Wie is de Knecht in Jesaja 53?
De uitspraak van ds. Marco Visser in een interview (5-2) in het RD aan de vooravond van zijn promotie om de knecht des HEEREN in Jesaja 53 niet te snel op de Messias toe te passen, roept vragen op bij menig RD lezer. Ook deze uitspraak vermenigvuldigt de vraagtekens bij een gemiddelde RD lezer: “Door Joden wordt de Knecht des Heeren gelezen als betrekking hebbend op het lijden van het volk Israël. Opvallend is dat het Nieuwe Testament heel terughoudend is om in Jesaja 53 Christus te lezen, behalve in de geschiedenis van de kamerling in Handelingen 8”. Vervolgens schrijft hij om het nog ingewikkelder te maken: ‘’Over de Knecht des Heeren in Jesaja zijn bibliotheken vol geschreven. Ik heb me daarom moeten beperken en de christologische lezing om die reden laten rusten. Maar het is zeker boeiend om daar een keer een vervolgstudie over te schrijven: hoe in het Nieuwe Testament zelf en de latere kerkelijke traditie deze Knecht des Heeren is uitgelegd.”
De lezer van het RD zal zich afvragen hoe het kan dat er zoveel geschreven is over de Knecht des HEEREN. Allereerst is daar de strijd tussen Joden en christenen. Dat levert de nodige boeken op want de Joden erkennen Christus niet als hun Messias dus lezen zij Jesaja 53 anders. Zij laten het slaan op het Joodse volk dat moest lijden. De moderne theologen zijn om andere redenen deze weg ingeslagen. Zij gaan er vanuit dat een tekst geen verdere duiding heeft dan die van de eigen tijd. Gaat een tekst zijn tijd te buiten dan is deze later ingevoegd. Een duiding van de knecht in Jesaja 53 kan dan het Joodse volk zijn. Bijvoorbeeld een bepaalde generatie die extra geboet heeft waardoor de volgende generatie daar van kan profiteren. Zo omarmen de moderne theologen de Joden.
Wie echter de Schrift als het Goddelijk Woord aanvaardt, zal hier tegen in kunnen brengen dat elk generatie boet voor eigen zonde volgens Jeremia: Jeremia 31:29-30: “ In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden van de kinderen zijn stomp geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid sterven. Ieder mens die onrijpe druiven eet – zijn tanden zullen stomp worden” En elk individu boet voor eigen zonde en onbekeerlijkheid zou houdt de HEERE Ezechiël voor (Ezechiël 3:16-21). Zie ook Ezechiël 18:20 waar staat: "De mens die zondigt, díe zal sterven. De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal op hemzelf zijn, en de goddeloosheid van de goddeloze zal op hemzelf zijn".
Jesaja 53 begint eigenlijk bij Jesaja 52: 13 waar in de Septuaginta staat: ‘’Zie Mijn Knecht zal gehoorzamen, Hij zal verhoogd en zeer verheerlijkt (doxa) worden’’. Het woordje ‘zie’ laat all nadruk vallen op deze Knecht. Hij is heel anders dan de knecht Israel. Deze knecht is blind en ongehoorzaam (Jesaja 42:19). Vervolgens staat er dat Knecht verhoogd en zeer verheerlijkt zal worden. Dat gaat wel volgens Jesaja 53 langs een weg van plaatsvervangend lijden waarbij de Knecht in de ogen van de mensen al zijn heerlijkheid verliest (Hij had geen geslaagd uiterlijk noch eer volgens de Septuaginta in Jesaja 53:1b)
De begrippen ‘verhoogd worden’ en ‘verheerlijk worden’ uit Jesaja 52:13 komt men tegen in het evangelie van Johannes. Zo zegt Jezus in Johannes 12: 32 “En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken”. En in Johannes 17:1 lezen we: ”Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt”. Waar doelt Jezus anders op in Johannes 12:32 en Johannes 17:1 dan op de heerlijke vervulling van de belofte aan de gehoorzame Knecht uit Jesaja 52:13?
Interpreting the Lamb Imagery in Isaiah 53 JEREMY SCHIPPER schipper@ tem ple.edu Temple University, Philadelphia, PA 19122
Very few contemporary critical scholars use the Fassover lamb imagery in Exodus 12 to connect the lamb imagery in Isaiah 53 to Jesus. Nevertheless, one possible by-product of such ancient interpretative traditions is that scholars still compare the servant to an unblemished sacrificial animal. Contemporary scholars still routinely explain the lamb imagery in Isaiah 53 by referring to the ritual sacrifices in the Fentateuch, especially in Leviticus. In 1974, Walther Zimmerli argued that the so-called scapegoat ritual in Leviticus 16 helps explain the description of the servant as a lamb in Isaiah 53.7 According to Lev 16:21-22, during the scapegoat ritual the priest wifi lay his hands on the head of a live goat and “confess over ft all the iniquities of the people oflsrael, and all their transgressions, all their sins, putting them on the head of the goat, and sending it away into the wilderness. The goat shall bear [שא נ [on itself all their iniquities to a barren region; and the goat shall be set free in the wilderness.” Zimmerli saw several allusions to this scapegoat ritual in Isaiah 53. For example, V. 4 states that the servant “has borne [א ש נ [our infirmities and carried our diseases” and, according to V . “he bore [א ש נ [the sin of many” (cf. V. 11
Enough for what? Playacting Isaiah 53 in Lukas 22:35-38
Nog worden volbracht dat Hij met de misdadigers gerekend wordt...
