1. Opdat Hij degenen, die onder de wet zijn, verlossen zal... (Galaten 4:5a)
De Statenvertalers vertalen Galaten 4:5a in de verleden tijd en weggegleden tijd. Zij vertalen: Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou... Zoals de Statenvertalers het vertalen lijkt de tekst naar de lezers gesloten te zijn. Het gaat om een ver verleden waarin alles al bepaald is. Men zou dus kunnen denken: dat geldt mij niet. Het gaat hier om de verkorenen van eeuwigheid: 'Opdat Hij hen verlossen zou...'
Er is echter geen aanleiding om dit vers in de verleden tijd te vertalen. De opdat zin (hina plus conjunctivus aoristus) vertaalt men doorgaans met een opdat en dan de toekomende tijd. Men mag dus ook vertalen: 'opdat Hij degenen, die onder de wet zijn, verlossen zal...' Deze tekst staat overigens niet op zichzelf. In het voorafgaande vers, vers 4, lezen we dat Paulus zegt dat God in de volheid van de tijd Zijn Zoon gezonden heeft, die geworden is uit een vrouw, geworden onder de wet. Hij nam onze natuur aan en daarmee ook de vloek van de wet want onder de wet zijn betekent volgens Romeinen 3:19 (ook deze brief is geschreven door Paulus) dat men onder de vloek van de wet ligt.
Maar God zij dank! is Jezus, Gods zoon, ook onder de vloek van de wet gekomen, plaatsvervangend voor hen die onder de wet zijn opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal... Onder de wet zijn.... verlossen zal... Ja zo staat de tekst helemaal open naar de toekomst... Want wie zijn er nu onder de wet? Dat zijn alle kinderen van Adam sinds hun diepe val. Kortom niemand hoeft te wanhopen als men de wet hoort voorlezen in de kerk. Niemand zegt Jacobus Borstius moet denken in de wet wordt mijn naam niet genoemd dus God heeft mij niet op het oog. De wet vervloekt elk mens die niet doet wat de wet zegt. Maar zo geldt het ook voor het evangelie zegt Borstius: 'Opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal...' Ja onze naam wordt hier niet genoemd maar wel onze afkomst, wie wij geworden zijn in Adam. We vallen onder de vloek van de wet. Maar God zij dank is er een uitweg. God zond Zijn Zoon die is geworden uit een vrouw en zo kwam hij onder de vloek van de wet opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal...
De Statenvertalers vertalen Galaten 4:5a in de verleden tijd en weggegleden tijd. Zij vertalen: Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou... Zoals de Statenvertalers het vertalen lijkt de tekst naar de lezers gesloten te zijn. Het gaat om een ver verleden waarin alles al bepaald is. Men zou dus kunnen denken: dat geldt mij niet. Het gaat hier om de verkorenen van eeuwigheid: 'Opdat Hij hen verlossen zou...'
Er is echter geen aanleiding om dit vers in de verleden tijd te vertalen. De opdat zin (hina plus conjunctivus aoristus) vertaalt men doorgaans met een opdat en dan de toekomende tijd. Men mag dus ook vertalen: 'opdat Hij degenen, die onder de wet zijn, verlossen zal...' Deze tekst staat overigens niet op zichzelf. In het voorafgaande vers, vers 4, lezen we dat Paulus zegt dat God in de volheid van de tijd Zijn Zoon gezonden heeft, die geworden is uit een vrouw, geworden onder de wet. Hij nam onze natuur aan en daarmee ook de vloek van de wet want onder de wet zijn betekent volgens Romeinen 3:19 (ook deze brief is geschreven door Paulus) dat men onder de vloek van de wet ligt.
Maar God zij dank! is Jezus, Gods zoon, ook onder de vloek van de wet gekomen, plaatsvervangend voor hen die onder de wet zijn opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal... Onder de wet zijn.... verlossen zal... Ja zo staat de tekst helemaal open naar de toekomst... Want wie zijn er nu onder de wet? Dat zijn alle kinderen van Adam sinds hun diepe val. Kortom niemand hoeft te wanhopen als men de wet hoort voorlezen in de kerk. Niemand zegt Jacobus Borstius moet denken in de wet wordt mijn naam niet genoemd dus God heeft mij niet op het oog. De wet vervloekt elk mens die niet doet wat de wet zegt. Maar zo geldt het ook voor het evangelie zegt Borstius: 'Opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal...' Ja onze naam wordt hier niet genoemd maar wel onze afkomst, wie wij geworden zijn in Adam. We vallen onder de vloek van de wet. Maar God zij dank is er een uitweg. God zond Zijn Zoon die is geworden uit een vrouw en zo kwam hij onder de vloek van de wet opdat Hij diegenen die onder de wet zijn verlossen zal...