Andrew Pettegree
Het merk Luther
Wie is Pettegree
Andrew Pettegree is hoogleraar moderne geschiedenis aan de universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is een expert op het gebied van de boekdrukkunst. Aan deze universiteit van St Andrew hebben ooit vermaarde theologen zoals Samuel Rutherford (1600-1661) en Thomas Chalmers (1798-1847) les gegeven. Chalmers was de leermeester van Robert Murray Mac Cheyne. Pettegree schreef een goed boek over het leven van Luther met als rode draad de boekdrukkunst.
Luther en de boekdrukkunst
Veelal stelt men dat Luther gebruikmaakte van de boekdrukkunst. Hierdoor kon hij zijn geschriften uitgeven buiten de kerk om. Voor de boekdrukkunst werden de geschriften door monniken vervaardigd. De boekdrukkunst echter zorgde voor mogelijkheden om zelf boeken uit te geven en er konden snel veel boeken worden gedrukt. Dit gaf vaart aan de Reformatie. Pettegree laat zien dat in Wittenberg en elders de boekdrukkunst en de drukkers enorm profiteerden van Luther. De geschriften van Luther werden een hot-item. Vooral na 1521 de rijksdag te Worms, de kerk doet Luther in de ban, gaat Luther zich nog meer richten op de gewone man. Hij schrijft dan 85% van zijn geschriften in het Duits en het andere deel in het Latijn, de taal van de geleerden. In Wittenberg draaien de drukpersen volop als de Bijbel in het Duits wordt uitgegeven. Kortom Luther gaf aan de boekdrukkunst door te schrijven in de taal van het volk een geweldige oppepper.
Paracelsus de Luther van de geneeskunst
In de tijd van Luther deed Paracelsus hetzelfde als Luther. Ook hij probeerde de gewone man te bereiken. Pettegree vermeldt dit niet maar we hebben het gelezen in het boek van dr. Huib G. van de Doel ('Als de hemel versleten is, trekt u nieuwe kleren aan' p.92-93). Paracelsus was een theoloog die zich bezighield met alchemie. Hij schreef zijn werken in het Duits. Dat was in die dagen revolutionair. Hij ging voorbij aan het Latijn, de taal van de geleerden. Het hele klassieke genezingssysteem werd door Paracelsus verworpen. Zijn geleerde tijdgenoten konden zich daar niet in vinden. Daar kwam bij dat hij ook colleges in het Duits gaf in plaats van het Latijn. Vanwege dit vulde de collegezaal zich met een zeer gemêleerd publiek...
De aflaathandel en het onbeduidende Wittenberg
In de dagen van Luther waren de drukkers zoet met het drukke van aflaten. Het was een ware handel geworden en onder anderen de kerk van Rome (de sint Pieter) werd ermee gefinancierd. In de dagen van Luther was deze aflaathandel puur commercieel geworden. De kerk was een huis van koophandel. Echter in Wittenberg werden er geen aflaten verkocht. Dit mocht niet van Frederik de 3de van Saksen (Frederik de Wijze). Hij was bang dat zijn enorme relikwieënhandel gevaar liep. Men kan namelijk het geld maar een keer uitgeven. Er was overigens in Wittenberg maar een drukker in die tijd. Die gaf ook lijsten van relikwieën uit ten behoeve van Frederik de Wijze en deze drukker was ook verbonden met de universiteit van Wittenberg die door Frederik in 1502 werd opgericht. Kortom Wittenberg was een onbeduidende stad. Dat zou weldra veranderen...
De aflaathandel stort in
Luther kon zich echter niet vinden in de goedkope aflaathandel. In 1516 bij het behandelen van de Romeinenbrief haalde hij al uit naar deze handel. Op 31 Oktober 1517 schreef hij zijn 95 stellingen tegen deze handel. Toen stortte de aflaathandel langzaam maar zeker in. De drukkers kregen het echter niet rustiger. De geschriften (pamfletten) en boeken van Luther en de verweerschriften er tegen rolden voortdurend van de drukpers. De drukkers kregen het drukker dan ooit en Wittenberg werd een van de centra van de boekdrukkunst.
