Johannes Reuchlin, een taalkundige wegbereider.
De wegbereider
Johannes Reuchlin werd geboren 29 januari 1455 en overleed 30 juni 1522. Zijn werk de Rudimenta linguae hebraicae uitgegeven in 1506 zorgde ervoor dat de studie van het Hebreeuws in het westen zich definitief vestigde. Voor de reformatie is hij van groot belang geweest. Reuchlin richtte met zijn werk de ogen op het Hebreeuws, de grondtekst van het Oude Testament. Hierdoor wendde hij de ogen van veel theologen af van de traditie van de Roomse kerk. Een traditie die inmiddels dogma's had opgebouwd die niet meer in de pas liepen met de Schrift. Reuchlin droeg nieuwe Bijbelse bouwstenen aan en men mag hem zien als een van de wegbereiders voor de reformatie. De reformatie kon door de toegenomen kennis van het Hebreeuws, de Schrift weer bestuderen los van de traditie en de traditionele uitleg van de kerk. Zo leidde de Geest de reformatie in alle waarheid...
Onze tijd
Reformatie is dus een beweging naar de Schrift. Men richtte de ogen op de Schrift en op God en niet op de traditie van de kerk en op de heiligen. Onze tijd kan ook best een reformatie gebruiken. Er zijn vele tradities ingeslopen in de rechterflank die los staan van de Schrift of die de ogen verblinden bij het lezen van de Schrift. Ter linkerzijde legt men ook de Schrift terzijde en laat men moderne inzichten heersen over de Schrift.
Meer dan wat woordjes noemen
Van belang daarbij is dat we gaan inzien dat het bestuderen van de grondtekst wat meer is dan een paar woordjes noemen. Leuk voor de goedgemeente maar het schiet tekort. Het bestuderen van de grondtekst vergt een enorm stevige studie. De vraag is of de hedendaagse universiteiten waar men theologie kan studeren studenten verder kunnen helpen omdat de grondtalen een kwijnend bestaan lijden om wille van het dierbare geld.
Wat kan mede de oorzaak daarvan zijn? Dit volgende: in de tijd van de reformatie was men doorkneed in de grondtekst. Men moest opnieuw beginnen omdat men de traditie van de Roomse kerk terecht wantrouwde. Dat vergt studie in het woord en in de grondtekst. Nu er zoveel vertalingen beschikbaar zijn en sommige kerken een heilige vertaling hebben, neemt de noodzaak van het bestuderen van de grondtekst helaas af en dan houdt men de portemonnee liever op zak. Of men investeert voor Bijbelvertaalwerk in verre landen. Die mensen snappen de Schrift niet maar wij wel, is de stilzwijgende achterliggende gedachte. Die veronderstelling breekt ons op daar de Schrift gesloten blijft. Ons leven wordt niet langer opengebroken...
Een nieuwe toekomst
Wat zou het daarom mooi zijn als kerken van de rechterflank de koppen eens bij elkaar zouden steken en een team zouden aanstellen van docenten die studenten verder te helpen om het Hebreeuws eens echt te bestuderen. Lezen wat er staat en dan uitleggen wat God in Zijn woord te zeggen heeft. Dat blijkt Gods woord verrassend fris te zijn. Niet alleen op het zendingsveld maar ook in de kerk.
De wegbereider
Johannes Reuchlin werd geboren 29 januari 1455 en overleed 30 juni 1522. Zijn werk de Rudimenta linguae hebraicae uitgegeven in 1506 zorgde ervoor dat de studie van het Hebreeuws in het westen zich definitief vestigde. Voor de reformatie is hij van groot belang geweest. Reuchlin richtte met zijn werk de ogen op het Hebreeuws, de grondtekst van het Oude Testament. Hierdoor wendde hij de ogen van veel theologen af van de traditie van de Roomse kerk. Een traditie die inmiddels dogma's had opgebouwd die niet meer in de pas liepen met de Schrift. Reuchlin droeg nieuwe Bijbelse bouwstenen aan en men mag hem zien als een van de wegbereiders voor de reformatie. De reformatie kon door de toegenomen kennis van het Hebreeuws, de Schrift weer bestuderen los van de traditie en de traditionele uitleg van de kerk. Zo leidde de Geest de reformatie in alle waarheid...
Onze tijd
Reformatie is dus een beweging naar de Schrift. Men richtte de ogen op de Schrift en op God en niet op de traditie van de kerk en op de heiligen. Onze tijd kan ook best een reformatie gebruiken. Er zijn vele tradities ingeslopen in de rechterflank die los staan van de Schrift of die de ogen verblinden bij het lezen van de Schrift. Ter linkerzijde legt men ook de Schrift terzijde en laat men moderne inzichten heersen over de Schrift.
Meer dan wat woordjes noemen
Van belang daarbij is dat we gaan inzien dat het bestuderen van de grondtekst wat meer is dan een paar woordjes noemen. Leuk voor de goedgemeente maar het schiet tekort. Het bestuderen van de grondtekst vergt een enorm stevige studie. De vraag is of de hedendaagse universiteiten waar men theologie kan studeren studenten verder kunnen helpen omdat de grondtalen een kwijnend bestaan lijden om wille van het dierbare geld.
Wat kan mede de oorzaak daarvan zijn? Dit volgende: in de tijd van de reformatie was men doorkneed in de grondtekst. Men moest opnieuw beginnen omdat men de traditie van de Roomse kerk terecht wantrouwde. Dat vergt studie in het woord en in de grondtekst. Nu er zoveel vertalingen beschikbaar zijn en sommige kerken een heilige vertaling hebben, neemt de noodzaak van het bestuderen van de grondtekst helaas af en dan houdt men de portemonnee liever op zak. Of men investeert voor Bijbelvertaalwerk in verre landen. Die mensen snappen de Schrift niet maar wij wel, is de stilzwijgende achterliggende gedachte. Die veronderstelling breekt ons op daar de Schrift gesloten blijft. Ons leven wordt niet langer opengebroken...
Een nieuwe toekomst
Wat zou het daarom mooi zijn als kerken van de rechterflank de koppen eens bij elkaar zouden steken en een team zouden aanstellen van docenten die studenten verder te helpen om het Hebreeuws eens echt te bestuderen. Lezen wat er staat en dan uitleggen wat God in Zijn woord te zeggen heeft. Dat blijkt Gods woord verrassend fris te zijn. Niet alleen op het zendingsveld maar ook in de kerk.