Een moderne vraag
Bestaat God.
Een van de moderne vragen is of God bestaat. Men ervaart God niet meer. Het is goed dat die vraag aandacht krijgt maar als die vraag beantwoord is, is men niet klaar. In de discussie tussen ds. G. Boer en dr. H. Berkhof in 1956 stelde ds. G. Boer dat men niet moet blijven steken in de moderne vragen. G. Boer zei tegen Berkhof: Uw vraag ‘Is er wel een God?’ baant de weg tot de vraag ‘Wie is deze God?’ Waar u eindigt, begint het pas'. Wie die vraag slechts beantwoord wil hebben, zit nog niet op de grondtoon van de Schrift en belijdenis. De vraag van Luther 'Hoe krijg ik een genadig God?' mag niet naar de achtergrond geschoven worden, stelde ds. G Boer terecht. Deze vraag blijft hoogst actueel omdat ook de moderne mens voor God moet verschijnen en kan hij dan voor God bestaan?
Hoe men voor God kan bestaan.
Dat is de vraag die Psalm 130 opwerpt. Daar lezen we: Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let, Heere, wie zal bestaan? De vraag of God bestaat, is natuurlijk van belang. Die dient beantwoord te worden maar als deze positief beantwoord wordt, moet ook de vraag aan de orde komen of wij wel kunnen bestaan voor God. Het gevaar bestaat dat we Gods bestaan op zijn best nemen voor wat die is maar dat we niet beseffen of wij zelf wel voor God kunnen bestaan. In Psalm 130 wordt die vraag ook beantwoord. Vanuit de mens gerekend kan niemand voor God bestaan omdat we allen gevallen zijn en ons bevinden in de diepten en de verlorenheid van onze schuld. Het kan echter omdat er bij God vergeving is (vers 4). Dat is de kern en het centrum van Psalm 130 en de kern en het centrum van de theologie van Luther. Die vergeving zorgt voor verwachting en hoop (vers 5-7). Wie deze vergeving mag ervaren zal bemerken dat God bestaat. Zelfs meer dan dat. God staat in voor de zaligheid door Zijn Zoon te zenden voor gevallen zondaren. Zondaren kunnen op de been blijven en voor God bestaan omdat Zijn Zoon in hun plaats heeft gestaan. Hij ging voor hen ten onder waar zij onderuit hadden moeten gaan. Dankzij en met dank aan Hem komen zij onder Zijn rechtvaardige vonnis uit.
Bron:https://gereformeerden.wordpress.com/discussie-g-boer-h-berkhof/
Bestaat God.
Een van de moderne vragen is of God bestaat. Men ervaart God niet meer. Het is goed dat die vraag aandacht krijgt maar als die vraag beantwoord is, is men niet klaar. In de discussie tussen ds. G. Boer en dr. H. Berkhof in 1956 stelde ds. G. Boer dat men niet moet blijven steken in de moderne vragen. G. Boer zei tegen Berkhof: Uw vraag ‘Is er wel een God?’ baant de weg tot de vraag ‘Wie is deze God?’ Waar u eindigt, begint het pas'. Wie die vraag slechts beantwoord wil hebben, zit nog niet op de grondtoon van de Schrift en belijdenis. De vraag van Luther 'Hoe krijg ik een genadig God?' mag niet naar de achtergrond geschoven worden, stelde ds. G Boer terecht. Deze vraag blijft hoogst actueel omdat ook de moderne mens voor God moet verschijnen en kan hij dan voor God bestaan?
Hoe men voor God kan bestaan.
Dat is de vraag die Psalm 130 opwerpt. Daar lezen we: Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let, Heere, wie zal bestaan? De vraag of God bestaat, is natuurlijk van belang. Die dient beantwoord te worden maar als deze positief beantwoord wordt, moet ook de vraag aan de orde komen of wij wel kunnen bestaan voor God. Het gevaar bestaat dat we Gods bestaan op zijn best nemen voor wat die is maar dat we niet beseffen of wij zelf wel voor God kunnen bestaan. In Psalm 130 wordt die vraag ook beantwoord. Vanuit de mens gerekend kan niemand voor God bestaan omdat we allen gevallen zijn en ons bevinden in de diepten en de verlorenheid van onze schuld. Het kan echter omdat er bij God vergeving is (vers 4). Dat is de kern en het centrum van Psalm 130 en de kern en het centrum van de theologie van Luther. Die vergeving zorgt voor verwachting en hoop (vers 5-7). Wie deze vergeving mag ervaren zal bemerken dat God bestaat. Zelfs meer dan dat. God staat in voor de zaligheid door Zijn Zoon te zenden voor gevallen zondaren. Zondaren kunnen op de been blijven en voor God bestaan omdat Zijn Zoon in hun plaats heeft gestaan. Hij ging voor hen ten onder waar zij onderuit hadden moeten gaan. Dankzij en met dank aan Hem komen zij onder Zijn rechtvaardige vonnis uit.
Bron:https://gereformeerden.wordpress.com/discussie-g-boer-h-berkhof/