The Septuagint Version of Isaiah 53 and the Early Christian Formula "He Was Delivered for Our Trespasses" Cilliers Breytenbach Berlin/Stellenbosch
Paradidoomi overgeleverd uit Jesaja 53:6 en 12 en Romeinen 4:25 allusie, toespeling op...
Abstract Did Isaiah 53 (LXX) and its παραδιδόναι-terminology influence the early Christian notion of Jesus being delivered "for our sins" (Rom 4:25 etc.)? And if so, is that to be understood as a specific Jewish backdrop for the interpretation of the death of Jesus? The way in which the Septuagint deviates from the Hebrew text suggests another view. To render various terms of his Vorlage the translator of the LXX made use of the widespread Greek notion of delivering somebody unto a hostile force. If early Christian explication of the death of Jesus drew on Isaiah 53, it was influenced by its Greek translation.
Isaiah Saw His GloryThe Use of Isaiah 52-53 in John 12 The influence of Isaiah on John's narrative and theology has long been recognized, but it has yet to receive monograph-length attention. This study is a beginning attempt to fill that void through an examination of the use of Isaiah in the crucial hinge of John's gospel - John 12:1-43. Beginning with a reading of Isaiah 40-55 illustrating a way in which early Christians may have read this important section of Scripture, the bulk of the study examines the pericopes in John 12:1-43, seeking to identify and interpret John's use of Isaiah 52-53. It is concluded that a reading of this well-known Isaianic text rooted within its broader context in Isaiah, together with the mediating influence of other texts - notably Isa 6:9-10 and Zech 9:9-10 - has fueled much Johannine theology, Christology, and ecclesiology. Moreover, mirroring the progression of Isa 52:7-53:1 in John 12 is the author's way of underlining Jesus' identity as the Servant of God and announcing that the second exodus prophesied by Isaiah is secured by the rejection (and death) of Jesus.
De knecht is uniek
Psalm 119 de dichter als knecht valt blijkt uit het slot van Psalm 119 ook Mozes als knecht (wie is er als Mozes) faalde.. Dus mens kan niet voldoen is de Bijbels-theologische lijn.
Straf en boete nooit voor een ander bij de profeten Ezechiël en Jeremia Zie J Gunning, de goddelijke vergelding dus Jesaja 53 zeer uniek... Ezechiël 18:20 Deze knecht is door zijn gerechtigheid niet alleen zichzelf zoals in Ezechiël 18 ten zegen maar ook anderen Hij zal velen rechtvaardig maken. Dit gaat niet automatisch men moet deze kennis wel aannemen vandaar de vraag in het begin Wie heeft onze prediking geloofd?
De arm van YHWH is hier niet gewone power maar geestelijke power.
Let op dragen in Jes. 53 komt ook voor in Jes. 46 waar God zijn volk draagt hier in Jes. 53 dieper: de knecht draagt de zonde.
Twee belangrijke knechten: Kores en de Knecht
Het welbehagen doen in Jesaja 40-55 Kores den de Knecht
Gezegd van Kores:
Jesaja 44:28 Hij is Mijn herder en hij zal al mijn welbehagen volbrengen וְכָל־חֶפְצִ֖י יַשְׁלִ֑ם
Jesaja 48:14: ''De HEERE heeft Kores lief, hij doet zijn welbehagen tegen Babel יְהוָ֣ה אֲהֵבֹ֔ו יַעֲשֶׂ֤ה חֶפְצֹו֙ בְּבָבֶ֔ל וּזְרֹעֹ֖ו כַּשְׂדִּֽים
Belofte van de HEERE om dit te doen: Jesaja 46:10d "Ik zal al mijn welbehagen doen" וְכָל־חֶפְצִ֖י אֶעֱשֶֽׂהdaarna volgt de tekst: "die een roofvogel roeptuit uit het oosten".
