Ds. A. Kort
Het rechtvaardigend geloof
Waarom dit boek
Ds. A. Kort heeft al eerder een boek geschreven namelijk 'Wedergeboorte of schijngeboorte'. In dat boek wijst hij de standenleer af. Die leer is niet naar de Bijbel. Men zegt namelijk dat iemand een kind van God kan zijn zonder Christus te kennen. Ds. A Kort laat zien in 'Wedergeboorte of schijngeboorte' waar deze filosofie vandaan komt. 'Het rechtvaardigend geloof' is een vervolg op 'Wedergeboorte of schijngeboorte'. In 'Het rechtvaardigend geloof' werkt ds. A. Kort de thema's die hij aangeroerd heeft in 'Wedergeboorte of schijngeboorte' verder uit. Het vorige boek heeft namelijk veel losgemaakt. In dit boek gaat ds. A. Kort verder in op wat het ware geloof is (p. 11).
De indeling van dit boek
Het boek valt in vier delen uiteen. Deel 1: Geloofsvragen in het nieuwe millenium. Deel 2: Het geloof naar de Schrift. Deel 3: Het geloof volgens de belijdenisgeschriften. Deel 4: Het leven uit het geloof.
De inhoud van dit boek
In dit boek toont ds A. Kort aan via de Schrift en de belijdenisgeschriften van de kerk van de Reformatie dat het geloof rechtvaardigend van aard is. Er is dus geen wedergeboorte zonder dat men kennis van Christus heeft en enig zicht op de vergeving van de zonden. Dat is de rode draad in dit boek. In deel 3 'Het geloof volgens de belijdenisgeschriften' genaamd, krijgt de Heidelbergse Catechismus ruime aandacht. Met name zondag 7 wordt nogal eens verkeerd uitgelegd in de rechterflank. Het gaat ook in zondag 7 om de rechtvaardiging. De rechtvaardiging waar het in zondag 7 omgaat is door het geloof en vindt plaats in de tijd. Van een rechtvaardiging van eeuwigheid is geen sprake in zondag 7. Deze rechtvaardiging van de zondaar is heel eenvoudig: de zondaar neemt uit genade Christus en al Zijn weldaden aan (p.121-122). Een waar geloof is dus een rechtvaardigend geloof (p. 124) Ook de andere belijdenisgeschriften komen aan de orde en ook die spreken van een rechtvaardigend geloof.
Geen saai boek
Ds. Kort laat allereerst de Schrift (deel 2) en dan de belijdenisgeschriften (deel 3) aan het woord. Dat is een verademing. Er is zoveel gemeentetheologie die geen voeding vindt in de Schrift en de belijdenis. Vanuit de Schrift en de belijdenisgeschriften toont ds. A. Kort aan dat het geloof volgens de leer van de Schrift en de Reformatie rechtvaardigend van aard is. Het lijkt daardoor een saai boek maar wie beseft dat de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze juist vreugde geeft, zal daar geheel anders over denken. Wie namelijk door het geloof in Christus mag weten dat al zijn of haar zonden vergeven zijn die hoeft geen angst meer te hebben voor de dood. Sterker nog die mag de dood met gepaste vreugde tegemoet zien om dan voor altijd bij Hem te zijn. Jezus de Rechter is dan ook de Redder. Overigens laten juist de herhalingen in het boek zien waar het om gaat in de Schrift, ten tijde van de Reformatie en... ook nu!
De standenleer
Helaas is deze leer in de rechterflank van de gereformeerde gezindte vervangen door de standenleer met al de gevolgen van dien. Daar heeft ds. A. Kort vooral de vinger bij gelegd in 'Wedergeboorte of misgeboorte'. Ds. A. Kort laat in dit boek, in 'Het leven uit het geloof' (deel 4), zien dat opwassen in de genade iets anders is dan allerlei nieuwe stapjes zetten in het geloofsleven zoals in de standenleer het geval is. Er is namelijk bij het opwassen van het geloof sprake van verdieping in het geloof. Het zwakke geloof van de gelovige in Christus wordt sterker en groter naarmate de gelovige in zichzelf zwakker en kleiner wordt (p. 190).
Praktische lessen
In het laatste deel van het boek beschrijft ds. A. Kort 'Het leven uit het geloof'. Daarin spreekt hij heel praktisch over de opwas in het geloof en de genade, de beproeving van het geloof en de volharding van het zaligmakende geloof. Het waar zaligmakende geloof heeft namelijk reeds de vreugde en de triomf in zich die het in het hiernamaals ten volle zal genieten. Op de laatste bladzijde van het boek doet ds. A. Kort nog een hartstochtelijk beroep op de lezers als hij zegt: Buiten de gerechtigheid van Christus, is er geen bedekking maar staat u de eeuwige toorn te wachten. (...) Alleen door het geloof in Christus bent u zeker van een goede toekomst. God is met u tevreden als u gelooft in de Zoon van God, het enige Offerlam (p. 220). Met deze slotzinnen wordt het rechtvaardigend geloof nog eenmaal uitgestald en aangeprezen. Tevens blijkt uit deze zinnen dat ds. A. Kort bewogen is met het eeuwige wel en wee van de lezers van zijn boek. Niemand kan het rechtvaardigend geloof missen.
