeid tot een moderne klassieker, is urgenter dan ooit.
Het boek begint in Oost-Groningen. Een bakermat voor het communisme (CPN). Sicco Mansholt groeide erop. Zijn opa Derek woonde daar op de boerderij Torum en die las Das Kapital van Marx. Maar dit gebeurde er:
In 1921 overleed opa Derk. Wat betekende dit voor Torum waarvan Derk nog steeds eigenaar was? Bert huurde de boerderij al sinds jaar en dag. Hij zag in het overlijden van zijn vader aanleiding de boerderij te kopen. Het was een kapitaal pand met bijgebouwen en vruchtbare grond. Maar Bert had niet voldoende geld om zijn broers en zussen uit te kopen. Diep in zijn hart rekende hij erop dat iedereen Torum in familiebezit wilde houden.
Het bod dat hij deed zorgde voor onbegrip in de familie. Hij wilde niet meer betalen dan 86.000 gulden. Nu lagen de prijzen in die tijd heel anders dan tegenwoordig, maar zelfs voor die tijd was dit een belachelijk laag bedrag. Uit een taxatierapport, dat in die tijd is opgemaakt, worden boerderij en landerijen gewaardeerd op 140.184 gulden.
Dit maakt indruk op Sicco en vertrok met zijn vrouw Henny naar de net ontgonnen Wieringenmeerpolder waar gecheckt werd op herkomst. Een deel moest rooms zijn, een deel protestants en een deel hervormd. Ook werd gekeken hoe netjes de vrouw was door in de keukenkastjes te kijken. In Wieringenmeerpolder pachtte hij een boerderij, Fletum (huilen). Hij ging in de oorlog het verzet en Henny stond doodsangsten uit. Later moest ze ervoor naar de psychiater. Na de oorlog werd Mansholt door Schermerhorn gevraagd als minister van landbouw. Mansholt die de hongerwinter had meegemaakt zette in op nooit-meer-honger. Van zijn opa Derk nam hij de vaste hoge prijzen over. En hij drong het erfrecht terug om versnippering te voorkomen. Hij wilde juist grote boerenbedrijven. De keuterboeren noemden hem een boerenmoordenaar.
Frank Westerveld gaat dan weer terug naar Groningen. Het geboorteland van Mansholt. In Groningen werd in 1960 met grote euforie de gasbel bij Slochteren bekend gemaakt. De grootste van Europa en dat zou Groningen werkgelegenheid opleveren. We weten nu beter. Ondertussen groeide na de oorlog het communisme in Oost-Groningen. Toen Stalin in 1953 stierf, werd dat betreurd. Ook gingen er een aantal mensen uit Beerta naar de Sovjetunie op cursus. Bijvoorbeeld Boelo Tijdens. Dat was hard werken en de sovchozen waren zeer groot, 10.000 hectaren, met veel combines die naast elkaar reden. Zij moesten zich haast dag en nacht verdiepen in Marx. Dat was hard werken en ze mochten hun vrouwen er niet bij hebben. Oost-Groningen bleef dus rood.
Mansholt kwam wel steeds meer onder vuur te liggen. Hij gaf veel subsidies aan boeren en dat kostte de staat nogal wat. Veel socialisten wilden juist de prijzen van landbouwproducten laag houden dat is goed voor de arbeiders. Drees kreeg ook weerstand tegen Mansholt. Ook ontstonden er boterbergen. In 1957 na 13 jaren ministerschap maakte Mansholt de stap naar Brussel. Daar werd hij commissaris van de landbouw. Boeren protesteerden vaak in Brussel tegen het plan Mansholt nooit meer honger. Kleine boeren waren boos. Door dit plan, memorandum, ontstonden er boterbergen en melkoverschotten etc. Later heeft landbouwminister Braks puin moeten ruimen... De prijzen werden weer lager en concurrentie was weer mogelijk. Mansholt wilde wel grond onteigenen en teruggeven aan de natuur bij overschotten maar boeren krijg je niet makkelijk weg. Op latere leeftijd is Mansholt teruggekomen op zijn visie. Hij zag dat vaste prijzen voor overschotten zorgden. Hij was toen ook meer voor de natuur (milieu) en de kleine boer. Schaalvergroting was niet langer sleutel voor succes, bij nader inzien.
Mansholt was vaak van huis en dat was niet altijd makkelijk voor zijn vrouw Henny. Mansholt ontmoette tal van prominenten. Bijvoorbeeld J.F. Kennedy die overigens in 1960 in West-Berlijn was en zei: "Ich bin ein Berliner". Daarmee toonde hij zijn empathie voor de breuk tussen oost en west. Mansholt ontmoette ook de generaal van Israël: Mosje Dayan. Mansholt was beïnvloed door zijn opa Derk die las Multatuli, Marx en had contacten met Domela Niewenhuizen.
Tot slot: Het boek is het lezen waard. Er komt veel geschiedenis in voor. En begrip voor de opkomst van het socialisme. Het verrijk je verstaanshorizon.