Barth (1886-1968)
1. Wie Barth was
Zijn verandering
Barth was aanvankelijk een liberaal theoloog en hield zich bezig met het koninkrijk op aarde gestalte te geven maar tijdens de eerste wereldoorlog raakte hij zijn vertrouwen in de mensheid kwijt. 'De tanks van Verdun hebben mijn theologie stuk geschoten', zo stelde hij. Net als bij Luther sloeg de bliksem in in zijn leven. Barth ging studeren in Gods woord. Barth is vervolgens de grondlegger van de zogenoemde dialectische theologie geworden. Dialectiek wil zeggen dat er een grote tegenstalling bestaat tussen God en de mens. Bart stelde vast dat God geheel anders is dan de mens. Daarom zijn er geen aanknopingspunten bij de mens. Maar hoe kan de mens God leren kennen? Daar vond Barth antwoord op in de brief aan de Romeinen in 1921. Net als voor Luther was ook voor Barth de brief aan de Romeinen het antwoord op zijn vragen.
Jezus is de kern van zijn leer
Kenmerkend voor zijn theologie is de uitdrukking: Senkrecht von Oben (loodrecht/rechtstreeks van Boven). God openbaart zich loodrecht van boven, er komt niets van de mens bij en alleen in die openbaring is God te ontmoeten. Centraal in deze openbaring staat Jezus Christus. In Hem openbaart God zich en in niets en niemand anders. Daarbij kan alleen de Bijbel de bron van de Godskennis zijn. Hij wijst alle andere wegen van Godskennis af. Dat zijn menselijke pogingen. Die zijn volgens hem vormen van natuurlijke theologie en die verwerpt hij ten enenmale. Ook belangrijk is dat in zijn theologie geen enkele menselijke capaciteit een rol speelt in het verkrijgen van Godskennis. Alles wat een mens over God te weten komt, is door het woord.
Zijn visie op religie
Een ander belangrijk element in de theologie van Barth is het onderscheid tussen religie en geloof. Religie verstaat Barth als activiteit van de mens om een relatie met God aan te gaan. Geloof echter is wat de openbaring van God in een mens bewerkt. Daarmee is religie een negatief gekleurd begrip voor Barth. Hij bestempelt veel binnen het christendom als religie.
Zijn visie op wet en evangelie en de schepping
Barth leerde dat het evangelie is en wet. Het evangelie en heil in Christus gaat voorop en is zelfs de dragende grond van de schepping (zie www.karlbarth.nl/evangelie-en-wet/ en: www.karlbarth.nl/kopmels-heeft-de-schepping-toekomst/)
Zijn visie op het woord
Barth stelde Jezus als het vleesgeworden Woord centraal. Hij is de kern van de openbaring van God aan de mens. Het werk van de Heilige Geest kreeg bij Barth nauwelijks plaats. Barth stond de Schriftkritiek toe en het ontkennen van de historiciteit van de Schrift.
2. Een beoordeling van Barth
Jezus als centrum
Net als bij Luther staat bij Barth Christus centraal. Luther stelde Christus echter centraal vanuit de vraag: hoe krijg ik als zondaar een genadig God? God kan alleen omgaan met de zondaar die gelooft in Jezus, ontdekte Luther. Dat geloof wil God door Zijn woord werken in de harten van gevallen zondaren. Barth echter had een andere vraag. Hij zag God als geheel anders dan de mens. Hoe kan de mens zo' n God leren kennen? De filosoof Kant had al gezegd dat God wel te denken valt maar niet te kennen via de rede. Barth denkt na over de breuk die Kant sloeg tussen onze wereld en die van God. Die laatste valt niet te kennen, volgens Kant. Kortom: hoe kan de mens God leren kennen daar God zo geheel anders is? Dat was de vraag van Barth. Wie lijkt eigenlijk op Hem zodat we een aanknopingspunt hebben? Geen sterveling toch!! Het antwoord is Jezus, ontdekte Barth. Dat antwoord vraagt om geloof. Helaas staat bij Barth niet een vertoornd God centraal, die toornt over de zonde van mens centraal. Een God die in Christus Zijn hand uitsteekt naar gevallen zondaren om het weer met hen goed te maken tussen hen en Hem. Hier staat centraal hoe men God die geheel anders is dan de mens kan leren kennen. Barth lost het probleem van Kant op namelijk dat wij God via het vleesgeworden Woord kunnen leren kennen.
Zijn visie op geloofservaring
Barth moest niets hebben van religie en dus van de menselijke betrokkenheid op God. Dat is een goede zaak echter Gods Geest werkt wel uit dat zondaren betrokken raken op God en Zijn woord. Barth gooide met het badwater van de religie het bevindelijke kind weg. Bij Barth raakt God de mens aan in Christus maar er vindt geen echte ontmoeting plaats. Barth was bang voor de menselijke ervaring maar openbaring zonder ervaring is geen openbaring. Barth gaf zelf toe dat in zijn theologie de Heilige Geest er bekaaid vanaf kwam.
