Subtiele Schriftkritiek
In de gereformeerde gezindte zijn we tegen Schriftkritiek en dat is een goede zaak. Echter als er in de wereld van de wetenschap sprake is van een hoosbui druppelt er ook iets door in de gereformeerde gezindte. Te denken dat we helemaal drooghouden is een utopie. Ik wil een tweetal voorbeelden noemen van deze druppels Schriftkritiek.
Doden kunnen niet horen
Er zijn zonder meer variaties in Schriftkritiek toch zit er dezelfde geest achter. Genesis 1 en 2 lezen als een gedicht herkennen we als gelovigen aan de rechterflank meteen als Schriftkritiek. De Schrift wordt dan in onze ogen opgeofferd aan de huidige wetenschap die doordrenkt is van het Darwinisme. Subtieler is de Schriftkritiek als we de tekst lezen in Johannes 5:25: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven’. Geloven we dan echt dat het Woord het moet doen en geven we dit Woord ruim baan om ons leven te veranderen? Of laten we ons leiden door de logica? Doden kunnen toch niet horen? Dit klinkt erg orthodox en vertrouwd. Stiekem echter hebben we kritiek op Zijn gewilligheid en maken we Zijn woord en de verkonding er van monddood om onze onwil te camoufleren (Mattheüs 23:37).
Fortschreibung als werk van de Geest
Ook op wetenschappelijk vlak is er in onze gezindte sprake van subtiele Schriftkritiek. Volgens de moderne theologie, die voortborduurt op de visie van Bernard Duhm, is Jesaja geschreven door tenminste drie of zelfs meerdere schrijvers. Jesaja 1-39 is globaal gezien geschreven door de profeet Jesaja en 40-55 door leerlingen en 56-66 eveneens door weer latere leerlingen. Om toch orthodox te blijven zeggen we dat al deze schrijvers door de Geest zijn geïnspireerd. De Duitse theologen noemen dit fortschreibung. Fortschreibung kan men toepassen op allerlei teksten die niet binnen onze visie passen en stroken met onze logica.
Fortschreibung is zogenaamd ontstaan op grond van literaire verschillen die deze historische herindeling noodzakelijk maken. Eerlijker is het om te zeggen dat het gaat om een theologische blindheid. Niet Gods woord is de leidraad maar moderne visie heeft het voor het zeggen. Volgens die visie is een profeet niet iemand die geïnspireerd is door God en kan hij dus niet de verre toekomst voorzeggen. Jesaja leefde namelijk voor ballingschap en hij profeteerde over ballingschap 40-55 en over de periode na ballingschap. Dit kan natuurlijk niet want de profeet is volgens de moderne visie gewoon een man van zijn tijd, een goede verslaggever met een uitzonderlijk oog voor de actualiteiten en de religieuze gevaren van deze actualiteit.
De Geest sticht geen verwarring
Duidelijk is het dat ook hier de menselijke logica heerst en dat het ingaat tegen de Schrift zelf. In het Nieuwe Testament wordt namelijk uit diverse delen van Jesaja geciteerd en worden deze citaten geduid onder de profeet Jesaja (Johannes 12:39-40: Jesaja 6:9, Mattheus 12:17-18: Jesaja 42:1, Lucas 4:17-18: Jesaja 61:1). We moeten ons afvragen of de Geest die de evangelisten heeft geïnspireerd hen, wat betreft het auteurschap van Jesaja, op het verkeerde been hebben gezet? De Geest van God sticht toch geen verwarring (1 Korinthe 13:33)? Of wat subtieler gezegd: de mensen destijds vonden dat heel gewoon maar wij vinden dit onjuist. Echter in dat geval voorzag de Geest niet dat deze kijk op het auteurschap voor moderne mens die gaat voor feiten en bewijzen onaanvaardbaar zou zijn. Zou de Geest die maar wat graag ons in onze zwakheden te hulp komt (Romeinen 8:26) dat niet van te voren hebben gezien en dat hebben willen voorkomen? Trouwens ook de mensen uit de tijd van de Bijbel gingen voor de feiten. Om die reden bewees Paulus de opstanding door ooggetuigen te vermelden (1 Korinthe 15: 5-8).
Vasthouden aan het onfeilbaar Woord
De bovenstaande voorbeelden laten mijns inziens zien dat Schriftkritiek ook niet ver van ons verwijderd is. Mijns inziens is het daarom eens te meer van belang nu we van alle kanten bedreigd worden om onze visie op de Schrift helder te hebben en vooral ook te houden. Voor we het weten worden we overspoeld door Schriftkritiek. Beter is het dat we ons laten overspoelen door het water van de Geest. Dat kan alleen als we ons vasthouden aan Zijn onfeilbaar Woord met een voortdurend gebed: ‘Blijf bij ons Heere want de avond is nabij’.
