1. De vergankelijkheid doorbroken door het Woord
In Jesaja 40:6 lezen we:
Jesaja 40:6a Een stem zegt: Roep!
En hij zegt: Wat moet ik roepen?
De profeet weet niet wat hij roepen moet. Hij ziet de vergankelijkheid van de mens en spreekt:
6b Alle vlees is gras
en al zijn goedertierenheid als een bloem op het veld.
7. Het gras verdort, de bloem valt af,
als de Geest van de HEERE erover blaast.
Voorwaar, het volk is gras.
8. Het gras verdort, de bloem valt af...
maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig
Het volk is ingeklemd tussen de zin 'het gras verdort en de bloem valt af'. Dat is een hopeloze zaak. In deze sandwichpositie bevindt zich de mens. De werkwoorden verdorren en vallen staan in het perfectum wat op een voltooiing ziet. Een toestand die onherroepelijk is: verdorren en vallen. Sommigen vallen op jonge leeftijd af als een schone bloem. Anderen kwijnen en verdorren op hoge leeftijd. Langzaam gaat de levenskaars uit. Het einde is daar.
Toch volgt er een hoopvol maar: 'maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig of: staat altijd weer op. Wat een bemoediging! Mensen mogen plotseling in de bloei van hun leven wegvallen of op oudere leeftijd mag hun levenslust verdorren. Echter God belovende woord staat telkens op en is telkens present (jaqoem staat in het imperfectum). Hij houdt zich aan Zijn Woord. Op Hem kan men aan.
2 Gods grote PLAN en onze plannetjes
Spreuken 19 vers 21 Biblia Hebraica Stuttgartensia רַבֹּ֣ות מַחֲשָׁבֹ֣ות בְּלֶב־אִ֑ישׁ וַעֲצַ֥ת יְ֝הוָ֗ה הִ֣יא תָקֽוּם׃
Many plans are in a man's heart, But the counsel of the LORD will stand.
Velerlei/allerlei plannetjes/ overleggingen zijn in het hart van een man/iemand maar de RAAD ( het grote PLAN) van de HEERE ja die komt tot stand
Tegenover de losse plannetjes van een man/mens/iemand/ wie dan ook, staat de raad, het grote plan van de HEERE. Dat plan vormt een eenheid ondanks de kronkels en krommingen. Denk aan het borduursel. Wij zien de onderkant en zien een wirwar van draadjes maar de bovenkant is zeer mooi. God ziet de bovenkant en af en toe laat hij die ook zien aan de mensen (Bijvoorbeeld in het Bijbelboek Openbaring)
Gods raad vindt doorgang! Augustus die het gebod liet uitgaan was er slechts zakelijk in betrokken maar zijn wij er persoonlijk in betrokken? Hij trekt ons er bij. Hoe? Hij nodigt ons keer op keer in Zijn Woord om te delen in Zijn grote plan met de gevallen mensheid. Hij, Jezus, reikt ons Zijn Hand en zegt: Komt allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal jou rust geven. Die rust zijn we kwijtgeraakt door onze val maar wil Jezus weer teruggeven omdat Hij de dood is ingegaan voor schuldige zondaren zoals wij van huis uit zijn
3. Wachten op licht en heil
In Jesaja 59 legt Jesaja uit waarom de grote verlossing na ballingschap niet geheel en al is gekomen. Men zegt: 'Wij wachten naar recht, maar er is geen, naar heil, maar het is verre van ons' (Jesaja 59:11b). De reden is niet dat de hand van de HEERE verkort is maar dat het volk zondig is (Jesaja 59: 1-2). In dit hoofdstuk wijst Jesaja de zonden aan. Hij is niet mals. Aan het einde van Jesaja 59 zegt Jesaja dat er weer toekomst is want er zal een Verlosser komen tot Sion namelijk tot hen die zich bekeren van de overtreding van Jakob (Jesaja 59:20).
Dan volgt Jesaja 60 vers 1-3 waar staat over Jeruzalem/Sion: 'Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.En de volken zullen tot uw licht gaan, en koningen tot de glans, die u is opgegaan'. Het heil en de Heiland zal komen ondanks de zonde van de mens.
4. Waar ben je?
In Genesis 3 vers 9 c staat de eerste preek in de Bijbel. Er zijn twee hoorders: De schuldige mens (Adam) en zijn vrouw. Het is de intredepreek van God zelf. Er was geen kerkenraad bij maar wel waren er de heilige engelen die op afstand luisterden hoe het zou aflopen en natuurlijk was de duivel ook in de weer. Die heeft geen rust sinds hij een wig wist te drijven tussen God en zijn schepselen.
