Storm over de wereld
De volkenprofetieën in het boek Jeremia
Eric Peels
Een verrassend actuele Bijbelstudie over Jeremia.
Storm over de wereld van Eric Peels is een boeiende Bijbelstudie over de profetieën van Jeremia. Vlak voor de ondergang van Jeruzalem (6e eeuw v.Chr.) treedt de profeet Jeremia op. Niet alleen Israël, maar ook de volken rondom Israël komen in zijn profetische vizier. In Jeremia, het grootste boek van het Oude Testament, is een aparte bundel profetieën gewijd aan deze volken. In vlammende taal zegt de profeet het ene na het andere volk Gods oordeel aan, dat als een storm over de wereld gaat. In een grondige taalkundige, literaire en historische analyse worden de teksten tot in detail beluisterd. De theologische doorlichting van de geopolitiek van die dagen blijkt voor vandaag verrassend actueel te zijn.
In welke zin het boek actueel is
Naast dit boek zie je de aankondiging die ik overgenomen heb. Voor een heel groot deel klopt deze aankondiging. Peels behandelt de profetieën over de volken die staan in Jeremia 46-51. Dit boek telt ruim 600 bladzijden. Peels doet dat op een uiterst grondige wijze. Voorin het boek staat een indrukwekkende literatuurlijst. De vertaling en de kopjes boven de tekstgedeelten zijn voorzien van heldere aansprekende titels zoals de eerste passage over Babel (Jeremia 50:11-3). Boven deze passage staat: Schokkend wereldnieuws. Toch trekt Peels terecht de lijnen niet door naar onze tijd. Hij is in dit boek niet de dominee maar de professionele exegeet. Dat hij dit wel zou doen suggereert de zin mijns inziens enigszins: De theologische doorlichting van de geopolitiek van die dagen blijkt voor vandaag verrassend actueel te zijn.
De lezer moet echter zelf de tekst toepassen op de huidige geopolitiek. Maar door zijn heldere vertaling en de kopjes die hij er boven plaatst en zijn bespreking komt de politiek van die dagen dichtbij en is de stap maar klein om de toepassing te maken naar onze tijd. Al ziet de kaart er nu wel anders uit. Ook nu zijn er grootmachten op het toneel en op welke grootmacht vertrouwen wij? Is het niet beter om op God te vertrouwen? Die richting wees Jeremia het volk en de koningen van Juda en met grootmachten die zichzelf verheffen en andere volken onrecht aandoen, loopt het slecht af volgens de profeet Jeremia.
Twee grootmachten en hun plaats in de volkenprofetieën
Peels voorziet de profetieën over de volken van goede inleidingen. Hij plaatst deze namelijk in hun historische context. Ik wil twee voorbeelden geven. De eerste profetie over de volken (in de Hebreeuwse tekst maar niet in de Griekse tekst) gaat meteen over Egypte. Waarom juist Egypte zou denken? Peels tekent Egypte als een grootmacht in die dagen waarop Juda vertrouwde. Dat vertrouwen moet Jeremia wegnemen door deze profetie. Egypte zal ten gronde gaan. Peels merkt op: Juda die nog vazal van Egypte is, moet niet op Egypte vertrouwen (112). Egypte zal de slag bij Karkemiš (Jeremia 46:2) van Babel grandioos verliezen.
Maar zo komen we aan bij een tweede grootmacht Babel. Wat meteen ons tweede voorbeeld is van de aanpak van Peels. Jeremia (volgens de Hebreeuwse tekst) heeft de profetie over deze grootmacht die een knots is in Gods hand om de Juda en de volkeren te slaan bewaart tot het laatste. Maar het is niet de minste profetie. Integendeel. Aan Babel wordt zelfs twee hoofdstukken gewijd (Jeremia 50 en 51). Babel zal verwoest worden. Peels ziet hierin een troost voor Juda dat weliswaar naar Babel zal worden weggevoerd maar voor Juda is er hoop.
Jeremia 52 als toevoeging
In navolging Henk de Waard die promoveerde bij Eric Peels en Bob Becking en die zijn dissertatie over Jeremia 52 schreef, ziet Peels Jeremia 52 als toevoeging. Jeremia 52 is schatplichtig aan 2 Koningen 24-25. Henk de Waard meent dit omdat Jeremia 51:64c afsluit met de woorden: "Tot zover de woorden van Jeremia".
