Met een beroep op Luther
Een beroep op Luther door de orthodox gereformeerden Orthodoxe christenen beroepen zich op Luther met name op diens visie op wet en evangelie. Men geeft veelal Luther gekleurd weer. Vooral in kringen waar men een voorwaardelijk aanbod van genade uitdraagt, meent men dat Luther dezelfde mening is toegedaan als zij. Het aanbod van genade is alleen voor ontdekte zondaren, stelt men. Of men meent dat de bekering van Luther overeenkomt met de eigen visie op het geloofsleven. Soms krijgt men de indruk als men een artikel in een kerkbode over Luther leest dat Luther ook lid was van die kerk of daar diens opleiding genoten heeft.
Een beroep op Luther door de vrijzinnigen
Een graadje erger dan de orthodox gereformeerden maken de vrijzinnigen het. Men stelt dat Luther de theologie bevrijdde van het dogmatische juk van de kerk. Om vervolgens te stellen dat als Luther nu geleefd zou hebben hij ook de kerkelijke dogma's ter discussie gesteld zou hebben die men zelf ter discussie stelt. Veelal geeft het meer de moeite weer die men heeft met de kerkelijke dogma's dan dat men Luther rechtdoet. Men veronderstelt dat Luther toen zo ver niet was maar als hij nu geleefd zou hebben... Zo spant men Luther voor de eigen kar.
Een beroep op Luther door Adolf von Harnack
Adolf von Harnack was zo'n man. Deze Duitse dogmenhistoricus beschouwde Luther als een bevrijder van de kerkelijke dogma's. De kern van het evangelie was volgens Von Harnack, die leefde in de 19de eeuw, het vertrouwen in Jezus Christus als de spiegel van het liefdevolle Vaderhart. Von Harnack zag de reformatie als een volledige breuk met het scholastische christendom van de Middeleeuwen. Von Harnack wilde afmaken waarmee Luther was begonnen. In zijn proefschrift ('Adolf von Harnacks Lutherreceptie') stelt H.M. van den Bosch in zijn eerste stelling: 'Harnacks Lutherreceptie vertoont een grotere mate van congenialiteit met het denken van eigen tijd dan met het gedachtegoed van Luther'.
Een beroep op Luther door Adolf Hitler
Luther zou met zijn uitspraken over het Jodendom verantwoordelijk zijn voor hetgeen Hitler deed met de Joden. Met name de Luther kenner Heiko Augustinus Oberman heeft in zijn boek 'Wortels van het antisemitisme' deze opvatting over Luther ter discussie gesteld. Luther moet men in zijn tijd plaatsen en Luther was het niet te doen om het Jodendom als ras maar om het Jodendom als religie, oppert hij.
Adolf von Harnack en diens visie op het Oude Testament
Overigens was het juist de naamgenoot van Adolf Hitler, Adolf von Harnack die stelde dat de kerk het Oude Testament moest laten varen (Rudolf Smend 'Das Alte Testament im Protestantismus' p. 191).
Von Harnack was zeer gecharmeerd van Marcion. Marcion, een ketter uit de tweede eeuw na Christus, stelde dat het Oude Testament een boek was van de wraakgierige god van de Joden. De God van het Nieuwe Testament, met name die van Lukas en Paulus, is de goede God. Von Harnack wilde in navolging van Marcion zich ook meer richten op het Nieuwe Testament en met name op het evangelie van Jezus Christus. Echter wie Jezus Christus losmaakt van het Oude Testament en het Jodendom kweekt zeer waarschijnlijk weinig liefde voor het Joodse volk. Overigens gaf Karl Barth een veel hogere plaats aan het Oude Testament. Karl Barth noemde het Oude Testament: de tijd van de verwachting (die Zeit der Erwartung). Het is het boek dat Jezus aankondigt (Rudolf Smend 'Das Alte Testament im Protestantismus p. 181-214).
Een beroep op Luther door de orthodox gereformeerden Orthodoxe christenen beroepen zich op Luther met name op diens visie op wet en evangelie. Men geeft veelal Luther gekleurd weer. Vooral in kringen waar men een voorwaardelijk aanbod van genade uitdraagt, meent men dat Luther dezelfde mening is toegedaan als zij. Het aanbod van genade is alleen voor ontdekte zondaren, stelt men. Of men meent dat de bekering van Luther overeenkomt met de eigen visie op het geloofsleven. Soms krijgt men de indruk als men een artikel in een kerkbode over Luther leest dat Luther ook lid was van die kerk of daar diens opleiding genoten heeft.
Een beroep op Luther door de vrijzinnigen
Een graadje erger dan de orthodox gereformeerden maken de vrijzinnigen het. Men stelt dat Luther de theologie bevrijdde van het dogmatische juk van de kerk. Om vervolgens te stellen dat als Luther nu geleefd zou hebben hij ook de kerkelijke dogma's ter discussie gesteld zou hebben die men zelf ter discussie stelt. Veelal geeft het meer de moeite weer die men heeft met de kerkelijke dogma's dan dat men Luther rechtdoet. Men veronderstelt dat Luther toen zo ver niet was maar als hij nu geleefd zou hebben... Zo spant men Luther voor de eigen kar.
Een beroep op Luther door Adolf von Harnack
Adolf von Harnack was zo'n man. Deze Duitse dogmenhistoricus beschouwde Luther als een bevrijder van de kerkelijke dogma's. De kern van het evangelie was volgens Von Harnack, die leefde in de 19de eeuw, het vertrouwen in Jezus Christus als de spiegel van het liefdevolle Vaderhart. Von Harnack zag de reformatie als een volledige breuk met het scholastische christendom van de Middeleeuwen. Von Harnack wilde afmaken waarmee Luther was begonnen. In zijn proefschrift ('Adolf von Harnacks Lutherreceptie') stelt H.M. van den Bosch in zijn eerste stelling: 'Harnacks Lutherreceptie vertoont een grotere mate van congenialiteit met het denken van eigen tijd dan met het gedachtegoed van Luther'.
Een beroep op Luther door Adolf Hitler
Luther zou met zijn uitspraken over het Jodendom verantwoordelijk zijn voor hetgeen Hitler deed met de Joden. Met name de Luther kenner Heiko Augustinus Oberman heeft in zijn boek 'Wortels van het antisemitisme' deze opvatting over Luther ter discussie gesteld. Luther moet men in zijn tijd plaatsen en Luther was het niet te doen om het Jodendom als ras maar om het Jodendom als religie, oppert hij.
Adolf von Harnack en diens visie op het Oude Testament
Overigens was het juist de naamgenoot van Adolf Hitler, Adolf von Harnack die stelde dat de kerk het Oude Testament moest laten varen (Rudolf Smend 'Das Alte Testament im Protestantismus' p. 191).
Von Harnack was zeer gecharmeerd van Marcion. Marcion, een ketter uit de tweede eeuw na Christus, stelde dat het Oude Testament een boek was van de wraakgierige god van de Joden. De God van het Nieuwe Testament, met name die van Lukas en Paulus, is de goede God. Von Harnack wilde in navolging van Marcion zich ook meer richten op het Nieuwe Testament en met name op het evangelie van Jezus Christus. Echter wie Jezus Christus losmaakt van het Oude Testament en het Jodendom kweekt zeer waarschijnlijk weinig liefde voor het Joodse volk. Overigens gaf Karl Barth een veel hogere plaats aan het Oude Testament. Karl Barth noemde het Oude Testament: de tijd van de verwachting (die Zeit der Erwartung). Het is het boek dat Jezus aankondigt (Rudolf Smend 'Das Alte Testament im Protestantismus p. 181-214).