De grondtaal als mand van de Geest
Luther bracht op 31 oktober 1517 door 95 stellingen te spijkeren aan de Slotkapel in Wittenberg de Reformatie op gang. Eén dag later, 1 november 1517 was het namelijk Allerheiligen en zou het in de stad en vooral rond de Slotkapel aan mensen niet ontbreken. De extraverte Maarten zocht dus op het geschikte moment de publiciteit en daar was hij heel goed in volgens Andrew Pettegree.
In zijn boek 'Het merk Luther' beschrijft Pettegree Luther als een gewiekst mediastrateeg. (Deze achtergrondinformatie pleit er ook voor dat Luther op 31 oktober de 95 stellingen op de Slotkapel van Wittenberg heeft genageld (nailed) en ze dus niet per brief heeft rond gezonden (mailed) zoals weleens beweerd wordt).
Nu meer dan 500 jaar later is kerk van de Reformatie helaas verbrokkeld en uiteengescheurd. Natuurlijk mogen we de tijd van de Reformatie niet verheerlijken want ook toen stond de eenheid onder druk. Luther, Calvijn en Zwingli wisten elkaar helaas niet te vinden op het punt van het avondmaal. Desondanks heeft de Reformatie ons veel goeds gebracht en daarom is het goed daarbij stil te staan.
We kunnen dan denken aan de geschriften van Luther en Calvijn maar vooral ook aan de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels en niet te vergeten natuurlijk het doopformulier en het avondmaalsformulier. In al deze geschriften is de stem van de goede Herder waarneembaar en wij hebben deze inhoudsvolle geschriften van de Reformatie terecht overgenomen.
Maar de Reformatie is niet alleen een schat qua inhoud maar ook qua methode. Zo bestudeerde Luther de Schrift vanuit de grondtekst en hij nam niet klakkeloos over wat er werd beweerd in zijn tijd door de theologen. In dat geval zou 31 oktober voor ons een dag als alle andere dagen zijn geweest. In zijn brief 'Aan de raadsheren van alle steden van het Duitse land (1524)' dringt Luther erop aan om christelijke scholen te stichten met als voornaamste doel om jongeren op te leiden in de Bijbelse grondtalen. De grondtaal is volgens Maarten de mand waarin de Geest het Brood van het leven legt en aanbiedt.
Luther wijt het verval van de kerk in deze brief aan het feit dat de geestelijken de grondtalen niet of nauwelijks nog kenden. De geestelijken namen de commentaren van de oude kerkvaders over zonder de Schrift zelf te onderzoeken. Dat was de zwakte van de kerk die steeds geestelozer werd. Bovendien hadden ook die oude kerkvaders het nogal eens mis daar zij evenmin de grondtekst beheersten. Zij hebben volgens Luther als blinden naar de wand getast.
Dit kunnen wij ter harte nemen want de grondtalen lijden in onze dagen aan de universiteiten een kwijnend bestaan. Hebreeuws leer je niet in zes maanden tijd. Hoe komt dit verval? Dit komt omdat wat er exact staat, nu minder belangrijk wordt gevonden. Veel meer wordt erop gelet wat wij er nu nog mee kunnen en vooral wat wij er van vinden. Niet wat Hij er van vindt. De sprekende God verdwijnt uit beeld. Daardoor heeft de uitleg aan scherpte verloren.
Omdat dit taalinstrument niet meer wordt aangereikt door de universiteiten, worden in de rechterflank de geschriften van oudvaders en de latere kerkelijke leiders klakkeloos overgenomen. Dat is jammer want de discussie over dogmatische geschillen zou je toch vooral moeten kunnen voeren op basis van de Schrift van onze hemelse Vader en niet slechts op basis van de geschriften van onze aardse vaderen.
Luther bracht op 31 oktober 1517 door 95 stellingen te spijkeren aan de Slotkapel in Wittenberg de Reformatie op gang. Eén dag later, 1 november 1517 was het namelijk Allerheiligen en zou het in de stad en vooral rond de Slotkapel aan mensen niet ontbreken. De extraverte Maarten zocht dus op het geschikte moment de publiciteit en daar was hij heel goed in volgens Andrew Pettegree.
In zijn boek 'Het merk Luther' beschrijft Pettegree Luther als een gewiekst mediastrateeg. (Deze achtergrondinformatie pleit er ook voor dat Luther op 31 oktober de 95 stellingen op de Slotkapel van Wittenberg heeft genageld (nailed) en ze dus niet per brief heeft rond gezonden (mailed) zoals weleens beweerd wordt).
Nu meer dan 500 jaar later is kerk van de Reformatie helaas verbrokkeld en uiteengescheurd. Natuurlijk mogen we de tijd van de Reformatie niet verheerlijken want ook toen stond de eenheid onder druk. Luther, Calvijn en Zwingli wisten elkaar helaas niet te vinden op het punt van het avondmaal. Desondanks heeft de Reformatie ons veel goeds gebracht en daarom is het goed daarbij stil te staan.
We kunnen dan denken aan de geschriften van Luther en Calvijn maar vooral ook aan de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels en niet te vergeten natuurlijk het doopformulier en het avondmaalsformulier. In al deze geschriften is de stem van de goede Herder waarneembaar en wij hebben deze inhoudsvolle geschriften van de Reformatie terecht overgenomen.
Maar de Reformatie is niet alleen een schat qua inhoud maar ook qua methode. Zo bestudeerde Luther de Schrift vanuit de grondtekst en hij nam niet klakkeloos over wat er werd beweerd in zijn tijd door de theologen. In dat geval zou 31 oktober voor ons een dag als alle andere dagen zijn geweest. In zijn brief 'Aan de raadsheren van alle steden van het Duitse land (1524)' dringt Luther erop aan om christelijke scholen te stichten met als voornaamste doel om jongeren op te leiden in de Bijbelse grondtalen. De grondtaal is volgens Maarten de mand waarin de Geest het Brood van het leven legt en aanbiedt.
Luther wijt het verval van de kerk in deze brief aan het feit dat de geestelijken de grondtalen niet of nauwelijks nog kenden. De geestelijken namen de commentaren van de oude kerkvaders over zonder de Schrift zelf te onderzoeken. Dat was de zwakte van de kerk die steeds geestelozer werd. Bovendien hadden ook die oude kerkvaders het nogal eens mis daar zij evenmin de grondtekst beheersten. Zij hebben volgens Luther als blinden naar de wand getast.
Dit kunnen wij ter harte nemen want de grondtalen lijden in onze dagen aan de universiteiten een kwijnend bestaan. Hebreeuws leer je niet in zes maanden tijd. Hoe komt dit verval? Dit komt omdat wat er exact staat, nu minder belangrijk wordt gevonden. Veel meer wordt erop gelet wat wij er nu nog mee kunnen en vooral wat wij er van vinden. Niet wat Hij er van vindt. De sprekende God verdwijnt uit beeld. Daardoor heeft de uitleg aan scherpte verloren.
Omdat dit taalinstrument niet meer wordt aangereikt door de universiteiten, worden in de rechterflank de geschriften van oudvaders en de latere kerkelijke leiders klakkeloos overgenomen. Dat is jammer want de discussie over dogmatische geschillen zou je toch vooral moeten kunnen voeren op basis van de Schrift van onze hemelse Vader en niet slechts op basis van de geschriften van onze aardse vaderen.