Schepping in Genesis 2 vers 4b tot en met vers 25
1. Woord vooraf
Op de vorige pagina onder de rubriek 'Bijbel'' heb ik Genesis 1 behandeld. In Genesis 1 staat de naam 'Elohiem', God centraal. Dit woord Elohiem is een meervoud van Eloah en komt bij de volken niet voor als een meervoud voor slechts een god(Marjo Korpel en Johannes de Moor, 'Adam, Eva en de Duivel. Kanaänitische mythen en de Bijbel' 122, 124-125). Het scheppingsverhaal in Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4 a is dus zeer uniek God is de Verhevene die in het hoge woont en slechts door woorden schept. Bovendien vormt Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4a een geheel. De schepping is in zes dagen gerealiseerd door dat God slechts sprak (op deze verheven manier van doen, wordt in de herschepping op teruggrepen zie bv. Psalm 33 vers 9. 'Hij hoeft maar te spreken...'). Op de zevende dag rustte God nadat Hij had gezien dat alles zeer goed was. De lezer wordt daar op gewezen als er staat: 'En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie (let op beste lezer) het was zeer goed' (Genesis 1 vers 31). God kon dus rusten na Zijn magnifieke schepping. Helaas is dit niet zo gebleven...
2 Schepping van de mens en de voorbereiding voor de val
2.1 Een nieuwe naam wordt toegevoegd aan de verheven naam God
In Genesis 2 vers 4b komt er een nieuwe naam die toegevoegd wordt aan de naam God (Elohiem). Vanaf dit vers valt de naam JHWH in combinatie met Elohiem (=God) JHWH Elohiem betekent: de HEERE God. De naam HEERE is de naam van de God van het verbond. Deze naam betekent: Hij is er. De gelovige mag weten dat Hij er bij is. Deze betekenis van de naam vinden we terug in Psalm 124. De structuur van deze Psalm is een gedachte-experiment. Bijvoorbeeld: stel dat Nederland geen dijken zou hebben dan... Vanuit dit gedachte-experiment komen we tot de conclusie dat we dankbaar mogen zijn dat we dijken hebben. Dit zelfde gebeurt in Psalm 124. Daar staat: Stel je eens voor als JHWH (HEERE), Hij die er is nu een niet bij zou zijn geweest toen de vijand op ons aanviel dan zouden we zijn vergaan... Maar gelukkig JHWH (de HEERE) was er bij. JHWH (de HEERE) was er ook bij toen Adam viel. Dat laat Genesis 2 vers 4 b zien.
2.2 JHWH Elohiem kneedt de mens naar Zijn beeld
Genesis 1 vers 26 laat zien dat Elohiem (God) de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis. Op dat punt was de mens uniek als schepsel. Al het geschapene was geschapen naar eigen aard (bijv. Genesis 1 vers 11, 12, 21, 24,en 25) . Dus slechts lijkend op zichzelf. Maar de mens werd geschapen op de zesde dag, mannelijk en vrouwelijk naar Gods aard, naar Zijn beeld en gelijkenis. Op die dag zag God alles en: zie (beste lezer) het was zeer goed.
In Genesis 2 vers 7 lezen we dat JHWH Elohiem de mens (adam) boetseerde (יָשַׁ֛ר) uit het stof van de aarde (adama). Let op de woordspeling mens/adam en aarde/adama. In dit tweede scheppingsverhaal wordt de mens verbonden met het stof van de aarde. Dit is een aanvulling op Genesis 1 vers 26. De mens is dus enerzijds beeld van God maar anderzijds ook stof van de aarde (Genesis 2 vers 7). JHWH Elohiem kneedde de mens naar Zijn beeld en gelijkenis.
In de herschepping kneedt JHWH Elohiem de gevallen mens door Zijn Woord tot Zijn beeld. Als de Pottenbakker slaat Hij soms hard op het klei om het zo te vormen (zie Jeremia 18 vers 6, Job in het boek Job en Heman in Psalm 88).
