Johannes Maccovius (1588-1644)
Zijn afkomst en leven
Johannes Maccovius (Jan Makowsky) was een Pool van oorsprong. Hij was een zeer geoefend scholasticus en werd al heel jong hoogleraar in Franeker namelijk in 1615 toen hij pas 27 jaar was. Hij leed helaas een liederlijk leven en deed niet onder voor de studenten. Hij nam namelijk deel aan hun feesten en was om die reden populair bij hen. De hoogleraar Lubbertus daarentegen was een oude man die juist een goede levenswandel voorstond. Dat moest wel gaan botsen. Maccovius liet bovendien de studenten slechts nadenken over zaken die speculatief van aard waren, was de mening van een aantal hoogleraren in Franeker. Allereerst die van Lubbertus en later ook van Amesius. Hij bereikte met zijn scholastieke methode wel hun hoofd maar niet hun hart en hand (levenswandel), vonden zij. Kortom Maccovius had een aantal opvattingen die niet in goede aarde viel bij de hoogleraar Lubbertus en later ook bij Amesius. De Dordtse vaderen hebben hem voor een aantal van die opvattingen berispt en gezegd dat hij niet te speculatief en scholastisch te werk moest gaan maar zich aan de Schrift moest houden. Daarmee was voor de Dordtse vaderen de kous af maar het muisje kreeg nog wel een staartje... Maar laten we eerst kijken naar de omstreden opvattingen van Maccovius.
De reikwijdte van de verzoening en visie op de zonde
Maccovius leerde de beperkte verzoening. Het zoenbloed is alleen voor de uitverkorenen en niet genoegzaam voor heel de wereld. Lubbertus echter leerde in de lijn van de meerderheid van de Dordtse vaderen, verwoord in de Dordtse leerregels dat de verzoening genoegzaam (sufficiënt) is voor heel de wereld maar doelmatig (effectief) is voor de uitverkorenen. Lubbertus stelde dat niemand te verontschuldigen is omdat er genoeg zoenbloed is. God is geen auteur van de ondergang van de goddelozen. Hun verderf is terecht als zij het zoenbloed terzijde stellen. Op het punt van de zonde had de scholastische Maccovius ook een stevige visie. Hij stelde dat God de zonde gewild heeft. Daarbij leek het er verdacht veel op dat God de auteur was van de zonde. Dit leverde hem een berisping op van de Dordtse synode.
In de minne geschikt
Overigens kwam deze zaak tot ongenoegen van de remonstranten bedekt in de acta van de Synode terecht. In de acta van de Synode van 1618-1619 staat onder de 139ste zitting: 'Is verhandeld een particuliere zaak die uit Friesland tot de synode was gezonden'. Lubbertus die Maccovius had aangeklaagd en de zaak eerst op de classis van Friesland had gebracht, kreeg geen gelijk van de Dordtse vaderen. De zaak werd in de minne geschikt. Men wilde geen heibel in de gereformeerde kamp dat op dit soort punten die Maccovius aansneed, verdeeld was. Maccovius werd vermaand. Amesius nam het toen nog op voor Maccovius maar na de Synode werd het van kwaad tot erger... Maccovius ging verder op de scholastische toer en zijn levenswandel was ook niet bepaald gereformeerd. Hij dronk en ging naar het bordeel. Toen keerde ook Amesius zich tegen Maccovius en ging hem bestrijden.
Levendmaking voor het geloof
Maccovius leerde dat de levendmaking voorafgaat aan het geloof. Met name op dit punt heeft Amesius met hem gestreden. God legt een soort kiem in het hart en dat zorgt er voor dat men op het Woord van God gaat reageren, meende Maccovius. Wedergeboorte was echter bij de reformatie verbonden met de daad van het geloof. Maar Maccovius verliet dat spoor en baande de weg voor een nieuwe visie op wedergeboorte. De zogenaamde levenskiem. Deze visie komt men ook tegen bij Voetius en Comrie. Deze twee theologen waren ook scholastisch van aard en waardeerden Maccovius.