Zijn visie op wet en evangelie
In de theologie van Luther gaat het om wet en evangelie. De wet stelt de zondaar schuldig en het evangelie spreekt de schuldige zondaar vrij. Bij Barth is het alles evangelie wat de klok slaat. Het evangelie krijgt echter niet de diepte als bij Luther. Barth plaatst het evangelie voor de wet. Christus staat centraal en is zelfs de grond van Gods schepping. De zondaar wordt reeds vrijgesproken voordat hij zijn vonnis leert aanvaarden.
Zijn visie op het woord
Barth stond de hevige en stevige Schriftkritiek van zijn dagen toe. Het ging hem om Gods openbaring in Jezus. Die hield hij overeind. De kern van de Schrift is het vleesgeworden Woord. Barth lijkt Luther te volgen in zijn kritiek op de Schrift maar Barth ging veel verder. Luther had slechts zijn bedenkingen bij bepaalde Schriftgedeelten. Het boek Esther noemde hij een Joods geschrift. Met de brief aan Jacobus wilde hij de kachel wel aanmaken. Die boeken hadden bij Luther minder gezag. Bij Luther ging het om Christus en die vond hij niet terug in die boeken. Luther stelde echter niet de historiciteit van de Schrift in het geding. Hij geloofde dat Jona in de vis was geweest en dat hij dat avontuur had overleefd door Gods genade. De Schriftkritiek in de dagen van Barth ontkende dat Jona dit avontuur had overleefd en geloofde ook niet dat hij in de vis was geweest. Barth aanvaardde die Schriftkritiek. Luther had dus zijn kritiek op Schriftgedeelten maar hij boog voor de autoriteit van Gods Woord. Bij God is geen ding onmogelijk (zie dr. W. J. Kooiman 'Luther en de Bijbel' p. 126-134).
Slotconclusie
Barth zijn theologie is op veel punten geheel anders dan die van Luther. Reeds genoemd zijn: de ervaring die Gods Woord te weeg brengt in het hart van een zondaar namelijk de beleving van zonde en schuld en de beleving van de genade. Maar ook de historicitiet van het woord. Kortom de handen van Barth lijken op die van Luther maar de stem is van Barth zelf.
1. Wie Barth was
Zijn verandering
Barth was aanvankelijk een liberaal theoloog en hield zich bezig met het koninkrijk op aarde gestalte te geven maar tijdens de eerste wereldoorlog raakte hij zijn vertrouwen in de mensheid kwijt. 'De tanks van Verdun hebben mijn theologie stuk geschoten', zo stelde hij. Net als bij Luther sloeg de bliksem in in zijn leven. Barth ging studeren in Gods woord. Barth is vervolgens de grondlegger van de zogenoemde dialectische theologie geworden. Dialectiek wil zeggen dat er een grote tegenstalling bestaat tussen God en de mens. Bart stelde vast dat God geheel anders is dan de mens. Daarom zijn er geen aanknopingspunten bij de mens. Maar hoe kan de mens God leren kennen? Daar vond Barth antwoord op in de brief aan de Romeinen in 1921. Net als voor Luther was ook voor Barth de brief aan de Romeinen het antwoord op zijn vragen.
Jezus is de kern van zijn leer
Kenmerkend voor zijn theologie is de uitdrukking: Senkrecht von Oben (loodrecht/rechtstreeks van Boven). God openbaart zich loodrecht van boven, er komt niets van de mens bij en alleen in die openbaring is God te ontmoeten. Centraal in deze openbaring staat Jezus Christus. In Hem openbaart God zich en in niets en niemand anders. Daarbij kan alleen de Bijbel de bron van de Godskennis zijn. Hij wijst alle andere wegen van Godskennis af. Dat zijn menselijke pogingen. Die zijn volgens hem vormen van natuurlijke theologie en die verwerpt hij ten enenmale. Ook belangrijk is dat in zijn theologie geen enkele menselijke capaciteit een rol speelt in het verkrijgen van Godskennis. Alles wat een mens over God te weten komt, is door het woord.
Zijn visie op religie
Een ander belangrijk element in de theologie van Barth is het onderscheid tussen religie en geloof. Religie verstaat Barth als activiteit van de mens om een relatie met God aan te gaan. Geloof echter is wat de openbaring van God in een mens bewerkt. Daarmee is religie een negatief gekleurd begrip voor Barth. Hij bestempelt veel binnen het christendom als religie.