Buigen Henk de Waard en Peels hier voor de moderne visie op Jeremia? Persoonlijk meen ik van niet. Peels en De Waard hebben een punt want de kanttekening van de Statenvertaling bij Jeremia 51:64c (Tot zover de woorden van Jeremia) vermeldt het volgende: "Hieruit wordt bij sommigen afgenomen dat het volgende hoofdstuk door enige andere mannen van God daar bijgevoegd is, als tot een zegel en een nadere verklaring van de voorgaande profetieën". En de eerste kanttekening bij Jeremia 52:1 luidt: "Zie 2 koningen 24:18,19, 20 en voorts 2 Koningen 25: 1 en verder alwaar deze gehele profetie eerst is verhaald, die hier herhaald wordt om redenen op het laatste vers van het voorgaande hoofdstuk vermeld". Kortom, ook de kanttekenaren menen dat Jeremia 52 is toegevoegd en een herhaling is van 2 Koningen 24 een 25.
In de Hebreeuwse tekst van Jeremia zijn de volkenprofetieën zo gecomponeerd dat Babel die uit het Noorden komt als laatste behandeld wordt. Eerst is Egypte (het Zuiden) het slachtoffer. Peels vertaalt Jeremia 46:20 als volgt: "Een prachtige vaars is Egypte maar er komt een horde steekvliegen uit het Noorden (Babel), ze komen eraan!". Egypte is dus als eerste aan de beurt. Daarna volgen de zeven andere volken zoals de Filistijnen, Moab, Ammon, Edom etc. Deze samenstelling past goed in Jeremia. De profeet heeft telkens gewezen op het gevaar uit het Noorden (Babel) dat ook Juda zal treffen vanwege hun zonde. Zo lezen we in Jeremia 4:6: "Hef de banier omhoog naar Sion, breng u in veiligheid, sta niet stil, want Ik ga onheil brengen vanuit het Noorden (Babel), een grote ramp!". Maar ook voor Babel komt de vijand uit het Noorden. We lezen in Jeremia 51:48: "Hemel en aarde en al wat daarin is, zullen juichen over Babel, want vanuit het Noorden (Meden en Perzen) zullen de verwoesters eropaf komen, spreekt de HEERE".
De functie van de volkenprofetieën
Sommige oudtestamentici menen dat de volkenprofetieën gericht zijn aan Juda en voor Juda heil betekenen. Peels meent van niet. De profetieën tegen de volken beginnen met de ondergang van Egypte (Jeremia 46). Dat is een keihard gelag voor Juda. Peels merkt op: "Als zelfs het grote Egypte door Babel verslagen wordt, is elke hoop op redding die Juda mogelijk nog zou koesteren, verloren". De volkenprofetieën onderstrepen de boodschap van Jeremia dat het oordeel over Juda onontkoombaar is want als zelfs de vreemde volken door de HEERE gestraft worden hoeveel te meer zal de HEERE zijn eigen volk straffen vanwege hun afwijken van zijn woord. De HEERE maakt een einde bij alle volken aan het vertrouwen op hun eigen rijkdom, kracht en macht. Hij vaagt weg maar biedt ook enig perspectief. Bijvoorbeeld Jeremia 48:47: " In later tijd echter, spreekt de HEERE, zal ik een omkeer brengen in de gevangenschap van Moab" en Jeremia 49:6: "Maar daarna zal Ik een omkeer brengen in de gevangenschap van de Ammonieten, spreekt de HEERE".
Perspectief voor Juda
Niet alleen voor enige volken (zoals Moab en Ammon) is er in de toekomst perspectief maar ook voor Juda. Egypte, de grootmacht op wie Juda vertrouwde mag dan wegvallen maar na het onheil over Egypte volgt er meteen deze boodschap (Jeremia 46:27): "U dan, wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, wees niet ontsteld, Israël! Want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap. Jakob zal terugkeren, rust hebben en zonder zorgen zijn, en niemand zal hem schrik aanjagen".
Babel mag dan de nieuwe grootmacht zijn die Juda zal wegvoeren maar ook Babel zal vallen. Twee volledige hoofdstukken worden gewijd aan de val van Babel (Jeremia 50-51). Babel was slechts een strijdhamer (strijdknot) in Gods hand (Jeremia 51:20-24) waarmee Hij de volken stuksloeg. Babel is slechts een oorlogswapen van God maar doordat ook Babel zich verhief en hoogmoedig werd, zou ook het oordeel over babel komen. Want de toezegging (Jeremia 46:27: "Want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap. Jakob zal terugkeren, rust hebben en zonder zorgen zijn, en niemand zal hem schrik aanjagen"
Beoordeling van het boek
Peels gaat in op de huidige moderne opvattingen over het boek Jeremia dat mag je ook verwachten van Peels die een wetenschapper is van formaat maar de manier waarop zal bij de orthodoxe lezers hier en daar vragen oproepen. Zo vragen moderne exegeten zich af of 46-51 geheel afkomstig is van Jeremia. Peels biedt wel enig verweer en verdedigt het auteurschap van Jeremia 46-51 als hij stelt, hij noemt dan een aantal volkenprofetieën, dat hij deze volkenprofetieën voor een groot deel afkomstig acht van Jeremia (letterlijk zegt hij op blz 59: acht ik voor het overgrote deel jeremiaans).Let wel: voor een groot deel. Dus niet volledig!
