Cursus Hebreeuws
Grammaticale begrippen. Handig om te kennen ivm het lezen van commentaren
Impf imperfectum Niet perfect/af: onaf. Dus de handeling gaat door... Hij loopt, hij zal lopen. hij wil lopen hij kan lopen en hij moet lopen, modaal gebruik is mogelijk maar de primaire betekenis is hij loopt of eventueel hij zal lopen. Men mag dus hulpwerkwoorden invullen, moeten, willen, pogen, kunnen zullen. Zullen is wel de meest gebruikelijke van de hulpwerkwoorden. Hij zal lopen, hij kan lopen hij mag lopen hij moet lopen hij probeert te lopen. Hij is aan het lopen. Hij moet lopen, Hij tracht te lopen.
imper. imperatief gebiedende wijs: loop door
Pf/ Perf. Perfectum vaak verteltijd, hij at, soms vertalen als plusquamperfectum: (nadat) hij had gegeten
Perfectum consecutivum is een kameleon die zich aanpast aan het werkwoord wat er aan voorafgaat.
Is dat bijvoorbeeld een imperatief dan is de Perfectum consecutivum ook een imperatief
Ipf cons Imperfectum consecutivum narrativus verteltijd bij uitstek
Finiet verbum. Werkwoord in het ipf of pf. Het werkwoord kent een grens (finish) qua personen en tijd
Infiniet verbum, participium, infinitief
Finale betekenis: doel/ opdat
Consecutieve betekenis: gevolg/ zodat
een ipf met een we er voor heeft een finale of consecutieve betekenis: opdat/zodat
Cohortativus doorgaans zelfaansporing van een of meerdere personen: Laat ik gaan/laten we gaan.
Jussivus jubeo wensen of bevelen. Vaak gericht aan de derde persoon: Laat er licht zijn
Comp. Comparativus vergelijken. Bijv. Listiger De slang was listiger dan alle die van het veld.
Demonstr. Demonstrativum: die man (daar). deze man (hier)
Subject onderwerp verricht de handeling
Object ondergaat de handeling
Relativum betrekkelijk voornaamwoord de man die daar..., De auto die daar...
Interrogativum ondervragend: wie/wat
Intransitief verbum Geen lijdend voorwerp mogelijk bij dit verbum zoals hij loopt. Heeft dus ook geen passieve vorm hij wordt gelopen
Transitief verbum (overgankelijk). Hij slaat de hond. Het werkwoord kent een transport, de hond. Men kan het ook passief maken. De hond wordt geslagen.
Men kan slaan ook intransitief gebruiken bijv. Hij slaat er op los, Men kan niet zeggen: hij wordt erop losgeslagen.
Dit geeft aan dat er geen lijdend voorwerp is. Er zijn werkwoorden die intransitief zijn: zoals lopen. Hij loopt of Zwemmen. Hij wordt gezwommen bestaat niet. Wel men zeggen: hij wordt geholpen met zwemmen. Maar het hoofdwerkwoord is dan helpen. Helpen heeft wel een lijdend voorwerp. Hij helpt Jan met zwemmen. Jan is dan het lijdend voorwerp.
adverbium: bijwoord zegt iets van het werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Hij loopt zeer snel.
Bijwoord is zeer. Geeft aan hoe de handeling verloopt en zegt dus iets van het werkwoord. Het was zeer goed. Goed is bijvoeglijk naamwoord en zeer is bijwoord.
Adjectivum: bijvoeglijk naamwoord. De mooie auto (zinsdeel) de auto is mooi (zin)
Substativum: zelfstandig naamwoord: de auto
Adversatieve conjunctie tegengesteld voegwoord: maar daarentegen adversus: gekeerd naar.
Predicativum of predicatief gebruik van het participium
Lopend komt hij binnen
Hij is subject, komt is predicaat en lopend is predicativum. Lopend is verbonden met hij en met komen. Het is dubbel verbonden. Het geeft aan hoe de handeling verloopt. Zijn komen is lopend en niet rennend of vliegend of denkend
Attributief gebruik participium
De lopende man komt binnen. Lopend is nu alleen verbonden met man, het substantivum. Het is een attribuut eigenschap van het zelfstandig naamwoord. Men mag ook vertalen de man, die loopt komt binnen. Men maakt er dan een betrekkelijk bijzin van.
Semantische veld: woordbetekenis en woordveld. Het werkwoord 'jatsar' betekent eigenlijk gewoon boetseren. Het is iets wat een pottenbakker doet. In de Bijbel wordt het ook betrokken op JHWH die de mens boetseert. Dus is het een soort scheppen maar het ziet ook op de materiële kant van de mens. Zonder God Geest is de mens stof en nietig. Een pottenbakker maakt ook een vat voor een bepaald doel. Dat heeft God ook gedaan... Terwijl bara scheppen in de Bijbel helemaal betrokken is op God, is jatsar ook betrokken op de mens. JHWH die boetseert de mens.... Elohiem schept de mens... De mens is gevormd door Gods woord (Genesis 1) maar ook geboetseerd uit de aarde door JHWH (Genesis 2) en als hij valt is hij slechts stof. Genesis 1 en 2 laten twee aspecten zien van de mens. De mens moet weer geschapen worden door Gods woord om niet al te aards te zijn.
