Brief van een vertaler (1530)
De aanleiding tot het schrijven van deze brief
Luther had het Nieuwe Testament in 12 weken tijd vertaald tijdens zijn verblijf op de Wartburg. Daarna heeft hij met een team van vertalers het Oude Testament vertaald. Daar deden zij vele jaren over. Vooral het boek Job kostte hen veel inspanning. Soms deed men 4 dagen over een paar verzen, vermeldt Luther in deze brief. Gelukkig ging de Duitse vertaling vlot van de hand. De zes drukpersen in Wittenberg konden de vraag nauwelijks aan. Toch kwam er kritiek! Luther vertaalde namelijk: Wij besluiten dan dat de mens gerechtvaardigd wordt door het geloof ‘alleen' zonder de werken van de wet (Rom. 3:28). In het Grieks staat 'alleen' er niet. Dat was de roomse theologen opgevallen en Luther kreeg dit natuurlijk te horen.
Zijn methode van vertalen
'Alleen' stond dus niet in de Griekse grondtekst van Romeinen 3:28. Luther stelt in deze brief dat men in het Duits zich wel zo uitdrukt. Zo zegt men in het Duits: ik heb alleen gegeten en niet gedronken. Men zegt niet in het Duits: ik heb gegeten en niet gedronken. Luther noemt nog een aantal voorbeelden op. Met al die voorbeelden wilde Luther duidelijk maken dat vertalen meer is dan het overzetten van letters. Men moet kijken of diegenen die de vertaling lezen het begrijpen. Kortom, Luther nam de ontvanger en de ontvangende taal min of meer als uitgangspunt en niet de brontaal. Natuurlijk trachtte hij de brontaal ook recht te doen. Hij wilde beslist weten wat er stond daar de brontaal de levende stem is van God (viva vox dei) en dit zo getrouw mogelijk doorgeven. Echter wanneer een letterlijke vertaling vage formuleringen opleverde in de ontvangen taal verduidelijkte Luther de brontaal door te kiezen voor de manier van zeggen in de ontvangende taal. Dat deed Luther in de vertaling van Romeinen 3:28.
Luther geeft hen van repliek
In 'Een brief van een vertaler' geeft Luther zijn roomse opponenten flink van repliek. Hij noemt hen ezelskoppen die nog nooit een vertaling gemaakt hebben. Deze scheldwoorden zijn begrijpelijk. Vertalen kost heel veel tijd en inspanning. Luther had geen Duitse vertaling voorhanden. Hij begon bij nul en hij wilde de ontvanger centraal stellen. Dat deed de kerk beslist niet met de Latijnse vertaling. De goegemeente kende geen Latijn. Het was voor hen abracadabra.
Een misverstand
We stelden hier boven dat Luther de ontvanger als uitgangspunt nam en daarom stelde hij de ontvangende taal centraal. Luther zei in deze brief: 'Je moet niet aan de letters van een vreemde taal vragen, hoe je je eigen taal moet spreken, je moet het de moeder thuis, de kinderen op straat, de eenvoudige man op de markt vragen en er naar luisteren hoe zij zich uitdrukken. En daar moet je je aan houden'.
Deze uitspraak kan misverstaan worden. Men zou kunnen denken dat Luther de Bijbel vertaalde in een platte volkstaal. Dat is niet het geval geweest. Onderzoek heeft aangetoond dat Luther zeker de gewone man voor ogen gehad heeft tijdens zijn vertaalwerk. Toch is zijn vertaling geen platte volkstaal maar de eenvoudige omgangstaal van de adel. Er waren in Duitsland teveel dialecten om een Bijbel in de volkstaal te realiseren.
De les die we kunnen trekken uit deze brief
Allereerst moet men beseffen dat vertalen veel werk is. Vertalingen afkraken is geen kunst maar een goede vertaling maken weer wel. Gezonde kritiek is zondermeer gewenst. Het kan de vertaling ten goede komen. Ten tweede dient de ontvanger centraal te staan volgens Luther. Ook kinderen moeten de Bijbel kunnen begrijpen als dat mogelijk is. Zij moeten ook Gods stem kunnen horen. Jezus zei: laat de kinderen tot Mij komen en verhinder ze niet. Dat is een goede regel voor het vertalen. Een verouderde vertaling kan namelijk een verhindering zijn. Dan staat niet de jeugdige ontvanger meer centraal maar de oudere generatie die zo verknocht is aan de oude vertaling.
Twee vertalingen
Tegelijkertijd is het wenselijk dat aan de brontekst recht gedaan wordt. Om die reden is weleens het voorstel gedaan om twee vertalingen te maken. Een heel dichtbij de brontekst en een heel dichtbij de ontvangende taal. Op zich geen gek idee overigens. Zo stelt men de brontekst en de ontvanger centraal. Nu wordt een vertaling die brontekst getrouw is afgewezen door de ene partij omdat deze onbruikbaar is voor de ontvanger en een vertaling die gericht is op de ontvanger wordt afgewezen door de andere partij omdat deze de grondtekst geen recht doet. Twee vertalingen, de ene brontekst gericht en de andere gericht op de ontvangende taal, kunnen dit probleem oplossen.