De gevaren van het vereeuwigen van het heil
Ik wil aan dit boek nog iets toevoegen. Mijns inziens is er een verband tussen het vereeuwigen van het verbond van de genade en de standenleer. Gezegd moet worden dat een man als Thomas Boston, die stelde dat alleen de uitverkorenen in het genadeverbond zijn, heel Bijbels was. Hij had een ruim aanbod en stelde Gods heil present aan al de hoorders van het evangelie. Toch kan men deze tweeverbondenleer van onder andere Thomas Boston misbruiken en dat is mijns inziens gebeurd. Men stelt dan dat God van eeuwigheid een volk heeft verkoren. Zij alleen zijn in het genadeverbond. Alleen aan hen komt het evangelie toe en eigenlijk zij zijn al in de eeuwigheid gerechtvaardigd dus waarom zouden zij dit in de tijd moeten beleven. Niet elk kind van God beleeft dit. Daar is God vrij in. Men merkt het hopelijk al. Dit is een en al speculatie. Iets wat past bij een scholastische theologie maar niet thuis hoort op de kansel!
Het heil moet men present stellen in de tijd Kortom men heeft het heil vereeuwigd en versteend zonder dat men in de tijd aan elke hoorder het eeuwige heil vanuit het evangelie daadwerkelijk present stelt. God de Vader richt namelijk in de tijd bij de doop met elke dopeling Zijn genadeverbond op volgens het doopformulier. Wie dat heil gaat vereeuwigen die kan ook gaan knagen aan het aanbod van genade dat gericht hoort te zijn aan heel de gemeente. Men geeft dan de gemeente stenen voor het Brood en ook de gelovigen moeten het doen met een paar kruimels. Men dient echter in de tijd een uitdeler van menigerlei genade te zijn aan alle hoorders zonder te speculeren wat er allemaal in de eeuwigheid door God besloten is. De Bijbel is daar ook heel summier in.
Het rechtvaardigend geloof
Waarom dit boek
Ds. A. Kort heeft al eerder een boek geschreven namelijk 'Wedergeboorte of schijngeboorte'. In dat boek wijst hij de standenleer af. Die leer is niet naar de Bijbel. Men zegt namelijk dat iemand een kind van God kan zijn zonder Christus te kennen. Ds. A Kort laat zien in 'Wedergeboorte of schijngeboorte' waar deze filosofie vandaan komt. 'Het rechtvaardigend geloof' is een vervolg op 'Wedergeboorte of schijngeboorte'. In 'Het rechtvaardigend geloof' werkt ds. A. Kort de thema's die hij aangeroerd heeft in 'Wedergeboorte of schijngeboorte' verder uit. Het vorige boek heeft namelijk veel losgemaakt. In dit boek gaat ds. A. Kort verder in op wat het ware geloof is (p. 11).
De indeling van dit boek
Het boek valt in vier delen uiteen. Deel 1: Geloofsvragen in het nieuwe millenium. Deel 2: Het geloof naar de Schrift. Deel 3: Het geloof volgens de belijdenisgeschriften. Deel 4: Het leven uit het geloof.
De inhoud van dit boek
In dit boek toont ds A. Kort aan via de Schrift en de belijdenisgeschriften van de kerk van de Reformatie dat het geloof rechtvaardigend van aard is. Er is dus geen wedergeboorte zonder dat men kennis van Christus heeft en enig zicht op de vergeving van de zonden. Dat is de rode draad in dit boek. In deel 3 'Het geloof volgens de belijdenisgeschriften' genaamd, krijgt de Heidelbergse Catechismus ruime aandacht. Met name zondag 7 wordt nogal eens verkeerd uitgelegd in de rechterflank. Het gaat ook in zondag 7 om de rechtvaardiging. De rechtvaardiging waar het in zondag 7 omgaat is door het geloof en vindt plaats in de tijd. Van een rechtvaardiging van eeuwigheid is geen sprake in zondag 7. Deze rechtvaardiging van de zondaar is heel eenvoudig: de zondaar neemt uit genade Christus en al Zijn weldaden aan (p.121-122). Een waar geloof is dus een rechtvaardigend geloof (p. 124) Ook de andere belijdenisgeschriften komen aan de orde en ook die spreken van een rechtvaardigend geloof.