Les 1 Gods verhevenheid in de naam Elohiem en Zijn rusten op de zevende dag
donderdag 11 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.1. 1-10 (blz 14) en 3.11 1-10 (blz 31)
4.1 1-10 (blz 39 en 4.2 1-15 (blz 41) en 4.3 1-20 (blz 42)
4.6 alleen 11 en 12 op bladzijde 46.
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting. Gebruik als je die hebt de grammatica van Lettinga/ Muraoka. Je mag het allemaal opzoeken.
Bestuderen:
A.J.C Verheij Grammatica
1) blz 134 en 135 alleen katav schema (dus pf en ipf, imp, ptc ptc actief en passief qal en inf van katav)
2) blz 92 en 93 alleen paragraaf 5.4.6. de derde wortel is een hee.
3) grammaticale begrippen zoals imperfectum etc.. Zie bovenaan deze pagina
Doornemen en vertalen:
Doornemen Genesis 1:1-5 en vertalen Genesis 1 vers 6-19 en Genesis 1 vers 31 en Genesis 3 vers 1 en Jesaja 43 vers 21. zo letterlijk mogelijk als het kan. Probeer en.. en.. en te vermijden door een beetje variatie. Zie ook Grammatica Verheij 3.3.1. en 7.5.4.Zie voorbeeld Genesis 1:1-5 hieronder
Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
Samen tijdens de les:
We beginnen de les met Numeri 12:1-4 gezamenlijk te lezen.
Aan het einde lezen we samen Jesaja 40:1-3 en Psalm 95 vers 1-4.
Lesopzet:
In een begin schiep God de hemel (te samen) met de aarde.
De aarde was woest en leeg,
duisternis was over de watervloed
Ook zweefde de Geest van God over de wateren of:
maar de Geest van God zweefde over de wateren
God zei toen: Er moet licht zijn
En er was licht.
Toen God zag dat het het licht goed was,
maakte Hij scheiding tussen licht en duisternis.
Vervolgens noemde God het licht dag en
duisternis noemde hij nacht.
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest:
de eerste dag (letterlijk: (dat is) een dag)
Sommigen vertalen zin 1 als een bijzin. Dit kan op twee manieren
1) In het begin toen God de hemel en aarde schiep (ordende/vormde)
was de aarde woest en ledig....
Scheppen kan dan ordenen/vormen worden en de aarde was er al maar dan woest en ledig. Zo biedt de tekst ruimte voor de (zeer) oude aarde.
Of:
2) In het begin toen God de hemel en aarde schiep,
de aarde was woest en ledig
zei God...
Vers 1 is dan een aanloop naar het spreken van God. Dat is dan
het echte scheppen. Maar dat kan dan ook weer ordenen of vormen zijn en niet een scheppen uit het niets.
De aarde werd woest en ledig in plaats van: was woest en ledig
In het begin schiep God de hemel en aarde
De aard werd (daarna door satan) woest en ledig,
Toen herstelde God de aarde in zeven dagen.
Daarna viel de satan de mens aan en toen viel de schepping helemaal.
Herschepping werd noodzakelijk
Restitutieleer: de aarde werd woest en ledig.
Volgens deze opvatting heeft de zondeval al voor Genesis 1 plaatsgevonden en is de eerste schepping ten onder gegaan. Genesis 1 spreekt dus over een herstel of herschepping. Als bewijs voor deze opvatting geldt niet alleen Genesis 1, maar ook 2 Petrus 3:5 en 6. "Deze verzen verwijzen niet naar de zondvloed ten tijde van Noach, maar naar een grote vloed die de schepping onder water zette. In deze voorstelling is het mogelijk dat de aarde een zeer hoge ouderdom heeft."
Soms benadrukt men dat het aanhangen van de restitutieleer niets te maken heeft met een poging de Bijbel met de wetenschap te verzoenen. Men vindt het laakbaar dat in huidige evangelische kringen de restitutieleer steeds meer wordt afgewezen, terwijl deze opvatting vroeger in opwekkingskringen bijna algemeen was aanvaard. De restitutieleer biedt echter ruimte voor een heel oude aarde of zelfs voor Darwin.
Aantekeningen
Les 2 Gods nabijheid in de naam Jahweh en Zijn onderhouding van de mens en schepping
dinsdag 16 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.1 (blz 15) 11-30
3.2 (blz 16) 1-20.
3.3. (blz 17) 1-20
4.4 (blz 43) 1-20
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Oefenboek
schema sterke werkwoord uit oefenboek gebruiken bij maakwerk of anders
Grammatica van A.J.C Verheij blz 134 tot en met 141.
