De dode zeerollen
De kloostergemeenschap
Van 1947 tot 1956 zijn er in de grotten van Qumran diverse oude rollen gevonden die voornamelijk in het Hebreeuws geschreven zijn. Qumran ligt aan de noordkant van de dode zee in de buurt van Jeruzalem. Ten tijde van de Heere Jezus bevond zich daar een Esseense gemeenschap in de woestijn. Zij zagen zichzelf als de stem uit Jesaja 40:3 roepende in de woestijn om zo de weg van de Heere te banen.
Het was een soort kloostergemeenschap. Zij stamden vermoedelijk af van de priesters (Zadok) en zagen de priesters van Jeruzalem als afvallige priesters. In grot 11 is de tempelrol gevonden waarin de ideale tempel wordt beschreven. Bovendien verwachtten zij een grote oorlog, zoals blijkt uit de zogenaamde gevonden oorlogsrol. De zonen van het licht, dat waren zij, zouden die oorlog overleven en de zonen van de duisternis zouden sterven. Ze hadden een gemeenschapsrol waarin vermeld stond hoe stipt en nauwgezet ze moesten leven. Het ging hen als afstammelingen van de priesters vooral om het stipt naleven van de reinigingswetten en het wassen van het lichaam. Dus zeg maar om fysieke reinheid. Veel minder ging het hen om morele reinheid.
De gevonden Jesaja rol 1QJes-a
In het eerste grot vond men de zogenaamde rol van Jesaja geheel compleet. Door het droge klimaat was deze nog goed gebleven. Deze rol was 7 meter lang. Vergelijkbaar met een behangrol maar wel smaller. Er zijn 11 grotten ontdekt met tekstfragmenten van de diverse boeken van het Oude Testament maar geen zo compleet als de rol van Jesaja. De vondsten worden ook vernoemd naar de grotten. Zo heet de Jesajatekst uit grot 1: 1QJes-a(1QIsa-a) . Er is bijvoorbeeld ook nog een Jesaja b en die is gevonden in grot 4. Deze heet 4QJes-b (4QIsa-b).
Kleine verschillen
Toen deze rollen nog maar net gevonden waren, werd er druk gespeculeerd over de verschillen die er zouden zijn met de tekst van de Masoreten (Joodse overleveraars) wat de christenen het Oude Testament noemen. Deze verschillen zijn echter maar klein. Over het algemeen genomen gaat het om spellingsverschillen en wat kleine veranderingen. De rol van Jesaja die ook van belang is voor het christendom (hier staan veel voorzeggingen in over Jezus en is dus de hoeksteen) wijkt nauwelijks af van de tekst van de Masoreten. (De teksten van de dode zeerollen vertonen ook weer heel kleine onderlinge verschillen (bijv. 1QJes-a versus 4QJes-b) en sommige tekstvarianten stemmen overeen met de Septuaginta).
Leesmoeders duiden vermoedelijk op jongere tekst
Wel is het opvallend dat de rollen van Qumran de letters aleph en he vaker inzetten als leesmoeders. Dit kan er op duiden dat de tekst van de Masoreten teruggaat op een oudere tekstoverlevering. Leesmoeders zijn hulpjes die men inzet om de tekst leesbaar te houden voor de komende generaties. Hulpjes worden daardoor vaak later ingezet als het verstaan dreigt weg te ebben. De Masoreten echter hebben veelal klinkers ingezet (een eigen klinkersysteem) om de tekst die slechts uit medeklinkers bestaat, leesbaar te houden. Daardoor zou hun medeklinkertekst dichter bij de oorspronkelijke tekst kunnen staan dan die van de dode zeerollen.
(De orthografie van de Hebreeuwse rollen van Qumran vertoont een volledige schrijfwijze (scriptio plena) Vooral in korte woorden wordt gebruik gemaakt van matres lectionis : het Bijbels-Hebreeuwse לא 'nee, niet' wordt meestal geschreven als לוא, het woord כי 'want, omdat' wordt meestal geschreven als כיא. Het APV (suffix) voor de tweede persoon mannelijk enkelvoud heeft vaak de vorm כה-, in plaats van ך-, zoals in het Bijbels Hebreeuws).
Gods woord houdt stand
Feitelijk gaat het overigens veelal om spellingsverschillen, de juiste schrijfwijze (orthografie). Jesaja als hoeksteen van het christendom wankelt dus niet. En... als we toch nog denken dat Gods woord onbetrouwbaar is, tikt Luther met zijn lofzang op de betrouwbaarheid van de Schrift ons op onze vingers. 'Gods Woord houdt stand in eeuwigheid en zal geen duimbreed wijken', zong hij ons voor... Dit werd het motto van de Lutherse reformatie. Men sprak zelfs van VDMA wat een korte weergave is van de Latijnse zin: verbum Domini manet in aeternum en als volgt dient vertaald te worden: het woord van de Heere houdt stand tot in eeuwigheid.
Emanuel Tov en A.S. van der Woude
De rollen zijn inmiddels in handen van het Joodse museum in Jeruzalem. De hebraïst Emanuel Tov (hij is inmiddels met pensioen en doceerde aan de universiteit van Jeruzalem) heeft veel onderzoek gedaan naar de dode zeerollen. Hij is een groot kenner van deze rollen. Hij geeft overigens nog steeds gastcolleges, bijvoorbeeld aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, over de dode zeerollen. In ons land heeft A.S. van der Woude, die inmiddels overleden is, van de universiteit van Groningen veel onderzoek gedaan naar deze rollen en hij promoveerde op de 'Gemeenschapsrol' (rol van de Essenen zelf). Uit deze rol blijkt dat men twee Messiassen verwachtte. Een uit de stam van Aaron, die priester zou worden en een uit de stam van Juda, die koning zou worden. Mijns inziens zijn dit de twee gestalten van Jezus die eerst en vooral Priester werd en straks veel meer als Koning zal heersen (vrederijk). De tekst van het Oude Testament laat zich alleen met deze twee gestalten van de Messias verstaan (De Joden verbinden veelal de Messias met het concrete koningschap over geheel de aarde en de christenen met het priesterschap. Zij vergeestelijken het koningschap. Te samen is het beeld mijns inziens compleet).
Jezus, Johannes de Doper en de Essenen
Behalve dat er speculaties zijn geweest over het afwijken van de rollen van Qumran en de tekst van de Masoreten meent men dat Johannes de Doper en Jezus ook verwantschap zouden hebben met de Essenen. Dit wordt door andere wetenschappers weer ontkend. Johannes de Doper en Jezus legden namelijk meer de nadruk op morele reinheid (vruchten van geloof) dan op fysieke reinheid (wassingen). Allebei trokken ze zich wel terug in de woestijn maar dat was maar voor korte tijd. Nergens lezen we dat ze omgang hadden met de Essenen die ook in de woestijn leefden bij de dode zee. Bovendien namen Johannes de Doper en Jezus volop deel aan de Joodse maatschappij in die dagen. Zij waren niet wereldvreemd maar traden met hun boodschap op in het volle leven net als de Opperste Wijsheid uit Spreuken 9. Zij wilden namelijk met hun boodschap van eeuwige redding en heil zoveel mogelijk mensen bereiken. Dit in tegenstelling tot de Essenen die zichzelf zagen als de zonen van het licht. De rest van de wereld en de Joden waren de zonen van de duisternis blijkens de oorlogsrol.