Van de Knecht
Jesaja 53:10d: ''en het welbehagen van de HEERE zal door zijn hand voorspoedig zijn" וְחֵ֥פֶץ יְהוָ֖ה בְּיָדֹ֥ו יִצְלָֽח
Voorspoedig zijn in Jesaja 40-55 Kores en de Knecht
Kores
Jesaja 48:15: Ook Ik heb hem geroepen. Ik zal heem doen komen, en zijn weg zal voorspoedig zijn וְהִצְלִ֥יחַ דַּרְכֹּֽו
De Knecht
Jesaja 53 ''en het welbehagen van de HEERE zal door zijn hand voorspoedig zijn" וְחֵ֥פֶץ יְהוָ֖ה בְּיָדֹ֥ו יִצְלָֽח
Cyrus, Yhwh's Bird of Prey (Isa. 46.11): Echoes of an Ancient Near Eastern Metaphor*
Samenvatting
In Jesaja 46.11 wordt Cyrus beschreven als een 'roofvogel' (BT), een aanduiding die een schijnbaar moeilijk vertaal- en interpretatieprobleem voor veel commentatoren. Over het algemeen zijn er twee oplossingen aangedragen: (1) sommigen, ontevreden over de schijnbaar onhandig parallellisme tussen 'een roofvogel' (βη #) en 'zijn man van het doel' (ΙΠΗΙ? 2ΓΚ), hun toevlucht hebben genomen tot speculatieve en twijfelachtige verbeteringen (emendaties); (2) andere commentatoren handhaven het MT en citeren als ondersteuning Xenophons beschrijving van een steenarend die diende als de vlag van Cyrus of die de metafoor accepteerde als een beeld van snelheid en wreedheid. De belangrijke rol die roofvogelbeelden spelen in de koninklijke propaganda van het oude Nabije Oosten en Egypte worden echter zelden overwogen. In dit artikel wordt voorgesteld dat het beeld van Cyrus als 'roofvogel' (Wu) niet vreemd, onhandig of behoeftig is van verbetering; het is ook niet nodig om de vaak geciteerde referentie in Xenophon te raadplegen voor een uitleg. Het beeld komt eerder voort uit de bekendheid van de auteur met een grotere conventie die koninklijke vorsten en hun militaire activiteiten associeert met het gedrag van vogels van prooi.
Koning als roofvogel in de Bijbel en wereld van de Bijbel
Jeremia 48:40 Want zie hij zal als een arend aan komen zweven en zijn vleugels over Moab uitspreiden Jeremia 49:22: "zie een arend stijgt op, komt hij aanzweven spreidt zijn vleugels uit over Bozra". Hettitische bronnen beelden koningen ook af als roofvogels. In de woorden van Collins, 'De leeuw en de adelaar inspireerden allebei ontzag en op maat gemaakte kracht, en dus op het menselijke niveau waren symbolen gereserveerd voor royalty's''. Zie ook Ezechiël 17:1-10 de twee arenden als symbool voor grootmachten.
Conclusie
Het beeld in 46.11 komt eerder voort uit Deutero-Jesaja's bekendheid met hoe koningen zichzelf voorstelden als vogels in de officiële literatuur. Net als het oude Nabije Oosten en Egyptisch koningen beschreven zichzelf als roofvogels, dus gebruikten die van Deutero-Jesaja dezelfde cache van beelden in zijn beschrijving van JHWH's dienaar, Cyrus. Voor het publiek van Jes. 46.11a, daarom is het: waarschijnlijk dat er geen dissonantie bestond tussen &y en ΙΠΗΙ? , omdat, in de geest van een oude inwoner van het Nabije Oosten, een koninklijke figuur zou kunnen zijn: zowel een koninklijke roofvogel als een man aangesteld voor een goddelijk doel
WAT IS ER MET DE LIJDEN DIENSTKNAAR GEBEURD? DE TARGUMISCHE lezing VAN Jesaja 52:13- 53:12
In Targum Jonathan naar Isa. 52:1353:12, wordt het bekende beeld van de lijdende dienaar getransformeerd in het beeld van een zegevierende Messias, met een buitengewone verschijning, die zijn volk uit slavernij verlost, de goddelozen straft en voorbede doet voor de zonden van het volk. Deze verregaande interpretatie heeft sommige geleerden ertoe gebracht het verleden om te veronderstellen dat de vertaling zoals we die nu hebben het resultaat is van joods-christelijke polemiek. In dit artikel zullen we de Hebreeuwse en de Aramese tekst vergelijken, en kijk hoe ze met elkaar in verband staan. Op basis daarvan bekijken we of het nodig is en houdbaar om te veronderstellen dat joods-christelijke polemiek de directe aanleiding is voor het heden vertaling
Conclusie Er zijn goede redenen om het hele idee van joods-christelijke polemiek als achtergrond voor de huidige versie te verwerpen
Deze gegevens doen veronderstellen dat de huidige versie stamt uit een spannende politieke periode, als bijvoorbeeld de tijd van de Bar Kochba opstand. 69 Wat de joden nodig hadden en verwachtten was een sterke held die hen zou bevrijden van de Romeinse onderdrukking, een strenge en rechtvaardige heerser die de rechtsorde zou herstellen, en een charismatisch religieus leider die de verloren schapen van Israël terug zou leiden naar de ware godsdienst. Een deel van de profetie in Jes. 52:13–53:12 bevestigde deze verwachtingen: ‘Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja ten hoogste verheven zijn’; ‘hij zal vele volken doen opspringen, om hem zullen koningen verstommen’; ‘want als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde’; ‘door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken’; ‘Daarom zal ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen.’
