Het verleden van Utrecht als remonstrantse stad,
1610-1618. Maurits’ zwaard
Dr. Frits Broeyer
Uitgeverij Matrijs
Lange Nieuwstraat 12
3512 PH Utrecht
E [email protected]
T 030 234 31 48
Kerend tij in Utrecht
Utrecht de stad van Gisbertus Voetius
In orthodoxe kring wordt Utrecht al gauw verbonden met de universiteit van Utrecht waar de coryfee van de Nadere Reformatie en de contra-remonstrant par excellence Gisbertus Voetius doceerde. Dr. Frits Broeyer die zelf aan de Utrechtse universiteit lesgaf, vermeldt aan het einde zijn boek de aanstelling van Gisbertus Voetius in 1637. Utrecht is dan een gematigde contra-remonstrantse stad geworden (van 1610 tot 1618 was Utrecht een remonstrants bolwerk) en de predikanten zijn helemaal niet zo blij met de komst van de strenge contra-remonstrant Gisbertus Voetius. Ze vinden hem te precies.
Een meesterlijk boek van de schrijver
Dr. Frits Broeyer heeft geschiedenis en theologie gestudeerd en is kerkhistoricus in ruste. In deze volgorde is Broeyer te werk gegaan. Dit boek schreef hij in 4 jaar tijd (2014-2018). Broeyer heeft zeer veel werk gemaakt van het onderzoeken en beschrijven van de historie van Utrecht. Hij onderzocht plakkaten, pamfletten en geschriften en notulen van vergaderingen om de historie nauwgezet te beschrijven. Dit boek is mijns inziens een wetenschappelijk meesterwerk. Daarbij heeft Broeyer het grootste gewicht gelegd bij het historisch proces.
Hier en daar duikt de theologie op, waar het uiteindelijk om te doen is geweest. Broeyer laat door het zo te beschrijven zien dat de mensen creatief en divers met de theologie omgaan maar ook divers reageren op elkaar. Soms is dat mild maar soms ook heel heftig.
Het boek qua presentatie van de stof
Het boek is overzichtelijk geschreven qua hoofdstukken en aan het einde van elk hoofdstuk staat een korte samenvatting. Hier valt wel wat over op te merken. In de hoofdstukken staan namelijk heel precieze en gedetailleerde beschrijvingen waardoor men van de bomen het bos uit het oog dreigt te verliezen. Hier ligt de zwakte van een nauwkeurige beschrijving van de geschiedenis. Gelukkig, zal men zeggen, staat er aan het einde van elk hoofdstuk een samenvatting. Echter de samenvatting is mijns inziens iets te beknopt waardoor de stof bij het lezen van deze samenvatting niet tot bloei komt. Mijns inziens had het wat langer gekund vooral omdat men in de hoofdstukken zelf veel informatie te verwerken krijgt. Wel is het zo dat de titels van de hoofdstukken en de inleiding op de hoofdstukken de lezer de goede kant op sturen zodat men in hoofdlijnen weet wat er aan de orde komt. Overigens heeft uitgeverij Matrijs het boek keurig verzorgd en goed geïllustreerd uitgegeven.
Het middenpaneel van het boek
Broeyer tekent de oproer in Utrecht in 1610 die in Den Haag begint als Wtenbogaert (spreek uit: Uitenbogaard) de remonstrantie uitgeeft. Deze remonstrantse wind waait hoorbaar en zichtbaar over naar Utrecht. Om die reden merkt een koster in de Nicolaikerk op dat zijn predikant anders preekt dan men gewend is. Er ontstaat hierdoor allerlei conflicten waarbij de contra-remonstranten steeds aan het kortste eind trekken. Zij moeten zelfs buiten de stad gaan kerken. Achter deze remonstrantisering zit onder andere Wtenbogaert. Wtenbogaert was geboren in Utrecht en was voorheen predikant geweest in deze stad. Graag had men hem in Utrecht als predikant gehad maar men kon hem in Den Haag niet missen. Wel preekte hij er dikwijls en had hij overleg met de kerken in Utrecht.
