Samenvatting
Het Oude Testament is verbonden met Jezus Christus als de vervuller ervan. Dat blijkt op bijzondere wijze in het boek Daniël. In de gedaante van een engel is Christus reddend aanwezig in de brandende oven (3:25). Hij is de Mensenzoon in 7:13, 14, aan wie heerschappij over alle volken wordt gegeven. In Mattheüs 24:15 legt Jezus zelf verband met Daniël 9:24-27 als Hij spreekt over de ‘gruwel van de verwoesting’ en de ‘grote verdrukking’ volgend op Zijn kruisiging, opstanding en hemelvaart. In Mauro’s interpretatie van het visioen van de zeventig weken in Daniël 9 speelt de verwoesting van Jeruzalem in AD 70 een beslissende rol.
De zeventig weken en de grote verdrukking
Philip Mauro
Vertaling van Bram Maljaars
Wie Philip Mauro was
Philip Mauro was een evangelical christen en leefde aan het einde van de 19de eeuw begin de 20ste eeuw. Bram Maljaars vertaalde zijn boek en in het voorwoord geeft hij aan waarom hij dit deed. Kort gezegd komt het hierop neer dat Mauro de moeilijke passage uit Daniël 9: 24-27 helder uitlegt. Om die reden nam dr. Bram Maljaars de moeite om dit boek te vertalen en uit te geven. Dat is mijns inziens een goede keuze geweest.
Het woord van uitgaat (vers 25)
Mauro stelt dat in vers 25 het uitgaan van het woord slaat op het edict van Cyrus en niet op andere edicten van koningen. Dat is het beloftewoord van God namelijk dat de stad en tempel weer herbouwd zal worden. Om deze belofte te vervullen is de toestemming nodig van Cyrus en die geeft hij door middel van een edict (Ezra 1:1-4 en 2 Kronieken 36:22-23). In Jesaja 44:26 staat: die het woord van Zijn knecht (Cyrus) bevestigt en de raad van zijn boden (die het edict bekend maakt) volbrengt; die tegen Jeruzalem zegt: U zult bewoond worden en tegen de steden van Juda: u zult herbouwd worden. Volgens Jesaja 45 is Cyrus Gods herder en niet zijn opvolgers. Het betreft dus zijn edict in Daniel 9:25. Daniel 9 vers wijst erop dat Darius uit het geslacht van de Meden aan de macht was. Dit is correct maar Darius regeerde samen met Cyrus en die zou twee jaar de alleenheerschappij krijgen en meteen in het eerste jaar van zijn regering dit beroemde edict uitvaardigen.
Het edict van Cyrus als startpunt
Daniël las in de boeken volgens Daniël 9:2 dus niet alleen in Jeremia maar ook in Jesaja (44:23 -45:14) over Cyrus en hoewel het onder het eerste jaar van Darius was, uit het geslacht van de Meden was, was ook Cyrus aanwezig die zou weldra Darius verstoten en dan zou Gods belofte door Cyrus vervuld worden. God gebruikt Cyrus als zijn knecht en bode (44:26a). God doet dit alles ter wille van zijn dienaar Jakob (45:4). In dit gedeelte spreekt God niet alleen over Cyrus maar ook tot Cyrus en daarom lezen we in Ezra 1:2: "De HEERE de God van de hemel heeft alle koninkrijken gegeven... Ook de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus vermeldt dat Cyrus Jesaja gelezen had toen hij aan zijn taak begon... Josephus heeft nog een kopie van een brief van de gouverneur van Syrië waarin Cyrus opdracht geeft de tempel te herbouwen. Mauro stelt dat deze profetie over Cyrus uit oog is verloren met betrekking tot de 70 jaarweken in Daniël. Mauro ziet de uitvaardiging van het edict van Cyrus als het startpunt van de 70 jaarweken. Een ander startpunt is fataal. Josephus vermeldt dat Cyrus in een brief waarvan Josephus een kopie heeft zegt dat God mij aangesteld heeft als heerser over de hele wereld en dat God zijn naam reeds voorzegd heeft door de profeten. Josephus vermeldt dat Cyrus nadat hij de woorden van Jesaja gelezen had de prominente Joden in Babel bij een riep en hen toestond om naar hun eigen land terug te keren en hun tempel weer te herbouwen.
In Jezus wordt Daniel 9:25-27 vervuld
Vers 25-27 is een verder verstaan van vers 24 want vers 25 begint met: weet dan en begrijp...
De 7 zaken die beschreven worden in vers 24 worden in Jezus vervuld: Hij zorgt voor een eeuwige gerechtigheid (Jeremia 23:5-6) Hij wordt de HEERE onze gerechtigheid genoemd etc.
Van de 70 jaarweken blijft er nog 1 over en die krijgt een uitwerking in vers 27 waar staat: Hij zal het verbond versterken één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
In het Zoeklicht staat het volgende over deze laatste jaarweek:
- De Bijbel zegt dat vele afgebroken takken in de laatste jaarweek alsnog hun Messias zullen herkennen in Jezus Christus en dat zij opnieuw zullen worden geënt. Paulus waarschuwt echter ook de (uit de heidenen) geënte takken, want zij kunnen, precies als met het ongelovige deel van Israël gebeurde, door hun ongeloof worden weggekapt en Paulus doet deze waarschuwing al in de eerste eeuw. Dat wegkappen is aan ongeloof gekoppeld van hen die eerst wel zijn geënt en vindt dus niet pas aan het eind der tijden plaats