53:5 En hij zal de Tempel herbouwen die werd geschonden vanwege onze zonden; die werd overgeleverd vanwege onze overtredingen. En door zijn onderricht zal zijn vrede overvloedig over ons worden; en als we zijn woorden opvolgen zullen onze zonden ons vergeven worden.
Verstandig handelen Jesaja 52:13
הִנֵּ֥ה יַשְׂכִּ֖יל עַבְדִּ֑י יָר֧וּם וְנִשָּׂ֛א וְגָבַ֖הּ מְאֹֽד
Jozua verstandig handelen door het boek van thora te overdenken 1:8 לֹֽא־יָמ֡וּשׁ סֵפֶר֩ הַתֹּורָ֨ה הַזֶּ֜ה מִפִּ֗יךָ וְהָגִ֤יתָ בֹּו֙ יֹומָ֣ם וָלַ֔יְלָה לְמַ֨עַן֙ תִּשְׁמֹ֣ר לַעֲשֹׂ֔ות כְּכָל־הַכָּת֖וּב בֹּ֑ו כִּי־אָ֛ז תַּצְלִ֥יחַ אֶת־דְּרָכֶ֖ךָ וְאָ֥ז תַּשְׂכִּֽיל׃
De Knecht en de knechten
In Trito-Jesaja 56-66 komt eved alleen in meervoud voor: 56:6, 63:17, 65:8,9 en 13, 66:14). Het thema van de vraag naar nageslacht van de Knecht (Jesaja 53:10a en Jesaja 54:17b) wordt hier voortgezet en verder ontwikkeld. Beuken heeft aangetoond dat het zelfs een van de voornaamste thema's is van Trito-Jesaja. Citaat uit dissertatie van blz 100 J Ch Bastiaens "Interpretaties van Jesaja 53" zie ook blz 394 van deze dissertatie noot 52. zie de The main theme of Trito-Isaiah van w.a.m Beuken Jesaja 53:10 zra, zaad, nakomelingen zien...
THE MAIN THEME OF TRITO-ISAIAH 'THE SERVANTS OF YHWH' W.A.M. Beuken
We kunnen onze lezing van Isa kort samenvatten. 56.1-66.14. Het lijkt dat het thema van 'de dienaren van JHWH' in de laatste wordt geïntroduceerd hoofdstukken van DI (53.10; 54.17) enerzijds en programmatisch aangekondigd in de proloog van TI (56.6) daarentegen. In de volgende hoofdstukken wordt het zorgvuldig uitgewerkt. Er is geen doorgang, behalve 63.1-6, waarin het thema niet centraal staat, of de uitdrukking 'de dienaren van JHWH' zelf voorkomt. Het ontbreekt inderdaad in het grotere gedeelte van 56.9-62.12, maar hier hebben we: worden geconfronteerd met een bewuste aposiopese. Enkele termen in deze tekst complex dat nauw verbonden is met 'de bedienden', d.w.z. 'zaad' en 'gerechtigheid', bereid je voor op de vermelding van 'de dienaren' (63.17). De daadwerkelijke beslissing over hun lot, hun rechtvaardiging door JHWH, is gegeven in ch. 65
Een aposiopesis (van het oud- Grieks woord ἀποσιώπησις, stil worden), ook aposiopese, reticentie of verzwijging is het plotseling afbreken van een zin; een plotseling verzwijging het bewust afbreken van een zin nog voordat deze voltooid is.
Voorbeelden
Jesaja 65: 13 Daarom, zo zegt de Heere HEERE:
Zie, Mijn dienaren zullen eten,
maar ú zult hongerlijden.
Zie, Mijn dienaren zullen drinken,
maar ú zult dorst hebben.
Zie, Mijn dienaren zullen verblijd zijn,
maar ú zult beschaamd worden.
Jesaja 65:14 Zie, Mijn dienaren zullen juichen
vanwege een hart vol vreugde,
maar ú zult schreeuwen vanwege een hart vol leed,
en vanwege een gebroken geest zult u weeklagen.
