
Omschrijving
In deze studie wordt de ontwikkeling geschetst die zich in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) tussen ongeveer 1880 en 1980 voltrok wat betreft hun visie op de darwinistische evolutietheorie en in het bijzonder de daaruit voortvloeiende wereldbeschouwing. De evolutietheorie bleek decennialang onverenigbaar met de historische en (waar het kan) letterlijke lezing van het scheppingsverhaal in het eerste Bijbelboek Genesis die in de GKN gangbaar was. Kerkelijke gezagsdragers, theologen en natuuronderzoekers voerden hier verhitte debatten over, zo laat Hittjo Kruyswijk zien. De ontzuiling van de jaren zestig van de twintigste eeuw droeg ertoe bij dat gereformeerde natuuronderzoekers deze lezing van Genesis niet langer konden volhouden. Mede door hun toedoen namen de GKN in 1981 officieel een narratieve interpretatie van de Bijbelse geschiedschrijving aan. Principiële bezwaren tegen de evolutietheorie waren daarmee weggenomen. Veel gereformeerden bleven niettemin aan het historische' gezag van de Bijbel vasthouden.
Globale inhoud van dit boek
Dit boek laat zien hoe de grote omslag plaatsvond. Kuyper en Bavinck waren de grondleggers van de fundamentele kijk op de Bijbel. Beiden hielden de evolutietheorie buiten de deur. Bavinck kwam met de organische inspiratie Deze periode liep van 1881 tot 1921. In 1881 hield Kuyper een redevoering tegen de Schriftkritiek. Kuyper verleit de Hervormde kerk vanwege het oprukkend modernisme. Vanaf 1921 vond onder Noordtzij en Van Gelderen de consolidatiefase plaats hoewel die ook hun vragen hadden. In die periode werd in 1926 dr Geelkerken veroordeeld omdat die zich openlijk uitte. Geelkerken zag de slang uit Genesis 3 niet langer als historisch maar meer symbolisch. Hij werd dus veroordeeld vanwege die publieke uiting maar er broedde wel wat bij de elite in de stilte. De openlijke omslagfase begon in de jaren 50. Toen kwam een man als Lever aan de VU. Hij was bioloog en hij bracht de evolutietheorie ter sprake. Dit had in de vorige periode, de consolidatiefase bijvoorbeeld J.P de Gaay Fortmann ook geprobeerd (Hij schreef in 1922 de brochure "De dood als biologisch verschijnsel"). Die was ook bioloog en schaarde zich achter Geelkerken maar hij kreeg geen voet aan de grond. In de jaren 60 gingen de wissels steeds meer om... De organische Schriftbeschouwing kwam verder onder druk te staan door toedoen van Kuitert. Baarda, de Nieuwtestamenticus ging ook in het spoor van Kuitert. De Bijbel was niet langer een onfeilbaar boek geschonken door God doordat Hij mensen inspireerde maar een boek van mensen. De Bijbel laat zien hoe deze feilbare mensen dachten over God. Dit maakte de Bijbel en de historie die er instaat niet langer meer onfeilbaar. De historie werd meer en meer symbolisch bekeken. Evolutie werd nu niet langer afgewezen. Theologen werden zo Baas in eigen Boek. In 1981 werd het rapport God met ons gepubliceerd waarin de nieuwe visie op de Schrift zichtbaar werd. Wat reeds lange tijd broedde onder de elite kwam nu openbaar.
Slopopmerking
Hittjo Kruyswijk beantwoordt de vraag van die verwoord staat in de titel vaan zijn proefschrift 'Baas in eigen boek?' als volgt: "Wie 'buiten-Bijbelse empirische gegevens gebruikt en zijn ratio inzet bij het bepalen van hetgeen wel of niet historisch kan worden geaccepteerd kan inderdaad 'Baas in eigen boek' genoemd worden''.
Afnemend Schriftgezag op een rijtje gezet:
Organisch Schriftgezag (Bavinck): God inspireert mensen en die verwoorden het in hun eigen taal maar de Geest is het die dit bewerkt. Schriftkritiek is niet mogelijk.
Relationeel Schriftgezag: God en mens werken samen ( rapport God met ons 1981). Schriftkritiek is mogelijk.
Rationeel Schriftgezag: De Bijbel is een door en door menselijk boek (Kuitert). Schriftkritiek is noodzakelijk om voor jezelf een eigen kern over te houden die jij rationeel gezien aanvaardbaar vindt. Laat je dus geen geloof aanpraten. Wees waakzaam. Zo ben je dé Baas in eigen boek.
