De instructies in het praesens in 1 Timotheus 4:1-22.
Inleiding
In dit hoofdstuk geeft Paulus praktische instructies aan Timotheus die leider is van de gemeente in Efeze (1 Timotheus 1:3). In vers 1 en 2 waarschuwt Paulus Timotheus dat er (wellicht spoedig) gemeenteleden zullen zijn die afvallig zullen worden. Dit komt omdat zij zich wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen. In vers 3-5 wordt uitgelegd wat deze misleidende leer inhoudt en waarom deze leer niet klopt. Gods schepping, waaronder het voedsel en het huwelijk valt, mag niet in een kwaad daglicht komen te staan, waarschuwt Paulus Timotheus. Deze scheppingsgaven mag men onder dankzegging gebruiken volgens Paulus. Om die reden staat in vers 6 en 7 staat dat Timotheus als een goed dienaar van Christus de gemeente dit dient voor te houden.
De instructies vanuit de grondtekst bekeken
Na deze korte inleiding gaan we de grondtekst bekijken. We letten daarbij vooral op de werkwoordvorm van de instructies die Paulus geeft aan Timotheus. Deze blijkt keer op keer in de praesens te staan. Het gaat dus telkens om doorgaande handelingen... Timotheus moet dus constant alert zijn anders worden hij en de broeders van de gemeente door de dwaalleer verleid.
Oefen uzelf (keer op keer) in de godsvrucht
In vers 6a staat: 'Als u de broeders deze dingen voorhoudt...'. Het werkwoord 'voorhouden' staat in het participium van het praesens. Deze praesens geeft een doorgaande handeling aan. Dus: 'Als u de broeders (telkens) deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus zijn'
Paulus houdt in vers 6b Timotheus voor dat hij de broeders dient te voeden (ook hier staat er een participium in het praesens) in de woorden van het geloof en door de goede leer die hij zelf ook heeft nagevolgd (perfectum). Vervolgens volgt er in vers 7b weer een in instructie in de imperatief van het praesens. We vertalen de doorgaande handeling als volgt: 'Maar verwerp (keer op keer) de onheilige en onzinnige verzinsels...'.
In vers 7b staat vervolgens wat hij nog meer moet doen: 'Oefen uzelf in de godsvrucht'. Ook deze opdracht staat in de imperatief van het praesens'. We vertalen de doorgaande handeling als volgt: Oefen u (keer op keer) in de godsvrucht'.
Wees zelf (keer op keer) een voorbeeld
In vers 10 staat: 'Want daarvoor spannen wij ons in en worden wij gesmaad'. Paulus zegt: wij. Hij laat zien dat Timotheus niet alleen staat. Ook hier staan de werkwoorden in het praesens, wat ziet op een doorgaande handeling: 'Want daarvoor spannen wij ons (keer op keer) in en worden wij (keer op keer) gesmaad'.
In vers 11 staat: 'Beveel deze dingen en leer ze'. Ook deze twee instructies staan in de imperatief van het praesens. Dus: 'Beveel deze dingen (keer op keer) en leer ze (keer op keer)'.
In vers 12b staat: 'Maar wees (zelf) een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in de geest, in geloof en reinheid'. De instructie 'maar wees...' staat in de imperatief van het praesens, wat eveneens ziet op een doorgaande handeling: Dus: 'wees (keer op keer) een voorbeeld voor de gelovigen...'.
Want dat (keer op keer) doende
In vers 13 staat dat hij bezig moet blijven met lezen, met vermanen, met onderwijzen, tot dat ik (Paulus) kom. Ook deze werkwoorden staan in de imperatief van het praesens. De HSV heeft deze doorgaande handelingen goed weergegeven door te vertalen: 'Blijf BEZIG met... , totdat ik kom'.
Dan volgt er nog een aantal instructies in de imperatief van het praesens. Vers 15: 'Overdenk deze dingen (keer op keer). Vers 16: 'Geef (keer op keer) acht op uzelf...' 'Volhard daar (telkens) in.' En dan volgt er tweemaal een participium van het praesens: 'Want dat (keer op keer) doende, zult u zowel uzelf behouden als hen die u (keer op keer) horen'.