Zijn visie op wet en evangelie en de schepping
Barth leerde dat het evangelie is en wet. Het evangelie en heil in Christus gaat voorop en is zelfs de dragende grond van de schepping (zie www.karlbarth.nl/evangelie-en-wet/ en: www.karlbarth.nl/kopmels-heeft-de-schepping-toekomst/)
Zijn visie op het woord
Barth stelde Jezus als het vleesgeworden Woord centraal. Hij is de kern van de openbaring van God aan de mens. Het werk van de Heilige Geest kreeg bij Barth nauwelijks plaats. Barth stond de Schriftkritiek toe en het ontkennen van de historiciteit van de Schrift.
2. Een beoordeling van Barth
Jezus als centrum
Net als bij Luther staat bij Barth Christus centraal. Luther stelde Christus echter centraal vanuit de vraag: hoe krijg ik als zondaar een genadig God? God kan alleen omgaan met de zondaar die gelooft in Jezus, ontdekte Luther. Dat geloof wil God door Zijn woord werken in de harten van gevallen zondaren. Barth echter had een andere vraag. Hij zag God als geheel anders dan de mens. Hoe kan de mens zo' n God leren kennen? De filosoof Kant had al gezegd dat God wel te denken valt maar niet te kennen via de rede. Barth denkt na over de breuk die Kant sloeg tussen onze wereld en die van God. Die laatste valt niet te kennen, volgens Kant. Kortom: hoe kan de mens God leren kennen daar God zo geheel anders is? Dat was de vraag van Barth. Wie lijkt eigenlijk op Hem zodat we een aanknopingspunt hebben? Geen sterveling toch!! Het antwoord is Jezus, ontdekte Barth. Dat antwoord vraagt om geloof. Helaas staat bij Barth niet een vertoornd God centraal, die toornt over de zonde van mens centraal. Een God die in Christus Zijn hand uitsteekt naar gevallen zondaren om het weer met hen goed te maken tussen hen en Hem. Hier staat centraal hoe men God die geheel anders is dan de mens kan leren kennen. Barth lost het probleem van Kant op namelijk dat wij God via het vleesgeworden Woord kunnen leren kennen.
Zijn visie op geloofservaring
Barth moest niets hebben van religie en dus van de menselijke betrokkenheid op God. Dat is een goede zaak echter Gods Geest werkt wel uit dat zondaren betrokken raken op God en Zijn woord. Barth gooide met het badwater van de religie het bevindelijke kind weg. Bij Barth raakt God de mens aan in Christus maar er vindt geen echte ontmoeting plaats. Barth was bang voor de menselijke ervaring maar openbaring zonder ervaring is geen openbaring. Barth gaf zelf toe dat in zijn theologie de Heilige Geest er bekaaid vanaf kwam.
Zijn visie op wet en evangelie
In de theologie van Luther gaat het om wet en evangelie. De wet stelt de zondaar schuldig en het evangelie spreekt de schuldige zondaar vrij. Bij Barth is het alles evangelie wat de klok slaat. Het evangelie krijgt echter niet de diepte als bij Luther. Barth plaatst het evangelie voor de wet. Christus staat centraal en is zelfs de grond van Gods schepping. De zondaar wordt reeds vrijgesproken voordat hij zijn vonnis leert aanvaarden.
Zijn visie op het woord
Barth stond de hevige en stevige Schriftkritiek van zijn dagen toe. Het ging hem om Gods openbaring in Jezus. Die hield hij overeind. De kern van de Schrift is het vleesgeworden Woord. Barth lijkt Luther te volgen in zijn kritiek op de Schrift maar Barth ging veel verder. Luther had slechts zijn bedenkingen bij bepaalde Schriftgedeelten. Het boek Esther noemde hij een Joods geschrift. Met de brief aan Jacobus wilde hij de kachel wel aanmaken. Die boeken hadden bij Luther minder gezag. Bij Luther ging het om Christus en die vond hij niet terug in die boeken. Luther stelde echter niet de historiciteit van de Schrift in het geding. Hij geloofde dat Jona in de vis was geweest en dat hij dat avontuur had overleefd door Gods genade. De Schriftkritiek in de dagen van Barth ontkende dat Jona dit avontuur had overleefd en geloofde ook niet dat hij in de vis was geweest. Barth aanvaardde die Schriftkritiek. Luther had dus zijn kritiek op Schriftgedeelten maar hij boog voor de autoriteit van Gods Woord. Bij God is geen ding onmogelijk (zie dr. W. J. Kooiman 'Luther en de Bijbel' p. 126-134).
Slotconclusie
Barth zijn theologie is op veel punten geheel anders dan die van Luther. Reeds genoemd zijn: de ervaring die Gods Woord te weeg brengt in het hart van een zondaar namelijk de beleving van zonde en schuld en de beleving van de genade. Maar ook de historicitiet van het woord. Kortom de handen van Barth lijken op die van Luther maar de stem is van Barth zelf.