3 Vergelijking van schepping 1 en 2
Scheppingsgeschiedenis 1 in Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4a
Scheppingsgeschiedenis 2 in Genesis 2 vers 4b tot vers 25
In 1 is God de Hoge en Verhevene aangeduid met de naam Elohiem wat een meervoud is van Eloah en eigenlijk Goden betekent maar vanwege het enkelvoud van de werkwoorden waar Elohiem het onderwerp van is vertaald dient te worden met God. Dit meervoud Elohiem ziet op Zijn Verhevenheid. Met die verheven naam begint de Hebreeuwse Bijbel. Dat Elohiem de machtige is blijkt uit Zijn schepping in slechts zes dagen. Bovendien schept Elohiem door slechts te spreken. Zo machtig is Hij (Psalm 33 vers 9). Elohiem kan na Zijn zesdaagse schepping rusten. De zevende dag kent geen dagindeling. Het was God bedoeling, zo laat Mozes de schrijver zien door de dagindeling weg te laten, dat God voor eeuwig zou rusten van Zijn wonderlijk mooie schepping.
In 2 wordt de naam JHWH (HEERE) toegevoegd aan God. Die naam is de naam van God in Zijn nabijheid. Het betekent: Hij die is. God is erbij ook als de mens valt. Stel dat JHWH er eens niet bij was geweest (zie Psalm 124) dan waren we vergaan.... Genesis 2 vers 4 b tot en met vers 25 bereidt de vreselijke val voor die beschreven wordt in Genesis 3. De mens is weliswaar geschapen naar Gods (Elohiem) beeld (Genesis 1 vers 26) en dus hoog en verheven. Maar de mens is geschapen uit het stof van de aarde (Genesis 2 vers 7). Door de val verliest de mens het beeld van God en keert hij weer terug naar tot het stof van de aarde (Genesis 3 vers 14) en kleeft zijn ziel, heel zijn hebben en houden, aan deze aarde (Psalm 119 vers 25).
1. Woord vooraf
Op de vorige pagina onder de rubriek 'Bijbel'' heb ik Genesis 1 behandeld. In Genesis 1 staat de naam 'Elohiem', God centraal. Dit woord Elohiem is een meervoud van Eloah en komt bij de volken niet voor als een meervoud voor slechts een god(Marjo Korpel en Johannes de Moor, 'Adam, Eva en de Duivel. Kanaänitische mythen en de Bijbel' 122, 124-125). Het scheppingsverhaal in Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4 a is dus zeer uniek God is de Verhevene die in het hoge woont en slechts door woorden schept. Bovendien vormt Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4a een geheel. De schepping is in zes dagen gerealiseerd door dat God slechts sprak (op deze verheven manier van doen, wordt in de herschepping op teruggrepen zie bv. Psalm 33 vers 9. 'Hij hoeft maar te spreken...'). Op de zevende dag rustte God nadat Hij had gezien dat alles zeer goed was. De lezer wordt daar op gewezen als er staat: 'En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie (let op beste lezer) het was zeer goed' (Genesis 1 vers 31). God kon dus rusten na Zijn magnifieke schepping. Helaas is dit niet zo gebleven...
2 Schepping van de mens en de voorbereiding voor de val
2.1 Een nieuwe naam wordt toegevoegd aan de verheven naam God
In Genesis 2 vers 4b komt er een nieuwe naam die toegevoegd wordt aan de naam God (Elohiem). Vanaf dit vers valt de naam JHWH in combinatie met Elohiem (=God) JHWH Elohiem betekent: de HEERE God. De naam HEERE is de naam van de God van het verbond. Deze naam betekent: Hij is er. De gelovige mag weten dat Hij er bij is. Deze betekenis van de naam vinden we terug in Psalm 124. De structuur van deze Psalm is een gedachte-experiment. Bijvoorbeeld: stel dat Nederland geen dijken zou hebben dan... Vanuit dit gedachte-experiment komen we tot de conclusie dat we dankbaar mogen zijn dat we dijken hebben. Dit zelfde gebeurt in Psalm 124. Daar staat: Stel je eens voor als JHWH (HEERE), Hij die er is nu een niet bij zou zijn geweest toen de vijand op ons aanviel dan zouden we zijn vergaan... Maar gelukkig JHWH (de HEERE) was er bij. JHWH (de HEERE) was er ook bij toen Adam viel. Dat laat Genesis 2 vers 4 b zien.
