De tijdgeest verstaan
Wie is de schrijver
Drs. Jac. Kruidenier heeft destijds (1994) een boek geschreven met als titel 'De tijdgeest verstaan. Historische schetsen van filosofen uit de nieuwste tijd'. Kruidenier onderwees, hij is met pensioen, 'kennis van het cultureel en maatschappelijke leven' en 'geschiedenis' aan de Christelijke Hogeschool De Driestar in Gouda.
De opzet van het boek
Kruidenier schetst filosofen uit de nieuwste tijd te weten: Kierkegaard, Wittgenstein, Dooyeweerd, Marcuse, Sartre, Levinas en Foucault. Hij schetst hun opvatting maar geeft ook een slotbeschouwing waarin hij laat zien dat deze filosofen iets weergeven van de tijdgeest. Soms verwoorden deze filosofen de tijdgeest uitstekend en blikt men via hen in de tijdgeest. Soms corrigeren zij de tijdgeest. Om de opzet van het boek duidelijk te maken bespreek ik twee filosofen. Namelijk Sartre en Levinas. Hier en daar voeg ik nog wat informatie toe die niet in dit boek staat en ik laat ook zaken weg. Kortom het is een gekleurde bespreking maar globaal geef ik wel een inkijkje in dit boek.
Sartre (1905-1980)
Wie was Sartre
Jean-Paul Sartre was een Franse filosoof met marxistische ideeën. Hij behoorde tot de filosofische stroming van het existentialisme. Een stroming waarin het menselijke individuele bestaan alle aandacht krijgt. Sartre stelde namelijk 'l'existence précède l'essence', dat wil zeggen dat het bestaan (existentie) van de mens voorafgaat aan diens wezen (essentie), wie hij is. De mens heeft namelijk de vrijheid om zijn bestaan wezenlijk in te vullen. Dat heeft een bloemkool niet. Die blijft eeuwig bloemkool. Dat de mens beelddrager van God is (essentie) en dus God dient te dienen is een verkeerd uitgangspunt want dan gaat de essentie, wie de mens reeds is, vooraf aan zijn bestaan. Kortom de mens wordt geboren en heeft de vrijheid zijn of haar eigen leven naar eigen believen in te vullen. Wel heeft men verantwoordelijkheid richting anderen maar deze verantwoordelijkheid bestaat voor een groot deel in het zelf invullen van het eigen leven in de trant van: jij moet kiezen en jij bent verantwoordelijk voor je eigen leven en je moet niet je leven laten bepalen door de groep, het geloof enzovoorts...
Sartre en de tijdgeest
We merken bij Sartre de hedendaagse cultuur op. Een cultuur waarin de mens graag vrij wil zijn. Ondertussen is men niet meer gericht op de ander met een kleine letter en de Ander met een hoofdletter. We bepalen ons eigen leven en leven zoals we willen leven. Levinas zei: de hel is de ander. De ander duwt mij in een rol of model waarvoor ik niet altijd gekozen heb. Mensen zien mij als een man maar voel ik mij altijd zo? Zij vullen het man-zijn in volgens hun waarden en normen. Gedraag ik mij daar niet naar! Dan negeren zij mij of vinden zij mij raar. Kortom men keurt mijn gedrag af.
Met Sartre hebben we de hedendaagse tijdgeest flink te pakken. Onze maatschappij is behept met de Sartre visie en het Sartre virus. Een man als Sartre relativeerde ook het verleden en alle tradities. Hij zag de mens meer als een individu dan als een mens die verbonden is met zijn medemens in tijd en ruimte. Dat de mens ook verbonden dient te zijn met God om wel getroost te leven en sterven, was bij Sartre geheel en al uit het zicht geraakt.
Sartre en Kierkegaard
Sartre is wel schatplichtig aan de Deense filosoof Kierkegaard. Die stelde ook dat de mens zelf moet kiezen in het leven maar gaf wel een norm aan waarbinnen de mens de beste keuze doet. Een leven in aards genot geeft geen zinvol bestaan (esthetische mens) volgens Kierkegaard en de mens die zo leeft geeft aan niet volwassen te zijn. Men dient om een volwassen mens te worden de geloofssprong te maken net als Abraham deed. Abraham gaf zich helemaal over aan Zijn God (en niet aan het aardse genot) en was zelfs bereid in geloofsgehoorzaamheid zijn eigen zoon te offeren (Genesis 22). In de Lutherse kerk kwam Kierkegaard deze gehoorzaamheid niet tegen. Men ging uit van de rechtvaardiging van de goddeloze maar deze was verworden tot de rechtvaardiging van het goddeloze. Hoe men leeft doet er niet meer toe want God is toch genadig. Kierkegaard kwam hier tegen in het verweer.