In deze studie wordt de ontwikkeling geschetst die zich in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) tussen ongeveer 1880 en 1980 voltrok wat betreft hun visie op de darwinistische evolutietheorie en in het bijzonder de daaruit voortvloeiende wereldbeschouwing. De evolutietheorie bleek decennialang onverenigbaar met de historische en (waar het kan) letterlijke lezing van het scheppingsverhaal in het eerste Bijbelboek Genesis die in de GKN gangbaar was. Kerkelijke gezagsdragers, theologen en natuuronderzoekers voerden hier verhitte debatten over, zo laat Hittjo Kruyswijk zien. De ontzuiling van de jaren zestig van de twintigste eeuw droeg ertoe bij dat gereformeerde natuuronderzoekers deze lezing van Genesis niet langer konden volhouden. Mede door hun toedoen namen de GKN in 1981 officieel een narratieve interpretatie van de Bijbelse geschiedschrijving aan. Principiële bezwaren tegen de evolutietheorie waren daarmee weggenomen. Veel gereformeerden bleven niettemin aan het historische' gezag van de Bijbel vasthouden.
Globale inhoud van dit boek
Dit boek laat zien hoe de grote omslag plaatsvond. Kuyper en Bavinck waren de grondleggers van de fundamentele kijk op de Bijbel. Beiden hielden de evolutietheorie buiten de deur. Bavinck kwam met de organische inspiratie Deze periode liep van 1881 tot 1921. In 1881 hield Kuyper een redevoering tegen de Schriftkritiek. Kuyper verleit de Hervormde kerk vanwege het oprukkend modernisme. Vanaf 1921 vond onder Noordtzij en Van Gelderen de consolidatiefase plaats hoewel die ook hun vragen hadden. In die periode werd in 1926 dr Geelkerken veroordeeld omdat die zich openlijk uitte. Geelkerken zag de slang uit Genesis 3 niet langer als historisch maar meer symbolisch. Hij werd dus veroordeeld vanwege die publieke uiting maar er broedde wel wat bij de elite in de stilte. De openlijke omslagfase begon in de jaren 50. Toen kwam een man als Lever aan de VU. Hij was bioloog en hij bracht de evolutietheorie ter sprake. Dit had in de vorige periode, de consolidatiefase bijvoorbeeld J.P de Gaay Fortmann ook geprobeerd (Hij schreef in 1922 de brochure "De dood als biologisch verschijnsel"). Die was ook bioloog en schaarde zich achter Geelkerken maar hij kreeg geen voet aan de grond. In de jaren 60 gingen de wissels steeds meer om... De organische Schriftbeschouwing kwam verder onder druk te staan door toedoen van Kuitert. Baarda, de Nieuwtestamenticus ging ook in het spoor van Kuitert. De Bijbel was niet langer een onfeilbaar boek geschonken door God doordat Hij mensen inspireerde maar een boek van mensen. De Bijbel laat zien hoe deze feilbare mensen dachten over God. Dit maakte de Bijbel en de historie die er instaat niet langer meer onfeilbaar. De historie werd meer en meer symbolisch bekeken. Evolutie werd nu niet langer afgewezen. Theologen werden zo Baas in eigen Boek. In 1981 werd het rapport God met ons gepubliceerd waarin de nieuwe visie op de Schrift zichtbaar werd. Wat reeds lange tijd broedde onder de elite kwam nu openbaar.
Slopopmerking
Hittjo Kruyswijk beantwoordt de vraag van die verwoord staat in de titel vaan zijn proefschrift 'Baas in eigen boek?' als volgt: "Wie 'buiten-Bijbelse empirische gegevens gebruikt en zijn ratio inzet bij het bepalen van hetgeen wel of niet historisch kan worden geaccepteerd kan inderdaad 'Baas in eigen boek' genoemd worden''.
Afnemend Schriftgezag op een rijtje gezet:
Organisch Schriftgezag (Bavinck): God inspireert mensen en die verwoorden het in hun eigen taal maar de Geest is het die dit bewerkt. Schriftkritiek is niet mogelijk.
Relationeel Schriftgezag: God en mens werken samen ( rapport God met ons 1981). Schriftkritiek is mogelijk.
Rationeel Schriftgezag: De Bijbel is een door en door menselijk boek (Kuitert). Schriftkritiek is noodzakelijk om voor jezelf een eigen kern over te houden die jij rationeel gezien aanvaardbaar vindt. Laat je dus geen geloof aanpraten. Wees waakzaam. Zo ben je dé Baas in eigen boek.