De brief aan de gemeente van Rome.
De achtergrond van de ervaring in het torentje.
Men spreekt nogal eens van de torenkamerervaring 'das Turmerlebnis' (vermoedelijk speelde dit af in 1514 of 1515) Dat wil zeggen dat Luther, naar men meent, zijn college aan het voorbereiden was in het torenkamertje. Deze torenkamerervaring heeft een achtergrond. Luther was namelijk zeer bang van het begrip 'rechtvaardigheid' in relatie met God. Hij was zelfs in Rome geweest op pelgrimstocht om van zijn aanklagende geweten af te komen. Daar had hij de trappen van Pilatus beklommen (zie foto van de scala sancta, de heilige trappen, dit zijn de trappen waarop Jezus het rechthuis binnenging om verhoord te worden). Maar niets en niemand kon hem helpen. Gods rechtvaardigheid is eisend van aard, leerde namelijk de kerk. Wie niet aan Gods eisen voldoet, krijgt te maken met een toornend God. De kerk leerde ook dat wie rechtvaardig wil worden, actief dient te zijn door Gods wetten te onderhouden. De kerk had wel als ondertoon een evangelische inslag daar men stelde dat men dit alleen kon met gebruikmaking van Gods genade. Maar men moet het wel zelf doen. Die laatste visie voerde de geheel en al de boventoon. Vanuit deze achtergrond dienen we de torenkamervaring van Luther te bekijken.
De brief aan de gemeente van Rome.
Daar in die torenkamer las Luther Romeinen 1:17: 'De rechtvaardige zal leven door het geloof'. Opeens zag Luther het dankzij Paulus zijn brief aan de gemeente van Rome. God schenkt om niet, dat is gratis, de rechtvaardigheid door Zijn Zoon. Men hoeft niets actief te doen en zeker niet naar Rome te gaan om de trappen van Pilatus te beklimmen. Men ontvangt deze wonderlijke vrijspraak geheel en al door het geloof. Het is de lege hand die ontvangt en niet de met goede werken gevulde hand. Het is diegene die niet werkt, dit in tegenstelling tot wat de kerk van Rome leert maar diegene die gelooft wordt gerechtvaardigd, zoals Paulus in zijn brief aan de gemeente van Rome leert. Een brief die de kerk van Rome over het hoofd zag en niet wenste te lezen zoals deze bedoeld is.
De wijdgeopende poort naar het paradijs.
De tekst 'De rechtvaardige zal leven door het geloof' uit Romeinen 1:17 werd voor Luther een poort naar het paradijs (porta paradiso), zo stelde hij aan het einde van zijn leven in 1545 vast. Luther schreef terugkijkend in 1545: Nu (1514 of 1515) voelde ik mij geheel en al als opnieuw geboren en ik geloofde dat ik door een wijdgeopende poort het paradijs was ingetreden (Nun fühlte ich mich geradezu wie neu geboren und glaubte durch weit geöffnete Tore in das Paradies eingetreten zu sein)
Luther ontdekte tot zijn blijdschap dat Augustinus in zijn geschrift 'De letter en de geest' Gods gerechtigheid ook zag als een schenkende gerechtigheid die de zondaar ontvangt door het geloof. Augustinus werd ook zijn bondgenoot in zijn strijd tegen de deugdenleer van Aristoteles. Aristoteles leerde dat de mens de actieve gerechtigheid moet beoefenen. De kerk nam dit van de filosoof over. Augustinus echter leerde dat God de gerechtigheid schenkt en dat de zondaar die aangeboden gerechtigheid alleen door het geloof ontvangt (H.N. Hagoort 'Wijsheid van het vlees' p. 51-52).
Zijn opgedane evangelische blik wordt zichtbaar in de colleges over de brief aan Rome.
Deze opgedane evangelische blikrichting in de torenkamer is merkbaar. In zijn college aan de studenten in Wittenberg in 1515 en 1516 over de brief aan de gemeente van Rome stelt hij dat deze brief alle wijsheid en gerechtigheid van de mens omverwerpt. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden (Romeinen 1:22). Er valt echt niet beters van de mens te zeggen maar wel van God. Dat is de blijde boodschap, het evangelie. God wil ons, zegt Luther, niet door onze eigen gerechtigheid en wijsheid zalig maken maar door vreemde gerechtigheid. Dat is de gerechtigheid die niet van de mens zelf is. Deze gerechtigheid is geen eigendom van de mens maar heeft een oorsprong buiten de mens. Deze gerechtigheid schenkt God namelijk door de verdienste van Christus. Deze gerechtigheid kan men alleen door het geloof (dat is passief) aanvaarden. Die (actief) wil roemen, moet (actief) in de Heere roemen.