Jesaja 53:10 en Leviticus 16
De uitspraak van ds. Marco Visser in een interview (5-2) in het RD aan de vooravond van zijn promotie om de knecht des HEEREN in Jesaja 53 niet te snel op de Messias toe te passen, roept vragen op bij menig RD lezer. Ook deze uitspraak vermenigvuldigt de vraagtekens bij een gemiddelde RD lezer: “Door Joden wordt de Knecht des Heeren gelezen als betrekking hebbend op het lijden van het volk Israël. Opvallend is dat het Nieuwe Testament heel terughoudend is om in Jesaja 53 Christus te lezen, behalve in de geschiedenis van de kamerling in Handelingen 8”. Vervolgens schrijft hij om het nog ingewikkelder te maken: ‘’Over de Knecht des Heeren in Jesaja zijn bibliotheken vol geschreven. Ik heb me daarom moeten beperken en de christologische lezing om die reden laten rusten. Maar het is zeker boeiend om daar een keer een vervolgstudie over te schrijven: hoe in het Nieuwe Testament zelf en de latere kerkelijke traditie deze Knecht des Heeren is uitgelegd.”
De lezer van het RD zal zich afvragen hoe het kan dat er zoveel geschreven is over de Knecht des HEEREN. Allereerst is daar de strijd tussen Joden en christenen. Dat levert de nodige boeken op want de Joden erkennen Christus niet als hun Messias dus lezen zij Jesaja 53 anders. Zij laten het slaan op het Joodse volk dat moest lijden. De moderne theologen zijn om andere redenen deze weg ingeslagen. Zij gaan er vanuit dat een tekst geen verdere duiding heeft dan die van de eigen tijd. Gaat een tekst zijn tijd te buiten dan is deze later ingevoegd. Een duiding van de knecht in Jesaja 53 kan dan het Joodse volk zijn. Bijvoorbeeld een bepaalde generatie die extra geboet heeft waardoor de volgende generatie daar van kan profiteren. Zo omarmen de moderne theologen de Joden.
Wie echter de Schrift als het Goddelijk Woord aanvaardt, zal hier tegen in kunnen brengen dat elk generatie boet voor eigen zonde volgens Jeremia: Jeremia 31:29-30: “ In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden van de kinderen zijn stomp geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid sterven. Ieder mens die onrijpe druiven eet – zijn tanden zullen stomp worden” En elk individu boet voor eigen zonde en onbekeerlijkheid zou houdt de HEERE Ezechiël voor (Ezechiël 3:16-21). Zie ook Ezechiël 18:20 waar staat: "De mens die zondigt, díe zal sterven. De zoon zal de ongerechtigheid van de vader niet dragen, en de vader zal de ongerechtigheid van de zoon niet dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal op hemzelf zijn, en de goddeloosheid van de goddeloze zal op hemzelf zijn".
Jesaja 53 begint eigenlijk bij Jesaja 52: 13 waar in de Septuaginta staat: ‘’Zie Mijn Knecht zal gehoorzamen, Hij zal verhoogd en zeer verheerlijkt (doxa) worden’’. Het woordje ‘zie’ laat all nadruk vallen op deze Knecht. Hij is heel anders dan de knecht Israel. Deze knecht is blind en ongehoorzaam (Jesaja 42:19). Vervolgens staat er dat Knecht verhoogd en zeer verheerlijkt zal worden. Dat gaat wel volgens Jesaja 53 langs een weg van plaatsvervangend lijden waarbij de Knecht in de ogen van de mensen al zijn heerlijkheid verliest (Hij had geen geslaagd uiterlijk noch eer volgens de Septuaginta in Jesaja 53:1b)
De begrippen ‘verhoogd worden’ en ‘verheerlijk worden’ uit Jesaja 52:13 komt men tegen in het evangelie van Johannes. Zo zegt Jezus in Johannes 12: 32 “En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken”. En in Johannes 17:1 lezen we: ”Dit sprak Jezus, en Hij sloeg Zijn ogen op naar de hemel en zei: Vader, het uur is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijkt”. Waar doelt Jezus anders op in Johannes 12:32 en Johannes 17:1 dan op de heerlijke vervulling van de belofte aan de gehoorzame Knecht uit Jesaja 52:13?
Interpreting the Lamb Imagery in Isaiah 53 JEREMY SCHIPPER schipper@ tem ple.edu Temple University, Philadelphia, PA 19122
Very few contemporary critical scholars use the Fassover lamb imagery in Exodus 12 to connect the lamb imagery in Isaiah 53 to Jesus. Nevertheless, one possible by-product of such ancient interpretative traditions is that scholars still compare the servant to an unblemished sacrificial animal. Contemporary scholars still routinely explain the lamb imagery in Isaiah 53 by referring to the ritual sacrifices in the Fentateuch, especially in Leviticus. In 1974, Walther Zimmerli argued that the so-called scapegoat ritual in Leviticus 16 helps explain the description of the servant as a lamb in Isaiah 53.7 According to Lev 16:21-22, during the scapegoat ritual the priest wifi lay his hands on the head of a live goat and “confess over ft all the iniquities of the people oflsrael, and all their transgressions, all their sins, putting them on the head of the goat, and sending it away into the wilderness. The goat shall bear [שא נ [on itself all their iniquities to a barren region; and the goat shall be set free in the wilderness.” Zimmerli saw several allusions to this scapegoat ritual in Isaiah 53. For example, V. 4 states that the servant “has borne [א ש נ [our infirmities and carried our diseases” and, according to V . “he bore [א ש נ [the sin of many” (cf. V. 11
Enough for what? Playacting Isaiah 53 in Lukas 22:35-38
Nog worden volbracht dat Hij met de misdadigers gerekend wordt...
