Van Dordt naar Ulrum
De afscheiding en Dordt
Het schoolhoofd A. Janse van Biggekerke heeft een mooi boek geschreven met als titel 'Van Dordt tot '34' Dit boek schreef hij in 1934 100 jaar na de afscheiding. Het boek dat ik gebruik is uitgegeven in het jaar 1984, precies 150 jaar na de afscheiding van 1834 In dit boek laat A. Janse zien dat de afscheiding van Hendrik de Cock die predikant was in Ulrum tevens een terugkeer was naar de leer van de Dordtse vaderen. Om die reden heb ik dit artikel de naam mee gegeven 'Van Dordt naar Ulrum'. Ik maak in dit artikel gebruik van dit boek.
Ulrum
Hendrik de Cock (1801-1842) was een studiegenoot van Petrus Hofstede de Groot. Hofstede de Groot was een verlicht theoloog. Hij zag Jezus als een goed Voorbeeld. Een christen kon veel van Jezus leren maar de verzoening door voldoening vond hij een achterhaald geloofsartikel. Hofstede de Groot werd predikant in Ulrum. In die gemeente bevond zich een aantal mensen met een bevindelijke inslag want in Groningen had Wilhelmus Schortinghuis nog gestaan (in Midwolda) maar de kennis omtrent de zuivere leer was niet al te groot. Hendrik de Cock werd de opvolger van zijn vriend Hofstede de Groot in Ulrum. Hofstede de Groot werd hoogleraar aan de universiteit van Groningen.
Het proces dat opgang kwam bij Hendrik de Cock
Hofstede de Groot stelde in 1834 dat men zich niet hoeft te binden aan de leer van de Dordtse vaderen. Hij vond die leer te star. Ondertussen was er bij Hendrik de Cock de vriend van Hofstede de Groot heel wat anders in zijn innerlijk gaande... De volgende oorzaken droegen hier aan bij. Hij had een ernstige vrouw. Zij heette Frouwe (Venema van haar meisjesnaam) en zij kwam eveneens als hij uit Groningen. Een van zijn ouderlingen, Beukema genaamd, was een ouderwets gereformeerde man. Bij hem zag Hendrik de Cock de oudschrijvers staan en hij nam ze mee naar huis om deze te bestuderen. Vervolgens was er nog een gemeentelid Klaas Kuipenga, een oude catechisant van hem, die sprak over zijn ellendige toestand en die zei dat als hij nog een zucht tot zijn zaligheid moest toebrengen dan was het voor eeuwig verloren. Dit alles zette Hendrik de Cock aan het denken... Bovendien kwam hij bij collega Wormnest te Warfhuizen in aanraking met de 'Institutie' van Calvijn. Wormnest wees hem op dit boek tijdens een gesprek over het geloof. Voor Hendrik de Cock ging een wereld open. Hij had nog nooit van dit boek gehoord en laat staan er in gelezen Hij herkende nu veel van zijn eigen geestelijke strijd en bevinding. De gereformeerde puzzelstukjes vielen in elkaar.
De breuk
De Cock ging vervolgens anders preken. Grote aantallen bevindelijke gereformeerden kwamen naar Ulrum om Hendrik de Cock te horen. De Cock preekte weer in het spoor van de gereformeerde vaderen en Dordt keerde terug in Ulrum maar niet iedereen kon zich er in vinden. Zijn vriend Hofstede de Groot werd er niet vrolijk van en Alphonse Pierre Antoine du Cloux (1808-1890), een vrijzinnig predikant afkomstig van de Hugenoten die in 1834 slechts 26 jaar oud was, klaagde de Cock aan bij het kerkbestuur. De Cock had namelijk kinderen uit Vierhuizen, een andere gemeente die hem niet toebehoorde, in Ulrum gedoopt. De Cock werd geschorst en afgezet. Vervolgens scheidde hij zich in 1834 af in Ulrum en stichtte hij vele gemeenten. Hij stierf op 41 jarige leeftijd. Zijn jonge vrouw en zijn zeer jonge gezin liet hij achter maar geheel vruchteloos bleef de opvoeding niet. Zijn oudste zoon Helenius (vernoemd naar zijn grootvader Helenius Venema) werd namelijk docent aan de theologische school in Kampen waar men de leer van Dordt weer ging doceren.