Vertalen Genesis 2 vers 4 tot en met vers 9 en Psalm 124:1 tot en met vers 8
Samen tijdens de les
We beginnen met Ruth 1 vers 19 tot en met Ruth 2 vers 2.
Tot slot lezen we samen Jesaja 40:4-6 (zie Psalm 136 refrein)
Aantekeningen
Les 3 Opwekking na de doodslag van Abel en toch weer verval
Dinsdag 23 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.4 (blz 18) 1-40.
3.7 (blz 23) 1-10,
3.8 (blz 25) 1-20
4.6 (blz 45) 1- 6 en 18
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Oefenboek
schema sterke werkwoord uit oefenboek gebruiken bij maakwerk of anders
Grammatica van A.J.C Verheij blz 134 tot en met 141.
Vertalen Genesis 4:25 en 26 , Genesis 5: 21-24, Genesis 6 vers 1 tot en met 8, Richteren (Judices) 3:5-8
Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
Aantekeningen:
Les 4 De verhevenheid van Elohiem en de nabijheid van Jahweh.
Donderdag 25 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken;
3.9 (blz 27) 1-20
3.14 (blz 35) 1-12
3.15 (blz 37) 1-15 (gebruik bijv. Lettinga)
4.7 (blz 47) 1-10
4.8 (blz 49) 1-7
4.9 (blz 52-54) 12-16, 37, 38, 40
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Grammatica schema's werkwoorden ivm de maakopdrachten
Vertalen:
Genesis 22 vers 1-12
Genesis 22:19 en Psalm 23 vers 6
We kijken in het bespreken van de les wat de laatste zin moet zijn: Er is onduidelijkheid om welk zwak werkwoord het gaat er zijn twee mogelijkheden sjoev of jasjav
Ik zal terugkeren (sjoev) naar het huis van Jahweh of: ik zal wonen/blijven (jasjav) in het huis van Jahweh. Dit doen we door Genesis 22 vers 19 en Psalm 23 vers 6 met elkaar te vergelijken
Jesaja 7:14 (zoek argumenten voor het vertalen van maagd en voor het vertalen van jonge vrouw of jonkvrouw)
Micha 7:18-20
We beginnen met Psalm 19:8-9
We sluiten samen af met Jesaja 40:10-11
Opmerking bij Genesis 22 vers 12: algemene ontkenning 'lo' wordt ook gebruikt bij een algemeen verbod zie de wet Bijzondere ontkenning is 'al' zoals in Genesis 22:12 Dit is een verhindering op dat moment dat wil zeggen: Doe het toch niet AUB... Het geeft meer emotie, nadruk op het moment. Er moet iets vreselijks verhinderd worden. Zie ook voorbeelden in de Grammatica van Verheij 7.6.1 en 7.6.2 (blz 120 -121).
Aantekeningen:
Grammaticale begrippen. Handig om te kennen ivm het lezen van commentaren
Impf imperfectum Niet perfect/af: onaf. Dus de handeling gaat door... Hij loopt, hij zal lopen. hij wil lopen hij kan lopen en hij moet lopen, modaal gebruik is mogelijk maar de primaire betekenis is hij loopt of eventueel hij zal lopen. Men mag dus hulpwerkwoorden invullen, moeten, willen, pogen, kunnen zullen. Zullen is wel de meest gebruikelijke van de hulpwerkwoorden. Hij zal lopen, hij kan lopen hij mag lopen hij moet lopen hij probeert te lopen. Hij is aan het lopen. Hij moet lopen, Hij tracht te lopen.
imper. imperatief gebiedende wijs: loop door
Pf/ Perf. Perfectum vaak verteltijd, hij at, soms vertalen als plusquamperfectum: (nadat) hij had gegeten
Perfectum consecutivum is een kameleon die zich aanpast aan het werkwoord wat er aan voorafgaat.
Is dat bijvoorbeeld een imperatief dan is de Perfectum consecutivum ook een imperatief
Ipf cons Imperfectum consecutivum narrativus verteltijd bij uitstek
Finiet verbum. Werkwoord in het ipf of pf. Het werkwoord kent een grens (finish) qua personen en tijd
Infiniet verbum, participium, infinitief
Finale betekenis: doel/ opdat
Consecutieve betekenis: gevolg/ zodat
een ipf met een we er voor heeft een finale of consecutieve betekenis: opdat/zodat
Cohortativus doorgaans zelfaansporing van een of meerdere personen: Laat ik gaan/laten we gaan.
Jussivus jubeo wensen of bevelen. Vaak gericht aan de derde persoon: Laat er licht zijn
Comp. Comparativus vergelijken. Bijv. Listiger De slang was listiger dan alle die van het veld.
Demonstr. Demonstrativum: die man (daar). deze man (hier)
Subject onderwerp verricht de handeling
Object ondergaat de handeling
Relativum betrekkelijk voornaamwoord de man die daar..., De auto die daar...