Zijn schrijfstijl
Luther had best een gedegen maar wel traditionele opleiding genoten. Hij was bovendien doorkneed in de scholastiek. Toen hij echter door het onderzoeken van de Bijbel op andere gedachten kwam, wist hij zich te ontpoppen als een populair schrijver. Luther wist de gewone man te raken met zijn heldere schrijfstijl. Zijn tegenstanders waren daar niet toe in staat. Boeken van Eck verkochten slecht. Zij waren te scholastisch en te ingewikkeld vergeleken met de boeken van Luther. Luther kwam met een nieuwe soort theologische verhandeling. Zijn boeken waren bondig, praktisch en direct en vooral niet alleen bestemd voor de vakgenoten maar juist voor de gewone man. Luther wilde aan hen het evangelie kwijt. Hij schreef vooral in hun taal.
Goede drukkers en het merk Luther
In Wittenberg zorgde Luther voor goede drukkers zodat zijn boeken een goede stijl hadden. In die dagen was er een groot verschil in drukkers. De ene drukker was beter dan de andere drukker. De betere drukkers ontwikkelden zich steeds. Luther kon erg mopperen op drukkers die in zijn ogen niet voldoende kwaliteit leverden. Luther wilde namelijk dat zijn boeken er netjes uitzagen en gelezen werden. Kortom Luther promootte zijn boeken. Om die reden spreekt Pettegree zelfs van 'het merk Luther'. Uit dit boek kan men afleiden dat Luther communicatief vaardig was in woord en schrift en dat hij een goed marketeer was. Hij wist zijn product aan de man te brengen. Hij had zijn eigen merk. Men kon meteen aan de lay-out zien dat het boek van Luther was.
Een goede boodschap verdient een goede verpakking
Bij het voorgaande mogen we niet uit het oog verliezen dat het Luther te doen was om de boodschap van vrije genade. Een goede boodschap verdient een goede verpakking. Het evangelie is Gods cadeau aan gevallen mensen. Het gaat natuurlijk niet om de verpakking maar om het cadeau maar zo'n mooi cadeau moet wel de aandacht trekken. Een mooie lay-out en een heldere boodschap zorgen er voor dat de inhoud op aantrekkelijke wijze naar voren komt. Daar was het Luther om te doen. Pettegree beschrijft Luther meer als een schrandere marketeer en een gematigd populist. Dat is een kant van de zaak die best wel belicht mag worden. Mits men het doel van Luther niet uit het oog verliest. Luther wilde een groot publiek bereiken met de boodschap van eeuwig heil en redding.
Het merk Luther
Wie is Pettegree
Andrew Pettegree is hoogleraar moderne geschiedenis aan de universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is een expert op het gebied van de boekdrukkunst. Aan deze universiteit van St Andrew hebben ooit vermaarde theologen zoals Samuel Rutherford (1600-1661) en Thomas Chalmers (1798-1847) les gegeven. Chalmers was de leermeester van Robert Murray Mac Cheyne. Pettegree schreef een goed boek over het leven van Luther met als rode draad de boekdrukkunst.
Luther en de boekdrukkunst
Veelal stelt men dat Luther gebruikmaakte van de boekdrukkunst. Hierdoor kon hij zijn geschriften uitgeven buiten de kerk om. Voor de boekdrukkunst werden de geschriften door monniken vervaardigd. De boekdrukkunst echter zorgde voor mogelijkheden om zelf boeken uit te geven en er konden snel veel boeken worden gedrukt. Dit gaf vaart aan de Reformatie. Pettegree laat zien dat in Wittenberg en elders de boekdrukkunst en de drukkers enorm profiteerden van Luther. De geschriften van Luther werden een hot-item. Vooral na 1521 de rijksdag te Worms, de kerk doet Luther in de ban, gaat Luther zich nog meer richten op de gewone man. Hij schrijft dan 85% van zijn geschriften in het Duits en het andere deel in het Latijn, de taal van de geleerden. In Wittenberg draaien de drukpersen volop als de Bijbel in het Duits wordt uitgegeven. Kortom Luther gaf aan de boekdrukkunst door te schrijven in de taal van het volk een geweldige oppepper.
Paracelsus de Luther van de geneeskunst
In de tijd van Luther deed Paracelsus hetzelfde als Luther. Ook hij probeerde de gewone man te bereiken. Pettegree vermeldt dit niet maar we hebben het gelezen in het boek van dr. Huib G. van de Doel ('Als de hemel versleten is, trekt u nieuwe kleren aan' p.92-93). Paracelsus was een theoloog die zich bezighield met alchemie. Hij schreef zijn werken in het Duits. Dat was in die dagen revolutionair. Hij ging voorbij aan het Latijn, de taal van de geleerden. Het hele klassieke genezingssysteem werd door Paracelsus verworpen. Zijn geleerde tijdgenoten konden zich daar niet in vinden. Daar kwam bij dat hij ook colleges in het Duits gaf in plaats van het Latijn. Vanwege dit vulde de collegezaal zich met een zeer gemêleerd publiek...