Vervolgens merkt Peels op dat dit met minder zekerheid volgens hem gezegd kan worden over de profetie tegen Elam omdat deze profetie taalkundig en inhoudelijk afwijkt van de andere volkenprofetieën. Dit staat mijns inziens in contrast met de opmerking aan het einde van de volkenprofetieën. Jeremia 51:64c vermeldt: "Tot zover de woorden van Jeremia". Daar valt de profetie tegen Elam ook onder.
Peels brengt de tekst dichterbij maar maakt niet de toepassing naar vandaag. Die laatste stap moet de lezer zelf zetten. Het boek is daarom meer een grondig en goed leesbaar commentaar op de profetieën van de volken dan een Bijbelstudie. Er staan ook geen verwerkingsvragen bij.
Dit bovenstaande neemt het gegeven niet weg dat het boek een meesterwerk (magnum opus) is van een vakman par excellence in de exegese en de Bijbelwetenschap. Kok Boekencentrum heeft er een prachtige uitgave van gemaakt. Het boek is daarom mijns inziens een aanwinst voor predikanten. theologen en gemeenteleden die theologisch enigszins onderlegd zijn.
Neem en lees!
Het boek kun je bestellen bij: https://www.kokboekencentrum.nl/boek/storm-over-de-wereld/?gclid=EAIaIQobChMIn4TU15Dy_QIV749oCR11XQAZEAMYAiAAEgLEN_D_BwE
De volkenprofetieën in het boek Jeremia
Eric Peels
Een verrassend actuele Bijbelstudie over Jeremia.
Storm over de wereld van Eric Peels is een boeiende Bijbelstudie over de profetieën van Jeremia. Vlak voor de ondergang van Jeruzalem (6e eeuw v.Chr.) treedt de profeet Jeremia op. Niet alleen Israël, maar ook de volken rondom Israël komen in zijn profetische vizier. In Jeremia, het grootste boek van het Oude Testament, is een aparte bundel profetieën gewijd aan deze volken. In vlammende taal zegt de profeet het ene na het andere volk Gods oordeel aan, dat als een storm over de wereld gaat. In een grondige taalkundige, literaire en historische analyse worden de teksten tot in detail beluisterd. De theologische doorlichting van de geopolitiek van die dagen blijkt voor vandaag verrassend actueel te zijn.
In welke zin het boek actueel is
Naast dit boek zie je de aankondiging die ik overgenomen heb. Voor een heel groot deel klopt deze aankondiging. Peels behandelt de profetieën over de volken die staan in Jeremia 46-51. Dit boek telt ruim 600 bladzijden. Peels doet dat op een uiterst grondige wijze. Voorin het boek staat een indrukwekkende literatuurlijst. De vertaling en de kopjes boven de tekstgedeelten zijn voorzien van heldere aansprekende titels zoals de eerste passage over Babel (Jeremia 50:11-3). Boven deze passage staat: Schokkend wereldnieuws. Toch trekt Peels terecht de lijnen niet door naar onze tijd. Hij is in dit boek niet de dominee maar de professionele exegeet. Dat hij dit wel zou doen suggereert de zin mijns inziens enigszins: De theologische doorlichting van de geopolitiek van die dagen blijkt voor vandaag verrassend actueel te zijn.
De lezer moet echter zelf de tekst toepassen op de huidige geopolitiek. Maar door zijn heldere vertaling en de kopjes die hij er boven plaatst en zijn bespreking komt de politiek van die dagen dichtbij en is de stap maar klein om de toepassing te maken naar onze tijd. Al ziet de kaart er nu wel anders uit. Ook nu zijn er grootmachten op het toneel en op welke grootmacht vertrouwen wij? Is het niet beter om op God te vertrouwen? Die richting wees Jeremia het volk en de koningen van Juda en met grootmachten die zichzelf verheffen en andere volken onrecht aandoen, loopt het slecht af volgens de profeet Jeremia.