2.2 JHWH Elohiem kneedt de mens naar Zijn beeld
Genesis 1 vers 26 laat zien dat Elohiem (God) de mens schiep naar Zijn beeld en gelijkenis. Op dat punt was de mens uniek als schepsel. Al het geschapene was geschapen naar eigen aard (bijv. Genesis 1 vers 11, 12, 21, 24,en 25) . Dus slechts lijkend op zichzelf. Maar de mens werd geschapen op de zesde dag, mannelijk en vrouwelijk naar Gods aard, naar Zijn beeld en gelijkenis. Op die dag zag God alles en: zie (beste lezer) het was zeer goed.
In Genesis 2 vers 7 lezen we dat JHWH Elohiem de mens (adam) boetseerde (יָשַׁ֛ר) uit het stof van de aarde (adama). Let op de woordspeling mens/adam en aarde/adama. In dit tweede scheppingsverhaal wordt de mens verbonden met het stof van de aarde. Dit is een aanvulling op Genesis 1 vers 26. De mens is dus enerzijds beeld van God maar anderzijds ook stof van de aarde (Genesis 2 vers 7). JHWH Elohiem kneedde de mens naar Zijn beeld en gelijkenis.
In de herschepping kneedt JHWH Elohiem de gevallen mens door Zijn Woord tot Zijn beeld. Als de Pottenbakker slaat Hij soms hard op het klei om het zo te vormen (zie Jeremia 18 vers 6, Job in het boek Job en Heman in Psalm 88).
3 Vergelijking van schepping 1 en 2
Scheppingsgeschiedenis 1 in Genesis 1 vers 1 tot en met Genesis 2 vers 4a
Scheppingsgeschiedenis 2 in Genesis 2 vers 4b tot vers 25
In 1 is God de Hoge en Verhevene aangeduid met de naam Elohiem wat een meervoud is van Eloah en eigenlijk Goden betekent maar vanwege het enkelvoud van de werkwoorden waar Elohiem het onderwerp van is vertaald dient te worden met God. Dit meervoud Elohiem ziet op Zijn Verhevenheid. Met die verheven naam begint de Hebreeuwse Bijbel. Dat Elohiem de machtige is blijkt uit Zijn schepping in slechts zes dagen. Bovendien schept Elohiem door slechts te spreken. Zo machtig is Hij (Psalm 33 vers 9). Elohiem kan na Zijn zesdaagse schepping rusten. De zevende dag kent geen dagindeling. Het was God bedoeling, zo laat Mozes de schrijver zien door de dagindeling weg te laten, dat God voor eeuwig zou rusten van Zijn wonderlijk mooie schepping.
In 2 wordt de naam JHWH (HEERE) toegevoegd aan God. Die naam is de naam van God in Zijn nabijheid. Het betekent: Hij die is. God is erbij ook als de mens valt. Stel dat JHWH er eens niet bij was geweest (zie Psalm 124) dan waren we vergaan.... Genesis 2 vers 4 b tot en met vers 25 bereidt de vreselijke val voor die beschreven wordt in Genesis 3. De mens is weliswaar geschapen naar Gods (Elohiem) beeld (Genesis 1 vers 26) en dus hoog en verheven. Maar de mens is geschapen uit het stof van de aarde (Genesis 2 vers 7). Door de val verliest de mens het beeld van God en keert hij weer terug naar tot het stof van de aarde (Genesis 3 vers 14) en kleeft zijn ziel, heel zijn hebben en houden, aan deze aarde (Psalm 119 vers 25).