Erik H. Erikson
De jonge Luther (1958)
De kern van dit boek
Erikson (1902-1994) was een bekend ontwikkelingspsycholoog en vanuit die invalshoek bekijkt hij in dit boek Luther. Erikson tekent Luther als een man die een identiteitsprobleem had. Zijn vader Hans was ambitieus en wilde dat Luther rechten studeerde want dat levert een goede baan op. Zelf had Hans Luder, zo heette hij eerst later Luther, zich van boer opgewerkt tot mijnwerker die ook aandelen verwierf. Luther kwam deze crisis, die zijn ambitieuze vader veroorzaakte, te boven door het geloof in Jezus, meent Erikson. Zo kreeg Luther een nieuwe identiteit, volgens Erikson (p. 235). Erikson laat terloops zien dat Luther voer is voor psychologen en psychiaters (p. 32-40). Men name van roomse zijde stelde men dat Luther leed aan een of andere psychologische ziekte (p.35). Erikson gaat die kant niet op maar komt ook met een psychologische verklaring.. De levensloop van Luther is verwant met zijn jeugd. Erikson legt in dit boek men name de vinger bij een man die opzoek is naar identiteit. Het al of niet verwerven van identiteit is het stokpaardje van de ontwikkelingspsycholoog Erikson
Latijn leren
Op zijn zevende jaar werd Luther naar de Latijnse school gestuurd. Daar moest hij hard leren. Alleen ambitieuze ouders in die tijd stuurden hun kind naar deze school. Volgens Erikson heeft Luther hier schade opgelopen. Dit klimaat op school en het klimaat thuis hebben benauwend op Luther gewerkt. Op de middeleeuwse school bestond onder kinderen de instelling van spion of verklikker. Een bepaalde leerling kreeg in het geheim van de leraar de opdracht de namen op te schrijven van de kinderen die Duits spraken in plaats van Latijn. Aan het eind van de week deelde de leraar voor iedere punt van slecht gedrag een klap uit. Luther vertelde dat hij eens 15 klappen kreeg (p.85-87). Overigens heeft Luther hierdoor goed Latijn geleerd wat hem later als reformator goed te pas kwam. Hier zien we Gods hand in want alle dingen moeten meewerken ten goede...
Een beoordeling van dit boek
Dit boek is veel te psychologisch van aard en teveel vanuit een aspect, het verkrijgen van identiteit, beschreven. Dit aspect krijgt daardoor een veel te grote aandacht. De schrijver houdt namelijk te weinig rekening met de geestelijke zoektocht van Luther. Het was de Geest die Luther zoekende maakte. Luther had geen rust vanwege zijn zonden en vond die rust in Christus. Erikson geeft echter zijn eigen opvatting over Luther zonder diens visie serieus te nemen. Het is Luther zelf geweest die zijn zoektocht naar genade beschreven heeft aan het einde van zijn leven. Deze zoektocht naar genade is wat anders dan een zoektocht naar identiteit. Dat laatste is voor Erikson van belang als ontwikkelingspsycholoog. Hij vond wat hij zocht. Het eerste is voor Luther als theoloog van de Schrift van belang. Zijn vraag was: hoe krijg ik als zondaar God aan mijn kant? Het antwoord was voor hem en is voor ons allen: genade en nog eens genade. Het is vanwege Christus' verdienste.
De jonge Luther (1958)
De kern van dit boek
Erikson (1902-1994) was een bekend ontwikkelingspsycholoog en vanuit die invalshoek bekijkt hij in dit boek Luther. Erikson tekent Luther als een man die een identiteitsprobleem had. Zijn vader Hans was ambitieus en wilde dat Luther rechten studeerde want dat levert een goede baan op. Zelf had Hans Luder, zo heette hij eerst later Luther, zich van boer opgewerkt tot mijnwerker die ook aandelen verwierf. Luther kwam deze crisis, die zijn ambitieuze vader veroorzaakte, te boven door het geloof in Jezus, meent Erikson. Zo kreeg Luther een nieuwe identiteit, volgens Erikson (p. 235). Erikson laat terloops zien dat Luther voer is voor psychologen en psychiaters (p. 32-40). Men name van roomse zijde stelde men dat Luther leed aan een of andere psychologische ziekte (p.35). Erikson gaat die kant niet op maar komt ook met een psychologische verklaring.. De levensloop van Luther is verwant met zijn jeugd. Erikson legt in dit boek men name de vinger bij een man die opzoek is naar identiteit. Het al of niet verwerven van identiteit is het stokpaardje van de ontwikkelingspsycholoog Erikson
Latijn leren
Op zijn zevende jaar werd Luther naar de Latijnse school gestuurd. Daar moest hij hard leren. Alleen ambitieuze ouders in die tijd stuurden hun kind naar deze school. Volgens Erikson heeft Luther hier schade opgelopen. Dit klimaat op school en het klimaat thuis hebben benauwend op Luther gewerkt. Op de middeleeuwse school bestond onder kinderen de instelling van spion of verklikker. Een bepaalde leerling kreeg in het geheim van de leraar de opdracht de namen op te schrijven van de kinderen die Duits spraken in plaats van Latijn. Aan het eind van de week deelde de leraar voor iedere punt van slecht gedrag een klap uit. Luther vertelde dat hij eens 15 klappen kreeg (p.85-87). Overigens heeft Luther hierdoor goed Latijn geleerd wat hem later als reformator goed te pas kwam. Hier zien we Gods hand in want alle dingen moeten meewerken ten goede...
Een beoordeling van dit boek
Dit boek is veel te psychologisch van aard en teveel vanuit een aspect, het verkrijgen van identiteit, beschreven. Dit aspect krijgt daardoor een veel te grote aandacht. De schrijver houdt namelijk te weinig rekening met de geestelijke zoektocht van Luther. Het was de Geest die Luther zoekende maakte. Luther had geen rust vanwege zijn zonden en vond die rust in Christus. Erikson geeft echter zijn eigen opvatting over Luther zonder diens visie serieus te nemen. Het is Luther zelf geweest die zijn zoektocht naar genade beschreven heeft aan het einde van zijn leven. Deze zoektocht naar genade is wat anders dan een zoektocht naar identiteit. Dat laatste is voor Erikson van belang als ontwikkelingspsycholoog. Hij vond wat hij zocht. Het eerste is voor Luther als theoloog van de Schrift van belang. Zijn vraag was: hoe krijg ik als zondaar God aan mijn kant? Het antwoord was voor hem en is voor ons allen: genade en nog eens genade. Het is vanwege Christus' verdienste.