In de gereformeerde gezindte zijn we tegen Schriftkritiek en dat is een goede zaak. Echter als er in de wereld van de wetenschap sprake is van een hoosbui druppelt er ook iets door in de gereformeerde gezindte. Te denken dat we helemaal drooghouden is een utopie. Ik wil een tweetal voorbeelden noemen van deze druppels Schriftkritiek.
Doden kunnen niet horen
Er zijn zonder meer variaties in Schriftkritiek toch zit er dezelfde geest achter. Genesis 1 en 2 lezen als een gedicht herkennen we als gelovigen aan de rechterflank meteen als Schriftkritiek. De Schrift wordt dan in onze ogen opgeofferd aan de huidige wetenschap die doordrenkt is van het Darwinisme. Subtieler is de Schriftkritiek als we de tekst lezen in Johannes 5:25: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven’. Geloven we dan echt dat het Woord het moet doen en geven we dit Woord ruim baan om ons leven te veranderen? Of laten we ons leiden door de logica? Doden kunnen toch niet horen? Dit klinkt erg orthodox en vertrouwd. Stiekem echter hebben we kritiek op Zijn gewilligheid en maken we Zijn woord en de verkonding er van monddood om onze onwil te camoufleren (Mattheüs 23:37).
Fortschreibung als werk van de Geest
Ook op wetenschappelijk vlak is er in onze gezindte sprake van subtiele Schriftkritiek. Volgens de moderne theologie, die voortborduurt op de visie van Bernard Duhm, is Jesaja geschreven door tenminste drie of zelfs meerdere schrijvers. Jesaja 1-39 is globaal gezien geschreven door de profeet Jesaja en 40-55 door leerlingen en 56-66 eveneens door weer latere leerlingen. Om toch orthodox te blijven zeggen we dat al deze schrijvers door de Geest zijn geïnspireerd. De Duitse theologen noemen dit fortschreibung. Fortschreibung kan men toepassen op allerlei teksten die niet binnen onze visie passen en stroken met onze logica.
Fortschreibung is zogenaamd ontstaan op grond van literaire verschillen die deze historische herindeling noodzakelijk maken. Eerlijker is het om te zeggen dat het gaat om een theologische blindheid. Niet Gods woord is de leidraad maar moderne visie heeft het voor het zeggen. Volgens die visie is een profeet niet iemand die geïnspireerd is door God en kan hij dus niet de verre toekomst voorzeggen. Jesaja leefde namelijk voor ballingschap en hij profeteerde over ballingschap 40-55 en over de periode na ballingschap. Dit kan natuurlijk niet want de profeet is volgens de moderne visie gewoon een man van zijn tijd, een goede verslaggever met een uitzonderlijk oog voor de actualiteiten en de religieuze gevaren van deze actualiteit.
De Geest sticht geen verwarring
Duidelijk is het dat ook hier de menselijke logica heerst en dat het ingaat tegen de Schrift zelf. In het Nieuwe Testament wordt namelijk uit diverse delen van Jesaja geciteerd en worden deze citaten geduid onder de profeet Jesaja (Johannes 12:39-40: Jesaja 6:9, Mattheus 12:17-18: Jesaja 42:1, Lucas 4:17-18: Jesaja 61:1). We moeten ons afvragen of de Geest die de evangelisten heeft geïnspireerd hen, wat betreft het auteurschap van Jesaja, op het verkeerde been hebben gezet? De Geest van God sticht toch geen verwarring (1 Korinthe 13:33)? Of wat subtieler gezegd: de mensen destijds vonden dat heel gewoon maar wij vinden dit onjuist. Echter in dat geval voorzag de Geest niet dat deze kijk op het auteurschap voor moderne mens die gaat voor feiten en bewijzen onaanvaardbaar zou zijn. Zou de Geest die maar wat graag ons in onze zwakheden te hulp komt (Romeinen 8:26) dat niet van te voren hebben gezien en dat hebben willen voorkomen? Trouwens ook de mensen uit de tijd van de Bijbel gingen voor de feiten. Om die reden bewees Paulus de opstanding door ooggetuigen te vermelden (1 Korinthe 15: 5-8).
Vasthouden aan het onfeilbaar Woord
De bovenstaande voorbeelden laten mijns inziens zien dat Schriftkritiek ook niet ver van ons verwijderd is. Mijns inziens is het daarom eens te meer van belang nu we van alle kanten bedreigd worden om onze visie op de Schrift helder te hebben en vooral ook te houden. Voor we het weten worden we overspoeld door Schriftkritiek. Beter is het dat we ons laten overspoelen door het water van de Geest. Dat kan alleen als we ons vasthouden aan Zijn onfeilbaar Woord met een voortdurend gebed: ‘Blijf bij ons Heere want de avond is nabij’.