The Septuagint Version of Isaiah 53 and the Early Christian Formula "He Was Delivered for Our Trespasses" Cilliers Breytenbach Berlin/Stellenbosch
Paradidoomi overgeleverd uit Jesaja 53:6 en 12 en Romeinen 4:25 allusie, toespeling op...
Abstract Did Isaiah 53 (LXX) and its παραδιδόναι-terminology influence the early Christian notion of Jesus being delivered "for our sins" (Rom 4:25 etc.)? And if so, is that to be understood as a specific Jewish backdrop for the interpretation of the death of Jesus? The way in which the Septuagint deviates from the Hebrew text suggests another view. To render various terms of his Vorlage the translator of the LXX made use of the widespread Greek notion of delivering somebody unto a hostile force. If early Christian explication of the death of Jesus drew on Isaiah 53, it was influenced by its Greek translation.
Isaiah Saw His GloryThe Use of Isaiah 52-53 in John 12 The influence of Isaiah on John's narrative and theology has long been recognized, but it has yet to receive monograph-length attention. This study is a beginning attempt to fill that void through an examination of the use of Isaiah in the crucial hinge of John's gospel - John 12:1-43. Beginning with a reading of Isaiah 40-55 illustrating a way in which early Christians may have read this important section of Scripture, the bulk of the study examines the pericopes in John 12:1-43, seeking to identify and interpret John's use of Isaiah 52-53. It is concluded that a reading of this well-known Isaianic text rooted within its broader context in Isaiah, together with the mediating influence of other texts - notably Isa 6:9-10 and Zech 9:9-10 - has fueled much Johannine theology, Christology, and ecclesiology. Moreover, mirroring the progression of Isa 52:7-53:1 in John 12 is the author's way of underlining Jesus' identity as the Servant of God and announcing that the second exodus prophesied by Isaiah is secured by the rejection (and death) of Jesus.
De knecht is uniek
Psalm 119 de dichter als knecht valt blijkt uit het slot van Psalm 119 ook Mozes als knecht (wie is er als Mozes) faalde.. Dus mens kan niet voldoen is de Bijbels-theologische lijn.
Straf en boete nooit voor een ander bij de profeten Ezechiël en Jeremia Zie J Gunning, de goddelijke vergelding dus Jesaja 53 zeer uniek... Ezechiël 18:20 Deze knecht is door zijn gerechtigheid niet alleen zichzelf zoals in Ezechiël 18 ten zegen maar ook anderen Hij zal velen rechtvaardig maken. Dit gaat niet automatisch men moet deze kennis wel aannemen vandaar de vraag in het begin Wie heeft onze prediking geloofd?
De arm van YHWH is hier niet gewone power maar geestelijke power.
Let op dragen in Jes. 53 komt ook voor in Jes. 46 waar God zijn volk draagt hier in Jes. 53 dieper: de knecht draagt de zonde.
Twee belangrijke knechten: Kores en de Knecht
Het welbehagen doen in Jesaja 40-55 Kores den de Knecht
Gezegd van Kores:
Jesaja 44:28 Hij is Mijn herder en hij zal al mijn welbehagen volbrengen וְכָל־חֶפְצִ֖י יַשְׁלִ֑ם
Jesaja 48:14: ''De HEERE heeft Kores lief, hij doet zijn welbehagen tegen Babel יְהוָ֣ה אֲהֵבֹ֔ו יַעֲשֶׂ֤ה חֶפְצֹו֙ בְּבָבֶ֔ל וּזְרֹעֹ֖ו כַּשְׂדִּֽים
Belofte van de HEERE om dit te doen: Jesaja 46:10d "Ik zal al mijn welbehagen doen" וְכָל־חֶפְצִ֖י אֶעֱשֶֽׂהdaarna volgt de tekst: "die een roofvogel roeptuit uit het oosten".