De aflaathandel en het onbeduidende Wittenberg
In de dagen van Luther waren de drukkers zoet met het drukke van aflaten. Het was een ware handel geworden en onder anderen de kerk van Rome (de sint Pieter) werd ermee gefinancierd. In de dagen van Luther was deze aflaathandel puur commercieel geworden. De kerk was een huis van koophandel. Echter in Wittenberg werden er geen aflaten verkocht. Dit mocht niet van Frederik de 3de van Saksen (Frederik de Wijze). Hij was bang dat zijn enorme relikwieënhandel gevaar liep. Men kan namelijk het geld maar een keer uitgeven. Er was overigens in Wittenberg maar een drukker in die tijd. Die gaf ook lijsten van relikwieën uit ten behoeve van Frederik de Wijze en deze drukker was ook verbonden met de universiteit van Wittenberg die door Frederik in 1502 werd opgericht. Kortom Wittenberg was een onbeduidende stad. Dat zou weldra veranderen...
De aflaathandel stort in
Luther kon zich echter niet vinden in de goedkope aflaathandel. In 1516 bij het behandelen van de Romeinenbrief haalde hij al uit naar deze handel. Op 31 Oktober 1517 schreef hij zijn 95 stellingen tegen deze handel. Toen stortte de aflaathandel langzaam maar zeker in. De drukkers kregen het echter niet rustiger. De geschriften (pamfletten) en boeken van Luther en de verweerschriften er tegen rolden voortdurend van de drukpers. De drukkers kregen het drukker dan ooit en Wittenberg werd een van de centra van de boekdrukkunst.
Zijn schrijfstijl
Luther had best een gedegen maar wel traditionele opleiding genoten. Hij was bovendien doorkneed in de scholastiek. Toen hij echter door het onderzoeken van de Bijbel op andere gedachten kwam, wist hij zich te ontpoppen als een populair schrijver. Luther wist de gewone man te raken met zijn heldere schrijfstijl. Zijn tegenstanders waren daar niet toe in staat. Boeken van Eck verkochten slecht. Zij waren te scholastisch en te ingewikkeld vergeleken met de boeken van Luther. Luther kwam met een nieuwe soort theologische verhandeling. Zijn boeken waren bondig, praktisch en direct en vooral niet alleen bestemd voor de vakgenoten maar juist voor de gewone man. Luther wilde aan hen het evangelie kwijt. Hij schreef vooral in hun taal.
Goede drukkers en het merk Luther
In Wittenberg zorgde Luther voor goede drukkers zodat zijn boeken een goede stijl hadden. In die dagen was er een groot verschil in drukkers. De ene drukker was beter dan de andere drukker. De betere drukkers ontwikkelden zich steeds. Luther kon erg mopperen op drukkers die in zijn ogen niet voldoende kwaliteit leverden. Luther wilde namelijk dat zijn boeken er netjes uitzagen en gelezen werden. Kortom Luther promootte zijn boeken. Om die reden spreekt Pettegree zelfs van 'het merk Luther'. Uit dit boek kan men afleiden dat Luther communicatief vaardig was in woord en schrift en dat hij een goed marketeer was. Hij wist zijn product aan de man te brengen. Hij had zijn eigen merk. Men kon meteen aan de lay-out zien dat het boek van Luther was.
Een goede boodschap verdient een goede verpakking
Bij het voorgaande mogen we niet uit het oog verliezen dat het Luther te doen was om de boodschap van vrije genade. Een goede boodschap verdient een goede verpakking. Het evangelie is Gods cadeau aan gevallen mensen. Het gaat natuurlijk niet om de verpakking maar om het cadeau maar zo'n mooi cadeau moet wel de aandacht trekken. Een mooie lay-out en een heldere boodschap zorgen er voor dat de inhoud op aantrekkelijke wijze naar voren komt. Daar was het Luther om te doen. Pettegree beschrijft Luther meer als een schrandere marketeer en een gematigd populist. Dat is een kant van de zaak die best wel belicht mag worden. Mits men het doel van Luther niet uit het oog verliest. Luther wilde een groot publiek bereiken met de boodschap van eeuwig heil en redding.