Levinas (1906-1995)
Wie was hij
Levinas werd geboren in Litouwen en was van Joodse afkomst. Hij vestigde zich in Frankrijk, in Straatsburg. Hij studeerde filosofie in Freiburg, Duitsland, bij Edmund Husserl en was aanvankelijk in de ban van Heidegger maar toen deze sympathiseerde met het nationaalsocialisme keerde hij zich af van Heidegger. Door zijn Joodse afkomst, hij kwam uit een chassidische kring kon hij zich niet vinden in de westerse filosofie.
Zijn opvatting
Levinas vond dat heel de westerse filosofie was uitgelopen op egologie. Het ego van de mens is centraal komen te staan en daardoor verdween de ander uit het beeld. Levins roept in zijn filosofie de mens op om zijn baatzuchtigheid los te laten en te kiezen voor onbaatzuchtige liefde. Levinas nam dus een totaal andere insteek dan Sartre. Bij Sartre was de naaste de hel omdat deze mij in een maatschappelijke rol duwt die niet de mijne is. Levinas echter nam juist de ander serieus. Het zelfstandig woord 'de ander' laat zien dat de ander anders is dan ik ben. Levinas is op dit punt echt Joods. De mens is Gods partner in deze wereld van onrecht en dient dat onrecht te bestrijden. Levinas zag de staat als een getemperde vorm van egocentrisme. De staat die gevormd wordt door meerdere ego's heeft daardoor veelal meer oog voor de ander maar kan ook radicaliseren in een totaalsysteem.
De Ander
Levinas zag de Ander als iets hogers maar ook weer niet als G'd. De Ander ontmoet men in de ander, de medemens. De Joodse filosoof Buber stelde dat men de naaste moet behandelen zoals men zelf wenst behandeld te worden. De medemens is volgens Buber een tweede persoon, du( jij) en geen ding, een het (es). Buber dacht vanuit de Schrift en de Joodse traditie. G'd is de echte Du met wie de mens een relatie dient aan te gaan. Levinas is op dat punt vager. G'd ontmoet men in de ander maar ook Hij is anders. We hebben Hem niet in onze handen en vingers. Wie G'd is ontglipt ons. Op dit punt treedt Levinas buiten de Bijbelse paden. Het is juist de Schrift die laat zien Wie God is. Hij is vol van liefde voor gevallen mensen hoewel Hij toornt over onze zonden is toorn niet een eigenschap van God. Toorn is Zijn liefde die de gevallen mens heeft geschonden. God heeft er recht op dat de mens Hem dient. Hij heeft Hem geschapen tot Zijn eer. Dat is essentieel.
Levinas en Barth
Het is de theoloog Barth die het begrip de Gans-Andere heeft geïntroduceerd. Dit deed hij omdat de vrijzinnige theologie God in het menselijke vlak had getrokken. Op dit punt sloot Barth aan bij Levinas. Barth worstelde om die reden met de Bijbelse openbaring want kan een God die zo anders is dan de mens zicht kenbaar maken in menselijke taal? Deze vraag van Barth is min of meer al behandeld door Calvijn want Calvijn stelde dat God zich aanpast in de Schrift aan ons menselijke denken. Dit doet Hij zoals een vader spreekt met Zijn kinderen. (Altijd moeten we bedenken dat God liefde en heiligheid ons bevattingsvermogen overstijgen... Op dat punt is ons de helft niet aangezegd maar als we dat door de Geest mogen verstaan is het genoegzaam tot de zaligheid, zo stelde de Reformatie).
