Jacobus roept op tot geduld
Jacobus de dienstknecht
De brief van Jacobus is een veel besproken brief. Zo is er geen consensus over welke Jacobus deze brief heeft geschreven. De beste kandidaten zijn Jacobus, de zoon van Zebedeus of Jakobus, de broer van Jezus zelf. Zou het de broer zijn van Jezus dan begint hij heel bescheiden: Jacobus, dienstknecht (doulos) van God en de Heere (Kurios) Jezus Christus en niet: Jacobus, de broer van Jezus.
Veel van de praktische richtlijnen van Jacobus zijn afkomstig uit de Bergrede en zijn dan van zijn Broeder naar het vlees maar Hij noemt Hem heel bescheiden Zijn Heere (Kurios). Kortom Jacobus geeft, wanneer we er vanuit gaan dat hij de broer van Jezus is, het goede voorbeeld. Hij kent zijn plaats. Hij start zijn brief meteen met het goede voorbeeld en dat voorbeeld werkt hij verder uit in zijn brief. Knechten (douloi) moet hun heren (kurioi) gehoorzamen en hun plaats weten.
Wees geduldig broeders...
In Jakobus 5:7-11 geeft hij instructies aan dienstknechten hoe zij moeten omgaan met hun heer (kurios). Hij begint in vers 7 met de oproep: 'Wees dus geduldig broeders...' Hier noemt hij de arme landarbeiders 'broeders'. Het woordje dus (oun) ziet op het voorafgaande waar Jacobus de rijken die hun dienstknechten uitbuiten onder handen heeft genomen: 'Zie Het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de oren van de Heere van de hemelse legermachten' (5:4). Wees daarom (oun) geduldig dienstknechten want God en de Heere (mijn oudste Broer) hoort jullie echt wel... Hij rekent met hen af!
Job als voorbeeld
Jacobus neemt Job als voorbeeld van verdraagzaamheid als hij schrijft (5:11):' Zie,wij prijzen hen gelukzalig die volharden (hupomenoo). U hebt gehoord van de volharding (hupomenoo) van Job, en u hebt de uitkomst (het slot) van de Heere (Kurios) gezien, dat de Heere (Kurios) vol ontferming is en barmhartig'. Het grondwoord voor volharden (HSV) is hupomenoo. Dit woord betekent letterlijk: onder (iets) blijven. Dus niet weglopen van de last die je moet dragen. Men kan hupomenoo vertalen met: volharden, volhouden, verdragen en blijven onder de last. Het gaat er Jacobus om dat men niet wegloopt voor deze situatie. Dat deed en kon Job ook niet. Al had Job het vaak knap lastig, hij hield zich desondanks vast aan Zijn Heere (Kurios). Dat moeten jullie ook doen want de Heere (Kurios) heeft de situatie van Job ook veranderd: 'u hebt de uitkomst (het slot) van de Heere (Kurios) gezien, dat de Heere (Kurios) vol ontferming is en barmhartig'.
De Heere (Kurios) grijpt echt een keer stevig in
Ook voor jullie komt het goed want de komst van de Heere (Kurios) is nabij (5:8b). De Rechter staat voor de deur (5:9b). Dat hoeft niet het wereldeinde en eindgericht te zijn. Hij staat voor de deur van de landheren. Dat was bij Job ook niet het geval maar de Heere (Kurios) kan wel oordelen en er voor zorgen dat de rijkdom van de rijken vergaat en zijn kleren door de motten worden gegeten (5:2). Hij is heel dichtbij. Hij staat al voor hun deur. Kortom, heb AUB vertrouwen in het beleid van de Heere (Kurios) beste dienstknechten. Dat heb ik ook daarom noem ik mij dienstknecht van de Heere (Kurios) en noem ik jullie mijn broeders. Ik sta niet boven maar naast jullie.
Jacobus stemt overeen met Paulus
Uit dit voorgaande blijkt dat Jacobus dezelfde richtlijnen aan dienstknechten geeft als Paulus die zegt (Efeze 6:5) 'Dienstknechten (slaven), wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer (kurios) naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart'. Op deze praktische manier laat de dienstknecht zijn goede werken zien en wordt zijn geloof sierlijk. Paulus en Jacobus houden dus allebei niet van een geloof zonder de werken.
