Opium van het volk
Opium van het volk of voor het volk
Er wordt weleens gesteld dat Marx religie een opium voor het volk noemde. Dan zouden de leiders het volk zoethouden met de religie. Dit heeft Marx echter niet gezegd. Marx zag religie als opium van het volk. De religie bood de arbeiders een uitzicht in hun droevige bestaan. De arbeiders troostten zichzelf met de religie.
Waarom Marx deze uitspraak bezigde
Marx zag hoe de arbeiders die hij het proletariaat noemde (proles betekent in het Latijn 'nakomeling' Het enige bezit dat een arbeider had was zijn kinderen) werden uitgebuit door de burgers die natuur en vooral kapitaal (machines en fabrieken) hadden. Arbeiders moesten heel lang en heel hard werken voor heel weinig. Het werk wat zij deden was bovendien eenzijdig. Kortom men kon nauwelijks van de gedane arbeid genieten. Volgens Marx troostten de arbeiders zich om die reden met religie. De religie, van welke aard dan ook belooft doorgaans dat eens alles beter zal worden.
Marx kon zich niet vinden in deze gedachte. Dit heeft een achtergrond. Marx die promoveerde op Democritus en Epicurus geloofde niet in een hiernamaals. Hij meende net als Democritus dat alles uit materie (atomen) bestaat en net als Epicurus geloofde hij dat dood, dood is. In dat geval is religie slechts een opium van het volk. Wil men de arbeider helpen dan moet hun lot op aarde verbeterd worden want er is geen hiernamaals.
Niet bij brood alleen
Marx had niet veel op met religie en zeker niet met het christendom. Zijn vader die van Joodse afkomst was, was Luthers geworden omdat hij als Jood geen werk kon vinden in de juridische sfeer. De vader van Marx studeerde namelijk af in de rechten. Zijn vader ging wel naar de kerk maar hield ook vast aan de moderne filosofie. Hij was dus een modern christen. Marx heeft om die reden nooit geleerd dat een mens niet leeft bij brood alleen. Een mens heeft het echte Brood nodig, Jezus. Tegelijkertijd heeft Marx wel een pijnpunt aangewezen. De arbeider is volgens de Bijbel zijn loon waard. Het onze vader leert ons bidden: 'geef ons (arbeider en baas) heden ons (arbeider en baas) dagelijks brood'.
Opium van het volk of voor het volk
Er wordt weleens gesteld dat Marx religie een opium voor het volk noemde. Dan zouden de leiders het volk zoethouden met de religie. Dit heeft Marx echter niet gezegd. Marx zag religie als opium van het volk. De religie bood de arbeiders een uitzicht in hun droevige bestaan. De arbeiders troostten zichzelf met de religie.
Waarom Marx deze uitspraak bezigde
Marx zag hoe de arbeiders die hij het proletariaat noemde (proles betekent in het Latijn 'nakomeling' Het enige bezit dat een arbeider had was zijn kinderen) werden uitgebuit door de burgers die natuur en vooral kapitaal (machines en fabrieken) hadden. Arbeiders moesten heel lang en heel hard werken voor heel weinig. Het werk wat zij deden was bovendien eenzijdig. Kortom men kon nauwelijks van de gedane arbeid genieten. Volgens Marx troostten de arbeiders zich om die reden met religie. De religie, van welke aard dan ook belooft doorgaans dat eens alles beter zal worden.
Marx kon zich niet vinden in deze gedachte. Dit heeft een achtergrond. Marx die promoveerde op Democritus en Epicurus geloofde niet in een hiernamaals. Hij meende net als Democritus dat alles uit materie (atomen) bestaat en net als Epicurus geloofde hij dat dood, dood is. In dat geval is religie slechts een opium van het volk. Wil men de arbeider helpen dan moet hun lot op aarde verbeterd worden want er is geen hiernamaals.
Niet bij brood alleen
Marx had niet veel op met religie en zeker niet met het christendom. Zijn vader die van Joodse afkomst was, was Luthers geworden omdat hij als Jood geen werk kon vinden in de juridische sfeer. De vader van Marx studeerde namelijk af in de rechten. Zijn vader ging wel naar de kerk maar hield ook vast aan de moderne filosofie. Hij was dus een modern christen. Marx heeft om die reden nooit geleerd dat een mens niet leeft bij brood alleen. Een mens heeft het echte Brood nodig, Jezus. Tegelijkertijd heeft Marx wel een pijnpunt aangewezen. De arbeider is volgens de Bijbel zijn loon waard. Het onze vader leert ons bidden: 'geef ons (arbeider en baas) heden ons (arbeider en baas) dagelijks brood'.