Interrogativum ondervragend: wie/wat
Intransitief verbum Geen lijdend voorwerp mogelijk bij dit verbum zoals hij loopt. Heeft dus ook geen passieve vorm hij wordt gelopen
Transitief verbum (overgankelijk). Hij slaat de hond. Het werkwoord kent een transport, de hond. Men kan het ook passief maken. De hond wordt geslagen.
Men kan slaan ook intransitief gebruiken bijv. Hij slaat er op los, Men kan niet zeggen: hij wordt erop losgeslagen.
Dit geeft aan dat er geen lijdend voorwerp is. Er zijn werkwoorden die intransitief zijn: zoals lopen. Hij loopt of Zwemmen. Hij wordt gezwommen bestaat niet. Wel men zeggen: hij wordt geholpen met zwemmen. Maar het hoofdwerkwoord is dan helpen. Helpen heeft wel een lijdend voorwerp. Hij helpt Jan met zwemmen. Jan is dan het lijdend voorwerp.
adverbium: bijwoord zegt iets van het werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Hij loopt zeer snel.
Bijwoord is zeer. Geeft aan hoe de handeling verloopt en zegt dus iets van het werkwoord. Het was zeer goed. Goed is bijvoeglijk naamwoord en zeer is bijwoord.
Adjectivum: bijvoeglijk naamwoord. De mooie auto (zinsdeel) de auto is mooi (zin)
Substativum: zelfstandig naamwoord: de auto
Adversatieve conjunctie tegengesteld voegwoord: maar daarentegen adversus: gekeerd naar.
Predicativum of predicatief gebruik van het participium
Lopend komt hij binnen
Hij is subject, komt is predicaat en lopend is predicativum. Lopend is verbonden met hij en met komen. Het is dubbel verbonden. Het geeft aan hoe de handeling verloopt. Zijn komen is lopend en niet rennend of vliegend of denkend
Attributief gebruik participium
De lopende man komt binnen. Lopend is nu alleen verbonden met man, het substantivum. Het is een attribuut eigenschap van het zelfstandig naamwoord. Men mag ook vertalen de man, die loopt komt binnen. Men maakt er dan een betrekkelijk bijzin van.
Semantische veld: woordbetekenis en woordveld. Het werkwoord 'jatsar' betekent eigenlijk gewoon boetseren. Het is iets wat een pottenbakker doet. In de Bijbel wordt het ook betrokken op JHWH die de mens boetseert. Dus is het een soort scheppen maar het ziet ook op de materiële kant van de mens. Zonder God Geest is de mens stof en nietig. Een pottenbakker maakt ook een vat voor een bepaald doel. Dat heeft God ook gedaan... Terwijl bara scheppen in de Bijbel helemaal betrokken is op God, is jatsar ook betrokken op de mens. JHWH die boetseert de mens.... Elohiem schept de mens... De mens is gevormd door Gods woord (Genesis 1) maar ook geboetseerd uit de aarde door JHWH (Genesis 2) en als hij valt is hij slechts stof. Genesis 1 en 2 laten twee aspecten zien van de mens. De mens moet weer geschapen worden door Gods woord om niet al te aards te zijn.
Les 1 Gods verhevenheid in de naam Elohiem en Zijn rusten op de zevende dag
donderdag 11 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.1. 1-10 (blz 14) en 3.11 1-10 (blz 31)
4.1 1-10 (blz 39 en 4.2 1-15 (blz 41) en 4.3 1-20 (blz 42)
4.6 alleen 11 en 12 op bladzijde 46.
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting. Gebruik als je die hebt de grammatica van Lettinga/ Muraoka. Je mag het allemaal opzoeken.
Bestuderen:
A.J.C Verheij Grammatica
1) blz 134 en 135 alleen katav schema (dus pf en ipf, imp, ptc ptc actief en passief qal en inf van katav)
2) blz 92 en 93 alleen paragraaf 5.4.6. de derde wortel is een hee.
3) grammaticale begrippen zoals imperfectum etc.. Zie bovenaan deze pagina
Doornemen en vertalen:
Doornemen Genesis 1:1-5 en vertalen Genesis 1 vers 6-19 en Genesis 1 vers 31 en Genesis 3 vers 1 en Jesaja 43 vers 21. zo letterlijk mogelijk als het kan. Probeer en.. en.. en te vermijden door een beetje variatie. Zie ook Grammatica Verheij 3.3.1. en 7.5.4.Zie voorbeeld Genesis 1:1-5 hieronder
Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
- Gebruik Shebanq. Bij het vertalen zijn alle hulpmiddelen geoorloofd, Shebanq, afkijken bij de SV, HSV enzovoorts maar houd wel zelf de regie in handen. Dus evalueer andere vertalingen.
Samen tijdens de les:
We beginnen de les met Numeri 12:1-4 gezamenlijk te lezen.
Aan het einde lezen we samen Jesaja 40:1-3 en Psalm 95 vers 1-4.