Van de Knecht
Jesaja 53:10d: ''en het welbehagen van de HEERE zal door zijn hand voorspoedig zijn" וְחֵ֥פֶץ יְהוָ֖ה בְּיָדֹ֥ו יִצְלָֽח
Voorspoedig zijn in Jesaja 40-55 Kores en de Knecht
Kores
Jesaja 48:15: Ook Ik heb hem geroepen. Ik zal heem doen komen, en zijn weg zal voorspoedig zijn וְהִצְלִ֥יחַ דַּרְכֹּֽו
De Knecht
Jesaja 53 ''en het welbehagen van de HEERE zal door zijn hand voorspoedig zijn" וְחֵ֥פֶץ יְהוָ֖ה בְּיָדֹ֥ו יִצְלָֽח
Cyrus, Yhwh's Bird of Prey (Isa. 46.11): Echoes of an Ancient Near Eastern Metaphor*
Samenvatting
In Jesaja 46.11 wordt Cyrus beschreven als een 'roofvogel' (BT), een aanduiding die een schijnbaar moeilijk vertaal- en interpretatieprobleem voor veel commentatoren. Over het algemeen zijn er twee oplossingen aangedragen: (1) sommigen, ontevreden over de schijnbaar onhandig parallellisme tussen 'een roofvogel' (βη #) en 'zijn man van het doel' (ΙΠΗΙ? 2ΓΚ), hun toevlucht hebben genomen tot speculatieve en twijfelachtige verbeteringen (emendaties); (2) andere commentatoren handhaven het MT en citeren als ondersteuning Xenophons beschrijving van een steenarend die diende als de vlag van Cyrus of die de metafoor accepteerde als een beeld van snelheid en wreedheid. De belangrijke rol die roofvogelbeelden spelen in de koninklijke propaganda van het oude Nabije Oosten en Egypte worden echter zelden overwogen. In dit artikel wordt voorgesteld dat het beeld van Cyrus als 'roofvogel' (Wu) niet vreemd, onhandig of behoeftig is van verbetering; het is ook niet nodig om de vaak geciteerde referentie in Xenophon te raadplegen voor een uitleg. Het beeld komt eerder voort uit de bekendheid van de auteur met een grotere conventie die koninklijke vorsten en hun militaire activiteiten associeert met het gedrag van vogels van prooi.
Koning als roofvogel in de Bijbel en wereld van de Bijbel
Jeremia 48:40 Want zie hij zal als een arend aan komen zweven en zijn vleugels over Moab uitspreiden Jeremia 49:22: "zie een arend stijgt op, komt hij aanzweven spreidt zijn vleugels uit over Bozra". Hettitische bronnen beelden koningen ook af als roofvogels. In de woorden van Collins, 'De leeuw en de adelaar inspireerden allebei ontzag en op maat gemaakte kracht, en dus op het menselijke niveau waren symbolen gereserveerd voor royalty's''. Zie ook Ezechiël 17:1-10 de twee arenden als symbool voor grootmachten.
Conclusie
Het beeld in 46.11 komt eerder voort uit Deutero-Jesaja's bekendheid met hoe koningen zichzelf voorstelden als vogels in de officiële literatuur. Net als het oude Nabije Oosten en Egyptisch koningen beschreven zichzelf als roofvogels, dus gebruikten die van Deutero-Jesaja dezelfde cache van beelden in zijn beschrijving van JHWH's dienaar, Cyrus. Voor het publiek van Jes. 46.11a, daarom is het: waarschijnlijk dat er geen dissonantie bestond tussen &y en ΙΠΗΙ? , omdat, in de geest van een oude inwoner van het Nabije Oosten, een koninklijke figuur zou kunnen zijn: zowel een koninklijke roofvogel als een man aangesteld voor een goddelijk doel
WAT IS ER MET DE LIJDEN DIENSTKNAAR GEBEURD? DE TARGUMISCHE lezing VAN Jesaja 52:13- 53:12
In Targum Jonathan naar Isa. 52:1353:12, wordt het bekende beeld van de lijdende dienaar getransformeerd in het beeld van een zegevierende Messias, met een buitengewone verschijning, die zijn volk uit slavernij verlost, de goddelozen straft en voorbede doet voor de zonden van het volk. Deze verregaande interpretatie heeft sommige geleerden ertoe gebracht het verleden om te veronderstellen dat de vertaling zoals we die nu hebben het resultaat is van joods-christelijke polemiek. In dit artikel zullen we de Hebreeuwse en de Aramese tekst vergelijken, en kijk hoe ze met elkaar in verband staan. Op basis daarvan bekijken we of het nodig is en houdbaar om te veronderstellen dat joods-christelijke polemiek de directe aanleiding is voor het heden vertaling
Conclusie Er zijn goede redenen om het hele idee van joods-christelijke polemiek als achtergrond voor de huidige versie te verwerpen
Deze gegevens doen veronderstellen dat de huidige versie stamt uit een spannende politieke periode, als bijvoorbeeld de tijd van de Bar Kochba opstand. 69 Wat de joden nodig hadden en verwachtten was een sterke held die hen zou bevrijden van de Romeinse onderdrukking, een strenge en rechtvaardige heerser die de rechtsorde zou herstellen, en een charismatisch religieus leider die de verloren schapen van Israël terug zou leiden naar de ware godsdienst. Een deel van de profetie in Jes. 52:13–53:12 bevestigde deze verwachtingen: ‘Zie, mijn knecht zal voorspoedig zijn, hij zal verhoogd, ja ten hoogste verheven zijn’; ‘hij zal vele volken doen opspringen, om hem zullen koningen verstommen’; ‘want als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde’; ‘door zijn kennis zal mijn knecht, de rechtvaardige, velen rechtvaardig maken’; ‘Daarom zal ik hem een deel geven onder velen en met machtigen zal hij de buit verdelen.’