Twee grootmachten en hun plaats in de volkenprofetieën
Peels voorziet de profetieën over de volken van goede inleidingen. Hij plaatst deze namelijk in hun historische context. Ik wil twee voorbeelden geven. De eerste profetie over de volken (in de Hebreeuwse tekst maar niet in de Griekse tekst) gaat meteen over Egypte. Waarom juist Egypte zou denken? Peels tekent Egypte als een grootmacht in die dagen waarop Juda vertrouwde. Dat vertrouwen moet Jeremia wegnemen door deze profetie. Egypte zal ten gronde gaan. Peels merkt op: Juda die nog vazal van Egypte is, moet niet op Egypte vertrouwen (112). Egypte zal de slag bij Karkemiš (Jeremia 46:2) van Babel grandioos verliezen.
Maar zo komen we aan bij een tweede grootmacht Babel. Wat meteen ons tweede voorbeeld is van de aanpak van Peels. Jeremia (volgens de Hebreeuwse tekst) heeft de profetie over deze grootmacht die een knots is in Gods hand om de Juda en de volkeren te slaan bewaart tot het laatste. Maar het is niet de minste profetie. Integendeel. Aan Babel wordt zelfs twee hoofdstukken gewijd (Jeremia 50 en 51). Babel zal verwoest worden. Peels ziet hierin een troost voor Juda dat weliswaar naar Babel zal worden weggevoerd maar voor Juda is er hoop.
Jeremia 52 als toevoeging
In navolging Henk de Waard die promoveerde bij Eric Peels en Bob Becking en die zijn dissertatie over Jeremia 52 schreef, ziet Peels Jeremia 52 als toevoeging. Jeremia 52 is schatplichtig aan 2 Koningen 24-25. Henk de Waard meent dit omdat Jeremia 51:64c afsluit met de woorden: "Tot zover de woorden van Jeremia".
Buigen Henk de Waard en Peels hier voor de moderne visie op Jeremia? Persoonlijk meen ik van niet. Peels en De Waard hebben een punt want de kanttekening van de Statenvertaling bij Jeremia 51:64c (Tot zover de woorden van Jeremia) vermeldt het volgende: "Hieruit wordt bij sommigen afgenomen dat het volgende hoofdstuk door enige andere mannen van God daar bijgevoegd is, als tot een zegel en een nadere verklaring van de voorgaande profetieën". En de eerste kanttekening bij Jeremia 52:1 luidt: "Zie 2 koningen 24:18,19, 20 en voorts 2 Koningen 25: 1 en verder alwaar deze gehele profetie eerst is verhaald, die hier herhaald wordt om redenen op het laatste vers van het voorgaande hoofdstuk vermeld". Kortom, ook de kanttekenaren menen dat Jeremia 52 is toegevoegd en een herhaling is van 2 Koningen 24 een 25.
- Henk de Waard merkt op : "Jeremia 52 valt buiten de hoofdstructuur van het boek Jeremia, maar is inhoudelijk nauw met het boek verbonden. Mijns inziens moet het hoofdstuk daarom gelezen worden als een uitgebreid postscriptum, dat duidelijk maakt hoe Jeremia’s tweeledige boodschap van oordeel en heil (vgl. 1:10) betrekking heeft op onderscheiden Judese gemeenschappen. JHWH 's oordeel geldt het pre-exilische Juda, dat inderdaad totaal ten onder ging. Hoop is er voor hen die naar Babel gevoerd waren. Via hen zou JHWH een nieuw begin maken. De verhoging van Jojachin, zoals verhaald in Jeremia 52:31-34, is dus een voorteken van meer – van het heil dat JHWH zou werken voor de Judeeërs
In de Hebreeuwse tekst van Jeremia zijn de volkenprofetieën zo gecomponeerd dat Babel die uit het Noorden komt als laatste behandeld wordt. Eerst is Egypte (het Zuiden) het slachtoffer. Peels vertaalt Jeremia 46:20 als volgt: "Een prachtige vaars is Egypte maar er komt een horde steekvliegen uit het Noorden (Babel), ze komen eraan!". Egypte is dus als eerste aan de beurt. Daarna volgen de zeven andere volken zoals de Filistijnen, Moab, Ammon, Edom etc. Deze samenstelling past goed in Jeremia. De profeet heeft telkens gewezen op het gevaar uit het Noorden (Babel) dat ook Juda zal treffen vanwege hun zonde. Zo lezen we in Jeremia 4:6: "Hef de banier omhoog naar Sion, breng u in veiligheid, sta niet stil, want Ik ga onheil brengen vanuit het Noorden (Babel), een grote ramp!". Maar ook voor Babel komt de vijand uit het Noorden. We lezen in Jeremia 51:48: "Hemel en aarde en al wat daarin is, zullen juichen over Babel, want vanuit het Noorden (Meden en Perzen) zullen de verwoesters eropaf komen, spreekt de HEERE".