De sluimerende wedergeboorte en de standenleer
Opvallend is het dat de zoon van dr. A. Kuyper, dr. A. Kuyper junior genaamd, op Maccovius promoveerde (zie Kuyper, A. Jr. Johannes Maccovius) Maccovius koppelde de wedergeboorte los van het levend wekkende woord van God , zoals we reeds zagen. Kuyper junior kon om die reden Maccovius gemakkelijk gebruiken voor zijn leer van de sluimerende wedergeboorte. Die kiem die in het hart gelegd wordt, kan nog jaren sluimeren zelfs als men er een liederlijk leven op nahoudt, stelde Kuyper junior. De daad van het geloof kan dus nog jaren uitblijven of heel zwak zijn. Deze visie op wedergeboorte biedt ook ruimte voor de standenleer die men tegenkomt in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Opvallend is het overigens dat dr. A. Kuyper junior het liederlijke leven van Maccovius goedpraat. Hij houdt zijn voorbeeld en boegbeeld maar wat graag overeind. Lubbertus zou vooral jaloers zijn op Maccovius' populariteit onder de studenten.
De reikwijdte van de invloed van Maccovius
Maccovius is een enigszins geliefd maar ook weer niet al te bekend in hypercalvinistische kringen. Voor de dag komen durft men niet met hem vanwege zijn liederlijke leven en het feit dat de Dordtse vaderen zijn scholastische visie berispten. Bovendien schreef Maccovius in het Latijn, wat niet iedereen beheerst en zijn, zijn werken zeer scholastisch (een methode waarin men eerst geschoold moet zijn om deze te kunnen volgen en waarderen anders haakt men af). Men kan dus niet gemakkelijk zijn argumenten in de strijd werpen...
Geen boegbeeld
Zoals we reeds gezegd hebben, bevredigde Maccovius volgens Lubbertus en Amesius meer het hoofd van de studenten dan hun hart en hun godzalige levenswandel. Daar hadden zij als wij het geheel trachten te overzien gelijk in. Hij gaf aan hen een zeer slecht voorbeeld als het ging om de levenswandel. Maccovius kan om die reden geen boegbeeld zijn voor hen die de visie voorstaan dat de levendmaking voor het geloof komt. Comrie is een betere kandidaat qua leer en levenswandel. Tegelijkertijd is het moeilijk om mannen als Maccovius en Comrie en hun dogma' s eerlijk te bekijken. Het zijn vooral de Kuyperianen geweest (wat Comrie betreft ook ds G.H Kersten en dr. C. Steenblok) die hen voor hun dogmatische kar gespannen hebben. Waarbij men in de gaten dient te houden dat de leerling vaak verder gaat dan de meester. Anderzijds kan men wel bij hen aanhaken...
Zijn waardering
Maccovius wordt verschillend gewaardeerd. Dat was tijdens de Synode van Dordt het geval en dat was ook het geval als hoogleraar in Franeker. De studenten bijvoorbeeld liepen met hem weg. Qua intellect vonden ze hem een kei en ook het heffen van de glazen drank maakte hem populair. De serieuze hoogleraren zoals Lubbertus en Amesius die een Godzalige levenswandel wilden bevorderen en niet alleen het intellect wilden strelen, zagen in hem een gevaar voor de gereformeerde leer. Scholastisch geschoolde theologen daarentegen zoals Voetius en Comrie citeerden hem vaak instemmend maar die zagen zijn wangedrag niet en onderschreven alleen zijn theologische visie.
Baanbreker van de gereformeerde scholastiek
Dr. A. Kuyper junior stelt in zijn proefschrift over Maccovius dat Maccovius de scholastiek weer op de kaart heeft gezet en dat Voetius in zijn spoor is verder gegaan. Kuyper gaat volgens Willem J. van Asselt te ver als hij stelt dat Maccovius de aftrap verzorgde van de scholastische theologie. Al voor Maccovius hielden gereformeerde theologen in Franeker maar ook in Leiden zich bezig met de scholastiek (zie Willem J. van Asselt 'On the Maccovius affair' in: 'Revisiting the Synod of Dordt 1618-1619', p. 227) Dr. A. Kuyper jr. stelt ook in zijn proefschrift het verschil aan de orde tussen de Middeleeuwse scholastiek die de mate van de Schrift te boven ging en de gereformeerde scholastiek die binnen de grenzen van de Schrift bleef. Maccovius bleef ook binnen dit criterium volgens dr. A. Kuyper jr.