Lesopzet:
- Beginnen met Numeri 12-1-4 (15 minuten)
- Nakijken Verheij A.J.C. Verheij 'Oefenboek':
- 3.1. 1-10 (blz 14) en 3.11 1-10 (blz 31)
- 4.1 1-10 (blz 39) en 4.2 1-15 (blz 41) en 4.3 1-20 (blz 42)
- 4.6 alleen 11 en 12 op bladzijde 46. (45 minuten)
- Nakijken Genesis 1:1-19 en Genesis 1 vers 31 en Genesis 3 vers 1 en Jesaja 43 vers 21. (45 minuten)
- Tot slot lezen we samen Jesaja 40:1-3 en Psalm 95 vers 1-4. (15 minuten)
In een begin schiep God de hemel (te samen) met de aarde.
De aarde was woest en leeg,
duisternis was over de watervloed
Ook zweefde de Geest van God over de wateren of:
maar de Geest van God zweefde over de wateren
God zei toen: Er moet licht zijn
En er was licht.
Toen God zag dat het het licht goed was,
maakte Hij scheiding tussen licht en duisternis.
Vervolgens noemde God het licht dag en
duisternis noemde hij nacht.
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest:
de eerste dag (letterlijk: (dat is) een dag)
Sommigen vertalen zin 1 als een bijzin. Dit kan op twee manieren
1) In het begin toen God de hemel en aarde schiep (ordende/vormde)
was de aarde woest en ledig....
Scheppen kan dan ordenen/vormen worden en de aarde was er al maar dan woest en ledig. Zo biedt de tekst ruimte voor de (zeer) oude aarde.
Of:
2) In het begin toen God de hemel en aarde schiep,
de aarde was woest en ledig
zei God...
Vers 1 is dan een aanloop naar het spreken van God. Dat is dan
het echte scheppen. Maar dat kan dan ook weer ordenen of vormen zijn en niet een scheppen uit het niets.
De aarde werd woest en ledig in plaats van: was woest en ledig
In het begin schiep God de hemel en aarde
De aard werd (daarna door satan) woest en ledig,
Toen herstelde God de aarde in zeven dagen.
Daarna viel de satan de mens aan en toen viel de schepping helemaal.
Herschepping werd noodzakelijk
Restitutieleer: de aarde werd woest en ledig.
Volgens deze opvatting heeft de zondeval al voor Genesis 1 plaatsgevonden en is de eerste schepping ten onder gegaan. Genesis 1 spreekt dus over een herstel of herschepping. Als bewijs voor deze opvatting geldt niet alleen Genesis 1, maar ook 2 Petrus 3:5 en 6. "Deze verzen verwijzen niet naar de zondvloed ten tijde van Noach, maar naar een grote vloed die de schepping onder water zette. In deze voorstelling is het mogelijk dat de aarde een zeer hoge ouderdom heeft."
Soms benadrukt men dat het aanhangen van de restitutieleer niets te maken heeft met een poging de Bijbel met de wetenschap te verzoenen. Men vindt het laakbaar dat in huidige evangelische kringen de restitutieleer steeds meer wordt afgewezen, terwijl deze opvatting vroeger in opwekkingskringen bijna algemeen was aanvaard. De restitutieleer biedt echter ruimte voor een heel oude aarde of zelfs voor Darwin.
Aantekeningen
- Scheppen (bara) is 'scheiden' volgens oudtestamentica prof. dr. Ellen van Wolde in een spraakmakende redevoering. De Hebraicus Martin Baasten heeft dit in een wetenschappelijk artikel weerlegd.
- Sommigen zien Genesis 1 en 2 als een doxologie en niet als een echte narrativus, een echte verhaal over de schepping. Een doxologie over de schepping vindt men echter in de Psalmen zoals Psalm 8 en Psalm 104.
- Woest en leeg. Zie de frase in Jeremia 4:23רָאִ֨יתִי֙ אֶת־הָאָ֔רֶץ וְהִנֵּה־תֹ֖הוּ וָבֹ֑הוּ ׃ Ik zag het land woest en leeg. Het omgekeerde wat er in Genesis 1 gebeurt. Dit vanwege de zonde van het volk.
- Enuma Elisj betekent: Toen daar boven. Zo begint het Babylonische scheppingsverhaal. Er is strijd in dit verhaal. Marduk weet Tiamat de waterslang (lijkt op tehom) te verslaan en uiteindelijk wordt de stad Babel gebouwd. Aan het einde van deze epos krijgt Marduk voor zijn prestaties 50 erenamen. Een van die namen is Beel (bel, heer) zie Jesaja 46:1: Bel (= God van Babel, Marduk) is gekromd, Nebo wordt neergebogen, hun afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide beesten. Kortom het Babylonische scheppingsverhaal kent strijd in tegenstelling tot het scheppingsverhaal in de Bijbel (tehom is gewoon het water en geen zeemonster) en het is propaganda voor Babel dat gebouwd wordt. Er is sprake van particularisme (part, deel van...) en niet van universalisme (universum, eenheid). In het scheppingsverhaal gaat het om de hele mensheid. Pas bij Genesis 12 duikt het particularisme (Abraham en uiteindelijk de geboorte van Israel en later de stichting van Jeruzalem in het boek Samuel) op maar in Abraham zullen al volken gezegend worden. God houdt Zijn oog gericht over de volken (Genesis 12:3 'en in u zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden'. Dit ziet op de komst van Christus. Toen werd het heil weer universeel)
- Genesis 1 tot en met Genesis 2:3 laat zien dat Gods rustte na Zijn schepping. Genesis 2:4 en verder laat zien door wie deze rust werd verstoord. Om die reden moeten de Vader en de Zoon werken op de sabbat. Johannes 5:16-17 En daarom vervolgden de Joden Jezus, en zochten Hem te doden, omdat Hij deze dingen op de sabbat deed. En Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook.