53:5 En hij zal de Tempel herbouwen die werd geschonden vanwege onze zonden; die werd overgeleverd vanwege onze overtredingen. En door zijn onderricht zal zijn vrede overvloedig over ons worden; en als we zijn woorden opvolgen zullen onze zonden ons vergeven worden.
Verstandig handelen Jesaja 52:13
הִנֵּ֥ה יַשְׂכִּ֖יל עַבְדִּ֑י יָר֧וּם וְנִשָּׂ֛א וְגָבַ֖הּ מְאֹֽד
Jozua verstandig handelen door het boek van thora te overdenken 1:8 לֹֽא־יָמ֡וּשׁ סֵפֶר֩ הַתֹּורָ֨ה הַזֶּ֜ה מִפִּ֗יךָ וְהָגִ֤יתָ בֹּו֙ יֹומָ֣ם וָלַ֔יְלָה לְמַ֨עַן֙ תִּשְׁמֹ֣ר לַעֲשֹׂ֔ות כְּכָל־הַכָּת֖וּב בֹּ֑ו כִּי־אָ֛ז תַּצְלִ֥יחַ אֶת־דְּרָכֶ֖ךָ וְאָ֥ז תַּשְׂכִּֽיל׃
De Knecht en de knechten
In Trito-Jesaja 56-66 komt eved alleen in meervoud voor: 56:6, 63:17, 65:8,9 en 13, 66:14). Het thema van de vraag naar nageslacht van de Knecht (Jesaja 53:10a en Jesaja 54:17b) wordt hier voortgezet en verder ontwikkeld. Beuken heeft aangetoond dat het zelfs een van de voornaamste thema's is van Trito-Jesaja. Citaat uit dissertatie van blz 100 J Ch Bastiaens "Interpretaties van Jesaja 53" zie ook blz 394 van deze dissertatie noot 52. zie de The main theme of Trito-Isaiah van w.a.m Beuken Jesaja 53:10 zra, zaad, nakomelingen zien...
THE MAIN THEME OF TRITO-ISAIAH 'THE SERVANTS OF YHWH' W.A.M. Beuken
We kunnen onze lezing van Isa kort samenvatten. 56.1-66.14. Het lijkt dat het thema van 'de dienaren van JHWH' in de laatste wordt geïntroduceerd hoofdstukken van DI (53.10; 54.17) enerzijds en programmatisch aangekondigd in de proloog van TI (56.6) daarentegen. In de volgende hoofdstukken wordt het zorgvuldig uitgewerkt. Er is geen doorgang, behalve 63.1-6, waarin het thema niet centraal staat, of de uitdrukking 'de dienaren van JHWH' zelf voorkomt. Het ontbreekt inderdaad in het grotere gedeelte van 56.9-62.12, maar hier hebben we: worden geconfronteerd met een bewuste aposiopese. Enkele termen in deze tekst complex dat nauw verbonden is met 'de bedienden', d.w.z. 'zaad' en 'gerechtigheid', bereid je voor op de vermelding van 'de dienaren' (63.17). De daadwerkelijke beslissing over hun lot, hun rechtvaardiging door JHWH, is gegeven in ch. 65
Een aposiopesis (van het oud- Grieks woord ἀποσιώπησις, stil worden), ook aposiopese, reticentie of verzwijging is het plotseling afbreken van een zin; een plotseling verzwijging het bewust afbreken van een zin nog voordat deze voltooid is.
Voorbeelden
- Die politici, ik zou ze ...
Jesaja 65: 13 Daarom, zo zegt de Heere HEERE:
Zie, Mijn dienaren zullen eten,
maar ú zult hongerlijden.
Zie, Mijn dienaren zullen drinken,
maar ú zult dorst hebben.
Zie, Mijn dienaren zullen verblijd zijn,
maar ú zult beschaamd worden.
Jesaja 65:14 Zie, Mijn dienaren zullen juichen
vanwege een hart vol vreugde,
maar ú zult schreeuwen vanwege een hart vol leed,
en vanwege een gebroken geest zult u weeklagen.
Jesaja 53:10 en Leviticus 16