De bekering van A. P. A. du Cloux
Het proces dat bij De Cock opgang kwam diende zich ook aan bij Du Cloux. Jacoba Wibbina Westendorp werd namelijk zijn vrouw en dr. N. Westendorp, zijn schoonvader werd zijn leermeester. Dr. Westendorp maakte Du Cloux bekend met 'de dierbare waarheden in onze schone en heerlijke geloofsbelijdenis en nog nimmer overtroffen Heidelbergse Catechismus nedergelegd' zoals Du Cloux later dit onderricht omschreef. Dit onderwijs zorgde er voor dat Du Cloux in 1838, hij was toen 30 jaar, oud van inzicht veranderde. Hij werd toen, de resterende 52 jaar van zijn leven een voorvechter voor handhaving van de gereformeerde beginselen in de Hervormde Kerk. Du Cloux bestreed eveneens de leer van de Groninger theologen, van onder andere Hofstede de Groot, die de Godheid van Jezus en diens plaatsvervangend werk ontkenden. Ook in de Hervormde kerk keerde men dus terug naar de leer van Dordt onder aanvoering van Du Cloux en vele anderen.
Dordt: gehaat en bemind.
Als we het geheel van de periode rond de afscheiding overzien dan kunnen we stellen dat de onbekendheid met Calvijn en de leer van de Dordtse vaderen groot was. Dat zorgde ervoor dat hun leer niet bemind werd. Tegelijkertijd moet gezegd worden dat er altijd vijandschap is tegen de leer van vrije genade. Dus ook tegen Dordt. Zo schreven halverwege de 18de eeuw Comrie en Holtius een boek 'Examen van het ontwerp van de tolerantie'. In dat boek bestreden zij de leer die in de Gereformeerde kerk in hun dagen zich voordeed. Men wilde namelijk de leer van Dordt en die van de Remonstranten met elkaar verenigen. Ook in onze tijd wordt Dordt gehaat en bemind. Tevens is Dordt voor velen onbekend of men heeft er slechts iets van gehoord. 2018 is bij uitstek het jaar, nu het 400 jaar geleden is dat de Dordtse synode in 1618 begon, om daar wat aan te doen...
De afscheiding en Dordt
Het schoolhoofd A. Janse van Biggekerke heeft een mooi boek geschreven met als titel 'Van Dordt tot '34' Dit boek schreef hij in 1934 100 jaar na de afscheiding. Het boek dat ik gebruik is uitgegeven in het jaar 1984, precies 150 jaar na de afscheiding van 1834 In dit boek laat A. Janse zien dat de afscheiding van Hendrik de Cock die predikant was in Ulrum tevens een terugkeer was naar de leer van de Dordtse vaderen. Om die reden heb ik dit artikel de naam mee gegeven 'Van Dordt naar Ulrum'. Ik maak in dit artikel gebruik van dit boek.
Ulrum
Hendrik de Cock (1801-1842) was een studiegenoot van Petrus Hofstede de Groot. Hofstede de Groot was een verlicht theoloog. Hij zag Jezus als een goed Voorbeeld. Een christen kon veel van Jezus leren maar de verzoening door voldoening vond hij een achterhaald geloofsartikel. Hofstede de Groot werd predikant in Ulrum. In die gemeente bevond zich een aantal mensen met een bevindelijke inslag want in Groningen had Wilhelmus Schortinghuis nog gestaan (in Midwolda) maar de kennis omtrent de zuivere leer was niet al te groot. Hendrik de Cock werd de opvolger van zijn vriend Hofstede de Groot in Ulrum. Hofstede de Groot werd hoogleraar aan de universiteit van Groningen.