- Het getal 666 uit Openbaring 13:18 is net geen 7. 7 is het getal van de rust volgens Genesis 1. 666 is net geen 7. Allen die het beest aanbidden zullen geen rust hebben 'en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest aanbidden' (Openbaring 14:11)
Les 2 Gods nabijheid in de naam Jahweh en Zijn onderhouding van de mens en schepping
dinsdag 16 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.1 (blz 15) 11-30
3.2 (blz 16) 1-20.
3.3. (blz 17) 1-20
4.4 (blz 43) 1-20
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Oefenboek
schema sterke werkwoord uit oefenboek gebruiken bij maakwerk of anders
Grammatica van A.J.C Verheij blz 134 tot en met 141.
Vertalen Genesis 2 vers 4 tot en met vers 9 en Psalm 124:1 tot en met vers 8
- Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
- Gebruik Shebanq Bij het vertalen zijn alle hulpmiddelen geoorloofd, Shebanq, SV, HSV enzovoorts maar houd wel zelf de regie in handen.
Samen tijdens de les
We beginnen met Ruth 1 vers 19 tot en met Ruth 2 vers 2.
Tot slot lezen we samen Jesaja 40:4-6 (zie Psalm 136 refrein)
Aantekeningen
- In Genesis 2:4b wordt de naam Jahweh toegevoegd aan Elohiem. Volgens Wellhausen en andere Schriftcritici zou het om een andere bron gaan dan die van Genesis 1. Het zou om de Jahwist gaan. Deze visie gaat te ver. Wel heeft men gelijk dat vanaf Genesis 2:4b de inhoud en vorm anders is. In Genesis 1 spreekt Elohiem. In Genesis 2 boetseert en formeert Jahweh. Ook staat de aarde en tuin centraal maar dan omwille van de mens. We zien hier Gods nabijheid en zijn menselijke benadering. Genesis 1 is God meer verheven en in Genesis 2 vanaf vers 4b meer nabij. Het gaat om een ander aspect, zienswijze. Niet om twee totaal andere bronnen en visies. Dat laatste gaat te ver. Het is een lichtstraal van dezelfde Zon... Beide hoofdstukken zijn even betrouwbaar. De naam JHWH komt ongeveer 7000 keren voor in het Oude Testament en de naam Elohiem ongeveer 3500 keren. De naam JHWH komt dus bijna tweemaal zo vaak voor in het Oude Testament.
- Genesis 2:4 a en b vormt fraai stijlfiguur, een chiasme. Van de Griekse letter X. a: Hemel een aarde b aarde en hemel. Na Genesis 2:4b komt de aarde inzicht en nog beter gezegd de proeftuin in Eden. Later heet, dit het paradijs en dat is een Aramees leenwoord (Perzisch en ziet op de mooi tuinen, lusthoven in Perzië). Salomo introduceerde dit leenwoord in Prediker 2:5 (Qohelet voorganger van de Qahal, gemeente). Prediker zag in dat lusthoven (Aramees pardesiem) buiten de echte lusthof waar men met God verkeert leeg is. De Grieken hebben dit leenwoord overgenomen en om die reden leest men van het paradijs in het Nieuwe Testament.
- לוּלֵ֣י Gesteld dat niet. Is een irrealis een soort hypothese, een gedachte-experiment. Bijvoorbeeld: gesteld dat alle zeedijken in Nederland er op een nacht niet meer zouden zijn dan zou ... half Nederland onder water staan dan zou ... heel Waarde onder water staan... dan zou...
Les 3 Opwekking na de doodslag van Abel en toch weer verval
Dinsdag 23 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken:
3.4 (blz 18) 1-40.
3.7 (blz 23) 1-10,
3.8 (blz 25) 1-20
4.6 (blz 45) 1- 6 en 18
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Oefenboek
schema sterke werkwoord uit oefenboek gebruiken bij maakwerk of anders
Grammatica van A.J.C Verheij blz 134 tot en met 141.