Conclusie
Uit deze studie blijkt dat Paulus Timotheus instructies geeft die vragen om een doorgaande handeling. Om die reden gebruikt hij steeds de praesens. In vers 13 geef de HSV uitstekend de kern weer van de vele instructies: 'Blijf BEZIG met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen, totdat ik kom'. De gemeente heeft voortdurend onderwijs nodig anders dreigen veel broeders afvallig te worden. Timotheus moet telkens Gods Woord present stellen: 'Blijf bezig met...'.
Korte instructies in de aoristus in 2 Timotheus 2:4
Het is goed om te kijken of het ook anders kan. In 2 Timotheus 4:2 staat: 'Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht'. We zouden verwachten dan alle deze instructies ook in de imperatief van het praesens staan. Dat is echter niet het geval. Deze instructies staan in de imperatief van de aoristus. Moeten we nu concluderen dat er geen verschil is tussen de imperatief in het praesens en de imperatief in de aoristus? Dat is niet aannemelijk want als er echt geen verschil zou zijn waarom zou men dan deze beide vormen van de imperatief aanhouden als ze precies dezelfde functie hebben? Dat vergt veel onnodige inspanning. Er is hier wat anders aan de hand. We moeten bij dit vers de context betrekken.
We lezen in 2 Timotheus 4:6-7 de verzen die volgens op 2 Timotheus 4:2 : 'Ik word immers reeds als een plengoffer uitgegoten en het tijdstip van heengaan is aanstaande. Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden'. Kortom Paulus schrijft deze brief aan Timotheus in alle haast. Hij geeft snel een hoop instructies. Om die reden volgen er nu korte instructies die om een snelle afronding vragen en daar leent de aoristus zich voor. Er staat kort en bondig: 'Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht' Het waarom van deze korte instructies is duidelijk (4:3): 'Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen...'. Uitgebreide instructies heeft Timotheus al eerder gehad. Er volgt nu slechts een snelle opsomming in de aoristus.
Inleiding
In dit hoofdstuk geeft Paulus praktische instructies aan Timotheus die leider is van de gemeente in Efeze (1 Timotheus 1:3). In vers 1 en 2 waarschuwt Paulus Timotheus dat er (wellicht spoedig) gemeenteleden zullen zijn die afvallig zullen worden. Dit komt omdat zij zich wenden tot misleidende geesten en leringen van demonen. In vers 3-5 wordt uitgelegd wat deze misleidende leer inhoudt en waarom deze leer niet klopt. Gods schepping, waaronder het voedsel en het huwelijk valt, mag niet in een kwaad daglicht komen te staan, waarschuwt Paulus Timotheus. Deze scheppingsgaven mag men onder dankzegging gebruiken volgens Paulus. Om die reden staat in vers 6 en 7 staat dat Timotheus als een goed dienaar van Christus de gemeente dit dient voor te houden.
De instructies vanuit de grondtekst bekeken
Na deze korte inleiding gaan we de grondtekst bekijken. We letten daarbij vooral op de werkwoordvorm van de instructies die Paulus geeft aan Timotheus. Deze blijkt keer op keer in de praesens te staan. Het gaat dus telkens om doorgaande handelingen... Timotheus moet dus constant alert zijn anders worden hij en de broeders van de gemeente door de dwaalleer verleid.
Oefen uzelf (keer op keer) in de godsvrucht
In vers 6a staat: 'Als u de broeders deze dingen voorhoudt...'. Het werkwoord 'voorhouden' staat in het participium van het praesens. Deze praesens geeft een doorgaande handeling aan. Dus: 'Als u de broeders (telkens) deze dingen voorhoudt, zult u een goed dienaar van Jezus zijn'
Paulus houdt in vers 6b Timotheus voor dat hij de broeders dient te voeden (ook hier staat er een participium in het praesens) in de woorden van het geloof en door de goede leer die hij zelf ook heeft nagevolgd (perfectum). Vervolgens volgt er in vers 7b weer een in instructie in de imperatief van het praesens. We vertalen de doorgaande handeling als volgt: 'Maar verwerp (keer op keer) de onheilige en onzinnige verzinsels...'.