In het straatje
Dr. A. Kuyper junior citeert in zijn proefschrift over Maccovius dr. Honig (eveneens een Kuyperiaans theoloog). Dr. A. Kuyper jr. schrijft: Dr. Honig noemt onder de personen die Comrie citeerden, ook Maccovius. En als Dr. Honig over de veronderstelde wedergeboorte bij de Doop spreekt, dan wijst hij o. a. ook op Maccovius, en eert hem als een man ,,van diepere opvatting van de Gereformeerde leer." (Dr. Kuyper junior 'Maccovius' p. 211). Kortom Maccovius paste in het straatje van de Kuyperianen. Daarom promoveerde dr. Kuyper jr. op hem en dr. Honig op Comrie. Het is hetzelfde laken een pak. Maccovius en Comrie passen binnen de lijnen van de veronderstelde wedergeboorte volgens dr. A. Kuyper jr. en dr. Honig. De muis heeft toch nog een staartje...
Het evangelie in plaats van de logica
Tot slot willen we nog opmerken dat alleen het evangelie het hart van mensen kan laten kloppen en niet een menselijk systeem waarbij men de genade inperkt en het aanbod dat buiten de mens ligt opoffert aan de inspectie van de wedergeboorte in engere zin (de kiem). Het Woord maakt levend. Zo lezen: 'Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God' (1 Petrus 1:23). Prof. dr. J. Veenhof noemde dat de wekroep van het Woord waar we lezen: 'Ontwaakt gij die slaapt. Sta op uit de doden'. Hoe kan een dode ontwaken? Dit druist in tegen onze logica en scholastiek maar niet tegen het bevel van Christus. Dit zegt Christus Zelf, Die de doden levend maakt onder Zijn machtige Woord.
Voor dissertatie van dr. A. Kuyper junior over Johannes Maccovius zie: https://ia801407.us.archive.org/12/items/johannesmaccoviu00kuyp/johannesmaccoviu00kuyp.pdf).
Zijn afkomst en leven
Johannes Maccovius (Jan Makowsky) was een Pool van oorsprong. Hij was een zeer geoefend scholasticus en werd al heel jong hoogleraar in Franeker namelijk in 1615 toen hij pas 27 jaar was. Hij leed helaas een liederlijk leven en deed niet onder voor de studenten. Hij nam namelijk deel aan hun feesten en was om die reden populair bij hen. De hoogleraar Lubbertus daarentegen was een oude man die juist een goede levenswandel voorstond. Dat moest wel gaan botsen. Maccovius liet bovendien de studenten slechts nadenken over zaken die speculatief van aard waren, was de mening van een aantal hoogleraren in Franeker. Allereerst die van Lubbertus en later ook van Amesius. Hij bereikte met zijn scholastieke methode wel hun hoofd maar niet hun hart en hand (levenswandel), vonden zij. Kortom Maccovius had een aantal opvattingen die niet in goede aarde viel bij de hoogleraar Lubbertus en later ook bij Amesius. De Dordtse vaderen hebben hem voor een aantal van die opvattingen berispt en gezegd dat hij niet te speculatief en scholastisch te werk moest gaan maar zich aan de Schrift moest houden. Daarmee was voor de Dordtse vaderen de kous af maar het muisje kreeg nog wel een staartje... Maar laten we eerst kijken naar de omstreden opvattingen van Maccovius.
De reikwijdte van de verzoening en visie op de zonde
Maccovius leerde de beperkte verzoening. Het zoenbloed is alleen voor de uitverkorenen en niet genoegzaam voor heel de wereld. Lubbertus echter leerde in de lijn van de meerderheid van de Dordtse vaderen, verwoord in de Dordtse leerregels dat de verzoening genoegzaam (sufficiënt) is voor heel de wereld maar doelmatig (effectief) is voor de uitverkorenen. Lubbertus stelde dat niemand te verontschuldigen is omdat er genoeg zoenbloed is. God is geen auteur van de ondergang van de goddelozen. Hun verderf is terecht als zij het zoenbloed terzijde stellen. Op het punt van de zonde had de scholastische Maccovius ook een stevige visie. Hij stelde dat God de zonde gewild heeft. Daarbij leek het er verdacht veel op dat God de auteur was van de zonde. Dit leverde hem een berisping op van de Dordtse synode.