Schriftkritiek
Het anders zijn van God kan ook de ruimte geven aan Schriftkritiek. Dan zegt men: God is onkenbaar en de Gans-Andere dus ook de Schrift is ontoereikend om te openbaren Wie Hij is. Ondertussen komen we met onze eigen visies of we laten Hem vanwege Zijn onkenbaarheid links liggen. Het is juist de Reformatie geweest die gesteld heeft dat de Schrift genoegzaam en noodzakelijk is tot de zaligheid. De Schrift leert ons wie God is en wie wij zijn (geworden en weer kunnen worden).
Orthodoxe christenen en Sartre
Orthodoxe kerken moeten niets hebben van Sartre en diens losbandige levensvisie maar staan ze zo ver bij hem vandaan? Dreigen we in onze tijd het zicht op en het omzien naar elkaar niet te verliezen? Hebben we nog oog voor de ander? De heilsleer kan ook verworden tot heil-egologie, stelt Kruidenier terecht als hij Levinas evalueert. Levinas waarschuwde voor de westerse neiging naar individualisme en egoïsme. Dan kunnen we de ander niet meer volgen in zijn of haar weg tot God.
De bekeerde mens of de geroepen dominee
Een gevaar is dat de gelovige/ bekeerde mens of de geroepen dominee in het centrum komt te staan en niet Christus en Zijn heerlijke heil voor gevallen zondaren van het menselijke geslacht die de hel verdiend hebben. Anderzijds dient het heil wel persoonlijk beleefd te worden maar daar mag het niet bij blijven en om daar toe te geraken dient de prediking appellerend van aard te zijn volgens onze Dordtse vaderen (DL 3/4 artikel 17).
Ik geloof in een heilige algemene kerk
Van belang is het dat orthodoxe westerse christenen gaan inzien dat ze deel uit maken van de heilige algemene kerk. Een kerk die in tijd en ruimte is gesitueerd. Dit lijkt heel gewoon maar is het niet want sinds de afscheiding zijn er heel wat dominees die hun eigen theologie in hun kerkverband hebben doorgevoerd en die gereformeerd hebben genoemd.
Vanwege het verheffen van een eigen theologie verliest men andere kerkverbanden uit het oog. Mooi zou het zijn als men weer samen terug zou keren naar de gereformeerde leer die men kan vinden in de geloofsbelijdenissen van de Gereformeerde kerk van onze Dordtse vaderen.
Wie is de schrijver
Drs. Jac. Kruidenier heeft destijds (1994) een boek geschreven met als titel 'De tijdgeest verstaan. Historische schetsen van filosofen uit de nieuwste tijd'. Kruidenier onderwees, hij is met pensioen, 'kennis van het cultureel en maatschappelijke leven' en 'geschiedenis' aan de Christelijke Hogeschool De Driestar in Gouda.
De opzet van het boek
Kruidenier schetst filosofen uit de nieuwste tijd te weten: Kierkegaard, Wittgenstein, Dooyeweerd, Marcuse, Sartre, Levinas en Foucault. Hij schetst hun opvatting maar geeft ook een slotbeschouwing waarin hij laat zien dat deze filosofen iets weergeven van de tijdgeest. Soms verwoorden deze filosofen de tijdgeest uitstekend en blikt men via hen in de tijdgeest. Soms corrigeren zij de tijdgeest. Om de opzet van het boek duidelijk te maken bespreek ik twee filosofen. Namelijk Sartre en Levinas. Hier en daar voeg ik nog wat informatie toe die niet in dit boek staat en ik laat ook zaken weg. Kortom het is een gekleurde bespreking maar globaal geef ik wel een inkijkje in dit boek.
Sartre (1905-1980)
Wie was Sartre
Jean-Paul Sartre was een Franse filosoof met marxistische ideeën. Hij behoorde tot de filosofische stroming van het existentialisme. Een stroming waarin het menselijke individuele bestaan alle aandacht krijgt. Sartre stelde namelijk 'l'existence précède l'essence', dat wil zeggen dat het bestaan (existentie) van de mens voorafgaat aan diens wezen (essentie), wie hij is. De mens heeft namelijk de vrijheid om zijn bestaan wezenlijk in te vullen. Dat heeft een bloemkool niet. Die blijft eeuwig bloemkool. Dat de mens beelddrager van God is (essentie) en dus God dient te dienen is een verkeerd uitgangspunt want dan gaat de essentie, wie de mens reeds is, vooraf aan zijn bestaan. Kortom de mens wordt geboren en heeft de vrijheid zijn of haar eigen leven naar eigen believen in te vullen. Wel heeft men verantwoordelijkheid richting anderen maar deze verantwoordelijkheid bestaat voor een groot deel in het zelf invullen van het eigen leven in de trant van: jij moet kiezen en jij bent verantwoordelijk voor je eigen leven en je moet niet je leven laten bepalen door de groep, het geloof enzovoorts...