Vertalen Genesis 4:25 en 26 , Genesis 5: 21-24, Genesis 6 vers 1 tot en met 8, Richteren (Judices) 3:5-8
Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
- Gebruik Shebanq. Bij het vertalen zijn alle hulpmiddelen geoorloofd, Shebanq, HSV enzovoorts maar houd wel zelf de regie in handen
- We beginnen Psalm 19 vers 1-4
- Tot slot lezen we samen Jesaja 40:4-9 (zie Psalm 136 refrein)
Aantekeningen:
- In Genesis 4 staat de doodslag van Kain vermeld maar aan het einde van Genesis 4 komt God aan zet en zet Hij Seth in de plaats van Abel. In het leven van diens zoon Enosj vindt er een opwekking plaats. Men begint de naam van JHWH aan te roepen... Jonathan Edwards noemt dit de eerste opwekking in de Bijbel maar helaas vindt er al weer gauw een verval plaats in Genesis 6 als de zonen van God (geslacht Seth) de dochters van de mens (geslacht Kain) begeren en nemen tot vrouw.
- In Genesis 4:26 b staat: Toen begon met de naam van JHWH aan te roepen. Hier staat Chalal in de hofal vorm. Er staat letterlijk: toen werd hij begonnen de naam van de HEERE aan te roepen. Dit moet men meer onpersoonlijk maken: Toen werd er begonnen de naam van de HEERE aan te roepen en dan mag men ook zeggen: toen begon met de naam van de HEERE aan te roepen. Dit is wat de MT tekst zegt. In het tekstkritisch apparaat van de BHS staat dat de Septuaginta (LXX) heeft: hij (Enos) hoopte de naam van JHWH aan te roepen. De LXX leest de hifilvorm van jachal end at betekent hopen in plaats van de hofalvorm van chalal dat beginnen hifil en hofal er werd een begin gemaakt. De Vulgata heeft iste coepit dat is Die begon. Iste slaat op Enos. Dus Enos begon de naam JHWH aan te roepen. Het voorstel van de opstellers van de BHS is deze begon. Men neemt dus de Vulgata over. Persoonlijk houd ik het bij de MT tekst. Toen begon men de naam van de HEERE aan te roepen. Het gaat dus om een nieuw begin na de dood van de Godzalige Abel is God weer aan zet. Ik zal vijandschap zetten... Hier krijgt de moederbelofte weer gestalte uit Genesis 3:15. וְאֵיבָ֣ה אָשִׁ֗ית בֵּֽינְךָ֙ וּבֵ֣ין הָֽאִשָּׁ֔ה וּבֵ֥ין זַרְעֲךָ֖ וּבֵ֣ין זַרְעָ֑הּ Zie ook voor het werkwoord שִׁ֗ית https://videocollege.uvt.nl/Mediasite/Play/1a5aab428afc48a58baad577c69d4e291d Hier wordt 2 Samuel 24:1 en 1 Kronieken 21:1 behandeld. Hier zet satan/JHWH David aan om het volk te tellen.
- Hanoch /Henoch is een mooi voorbeeld van deze opwekking Hij wandelde met God (Genesis 5:24)
- Merk op de inperking van de leeftijd 120 jaren in Genesis 6 in vergelijk met Genesis 5. Na de zondvloed neemt de leeftijd af. Heeft dit te maken met het hemelgewelf wat is uitgeregend op de aarde zodat de zon meer UV stralen op de aarde neerwerpt en de mens sneller veroudert? (Zie de zondvloedgeologie bijv. Rehwinckel 'De zondvloed' en Ouweneel 'De ark in de branding') Of gaat het erom dat men nog 120 jaren de genadetijd nog 120 jaren is en dat dan de zondvloed plaatsvindt?
- Over de zonen van God bene ha-elohiem die de dochters van de mens aanzagen (net als Adam en Eva de boom aanzagen) is veel te doen geweest. Volgens het apocriefe boek Henoch zou het gaan om de engelen. De Vroege Kerkvader Tertullianus en later Luther hingen ook de engelenhypothese aan. Augustinus (maar ook Calvijn) keurt dit in zijn boek 'De stad van God' af. Hij ziet er de lijn van het geslacht van Set in die God toebehoren en ingeschreven staan in de stad van God waar zulke heerlijke dingen over vermeld worden (De stad van God ie gebaseerd op Psalm 87). In het boek Job 1:6 ( Statenvertaling: kinderen van God) zijn de zonen van God de engelen maar is dit boek een juist commentaar op Genesis 6? In Lukas 3 het geslachtsregister van Jezus wordt Adam de zoon van God genoemd (Lukas 3:38). Er staat tou theou, van God. Dat was kortweg de oorsprong van Adam en zijn juiste bestemming. Hij was een ben ha-elohiem een kind van God en werd dat weer door genade met vallen en opstaan.
- 'Mannen van naam' is spottend omdat de schrijver hun naam niet noemt. Hun naam is uitgewist net als die van de rijke man en de arme Lazarus. De rijke krijgt geen naam... De gelovigen krijgen zelfs een nieuwe naam die niemand kent (Openbaring 2:17).
- Richteren 3:5-8 laat zien dat in de tijd van de richteren (sjofetiem) het zich vermengen met de vreemde volkeren een gevaar in zich hield van afwijken vooral Simson is daar een waarschuwend voorbeeld van en denk ook aan de tijd van Ezra en Nehemia. Zij hebben ook gewaarschuwd voor de omgang met vreemde vrouwen omdat de kinderen niet worden opgevoed in de dienst van JHWH.