We dienen elk preek te toetsen aan Gods eigen woord, zegt men zo vaak. In dit geval is dat wat lastig omdat God nu zelf aan het woord is. Ondertussen hebben we wel een goed voorbeeld te pakken van wat de kern moet zijn van een preek want hier in Genesis 3 vers 9 c spreekt God zelf. Laten we eens kijken wat de achtergrond van deze preek is
De mens heeft door zijn ongehoorzaamheid de verbinding met God verbroken en verbergt zich in het struikgewas. Dat is de stand van zaken en de toestand van de mens. De toestand is hopeloos want de mens, het kroonjuweel van Gods schepping mist zijn God niet maar God mist wel zijn mens... Het is daarom goed om te beseffen dat inderdaad niemand God zoekt (zie Psalm 14 vers 3 , 53 vers 2 en Romeinen 3 vers 11) maar dat God de mens zoekt... Dat wordt ons meteen duidelijk als we onze tekst lezen. Deze eerste preek is een direct aanspraak: Waar ben jij? De mens is geen derde persoon maar tweede persoon. God houdt geen afstandelijke verhandeling over wie de mens is maar God roept Adam, de mens, meteen ter verantwoording. Hij wil niet dat zijn schepsel verloren gaat. Hij wil dat de mens weer terugkeert.
Gods geschapen kind Adam genaamd mag dan hebben gefaald maar juist daarom gaf God Zijn eigen Kind Jezus die door Paulus de laatste Adam (Mens) wordt genoemd (1 Korinthe 15 vers 45) omdat Hij de uit de hand gelopen stage van Adam (Mens) overdeed. We weten dat Zijn stage op aarde geslaagd is. Daarom hoeft er geen Adam meer te komen om dit op te lossen. Hij is de laatste Adam (Mens). De laatste Adam kon zeggen: Het is volbracht. Daarna kon Hij in Zijn rust in gaan net als God die na het volbrengen van Zijn heerlijke schepping ook rustte van Zijn gedane arbeid (Genesis 2 vers 2).
Daarom mag nu tot alle mensen deze eerste preek uitgaan: waar ben je? God zoekt ons keer op keer op. Hij wil niet dat we verloren gaan en zullen omkomen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden. Hij is de laatste Adam, na Hem komt er geen meer die onze Plaatsvervanger is. Dankzij Hem krijgen wij dus een laatste kans want wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven.
In Jesaja 40:6 lezen we:
Jesaja 40:6a Een stem zegt: Roep!
En hij zegt: Wat moet ik roepen?
De profeet weet niet wat hij roepen moet. Hij ziet de vergankelijkheid van de mens en spreekt:
6b Alle vlees is gras
en al zijn goedertierenheid als een bloem op het veld.
7. Het gras verdort, de bloem valt af,
als de Geest van de HEERE erover blaast.
Voorwaar, het volk is gras.
8. Het gras verdort, de bloem valt af...
maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig
Het volk is ingeklemd tussen de zin 'het gras verdort en de bloem valt af'. Dat is een hopeloze zaak. In deze sandwichpositie bevindt zich de mens. De werkwoorden verdorren en vallen staan in het perfectum wat op een voltooiing ziet. Een toestand die onherroepelijk is: verdorren en vallen. Sommigen vallen op jonge leeftijd af als een schone bloem. Anderen kwijnen en verdorren op hoge leeftijd. Langzaam gaat de levenskaars uit. Het einde is daar.
Toch volgt er een hoopvol maar: 'maar het Woord van onze God bestaat voor eeuwig of: staat altijd weer op. Wat een bemoediging! Mensen mogen plotseling in de bloei van hun leven wegvallen of op oudere leeftijd mag hun levenslust verdorren. Echter God belovende woord staat telkens op en is telkens present (jaqoem staat in het imperfectum). Hij houdt zich aan Zijn Woord. Op Hem kan men aan.
2 Gods grote PLAN en onze plannetjes
Spreuken 19 vers 21 Biblia Hebraica Stuttgartensia רַבֹּ֣ות מַחֲשָׁבֹ֣ות בְּלֶב־אִ֑ישׁ וַעֲצַ֥ת יְ֝הוָ֗ה הִ֣יא תָקֽוּם׃
Many plans are in a man's heart, But the counsel of the LORD will stand.