De aanleiding tot het schrijven van deze brief
Luther had het Nieuwe Testament in 12 weken tijd vertaald tijdens zijn verblijf op de Wartburg. Daarna heeft hij met een team van vertalers het Oude Testament vertaald. Daar deden zij vele jaren over. Vooral het boek Job kostte hen veel inspanning. Soms deed men 4 dagen over een paar verzen, vermeldt Luther in deze brief. Gelukkig ging de Duitse vertaling vlot van de hand. De zes drukpersen in Wittenberg konden de vraag nauwelijks aan. Toch kwam er kritiek! Luther vertaalde namelijk: Wij besluiten dan dat de mens gerechtvaardigd wordt door het geloof ‘alleen' zonder de werken van de wet (Rom. 3:28). In het Grieks staat 'alleen' er niet. Dat was de roomse theologen opgevallen en Luther kreeg dit natuurlijk te horen.
Zijn methode van vertalen
'Alleen' stond dus niet in de Griekse grondtekst van Romeinen 3:28. Luther stelt in deze brief dat men in het Duits zich wel zo uitdrukt. Zo zegt men in het Duits: ik heb alleen gegeten en niet gedronken. Men zegt niet in het Duits: ik heb gegeten en niet gedronken. Luther noemt nog een aantal voorbeelden op. Met al die voorbeelden wilde Luther duidelijk maken dat vertalen meer is dan het overzetten van letters. Men moet kijken of diegenen die de vertaling lezen het begrijpen. Kortom, Luther nam de ontvanger en de ontvangende taal min of meer als uitgangspunt en niet de brontaal. Natuurlijk trachtte hij de brontaal ook recht te doen. Hij wilde beslist weten wat er stond daar de brontaal de levende stem is van God (viva vox dei) en dit zo getrouw mogelijk doorgeven. Echter wanneer een letterlijke vertaling vage formuleringen opleverde in de ontvangen taal verduidelijkte Luther de brontaal door te kiezen voor de manier van zeggen in de ontvangende taal. Dat deed Luther in de vertaling van Romeinen 3:28.
Luther geeft hen van repliek
In 'Een brief van een vertaler' geeft Luther zijn roomse opponenten flink van repliek. Hij noemt hen ezelskoppen die nog nooit een vertaling gemaakt hebben. Deze scheldwoorden zijn begrijpelijk. Vertalen kost heel veel tijd en inspanning. Luther had geen Duitse vertaling voorhanden. Hij begon bij nul en hij wilde de ontvanger centraal stellen. Dat deed de kerk beslist niet met de Latijnse vertaling. De goegemeente kende geen Latijn. Het was voor hen abracadabra.
Een misverstand
We stelden hier boven dat Luther de ontvanger als uitgangspunt nam en daarom stelde hij de ontvangende taal centraal. Luther zei in deze brief: 'Je moet niet aan de letters van een vreemde taal vragen, hoe je je eigen taal moet spreken, je moet het de moeder thuis, de kinderen op straat, de eenvoudige man op de markt vragen en er naar luisteren hoe zij zich uitdrukken. En daar moet je je aan houden'.
Deze uitspraak kan misverstaan worden. Men zou kunnen denken dat Luther de Bijbel vertaalde in een platte volkstaal. Dat is niet het geval geweest. Onderzoek heeft aangetoond dat Luther zeker de gewone man voor ogen gehad heeft tijdens zijn vertaalwerk. Toch is zijn vertaling geen platte volkstaal maar de eenvoudige omgangstaal van de adel. Er waren in Duitsland teveel dialecten om een Bijbel in de volkstaal te realiseren.
De les die we kunnen trekken uit deze brief
Allereerst moet men beseffen dat vertalen veel werk is. Vertalingen afkraken is geen kunst maar een goede vertaling maken weer wel. Gezonde kritiek is zondermeer gewenst. Het kan de vertaling ten goede komen. Ten tweede dient de ontvanger centraal te staan volgens Luther. Ook kinderen moeten de Bijbel kunnen begrijpen als dat mogelijk is. Zij moeten ook Gods stem kunnen horen. Jezus zei: laat de kinderen tot Mij komen en verhinder ze niet. Dat is een goede regel voor het vertalen. Een verouderde vertaling kan namelijk een verhindering zijn. Dan staat niet de jeugdige ontvanger meer centraal maar de oudere generatie die zo verknocht is aan de oude vertaling.
Twee vertalingen
Tegelijkertijd is het wenselijk dat aan de brontekst recht gedaan wordt. Om die reden is weleens het voorstel gedaan om twee vertalingen te maken. Een heel dichtbij de brontekst en een heel dichtbij de ontvangende taal. Op zich geen gek idee overigens. Zo stelt men de brontekst en de ontvanger centraal. Nu wordt een vertaling die brontekst getrouw is afgewezen door de ene partij omdat deze onbruikbaar is voor de ontvanger en een vertaling die gericht is op de ontvanger wordt afgewezen door de andere partij omdat deze de grondtekst geen recht doet. Twee vertalingen, de ene brontekst gericht en de andere gericht op de ontvangende taal, kunnen dit probleem oplossen.