In de minne geschikt
Overigens kwam deze zaak tot ongenoegen van de remonstranten bedekt in de acta van de Synode terecht. In de acta van de Synode van 1618-1619 staat onder de 139ste zitting: 'Is verhandeld een particuliere zaak die uit Friesland tot de synode was gezonden'. Lubbertus die Maccovius had aangeklaagd en de zaak eerst op de classis van Friesland had gebracht, kreeg geen gelijk van de Dordtse vaderen. De zaak werd in de minne geschikt. Men wilde geen heibel in de gereformeerde kamp dat op dit soort punten die Maccovius aansneed, verdeeld was. Maccovius werd vermaand. Amesius nam het toen nog op voor Maccovius maar na de Synode werd het van kwaad tot erger... Maccovius ging verder op de scholastische toer en zijn levenswandel was ook niet bepaald gereformeerd. Hij dronk en ging naar het bordeel. Toen keerde ook Amesius zich tegen Maccovius en ging hem bestrijden.
Levendmaking voor het geloof
Maccovius leerde dat de levendmaking voorafgaat aan het geloof. Met name op dit punt heeft Amesius met hem gestreden. God legt een soort kiem in het hart en dat zorgt er voor dat men op het Woord van God gaat reageren, meende Maccovius. Wedergeboorte was echter bij de reformatie verbonden met de daad van het geloof. Maar Maccovius verliet dat spoor en baande de weg voor een nieuwe visie op wedergeboorte. De zogenaamde levenskiem. Deze visie komt men ook tegen bij Voetius en Comrie. Deze twee theologen waren ook scholastisch van aard en waardeerden Maccovius.
De sluimerende wedergeboorte en de standenleer
Opvallend is het dat de zoon van dr. A. Kuyper, dr. A. Kuyper junior genaamd, op Maccovius promoveerde (zie Kuyper, A. Jr. Johannes Maccovius) Maccovius koppelde de wedergeboorte los van het levend wekkende woord van God , zoals we reeds zagen. Kuyper junior kon om die reden Maccovius gemakkelijk gebruiken voor zijn leer van de sluimerende wedergeboorte. Die kiem die in het hart gelegd wordt, kan nog jaren sluimeren zelfs als men er een liederlijk leven op nahoudt, stelde Kuyper junior. De daad van het geloof kan dus nog jaren uitblijven of heel zwak zijn. Deze visie op wedergeboorte biedt ook ruimte voor de standenleer die men tegenkomt in de rechterflank van de gereformeerde gezindte. Opvallend is het overigens dat dr. A. Kuyper junior het liederlijke leven van Maccovius goedpraat. Hij houdt zijn voorbeeld en boegbeeld maar wat graag overeind. Lubbertus zou vooral jaloers zijn op Maccovius' populariteit onder de studenten.
De reikwijdte van de invloed van Maccovius
Maccovius is een enigszins geliefd maar ook weer niet al te bekend in hypercalvinistische kringen. Voor de dag komen durft men niet met hem vanwege zijn liederlijke leven en het feit dat de Dordtse vaderen zijn scholastische visie berispten. Bovendien schreef Maccovius in het Latijn, wat niet iedereen beheerst en zijn, zijn werken zeer scholastisch (een methode waarin men eerst geschoold moet zijn om deze te kunnen volgen en waarderen anders haakt men af). Men kan dus niet gemakkelijk zijn argumenten in de strijd werpen...
Geen boegbeeld
Zoals we reeds gezegd hebben, bevredigde Maccovius volgens Lubbertus en Amesius meer het hoofd van de studenten dan hun hart en hun godzalige levenswandel. Daar hadden zij als wij het geheel trachten te overzien gelijk in. Hij gaf aan hen een zeer slecht voorbeeld als het ging om de levenswandel. Maccovius kan om die reden geen boegbeeld zijn voor hen die de visie voorstaan dat de levendmaking voor het geloof komt. Comrie is een betere kandidaat qua leer en levenswandel. Tegelijkertijd is het moeilijk om mannen als Maccovius en Comrie en hun dogma' s eerlijk te bekijken. Het zijn vooral de Kuyperianen geweest (wat Comrie betreft ook ds G.H Kersten en dr. C. Steenblok) die hen voor hun dogmatische kar gespannen hebben. Waarbij men in de gaten dient te houden dat de leerling vaak verder gaat dan de meester. Anderzijds kan men wel bij hen aanhaken...