In vers 7b staat vervolgens wat hij nog meer moet doen: 'Oefen uzelf in de godsvrucht'. Ook deze opdracht staat in de imperatief van het praesens'. We vertalen de doorgaande handeling als volgt: Oefen u (keer op keer) in de godsvrucht'.
Wees zelf (keer op keer) een voorbeeld
In vers 10 staat: 'Want daarvoor spannen wij ons in en worden wij gesmaad'. Paulus zegt: wij. Hij laat zien dat Timotheus niet alleen staat. Ook hier staan de werkwoorden in het praesens, wat ziet op een doorgaande handeling: 'Want daarvoor spannen wij ons (keer op keer) in en worden wij (keer op keer) gesmaad'.
In vers 11 staat: 'Beveel deze dingen en leer ze'. Ook deze twee instructies staan in de imperatief van het praesens. Dus: 'Beveel deze dingen (keer op keer) en leer ze (keer op keer)'.
In vers 12b staat: 'Maar wees (zelf) een voorbeeld voor de gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in de geest, in geloof en reinheid'. De instructie 'maar wees...' staat in de imperatief van het praesens, wat eveneens ziet op een doorgaande handeling: Dus: 'wees (keer op keer) een voorbeeld voor de gelovigen...'.
Want dat (keer op keer) doende
In vers 13 staat dat hij bezig moet blijven met lezen, met vermanen, met onderwijzen, tot dat ik (Paulus) kom. Ook deze werkwoorden staan in de imperatief van het praesens. De HSV heeft deze doorgaande handelingen goed weergegeven door te vertalen: 'Blijf BEZIG met... , totdat ik kom'.
Dan volgt er nog een aantal instructies in de imperatief van het praesens. Vers 15: 'Overdenk deze dingen (keer op keer). Vers 16: 'Geef (keer op keer) acht op uzelf...' 'Volhard daar (telkens) in.' En dan volgt er tweemaal een participium van het praesens: 'Want dat (keer op keer) doende, zult u zowel uzelf behouden als hen die u (keer op keer) horen'.
Conclusie
Uit deze studie blijkt dat Paulus Timotheus instructies geeft die vragen om een doorgaande handeling. Om die reden gebruikt hij steeds de praesens. In vers 13 geef de HSV uitstekend de kern weer van de vele instructies: 'Blijf BEZIG met het voorlezen, met het vermanen, met het onderwijzen, totdat ik kom'. De gemeente heeft voortdurend onderwijs nodig anders dreigen veel broeders afvallig te worden. Timotheus moet telkens Gods Woord present stellen: 'Blijf bezig met...'.
Korte instructies in de aoristus in 2 Timotheus 2:4
Het is goed om te kijken of het ook anders kan. In 2 Timotheus 4:2 staat: 'Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht'. We zouden verwachten dan alle deze instructies ook in de imperatief van het praesens staan. Dat is echter niet het geval. Deze instructies staan in de imperatief van de aoristus. Moeten we nu concluderen dat er geen verschil is tussen de imperatief in het praesens en de imperatief in de aoristus? Dat is niet aannemelijk want als er echt geen verschil zou zijn waarom zou men dan deze beide vormen van de imperatief aanhouden als ze precies dezelfde functie hebben? Dat vergt veel onnodige inspanning. Er is hier wat anders aan de hand. We moeten bij dit vers de context betrekken.
We lezen in 2 Timotheus 4:6-7 de verzen die volgens op 2 Timotheus 4:2 : 'Ik word immers reeds als een plengoffer uitgegoten en het tijdstip van heengaan is aanstaande. Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden'. Kortom Paulus schrijft deze brief aan Timotheus in alle haast. Hij geeft snel een hoop instructies. Om die reden volgen er nu korte instructies die om een snelle afronding vragen en daar leent de aoristus zich voor. Er staat kort en bondig: 'Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht' Het waarom van deze korte instructies is duidelijk (4:3): 'Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen...'. Uitgebreide instructies heeft Timotheus al eerder gehad. Er volgt nu slechts een snelle opsomming in de aoristus.