Heinrich Bullinger en het genadeverbond
Wie hij was
Bullinger (1504-1575) was in Zurich (Zwitserland) de opvolger van Huldrych Zwingli. Bullinger speelde een grote rol in de reformatie. Bullinger schreef ongeveer 15000 brieven en honderden grotere en kleinere werken. Hij was een samenbindend man en onderkende het gevaar van de radicale wederdopers met betrekking tot het verbond. Op het punt van de bekering was hij bang dat men er een systeem van maakte. Hij wilde vooral de Schrift volgen en geen dogmatisch systeem. Toch is hij ondanks zijn grote aandeel aan de reformatie in het vergeetboek terecht gekomen. Op de reden waarom komen we nog terug.
Zijn visie op het verbond
Tegenover de wederdopers die de nadruk legden op de geloofsdoop in het Nieuwe Verbond stelde hij de eenheid van het Oude - en Nieuwe Testament. In Het Oude Testament waren ook de kinderen opgenomen in het verbond namelijk de jongens door de besnijdenis en in het Nieuwe verbond is dat door de doop. De kinderen horen er dus bij. De kinderen zijn net als de volwassen erfgenamen van de belofte van de vergeving van de zonde die door de doop onderstreept wordt. Maar de gedoopte kinderen kunnen door hun ongeloof de erfenis wel degelijk mislopen. Hier ligt de taak van de kerk en de ouders om de kinderen door catechese op te voeden in de leer van de Schrift. De kerk moet de kinderen wijzen op de zaligheid die bij God om niet te verkrijgen is (Drs H. Veldman, Heinrich Bullinger 1504-1575 Gereformeerd pastor voor Europa, p.41-42).
In de vergeethoek
Omdat de remonstranten zich op ruime verbondsvisie van Bullinger beriepen, is hij in de vergeethoek terecht gekomen. Dat is jammer want zijn visie op de doop en het verbond is verfrissend. Bullinger laat het genadeverbond en de verkiezing niet samenvallen. Integendeel! Heel de gemeente is door de doop in het verbond en heeft de belofte van de vergeving van de zonde in toezegging. Kind van God in de ware zin van het woord wordt men door het geloof. Dan eigent men zich de vergeving van de zonde toe. Bullinger hield geloof en wedergeboorte bij elkaar en legde de nadruk op de oproep tot het geloof. (zie, https://gereformeerden.wordpress.com/bullinger-over-de-bekering )
Bullinger en Luther
Evenals Luther legde Bullinger de nadruk op de belofte van de vergeving van de zonde die in de doop door de Drieenige God toegezegd wordt. Wedergeboorte, geloof en vergeving van de zonde hield Bullinger bijeen. Pas in de Nadere reformatie en vooral in de theologie van een aantal kerken van de afscheiding is men wedergeboorte, geloof en vergeving van de zonde gaan scheiden.
In zijn visie op de doop stelde Bullinger dat de kinderen ook in het genadeverbond zijn opgenomen. Dit in tegenstelling tot de wederdopers. De kinderen zijn weliswaar kinderen van de toorn maar door Gods genadige belofte die in de doop onderstreept wordt, kunnen zijn zalig worden en kunnen zijn het koninkrijk van God ingaan. Aan Gods kant zijn alle dingen gereed en Hij roept zondaren. Luther stelde in zijn geschrift 'De Babylonische gevangenschap van de kerk' dat de kerk de belofte van de vergeving van de zonde dient te benadrukken. Doordat de kerk dit vergeten was te doen, greep men naar surrogaatmiddelen zoals de aflaat, boete en andere oneigenlijke genademiddelen.
Wie hij was
Bullinger (1504-1575) was in Zurich (Zwitserland) de opvolger van Huldrych Zwingli. Bullinger speelde een grote rol in de reformatie. Bullinger schreef ongeveer 15000 brieven en honderden grotere en kleinere werken. Hij was een samenbindend man en onderkende het gevaar van de radicale wederdopers met betrekking tot het verbond. Op het punt van de bekering was hij bang dat men er een systeem van maakte. Hij wilde vooral de Schrift volgen en geen dogmatisch systeem. Toch is hij ondanks zijn grote aandeel aan de reformatie in het vergeetboek terecht gekomen. Op de reden waarom komen we nog terug.
Zijn visie op het verbond
Tegenover de wederdopers die de nadruk legden op de geloofsdoop in het Nieuwe Verbond stelde hij de eenheid van het Oude - en Nieuwe Testament. In Het Oude Testament waren ook de kinderen opgenomen in het verbond namelijk de jongens door de besnijdenis en in het Nieuwe verbond is dat door de doop. De kinderen horen er dus bij. De kinderen zijn net als de volwassen erfgenamen van de belofte van de vergeving van de zonde die door de doop onderstreept wordt. Maar de gedoopte kinderen kunnen door hun ongeloof de erfenis wel degelijk mislopen. Hier ligt de taak van de kerk en de ouders om de kinderen door catechese op te voeden in de leer van de Schrift. De kerk moet de kinderen wijzen op de zaligheid die bij God om niet te verkrijgen is (Drs H. Veldman, Heinrich Bullinger 1504-1575 Gereformeerd pastor voor Europa, p.41-42).
In de vergeethoek
Omdat de remonstranten zich op ruime verbondsvisie van Bullinger beriepen, is hij in de vergeethoek terecht gekomen. Dat is jammer want zijn visie op de doop en het verbond is verfrissend. Bullinger laat het genadeverbond en de verkiezing niet samenvallen. Integendeel! Heel de gemeente is door de doop in het verbond en heeft de belofte van de vergeving van de zonde in toezegging. Kind van God in de ware zin van het woord wordt men door het geloof. Dan eigent men zich de vergeving van de zonde toe. Bullinger hield geloof en wedergeboorte bij elkaar en legde de nadruk op de oproep tot het geloof. (zie, https://gereformeerden.wordpress.com/bullinger-over-de-bekering )
Bullinger en Luther
Evenals Luther legde Bullinger de nadruk op de belofte van de vergeving van de zonde die in de doop door de Drieenige God toegezegd wordt. Wedergeboorte, geloof en vergeving van de zonde hield Bullinger bijeen. Pas in de Nadere reformatie en vooral in de theologie van een aantal kerken van de afscheiding is men wedergeboorte, geloof en vergeving van de zonde gaan scheiden.
In zijn visie op de doop stelde Bullinger dat de kinderen ook in het genadeverbond zijn opgenomen. Dit in tegenstelling tot de wederdopers. De kinderen zijn weliswaar kinderen van de toorn maar door Gods genadige belofte die in de doop onderstreept wordt, kunnen zijn zalig worden en kunnen zijn het koninkrijk van God ingaan. Aan Gods kant zijn alle dingen gereed en Hij roept zondaren. Luther stelde in zijn geschrift 'De Babylonische gevangenschap van de kerk' dat de kerk de belofte van de vergeving van de zonde dient te benadrukken. Doordat de kerk dit vergeten was te doen, greep men naar surrogaatmiddelen zoals de aflaat, boete en andere oneigenlijke genademiddelen.