Sartre en de tijdgeest
We merken bij Sartre de hedendaagse cultuur op. Een cultuur waarin de mens graag vrij wil zijn. Ondertussen is men niet meer gericht op de ander met een kleine letter en de Ander met een hoofdletter. We bepalen ons eigen leven en leven zoals we willen leven. Levinas zei: de hel is de ander. De ander duwt mij in een rol of model waarvoor ik niet altijd gekozen heb. Mensen zien mij als een man maar voel ik mij altijd zo? Zij vullen het man-zijn in volgens hun waarden en normen. Gedraag ik mij daar niet naar! Dan negeren zij mij of vinden zij mij raar. Kortom men keurt mijn gedrag af.
Met Sartre hebben we de hedendaagse tijdgeest flink te pakken. Onze maatschappij is behept met de Sartre visie en het Sartre virus. Een man als Sartre relativeerde ook het verleden en alle tradities. Hij zag de mens meer als een individu dan als een mens die verbonden is met zijn medemens in tijd en ruimte. Dat de mens ook verbonden dient te zijn met God om wel getroost te leven en sterven, was bij Sartre geheel en al uit het zicht geraakt.
Sartre en Kierkegaard
Sartre is wel schatplichtig aan de Deense filosoof Kierkegaard. Die stelde ook dat de mens zelf moet kiezen in het leven maar gaf wel een norm aan waarbinnen de mens de beste keuze doet. Een leven in aards genot geeft geen zinvol bestaan (esthetische mens) volgens Kierkegaard en de mens die zo leeft geeft aan niet volwassen te zijn. Men dient om een volwassen mens te worden de geloofssprong te maken net als Abraham deed. Abraham gaf zich helemaal over aan Zijn God (en niet aan het aardse genot) en was zelfs bereid in geloofsgehoorzaamheid zijn eigen zoon te offeren (Genesis 22). In de Lutherse kerk kwam Kierkegaard deze gehoorzaamheid niet tegen. Men ging uit van de rechtvaardiging van de goddeloze maar deze was verworden tot de rechtvaardiging van het goddeloze. Hoe men leeft doet er niet meer toe want God is toch genadig. Kierkegaard kwam hier tegen in het verweer.
Levinas (1906-1995)
Wie was hij
Levinas werd geboren in Litouwen en was van Joodse afkomst. Hij vestigde zich in Frankrijk, in Straatsburg. Hij studeerde filosofie in Freiburg, Duitsland, bij Edmund Husserl en was aanvankelijk in de ban van Heidegger maar toen deze sympathiseerde met het nationaalsocialisme keerde hij zich af van Heidegger. Door zijn Joodse afkomst, hij kwam uit een chassidische kring kon hij zich niet vinden in de westerse filosofie.
Zijn opvatting
Levinas vond dat heel de westerse filosofie was uitgelopen op egologie. Het ego van de mens is centraal komen te staan en daardoor verdween de ander uit het beeld. Levins roept in zijn filosofie de mens op om zijn baatzuchtigheid los te laten en te kiezen voor onbaatzuchtige liefde. Levinas nam dus een totaal andere insteek dan Sartre. Bij Sartre was de naaste de hel omdat deze mij in een maatschappelijke rol duwt die niet de mijne is. Levinas echter nam juist de ander serieus. Het zelfstandig woord 'de ander' laat zien dat de ander anders is dan ik ben. Levinas is op dit punt echt Joods. De mens is Gods partner in deze wereld van onrecht en dient dat onrecht te bestrijden. Levinas zag de staat als een getemperde vorm van egocentrisme. De staat die gevormd wordt door meerdere ego's heeft daardoor veelal meer oog voor de ander maar kan ook radicaliseren in een totaalsysteem.