Het proces dat opgang kwam bij Hendrik de Cock
Hofstede de Groot stelde in 1834 dat men zich niet hoeft te binden aan de leer van de Dordtse vaderen. Hij vond die leer te star. Ondertussen was er bij Hendrik de Cock de vriend van Hofstede de Groot heel wat anders in zijn innerlijk gaande... De volgende oorzaken droegen hier aan bij. Hij had een ernstige vrouw. Zij heette Frouwe (Venema van haar meisjesnaam) en zij kwam eveneens als hij uit Groningen. Een van zijn ouderlingen, Beukema genaamd, was een ouderwets gereformeerde man. Bij hem zag Hendrik de Cock de oudschrijvers staan en hij nam ze mee naar huis om deze te bestuderen. Vervolgens was er nog een gemeentelid Klaas Kuipenga, een oude catechisant van hem, die sprak over zijn ellendige toestand en die zei dat als hij nog een zucht tot zijn zaligheid moest toebrengen dan was het voor eeuwig verloren. Dit alles zette Hendrik de Cock aan het denken... Bovendien kwam hij bij collega Wormnest te Warfhuizen in aanraking met de 'Institutie' van Calvijn. Wormnest wees hem op dit boek tijdens een gesprek over het geloof. Voor Hendrik de Cock ging een wereld open. Hij had nog nooit van dit boek gehoord en laat staan er in gelezen Hij herkende nu veel van zijn eigen geestelijke strijd en bevinding. De gereformeerde puzzelstukjes vielen in elkaar.
De breuk
De Cock ging vervolgens anders preken. Grote aantallen bevindelijke gereformeerden kwamen naar Ulrum om Hendrik de Cock te horen. De Cock preekte weer in het spoor van de gereformeerde vaderen en Dordt keerde terug in Ulrum maar niet iedereen kon zich er in vinden. Zijn vriend Hofstede de Groot werd er niet vrolijk van en Alphonse Pierre Antoine du Cloux (1808-1890), een vrijzinnig predikant afkomstig van de Hugenoten die in 1834 slechts 26 jaar oud was, klaagde de Cock aan bij het kerkbestuur. De Cock had namelijk kinderen uit Vierhuizen, een andere gemeente die hem niet toebehoorde, in Ulrum gedoopt. De Cock werd geschorst en afgezet. Vervolgens scheidde hij zich in 1834 af in Ulrum en stichtte hij vele gemeenten. Hij stierf op 41 jarige leeftijd. Zijn jonge vrouw en zijn zeer jonge gezin liet hij achter maar geheel vruchteloos bleef de opvoeding niet. Zijn oudste zoon Helenius (vernoemd naar zijn grootvader Helenius Venema) werd namelijk docent aan de theologische school in Kampen waar men de leer van Dordt weer ging doceren.
De bekering van A. P. A. du Cloux
Het proces dat bij De Cock opgang kwam diende zich ook aan bij Du Cloux. Jacoba Wibbina Westendorp werd namelijk zijn vrouw en dr. N. Westendorp, zijn schoonvader werd zijn leermeester. Dr. Westendorp maakte Du Cloux bekend met 'de dierbare waarheden in onze schone en heerlijke geloofsbelijdenis en nog nimmer overtroffen Heidelbergse Catechismus nedergelegd' zoals Du Cloux later dit onderricht omschreef. Dit onderwijs zorgde er voor dat Du Cloux in 1838, hij was toen 30 jaar, oud van inzicht veranderde. Hij werd toen, de resterende 52 jaar van zijn leven een voorvechter voor handhaving van de gereformeerde beginselen in de Hervormde Kerk. Du Cloux bestreed eveneens de leer van de Groninger theologen, van onder andere Hofstede de Groot, die de Godheid van Jezus en diens plaatsvervangend werk ontkenden. Ook in de Hervormde kerk keerde men dus terug naar de leer van Dordt onder aanvoering van Du Cloux en vele anderen.
Dordt: gehaat en bemind.
Als we het geheel van de periode rond de afscheiding overzien dan kunnen we stellen dat de onbekendheid met Calvijn en de leer van de Dordtse vaderen groot was. Dat zorgde ervoor dat hun leer niet bemind werd. Tegelijkertijd moet gezegd worden dat er altijd vijandschap is tegen de leer van vrije genade. Dus ook tegen Dordt. Zo schreven halverwege de 18de eeuw Comrie en Holtius een boek 'Examen van het ontwerp van de tolerantie'. In dat boek bestreden zij de leer die in de Gereformeerde kerk in hun dagen zich voordeed. Men wilde namelijk de leer van Dordt en die van de Remonstranten met elkaar verenigen. Ook in onze tijd wordt Dordt gehaat en bemind. Tevens is Dordt voor velen onbekend of men heeft er slechts iets van gehoord. 2018 is bij uitstek het jaar, nu het 400 jaar geleden is dat de Dordtse synode in 1618 begon, om daar wat aan te doen...