Glippers hadden geen vertrouwen in de geuzen (Leiden bevrijd 3 oktober 1574)
Glippers waren niet populair
De minst populaire figuren uit de geschiedenis van Leiden zijn ongetwijfeld de Leidse glippers. Alleen al in de naam ligt een waardeoordeel. Zij namen hun verantwoording niet, volgens de verdedigers van de stad. Worden de verdedigers van de belegerde stad in alle gedenkboeken, herdenkingsredes en liederen hemelhoog opgevijzeld, de glippers worden aan de verachting prijsgegeven en ons afgeschilderd als de meest verdorven creaturen, die slechts de ondergang van de vrijheid beoogden. We moeten wel bedenken dat dit in werkelijkheid anders lag Sicking merkt op dat 'de geschiedenis van het beleg van Leiden, zoals zo vaak het geval is in de geschiedschrijving, al gauw de geschiedenis van vooral de overwinnaars is. Zij werden in het zonnetje gezet. Zo schreef Dousa die aan de kant van de overwinnaars stond direct na de gewonnen strijd Leids Ode. In dit geschrift werden de overwinnaars bejubeld. In werkelijkheid lagen de zaken anders.
Steden wilden hoe dan ook autonomie en zelfregie houden
Wanneer de beeldenstorm zich van het zuiden uit naar deze gewesten verplaatst en in Leiden de kerken aan het geweld van het gepeupel ten offer vallen, zien wij de regeringsleden een weifelende houding aannemen. Hoewel zij nog voor het grootste deel Roomsgezind zijn, doen zij niets om het volk in toom te houden . Wanneer ALVA in aantocht is, treden zij krachtiger op; de naar de Nederlanden gezonden inquisiteurs, die een onderzoek moesten instellen naar de beeldenstormers, vinden echter nergens een gunstig onthaal. Hun komst betekent immers een inbreuk op de stedelijke autonomie. Doch ook voor de geuzen, die in 1572 onder VAN ZWIETEN en LUMEY in Rijnland verschijnen, is men huiverig. De regering van Leiden weigert hen binnen te laten, niet alleen om de terreur en verschrikking die deze lieden vergezellen, doch ook omdat het innemen van geuzen een overgaan tot de opstand zou betekenen.
De beeldenstormers komen aan de macht
Op 23 juni 1572 verzoekt dan een Spaans garnizoen de toegang tot de stad. De regering aarzelt, wederom is de stedelijke autonomie in gevaar en de bestraffing van de beeldenstormers en protestanten, waarvan er velen uitgeweken en inmiddels weer teruggekeerd zijn, zal wellicht opnieuw ter hand genomen worden. Dan verschijnen de teruggekeerde ballingen met zwaarden gewapend voor het stadhuis; zij dwingen af, dat Bossu en de zijnen buiten gehouden zullen worden. In feite ging Leiden dus om. Drie dagen later komen de watergeuzen in de stad. De regering spoort aan tot eendracht en verdraagzaamheid, doch ondanks beloften en overeenkomsten beginnen de beeldenstormers hun werk opnieuw, ditmaal geholpen door de geuzen. Door deze gewelddaden afgeschrikt verlaten een aantal katholieken de stad. Zij worden 6 september 1572 gevorderd terug te komen op straffe van verbeurdverklaring van hun goederen. Men schijnt met deze verbeurdverklaringen wel erg veel haast gemaakt te hebben, want als op 6 november de Prins van Oranje in de stad komt, blijkt een gedeelte van de vluchtelingen weer terug te zijn.
Glippers hadden geen vertrouwen in de geuzen
Het valt echter te betwijfelen of deze glippers zo Spaansgezind waren, dat zij hun eigendommen, die velen toch aan huizen en roerend goed bezaten, opgaven alleen om hun trouw aan paus van Rome en koning van Spanje te belijden. Het is ondenkbaar ja haast onmogelijk, dat zij, die tijdens de beeldenstormen zo gematigd waren geweest en kort daarna zelfs de predikanten van de nieuwe (protestantse) richting toe hadden gelaten dat juist zij het ,,onder protest”, plotseling van trouw en geloofsliefde blaakten richting de paus en koning. Eerder lijkt het, dat zij geen vertrouwen hadden in de gang van zaken en bevreesd waren zich te compromitteren met deze geuzen, toen zij zagen dat het door het drijven van deze lui het op een hevig beleg zou uitlopen. Het lijkt alsof zij in deze tijden van revolutie en verandering het vermogen misten zich aan te passen en zich neer te leggen bij de gewijzigde omstandigheden.
Terug verlangen naar de oude en vertrouwde orde
Het is aannemelijker dat zij niet beseften dat oude gevestigde toestanden voorgoed veranderd waren en dat de dag van de nationale strijd tegen Spanje was aangebroken. De plaatsen waar zij zich vestigden, lagen dikwijls in de onmiddellijke omgeving van de stad, zodat zij met de zegevierende legers van de Spanjaarden direct ter plaatse konden zijn om de regering weer in handen te nemen en hun neringen te hervatten. Tijdens het beleg zullen enigen van hen brieven met schone beloften naar de hardnekkig verdedigde stad zenden. Zij zullen pogen in contact te komen met geestverwanten in de stad en in hun rol proberen het moreel te breken Want ook de regeringsleden, die achter gebleven waren, bleken niet van onbesproken trouw.
https://historischleideninkaart.nl/glippers is de BRON van deze bovenstaande tekst met hier en daar een cursieve aanvulling van mij met gebruikmaking van het boek Geuzen en glippers Goed en fout tijdens het beleg van Leiden
Louis Sicking en ook de koppen zijn van mij afkomstig.