Kerend tij in 1618
Het tij gaat keren voor de contra-remonstranten als legerbevelhebber Maurits in 1617 gaat kerken in Den Haag in de Kloosterkerk. Deze kerk is door de contra-remonstranten min of meer gekraakt omdat men nergens anders kon kerken. Maurits kiest partij. Oldenbarnevelt die in Den Haag woont en raadspensionaris van Holland is, stelt in 1618 onder andere met Hugo de Groot een scherpe resolutie op. De inhoud van deze scherpe resolutie is dat plaatselijke overheden waardgelders (huursoldaten) in dienst mogen nemen om orde op zaken te stellen bij de kerkelijke twisten. Oldenbarnevelt die remonstrant was, hielp met deze maatregel remonstrants gezinde plaatselijke overheden in het zadel. In Utrecht zou dit zeker de ondergang zijn geweest van de contra-remonstranten. Echter ook in Utrecht keert het tij als Maurits op 31 juli 1618 op het Neude in Utrecht deze waardgelders ontslaat. De contra-remonstranten krijgen de Buurkerk aangewezen en Maurits toont ook weer zijn keuze voor de contra-remonstranten door hier naar de kerk te gaan.
Maurits nam dus de touwtjes in handen. Oldenbarnevelt wordt vervolgens gevangen genomen en gedood wegens landverraad. Rechtsgeleerde Hugo de Groot wordt in Loevestein gevangen gezet maar weet door de list van zijn vrouw via een boekenkist te ontsnappen.
De twee zijpanelen van het boek
Het boek kent twee zijpanelen. Het eerste zijpaneel is aan het begin van het boek en beschrijft de periode voor 1610. Het tweede zijpaneel bevindt zich aan het einde van het boek en beschrijft de periode na 1618 tot aan het stichten van de universiteit in 1636 en de aanstelling van Voetius als hoogleraar in 1637.
Het hoofdpaneel bevat de periode van 1610 tot 1618 waarin de stad na de remonstrantie van Wtenbogaert steeds meer geremonstrantiseerd wordt en eindigt met het ingrijpen van Maurits in 1618 als hij op het Neude in Utrecht de waardgelders afschaft.
Het eerste paneel
Het eerste paneel tekent dus de stad Utrecht voor 1610. Broeyer beschrijft in dit zijpaneel hoe de stad van af het begin van de Reformatie al een tweedeling kende. Zo was de Jacobikerk gestempeld door ds. Duifhuisen. Hij was minder stevig in de gereformeerde leer en minder precies, dat wil zeggen meer rekkelijk. En dan waren er nog de consistorialen. Zij waren wel precies in de gereformeerde leer. Na 1610 krijgen vooral de rekkelijken de overhand. Zij vinden de leer van de reformatie verwoord in de Heidelbergse catechismus te enghartig spreken over de mens en zij zijn het niet eens met de twee theologen van Geneve van destijds, Calvijn en Beza. Zij menen dat Bullinger aan hun kant staat met name in zijn geschrift 'Huisboek' (ze spannen mijns inziens echter Heinrich Bullinger helaas voor hun kar).
Het tweede paneel
Het tweede zijpaneel tekent de periode na 1618 tot de stichting van de universiteit van Utrecht in 1636 en de komst van Voetius naar de universiteit van Utrecht in 1637. Broeyer laat zien dat de stad nu meer contra-remonstrants wordt maar dat men wel heel gematigd is. Zo laat men de remonstranten na verloop van tijd weer toe maar dan wel buiten de gereformeerde kerk. Ook Wtenbogaert duikt weer op in de stad.