De functie van de volkenprofetieën
Sommige oudtestamentici menen dat de volkenprofetieën gericht zijn aan Juda en voor Juda heil betekenen. Peels meent van niet. De profetieën tegen de volken beginnen met de ondergang van Egypte (Jeremia 46). Dat is een keihard gelag voor Juda. Peels merkt op: "Als zelfs het grote Egypte door Babel verslagen wordt, is elke hoop op redding die Juda mogelijk nog zou koesteren, verloren". De volkenprofetieën onderstrepen de boodschap van Jeremia dat het oordeel over Juda onontkoombaar is want als zelfs de vreemde volken door de HEERE gestraft worden hoeveel te meer zal de HEERE zijn eigen volk straffen vanwege hun afwijken van zijn woord. De HEERE maakt een einde bij alle volken aan het vertrouwen op hun eigen rijkdom, kracht en macht. Hij vaagt weg maar biedt ook enig perspectief. Bijvoorbeeld Jeremia 48:47: " In later tijd echter, spreekt de HEERE, zal ik een omkeer brengen in de gevangenschap van Moab" en Jeremia 49:6: "Maar daarna zal Ik een omkeer brengen in de gevangenschap van de Ammonieten, spreekt de HEERE".
Perspectief voor Juda
Niet alleen voor enige volken (zoals Moab en Ammon) is er in de toekomst perspectief maar ook voor Juda. Egypte, de grootmacht op wie Juda vertrouwde mag dan wegvallen maar na het onheil over Egypte volgt er meteen deze boodschap (Jeremia 46:27): "U dan, wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, wees niet ontsteld, Israël! Want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap. Jakob zal terugkeren, rust hebben en zonder zorgen zijn, en niemand zal hem schrik aanjagen".
Babel mag dan de nieuwe grootmacht zijn die Juda zal wegvoeren maar ook Babel zal vallen. Twee volledige hoofdstukken worden gewijd aan de val van Babel (Jeremia 50-51). Babel was slechts een strijdhamer (strijdknot) in Gods hand (Jeremia 51:20-24) waarmee Hij de volken stuksloeg. Babel is slechts een oorlogswapen van God maar doordat ook Babel zich verhief en hoogmoedig werd, zou ook het oordeel over babel komen. Want de toezegging (Jeremia 46:27: "Want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap. Jakob zal terugkeren, rust hebben en zonder zorgen zijn, en niemand zal hem schrik aanjagen"
Beoordeling van het boek
Peels gaat in op de huidige moderne opvattingen over het boek Jeremia dat mag je ook verwachten van Peels die een wetenschapper is van formaat maar de manier waarop zal bij de orthodoxe lezers hier en daar vragen oproepen. Zo vragen moderne exegeten zich af of 46-51 geheel afkomstig is van Jeremia. Peels biedt wel enig verweer en verdedigt het auteurschap van Jeremia 46-51 als hij stelt, hij noemt dan een aantal volkenprofetieën, dat hij deze volkenprofetieën voor een groot deel afkomstig acht van Jeremia (letterlijk zegt hij op blz 59: acht ik voor het overgrote deel jeremiaans).Let wel: voor een groot deel. Dus niet volledig!
Vervolgens merkt Peels op dat dit met minder zekerheid volgens hem gezegd kan worden over de profetie tegen Elam omdat deze profetie taalkundig en inhoudelijk afwijkt van de andere volkenprofetieën. Dit staat mijns inziens in contrast met de opmerking aan het einde van de volkenprofetieën. Jeremia 51:64c vermeldt: "Tot zover de woorden van Jeremia". Daar valt de profetie tegen Elam ook onder.
Peels brengt de tekst dichterbij maar maakt niet de toepassing naar vandaag. Die laatste stap moet de lezer zelf zetten. Het boek is daarom meer een grondig en goed leesbaar commentaar op de profetieën van de volken dan een Bijbelstudie. Er staan ook geen verwerkingsvragen bij.
Dit bovenstaande neemt het gegeven niet weg dat het boek een meesterwerk (magnum opus) is van een vakman par excellence in de exegese en de Bijbelwetenschap. Kok Boekencentrum heeft er een prachtige uitgave van gemaakt. Het boek is daarom mijns inziens een aanwinst voor predikanten. theologen en gemeenteleden die theologisch enigszins onderlegd zijn.
Neem en lees!
Het boek kun je bestellen bij: https://www.kokboekencentrum.nl/boek/storm-over-de-wereld/?gclid=EAIaIQobChMIn4TU15Dy_QIV749oCR11XQAZEAMYAiAAEgLEN_D_BwE