De achtergrond van de ervaring in het torentje.
Men spreekt nogal eens van de torenkamerervaring 'das Turmerlebnis' (vermoedelijk speelde dit af in 1514 of 1515) Dat wil zeggen dat Luther, naar men meent, zijn college aan het voorbereiden was in het torenkamertje. Deze torenkamerervaring heeft een achtergrond. Luther was namelijk zeer bang van het begrip 'rechtvaardigheid' in relatie met God. Hij was zelfs in Rome geweest op pelgrimstocht om van zijn aanklagende geweten af te komen. Daar had hij de trappen van Pilatus beklommen (zie foto van de scala sancta, de heilige trappen, dit zijn de trappen waarop Jezus het rechthuis binnenging om verhoord te worden). Maar niets en niemand kon hem helpen. Gods rechtvaardigheid is eisend van aard, leerde namelijk de kerk. Wie niet aan Gods eisen voldoet, krijgt te maken met een toornend God. De kerk leerde ook dat wie rechtvaardig wil worden, actief dient te zijn door Gods wetten te onderhouden. De kerk had wel als ondertoon een evangelische inslag daar men stelde dat men dit alleen kon met gebruikmaking van Gods genade. Maar men moet het wel zelf doen. Die laatste visie voerde de geheel en al de boventoon. Vanuit deze achtergrond dienen we de torenkamervaring van Luther te bekijken.
De brief aan de gemeente van Rome.
Daar in die torenkamer las Luther Romeinen 1:17: 'De rechtvaardige zal leven door het geloof'. Opeens zag Luther het dankzij Paulus zijn brief aan de gemeente van Rome. God schenkt om niet, dat is gratis, de rechtvaardigheid door Zijn Zoon. Men hoeft niets actief te doen en zeker niet naar Rome te gaan om de trappen van Pilatus te beklimmen. Men ontvangt deze wonderlijke vrijspraak geheel en al door het geloof. Het is de lege hand die ontvangt en niet de met goede werken gevulde hand. Het is diegene die niet werkt, dit in tegenstelling tot wat de kerk van Rome leert maar diegene die gelooft wordt gerechtvaardigd, zoals Paulus in zijn brief aan de gemeente van Rome leert. Een brief die de kerk van Rome over het hoofd zag en niet wenste te lezen zoals deze bedoeld is.
De wijdgeopende poort naar het paradijs.
De tekst 'De rechtvaardige zal leven door het geloof' uit Romeinen 1:17 werd voor Luther een poort naar het paradijs (porta paradiso), zo stelde hij aan het einde van zijn leven in 1545 vast. Luther schreef terugkijkend in 1545: Nu (1514 of 1515) voelde ik mij geheel en al als opnieuw geboren en ik geloofde dat ik door een wijdgeopende poort het paradijs was ingetreden (Nun fühlte ich mich geradezu wie neu geboren und glaubte durch weit geöffnete Tore in das Paradies eingetreten zu sein)
Luther ontdekte tot zijn blijdschap dat Augustinus in zijn geschrift 'De letter en de geest' Gods gerechtigheid ook zag als een schenkende gerechtigheid die de zondaar ontvangt door het geloof. Augustinus werd ook zijn bondgenoot in zijn strijd tegen de deugdenleer van Aristoteles. Aristoteles leerde dat de mens de actieve gerechtigheid moet beoefenen. De kerk nam dit van de filosoof over. Augustinus echter leerde dat God de gerechtigheid schenkt en dat de zondaar die aangeboden gerechtigheid alleen door het geloof ontvangt (H.N. Hagoort 'Wijsheid van het vlees' p. 51-52).
Zijn opgedane evangelische blik wordt zichtbaar in de colleges over de brief aan Rome.
Deze opgedane evangelische blikrichting in de torenkamer is merkbaar. In zijn college aan de studenten in Wittenberg in 1515 en 1516 over de brief aan de gemeente van Rome stelt hij dat deze brief alle wijsheid en gerechtigheid van de mens omverwerpt. Zich uitgevende voor wijzen, zijn zij dwaas geworden (Romeinen 1:22). Er valt echt niet beters van de mens te zeggen maar wel van God. Dat is de blijde boodschap, het evangelie. God wil ons, zegt Luther, niet door onze eigen gerechtigheid en wijsheid zalig maken maar door vreemde gerechtigheid. Dat is de gerechtigheid die niet van de mens zelf is. Deze gerechtigheid is geen eigendom van de mens maar heeft een oorsprong buiten de mens. Deze gerechtigheid schenkt God namelijk door de verdienste van Christus. Deze gerechtigheid kan men alleen door het geloof (dat is passief) aanvaarden. Die (actief) wil roemen, moet (actief) in de Heere roemen.