Geen saai boek
Ds. Kort laat allereerst de Schrift (deel 2) en dan de belijdenisgeschriften (deel 3) aan het woord. Dat is een verademing. Er is zoveel gemeentetheologie die geen voeding vindt in de Schrift en de belijdenis. Vanuit de Schrift en de belijdenisgeschriften toont ds. A. Kort aan dat het geloof volgens de leer van de Schrift en de Reformatie rechtvaardigend van aard is. Het lijkt daardoor een saai boek maar wie beseft dat de leer van de rechtvaardiging van de goddeloze juist vreugde geeft, zal daar geheel anders over denken. Wie namelijk door het geloof in Christus mag weten dat al zijn of haar zonden vergeven zijn die hoeft geen angst meer te hebben voor de dood. Sterker nog die mag de dood met gepaste vreugde tegemoet zien om dan voor altijd bij Hem te zijn. Jezus de Rechter is dan ook de Redder. Overigens laten juist de herhalingen in het boek zien waar het om gaat in de Schrift, ten tijde van de Reformatie en... ook nu!
De standenleer
Helaas is deze leer in de rechterflank van de gereformeerde gezindte vervangen door de standenleer met al de gevolgen van dien. Daar heeft ds. A. Kort vooral de vinger bij gelegd in 'Wedergeboorte of misgeboorte'. Ds. A. Kort laat in dit boek, in 'Het leven uit het geloof' (deel 4), zien dat opwassen in de genade iets anders is dan allerlei nieuwe stapjes zetten in het geloofsleven zoals in de standenleer het geval is. Er is namelijk bij het opwassen van het geloof sprake van verdieping in het geloof. Het zwakke geloof van de gelovige in Christus wordt sterker en groter naarmate de gelovige in zichzelf zwakker en kleiner wordt (p. 190).
Praktische lessen
In het laatste deel van het boek beschrijft ds. A. Kort 'Het leven uit het geloof'. Daarin spreekt hij heel praktisch over de opwas in het geloof en de genade, de beproeving van het geloof en de volharding van het zaligmakende geloof. Het waar zaligmakende geloof heeft namelijk reeds de vreugde en de triomf in zich die het in het hiernamaals ten volle zal genieten. Op de laatste bladzijde van het boek doet ds. A. Kort nog een hartstochtelijk beroep op de lezers als hij zegt: Buiten de gerechtigheid van Christus, is er geen bedekking maar staat u de eeuwige toorn te wachten. (...) Alleen door het geloof in Christus bent u zeker van een goede toekomst. God is met u tevreden als u gelooft in de Zoon van God, het enige Offerlam (p. 220). Met deze slotzinnen wordt het rechtvaardigend geloof nog eenmaal uitgestald en aangeprezen. Tevens blijkt uit deze zinnen dat ds. A. Kort bewogen is met het eeuwige wel en wee van de lezers van zijn boek. Niemand kan het rechtvaardigend geloof missen.
De gevaren van het vereeuwigen van het heil
Ik wil aan dit boek nog iets toevoegen. Mijns inziens is er een verband tussen het vereeuwigen van het verbond van de genade en de standenleer. Gezegd moet worden dat een man als Thomas Boston, die stelde dat alleen de uitverkorenen in het genadeverbond zijn, heel Bijbels was. Hij had een ruim aanbod en stelde Gods heil present aan al de hoorders van het evangelie. Toch kan men deze tweeverbondenleer van onder andere Thomas Boston misbruiken en dat is mijns inziens gebeurd. Men stelt dan dat God van eeuwigheid een volk heeft verkoren. Zij alleen zijn in het genadeverbond. Alleen aan hen komt het evangelie toe en eigenlijk zij zijn al in de eeuwigheid gerechtvaardigd dus waarom zouden zij dit in de tijd moeten beleven. Niet elk kind van God beleeft dit. Daar is God vrij in. Men merkt het hopelijk al. Dit is een en al speculatie. Iets wat past bij een scholastische theologie maar niet thuis hoort op de kansel!
Het heil moet men present stellen in de tijd Kortom men heeft het heil vereeuwigd en versteend zonder dat men in de tijd aan elke hoorder het eeuwige heil vanuit het evangelie daadwerkelijk present stelt. God de Vader richt namelijk in de tijd bij de doop met elke dopeling Zijn genadeverbond op volgens het doopformulier. Wie dat heil gaat vereeuwigen die kan ook gaan knagen aan het aanbod van genade dat gericht hoort te zijn aan heel de gemeente. Men geeft dan de gemeente stenen voor het Brood en ook de gelovigen moeten het doen met een paar kruimels. Men dient echter in de tijd een uitdeler van menigerlei genade te zijn aan alle hoorders zonder te speculeren wat er allemaal in de eeuwigheid door God besloten is. De Bijbel is daar ook heel summier in.