Zijn waardering
Maccovius wordt verschillend gewaardeerd. Dat was tijdens de Synode van Dordt het geval en dat was ook het geval als hoogleraar in Franeker. De studenten bijvoorbeeld liepen met hem weg. Qua intellect vonden ze hem een kei en ook het heffen van de glazen drank maakte hem populair. De serieuze hoogleraren zoals Lubbertus en Amesius die een Godzalige levenswandel wilden bevorderen en niet alleen het intellect wilden strelen, zagen in hem een gevaar voor de gereformeerde leer. Scholastisch geschoolde theologen daarentegen zoals Voetius en Comrie citeerden hem vaak instemmend maar die zagen zijn wangedrag niet en onderschreven alleen zijn theologische visie.
Baanbreker van de gereformeerde scholastiek
Dr. A. Kuyper junior stelt in zijn proefschrift over Maccovius dat Maccovius de scholastiek weer op de kaart heeft gezet en dat Voetius in zijn spoor is verder gegaan. Kuyper gaat volgens Willem J. van Asselt te ver als hij stelt dat Maccovius de aftrap verzorgde van de scholastische theologie. Al voor Maccovius hielden gereformeerde theologen in Franeker maar ook in Leiden zich bezig met de scholastiek (zie Willem J. van Asselt 'On the Maccovius affair' in: 'Revisiting the Synod of Dordt 1618-1619', p. 227) Dr. A. Kuyper jr. stelt ook in zijn proefschrift het verschil aan de orde tussen de Middeleeuwse scholastiek die de mate van de Schrift te boven ging en de gereformeerde scholastiek die binnen de grenzen van de Schrift bleef. Maccovius bleef ook binnen dit criterium volgens dr. A. Kuyper jr.
In het straatje
Dr. A. Kuyper junior citeert in zijn proefschrift over Maccovius dr. Honig (eveneens een Kuyperiaans theoloog). Dr. A. Kuyper jr. schrijft: Dr. Honig noemt onder de personen die Comrie citeerden, ook Maccovius. En als Dr. Honig over de veronderstelde wedergeboorte bij de Doop spreekt, dan wijst hij o. a. ook op Maccovius, en eert hem als een man ,,van diepere opvatting van de Gereformeerde leer." (Dr. Kuyper junior 'Maccovius' p. 211). Kortom Maccovius paste in het straatje van de Kuyperianen. Daarom promoveerde dr. Kuyper jr. op hem en dr. Honig op Comrie. Het is hetzelfde laken een pak. Maccovius en Comrie passen binnen de lijnen van de veronderstelde wedergeboorte volgens dr. A. Kuyper jr. en dr. Honig. De muis heeft toch nog een staartje...
Het evangelie in plaats van de logica
Tot slot willen we nog opmerken dat alleen het evangelie het hart van mensen kan laten kloppen en niet een menselijk systeem waarbij men de genade inperkt en het aanbod dat buiten de mens ligt opoffert aan de inspectie van de wedergeboorte in engere zin (de kiem). Het Woord maakt levend. Zo lezen: 'Gij, die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God' (1 Petrus 1:23). Prof. dr. J. Veenhof noemde dat de wekroep van het Woord waar we lezen: 'Ontwaakt gij die slaapt. Sta op uit de doden'. Hoe kan een dode ontwaken? Dit druist in tegen onze logica en scholastiek maar niet tegen het bevel van Christus. Dit zegt Christus Zelf, Die de doden levend maakt onder Zijn machtige Woord.
Voor dissertatie van dr. A. Kuyper junior over Johannes Maccovius zie: https://ia801407.us.archive.org/12/items/johannesmaccoviu00kuyp/johannesmaccoviu00kuyp.pdf).