Glippers waren niet populair
De minst populaire figuren uit de geschiedenis van Leiden zijn ongetwijfeld de Leidse glippers. Alleen al in de naam ligt een waardeoordeel. Zij namen hun verantwoording niet, volgens de verdedigers van de stad. Worden de verdedigers van de belegerde stad in alle gedenkboeken, herdenkingsredes en liederen hemelhoog opgevijzeld, de glippers worden aan de verachting prijsgegeven en ons afgeschilderd als de meest verdorven creaturen, die slechts de ondergang van de vrijheid beoogden. We moeten wel bedenken dat dit in werkelijkheid anders lag Sicking merkt op dat 'de geschiedenis van het beleg van Leiden, zoals zo vaak het geval is in de geschiedschrijving, al gauw de geschiedenis van vooral de overwinnaars is. Zij werden in het zonnetje gezet. Zo schreef Dousa die aan de kant van de overwinnaars stond direct na de gewonnen strijd Leids Ode. In dit geschrift werden de overwinnaars bejubeld. In werkelijkheid lagen de zaken anders.
Steden wilden hoe dan ook autonomie en zelfregie houden
Wanneer de beeldenstorm zich van het zuiden uit naar deze gewesten verplaatst en in Leiden de kerken aan het geweld van het gepeupel ten offer vallen, zien wij de regeringsleden een weifelende houding aannemen. Hoewel zij nog voor het grootste deel Roomsgezind zijn, doen zij niets om het volk in toom te houden . Wanneer ALVA in aantocht is, treden zij krachtiger op; de naar de Nederlanden gezonden inquisiteurs, die een onderzoek moesten instellen naar de beeldenstormers, vinden echter nergens een gunstig onthaal. Hun komst betekent immers een inbreuk op de stedelijke autonomie. Doch ook voor de geuzen, die in 1572 onder VAN ZWIETEN en LUMEY in Rijnland verschijnen, is men huiverig. De regering van Leiden weigert hen binnen te laten, niet alleen om de terreur en verschrikking die deze lieden vergezellen, doch ook omdat het innemen van geuzen een overgaan tot de opstand zou betekenen.
De beeldenstormers komen aan de macht
Op 23 juni 1572 verzoekt dan een Spaans garnizoen de toegang tot de stad. De regering aarzelt, wederom is de stedelijke autonomie in gevaar en de bestraffing van de beeldenstormers en protestanten, waarvan er velen uitgeweken en inmiddels weer teruggekeerd zijn, zal wellicht opnieuw ter hand genomen worden. Dan verschijnen de teruggekeerde ballingen met zwaarden gewapend voor het stadhuis; zij dwingen af, dat Bossu en de zijnen buiten gehouden zullen worden. In feite ging Leiden dus om. Drie dagen later komen de watergeuzen in de stad. De regering spoort aan tot eendracht en verdraagzaamheid, doch ondanks beloften en overeenkomsten beginnen de beeldenstormers hun werk opnieuw, ditmaal geholpen door de geuzen. Door deze gewelddaden afgeschrikt verlaten een aantal katholieken de stad. Zij worden 6 september 1572 gevorderd terug te komen op straffe van verbeurdverklaring van hun goederen. Men schijnt met deze verbeurdverklaringen wel erg veel haast gemaakt te hebben, want als op 6 november de Prins van Oranje in de stad komt, blijkt een gedeelte van de vluchtelingen weer terug te zijn.
Glippers hadden geen vertrouwen in de geuzen
Het valt echter te betwijfelen of deze glippers zo Spaansgezind waren, dat zij hun eigendommen, die velen toch aan huizen en roerend goed bezaten, opgaven alleen om hun trouw aan paus van Rome en koning van Spanje te belijden. Het is ondenkbaar ja haast onmogelijk, dat zij, die tijdens de beeldenstormen zo gematigd waren geweest en kort daarna zelfs de predikanten van de nieuwe (protestantse) richting toe hadden gelaten dat juist zij het ,,onder protest”, plotseling van trouw en geloofsliefde blaakten richting de paus en koning. Eerder lijkt het, dat zij geen vertrouwen hadden in de gang van zaken en bevreesd waren zich te compromitteren met deze geuzen, toen zij zagen dat het door het drijven van deze lui het op een hevig beleg zou uitlopen. Het lijkt alsof zij in deze tijden van revolutie en verandering het vermogen misten zich aan te passen en zich neer te leggen bij de gewijzigde omstandigheden.
Terug verlangen naar de oude en vertrouwde orde
Het is aannemelijker dat zij niet beseften dat oude gevestigde toestanden voorgoed veranderd waren en dat de dag van de nationale strijd tegen Spanje was aangebroken. De plaatsen waar zij zich vestigden, lagen dikwijls in de onmiddellijke omgeving van de stad, zodat zij met de zegevierende legers van de Spanjaarden direct ter plaatse konden zijn om de regering weer in handen te nemen en hun neringen te hervatten. Tijdens het beleg zullen enigen van hen brieven met schone beloften naar de hardnekkig verdedigde stad zenden. Zij zullen pogen in contact te komen met geestverwanten in de stad en in hun rol proberen het moreel te breken Want ook de regeringsleden, die achter gebleven waren, bleken niet van onbesproken trouw.
https://historischleideninkaart.nl/glippers is de BRON van deze bovenstaande tekst met hier en daar een cursieve aanvulling van mij met gebruikmaking van het boek Geuzen en glippers Goed en fout tijdens het beleg van Leiden
Louis Sicking en ook de koppen zijn van mij afkomstig.