Nepnieuws
Tijdens de twisten liepen de emoties hoog op. Sommigen maakten gebruik van die emoties. Zo waren er contra-remonstranten die stelden dat mannen als Wtenbogaert contacten zochten tijdens het 12 jarige bestand met Spanje. Men dacht dat men het land weer onder het Roomse juk wilde brengen. Dit gedachtegoed en het verspreiden er van was echter niet terecht. Natuurlijk lijkt de theologie van Rome qua mensbeeld wel op die van de remonstranten toch zijn deze laatste te veel protestants om zich te laten vangen in de kooi van Rome. Broeyer beschrijft dit soort nepnieuws uitvoerig en toont overtuigend aan waarom het niet kan kloppen.
Felle reacties
Na de Dordtse synode worden vele remonstrantse predikanten en politieke verantwoordelijken veroordeeld. Een van die remonstranten pleegt zelfmoord. Er wordt een spotprent gemaakt met zijn kist aan de galg. De pamflettist vindt dat men hem alsnog moet veroordelen door zijn kist aan de galg te hangen. Hoe afschuwelijk moet zo'n pamflet niet zijn geweest voor de nabestaanden. Hier zijn geen woorden voor...
Gelijk om gelijk
Het boek laat ook zien hoe Wtenbogaert het belang van de remonstranten behartigde. Hij schreef de remonstrantie in 1610, hielp de remonstranten in Den Haag en Utrecht en schreef vele geschriften ten behoeve van de remonstrantse visie. Na de synode vluchtte hij naar Antwerpen. Daar stichtte hij de Remonstrantse Broederschap. De grote tegenspeler van Wtenbogaert en zijn aanhangers was Jacobus Trigland. Hij produceerde eveneens vele geschriften maar deze waren allen gericht tegen de remonstranten. Tevens nam hij deel aan de synode van Dordt in 1618-1619 en aan het einde van de synode was hij een van de schrijvers van de Dordtse Leerregels die in mei 1619 in de Grote Kerk van Dordt werden voorgelezen.
Veelkleurige gereformeerden in Utrecht
Het boek van Broeyer toont een veelkleurige gereformeerde kerk in Utrecht en in het land. Er waren naast de remonstranten, gematigde gereformeerden, gewone gereformeerden en heel stevig gereformeerden. Zo was er een predikant in Amsterdam die stelde in een preek dat de (materiële) roeping komt tot allen maar de echte nodiging (formele roeping) van het heil alleen tot de uitverkorenen. Bij navragen gaf de predikant toe dat het een scholastische distinctie (onderscheid) was maar hij achtte dit onderscheid noodzakelijk met het oog op de remonstranten.
Gelukkig hebben de Dordtse vaderen dit soort overtrokken reacties opgeruimd en gesteld dat allen die geroepen worden serieus geroepen worden (DL hoofdstuk 3/4 artikel 8). Zij handhaafden dus het welmenend aanbod van genade en gaven aan de verkiezing van eeuwigheid een Bijbelse en pastorale plaats (DL hoofdstuk 5 artikel 15).
Veelkleurig protestantisme heden ten dage
Overigens is dat veelkleurige protestantisme, wat Broeyer in dit boek uitvoerig heeft beschreven, er heden ten dage nog. Goed is het daarom mijns inziens om met elkaar in gesprek te blijven aan de hand van Gods Woord en de reformatorische geschriften. De Reformatie heeft namelijk gezorgd voor een opbloei van de kerk omdat Gods Woord en Zijn roepstem tot gevallen zondaren weer centraal kwam te staan. Van Hem gaat alles uit. Hij is de Eerste en de Laatste. Hij nodigt zondaren en zorgt er voor dat zij kunnen en zullen volharden in het door Hem geschonken geloof. Hem komt de lof en eer toe. Zijn werk in Zijn Zoon breekt net als de zon dwars door de zwaar bewolkte menselijke geschiedenis heen... De Dordtse Leerregels zijn daar een fraai voorbeeld van.
Dit boek tekent mijns inziens hoe God de roerige geschiedenis van Utrecht weer leidde in de banen van de gereformeerde theologie.