Jacobus de dienstknecht
De brief van Jacobus is een veel besproken brief. Zo is er geen consensus over welke Jacobus deze brief heeft geschreven. De beste kandidaten zijn Jacobus, de zoon van Zebedeus of Jakobus, de broer van Jezus zelf. Zou het de broer zijn van Jezus dan begint hij heel bescheiden: Jacobus, dienstknecht (doulos) van God en de Heere (Kurios) Jezus Christus en niet: Jacobus, de broer van Jezus.
Veel van de praktische richtlijnen van Jacobus zijn afkomstig uit de Bergrede en zijn dan van zijn Broeder naar het vlees maar Hij noemt Hem heel bescheiden Zijn Heere (Kurios). Kortom Jacobus geeft, wanneer we er vanuit gaan dat hij de broer van Jezus is, het goede voorbeeld. Hij kent zijn plaats. Hij start zijn brief meteen met het goede voorbeeld en dat voorbeeld werkt hij verder uit in zijn brief. Knechten (douloi) moet hun heren (kurioi) gehoorzamen en hun plaats weten.
Wees geduldig broeders...
In Jakobus 5:7-11 geeft hij instructies aan dienstknechten hoe zij moeten omgaan met hun heer (kurios). Hij begint in vers 7 met de oproep: 'Wees dus geduldig broeders...' Hier noemt hij de arme landarbeiders 'broeders'. Het woordje dus (oun) ziet op het voorafgaande waar Jacobus de rijken die hun dienstknechten uitbuiten onder handen heeft genomen: 'Zie Het loon van de arbeiders die uw velden gemaaid hebben, dat door u achtergehouden is, schreeuwt tot God, en de jammerklachten van hen die geoogst hebben, zijn doorgedrongen tot de oren van de Heere van de hemelse legermachten' (5:4). Wees daarom (oun) geduldig dienstknechten want God en de Heere (mijn oudste Broer) hoort jullie echt wel... Hij rekent met hen af!
Job als voorbeeld
Jacobus neemt Job als voorbeeld van verdraagzaamheid als hij schrijft (5:11):' Zie,wij prijzen hen gelukzalig die volharden (hupomenoo). U hebt gehoord van de volharding (hupomenoo) van Job, en u hebt de uitkomst (het slot) van de Heere (Kurios) gezien, dat de Heere (Kurios) vol ontferming is en barmhartig'. Het grondwoord voor volharden (HSV) is hupomenoo. Dit woord betekent letterlijk: onder (iets) blijven. Dus niet weglopen van de last die je moet dragen. Men kan hupomenoo vertalen met: volharden, volhouden, verdragen en blijven onder de last. Het gaat er Jacobus om dat men niet wegloopt voor deze situatie. Dat deed en kon Job ook niet. Al had Job het vaak knap lastig, hij hield zich desondanks vast aan Zijn Heere (Kurios). Dat moeten jullie ook doen want de Heere (Kurios) heeft de situatie van Job ook veranderd: 'u hebt de uitkomst (het slot) van de Heere (Kurios) gezien, dat de Heere (Kurios) vol ontferming is en barmhartig'.
De Heere (Kurios) grijpt echt een keer stevig in
Ook voor jullie komt het goed want de komst van de Heere (Kurios) is nabij (5:8b). De Rechter staat voor de deur (5:9b). Dat hoeft niet het wereldeinde en eindgericht te zijn. Hij staat voor de deur van de landheren. Dat was bij Job ook niet het geval maar de Heere (Kurios) kan wel oordelen en er voor zorgen dat de rijkdom van de rijken vergaat en zijn kleren door de motten worden gegeten (5:2). Hij is heel dichtbij. Hij staat al voor hun deur. Kortom, heb AUB vertrouwen in het beleid van de Heere (Kurios) beste dienstknechten. Dat heb ik ook daarom noem ik mij dienstknecht van de Heere (Kurios) en noem ik jullie mijn broeders. Ik sta niet boven maar naast jullie.
Jacobus stemt overeen met Paulus
Uit dit voorgaande blijkt dat Jacobus dezelfde richtlijnen aan dienstknechten geeft als Paulus die zegt (Efeze 6:5) 'Dienstknechten (slaven), wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer (kurios) naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart'. Op deze praktische manier laat de dienstknecht zijn goede werken zien en wordt zijn geloof sierlijk. Paulus en Jacobus houden dus allebei niet van een geloof zonder de werken.