- Psalm 19 eerste deel gaat over de schepping van El (Afkorting Elohiem) en dan volgt de Thora van JHWH vanaf vers 8.
Les 4 De verhevenheid van Elohiem en de nabijheid van Jahweh.
Donderdag 25 juli 9:30
Maken:
A.J.C. Verheij 'Oefenboek' maken;
3.9 (blz 27) 1-20
3.14 (blz 35) 1-12
3.15 (blz 37) 1-15 (gebruik bijv. Lettinga)
4.7 (blz 47) 1-10
4.8 (blz 49) 1-7
4.9 (blz 52-54) 12-16, 37, 38, 40
Gebruik de paragrafen die er boven staan die verwijzen naar de Grammatica en geven richting!
Bestuderen:
A.J.C Verheij Grammatica schema's werkwoorden ivm de maakopdrachten
Vertalen:
Genesis 22 vers 1-12
Genesis 22:19 en Psalm 23 vers 6
We kijken in het bespreken van de les wat de laatste zin moet zijn: Er is onduidelijkheid om welk zwak werkwoord het gaat er zijn twee mogelijkheden sjoev of jasjav
Ik zal terugkeren (sjoev) naar het huis van Jahweh of: ik zal wonen/blijven (jasjav) in het huis van Jahweh. Dit doen we door Genesis 22 vers 19 en Psalm 23 vers 6 met elkaar te vergelijken
Jesaja 7:14 (zoek argumenten voor het vertalen van maagd en voor het vertalen van jonge vrouw of jonkvrouw)
Micha 7:18-20
- Bestudeer vooral het werkwoord goed en zorg dat je weet van welke stam het komt en welke stamformatie (qal, nifal)
- Gebruik Shebanq. Bij het vertalen zijn alle hulpmiddelen geoorloofd, Shebanq, SV, HSV enzovoorts maar houd wel zelf de regie in handen.
We beginnen met Psalm 19:8-9
We sluiten samen af met Jesaja 40:10-11
Opmerking bij Genesis 22 vers 12: algemene ontkenning 'lo' wordt ook gebruikt bij een algemeen verbod zie de wet Bijzondere ontkenning is 'al' zoals in Genesis 22:12 Dit is een verhindering op dat moment dat wil zeggen: Doe het toch niet AUB... Het geeft meer emotie, nadruk op het moment. Er moet iets vreselijks verhinderd worden. Zie ook voorbeelden in de Grammatica van Verheij 7.6.1 en 7.6.2 (blz 120 -121).
Aantekeningen:
- Elohiem test, stelt op de proef. Maar JHWH grijpt via de Engel in en verhindert dat Abram zijn zoon dood. Abram heeft zijn zoon niet gespaard in intentie. God spaarde Zijn Zoon niet in intentie maar ook daadwerkelijk niet. Zie Romeinen 8:32: 'Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?)
- הָרָה֙ Harah, zwanger zijn uit Jesaja 7:4 is een infiniet verbum en het is uitgegroeid rot een bijvoeglijk naamwoord. Het is geen perfectum of imperfectum. Iemand kan reeds zwanger zijn (zie Hagar in Genesis 16:11) of iemand kan in de (verre) toekomst zwanger worden.
- הָעַלְמָ֗ה Alma uit Jesaja 7:14 kan maagd betekenen maar ook jonge vrouw. Zou het om een maagd gaan alleen dan zou wellicht Betula geschikter zijn geweest. In LXX (Septuaginta) is Alma vertaald met parthenos wat maagd betekent. Mattheus laat zien dat er een bijzondere vervulling van de Alma tekst en gebruikt het begrip Parthenos net als de LXX. Het begrip 'maagd' past wel binnen de vervulling van Alma in Jesaja 7:14 maar is wel een bijzondere vervulling. Men zou ook kunnen lezen: Toen werd in de meest diepe zin vervuld.... (Mattheus 1:22-23)
- Micha 7:18-20 eindigt met wie God is. De naam Micha betekent wie is gelijk JHWH. Aan het slot is er sprake van een woordspeling: wie is gelijk God. God werpt alle zonde weg. Hij maakt een nieuw begin met een dood schuldig volk. Cas Labuschagne schreef zijn proefschrift over 'De onvergelijkbaarheid van JHWH'. Hij stelt dat uitdrukkingen zoals 'wie (mi) is zoals onze God en er is niemand als onze God laten zien dat men de onvergelijkbaarheid van JHWH beleed ten opzichte van de afgoden die men, de ware JHWH belijder, zag als nieten en nullen. Het is een expressie van het gelovige hart! Wie is zoals onze God... Mie, wie is hier gaan vraagpartikel maar een expressie van het hart. Wie is zoals onze God kent maar een antwoord: niemand. Het is dus een uitroep van verwondering,