Velerlei/allerlei plannetjes/ overleggingen zijn in het hart van een man/iemand maar de RAAD ( het grote PLAN) van de HEERE ja die komt tot stand
Tegenover de losse plannetjes van een man/mens/iemand/ wie dan ook, staat de raad, het grote plan van de HEERE. Dat plan vormt een eenheid ondanks de kronkels en krommingen. Denk aan het borduursel. Wij zien de onderkant en zien een wirwar van draadjes maar de bovenkant is zeer mooi. God ziet de bovenkant en af en toe laat hij die ook zien aan de mensen (Bijvoorbeeld in het Bijbelboek Openbaring)
Gods raad vindt doorgang! Augustus die het gebod liet uitgaan was er slechts zakelijk in betrokken maar zijn wij er persoonlijk in betrokken? Hij trekt ons er bij. Hoe? Hij nodigt ons keer op keer in Zijn Woord om te delen in Zijn grote plan met de gevallen mensheid. Hij, Jezus, reikt ons Zijn Hand en zegt: Komt allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal jou rust geven. Die rust zijn we kwijtgeraakt door onze val maar wil Jezus weer teruggeven omdat Hij de dood is ingegaan voor schuldige zondaren zoals wij van huis uit zijn
3. Wachten op licht en heil
In Jesaja 59 legt Jesaja uit waarom de grote verlossing na ballingschap niet geheel en al is gekomen. Men zegt: 'Wij wachten naar recht, maar er is geen, naar heil, maar het is verre van ons' (Jesaja 59:11b). De reden is niet dat de hand van de HEERE verkort is maar dat het volk zondig is (Jesaja 59: 1-2). In dit hoofdstuk wijst Jesaja de zonden aan. Hij is niet mals. Aan het einde van Jesaja 59 zegt Jesaja dat er weer toekomst is want er zal een Verlosser komen tot Sion namelijk tot hen die zich bekeren van de overtreding van Jakob (Jesaja 59:20).
Dan volgt Jesaja 60 vers 1-3 waar staat over Jeruzalem/Sion: 'Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt, en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal de HEERE opgaan, en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.En de volken zullen tot uw licht gaan, en koningen tot de glans, die u is opgegaan'. Het heil en de Heiland zal komen ondanks de zonde van de mens.
4. Waar ben je?
In Genesis 3 vers 9 c staat de eerste preek in de Bijbel. Er zijn twee hoorders: De schuldige mens (Adam) en zijn vrouw. Het is de intredepreek van God zelf. Er was geen kerkenraad bij maar wel waren er de heilige engelen die op afstand luisterden hoe het zou aflopen en natuurlijk was de duivel ook in de weer. Die heeft geen rust sinds hij een wig wist te drijven tussen God en zijn schepselen.
We dienen elk preek te toetsen aan Gods eigen woord, zegt men zo vaak. In dit geval is dat wat lastig omdat God nu zelf aan het woord is. Ondertussen hebben we wel een goed voorbeeld te pakken van wat de kern moet zijn van een preek want hier in Genesis 3 vers 9 c spreekt God zelf. Laten we eens kijken wat de achtergrond van deze preek is
De mens heeft door zijn ongehoorzaamheid de verbinding met God verbroken en verbergt zich in het struikgewas. Dat is de stand van zaken en de toestand van de mens. De toestand is hopeloos want de mens, het kroonjuweel van Gods schepping mist zijn God niet maar God mist wel zijn mens... Het is daarom goed om te beseffen dat inderdaad niemand God zoekt (zie Psalm 14 vers 3 , 53 vers 2 en Romeinen 3 vers 11) maar dat God de mens zoekt... Dat wordt ons meteen duidelijk als we onze tekst lezen. Deze eerste preek is een direct aanspraak: Waar ben jij? De mens is geen derde persoon maar tweede persoon. God houdt geen afstandelijke verhandeling over wie de mens is maar God roept Adam, de mens, meteen ter verantwoording. Hij wil niet dat zijn schepsel verloren gaat. Hij wil dat de mens weer terugkeert.
Gods geschapen kind Adam genaamd mag dan hebben gefaald maar juist daarom gaf God Zijn eigen Kind Jezus die door Paulus de laatste Adam (Mens) wordt genoemd (1 Korinthe 15 vers 45) omdat Hij de uit de hand gelopen stage van Adam (Mens) overdeed. We weten dat Zijn stage op aarde geslaagd is. Daarom hoeft er geen Adam meer te komen om dit op te lossen. Hij is de laatste Adam (Mens). De laatste Adam kon zeggen: Het is volbracht. Daarna kon Hij in Zijn rust in gaan net als God die na het volbrengen van Zijn heerlijke schepping ook rustte van Zijn gedane arbeid (Genesis 2 vers 2).
Daarom mag nu tot alle mensen deze eerste preek uitgaan: waar ben je? God zoekt ons keer op keer op. Hij wil niet dat we verloren gaan en zullen omkomen. Hij heeft Zijn Zoon gezonden. Hij is de laatste Adam, na Hem komt er geen meer die onze Plaatsvervanger is. Dankzij Hem krijgen wij dus een laatste kans want wie in Hem gelooft, heeft het eeuwige leven.