De Ander
Levinas zag de Ander als iets hogers maar ook weer niet als G'd. De Ander ontmoet men in de ander, de medemens. De Joodse filosoof Buber stelde dat men de naaste moet behandelen zoals men zelf wenst behandeld te worden. De medemens is volgens Buber een tweede persoon, du( jij) en geen ding, een het (es). Buber dacht vanuit de Schrift en de Joodse traditie. G'd is de echte Du met wie de mens een relatie dient aan te gaan. Levinas is op dat punt vager. G'd ontmoet men in de ander maar ook Hij is anders. We hebben Hem niet in onze handen en vingers. Wie G'd is ontglipt ons. Op dit punt treedt Levinas buiten de Bijbelse paden. Het is juist de Schrift die laat zien Wie God is. Hij is vol van liefde voor gevallen mensen hoewel Hij toornt over onze zonden is toorn niet een eigenschap van God. Toorn is Zijn liefde die de gevallen mens heeft geschonden. God heeft er recht op dat de mens Hem dient. Hij heeft Hem geschapen tot Zijn eer. Dat is essentieel.
Levinas en Barth
Het is de theoloog Barth die het begrip de Gans-Andere heeft geïntroduceerd. Dit deed hij omdat de vrijzinnige theologie God in het menselijke vlak had getrokken. Op dit punt sloot Barth aan bij Levinas. Barth worstelde om die reden met de Bijbelse openbaring want kan een God die zo anders is dan de mens zicht kenbaar maken in menselijke taal? Deze vraag van Barth is min of meer al behandeld door Calvijn want Calvijn stelde dat God zich aanpast in de Schrift aan ons menselijke denken. Dit doet Hij zoals een vader spreekt met Zijn kinderen. (Altijd moeten we bedenken dat God liefde en heiligheid ons bevattingsvermogen overstijgen... Op dat punt is ons de helft niet aangezegd maar als we dat door de Geest mogen verstaan is het genoegzaam tot de zaligheid, zo stelde de Reformatie).
Schriftkritiek
Het anders zijn van God kan ook de ruimte geven aan Schriftkritiek. Dan zegt men: God is onkenbaar en de Gans-Andere dus ook de Schrift is ontoereikend om te openbaren Wie Hij is. Ondertussen komen we met onze eigen visies of we laten Hem vanwege Zijn onkenbaarheid links liggen. Het is juist de Reformatie geweest die gesteld heeft dat de Schrift genoegzaam en noodzakelijk is tot de zaligheid. De Schrift leert ons wie God is en wie wij zijn (geworden en weer kunnen worden).
Orthodoxe christenen en Sartre
Orthodoxe kerken moeten niets hebben van Sartre en diens losbandige levensvisie maar staan ze zo ver bij hem vandaan? Dreigen we in onze tijd het zicht op en het omzien naar elkaar niet te verliezen? Hebben we nog oog voor de ander? De heilsleer kan ook verworden tot heil-egologie, stelt Kruidenier terecht als hij Levinas evalueert. Levinas waarschuwde voor de westerse neiging naar individualisme en egoïsme. Dan kunnen we de ander niet meer volgen in zijn of haar weg tot God.
De bekeerde mens of de geroepen dominee
Een gevaar is dat de gelovige/ bekeerde mens of de geroepen dominee in het centrum komt te staan en niet Christus en Zijn heerlijke heil voor gevallen zondaren van het menselijke geslacht die de hel verdiend hebben. Anderzijds dient het heil wel persoonlijk beleefd te worden maar daar mag het niet bij blijven en om daar toe te geraken dient de prediking appellerend van aard te zijn volgens onze Dordtse vaderen (DL 3/4 artikel 17).
Ik geloof in een heilige algemene kerk
Van belang is het dat orthodoxe westerse christenen gaan inzien dat ze deel uit maken van de heilige algemene kerk. Een kerk die in tijd en ruimte is gesitueerd. Dit lijkt heel gewoon maar is het niet want sinds de afscheiding zijn er heel wat dominees die hun eigen theologie in hun kerkverband hebben doorgevoerd en die gereformeerd hebben genoemd.
Vanwege het verheffen van een eigen theologie verliest men andere kerkverbanden uit het oog. Mooi zou het zijn als men weer samen terug zou keren naar de gereformeerde leer die men kan vinden in de geloofsbelijdenissen van de Gereformeerde kerk van onze Dordtse vaderen.