Zijn uitleg
Tafelgesprekken
Bij Luther aten nogal eens studenten mee. Aan tafel hield hij dan gesprekken over theologische zaken. In een van die gesprekken had hij het over een methode van uitleg namelijk de allegorie. De allegorie is een methode waarbij men de tekst anders leest dan hoe deze er staat. Soms kan dit niet anders. Het Hooglied is vol met beeldspraak. Met een letterlijke uitleg komt men dan niet weg. Maar hoe zit het met de storm op zee waar de discipelen van Jezus mee te maken kregen?
Allegorie als verfraaiing
Luther keerde zich tegen het anders lezen van de Schrift als de Schrift daar niet uitdrukkelijk om vraagt. Allegorie zag hij als een verfraaiing, als een beeld dat de spreker gebruikt om een zaak die bekend en bewezen is kleur te geven. Dit kan men toepassen op het Hooglied. In het Hooglied gaat het om het huwelijk allereerst tussen Israël en de HEERE. Er staat van de bruid Israël geschreven: Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar Liefste? (Hooglied 8:5a). Als christen kan men het toepassen op de bruidskerk en Jezus, de Bruidegom. Johannes noemt in zijn evangelie en Openbaring de gelovigen de bruid en Jezus de Bruidegom (Johannes 3:29 en Openbaring 21:2, 9 en 22:17).
Allegorie als verdraaiing
Luther keerde zich tegen allegorie als bewijs. Luther stelde juist dat de letterlijke uitleg van de Schrift en het lezen van de Schrift hem had bevrijd van de Roomse methode om de Schrift te verdraaien via allegorie. Het lezen van de brief aan de Romeinen waarin hij de vrijspraak om niet ontdekte, was de oorzaak van zijn afkeer van allegorie. Voorheen allegoriseerde hij er als monnik op los. Via allegorie kan men de schrift verdraaien en naar eigen hand zetten, stelde Luther. Men dient de zaak eerst bewezen te hebben via de letterlijke uitleg anders mag men zich niet wenden tot de allegorie, opperde hij tijdens de tafelgesprekken met studenten.
Paulus en de allegorie
In Galaten 4:24 introduceert Paulus het begrip allegorie in zijn brieven. Hij zegt dat Abraham twee zonen had. Een uit de dienstmaagd en een uit de vrije. Volgens Paulus ligt hier een andere duiding in ('allegeroemena' in het Grieks waar allegorie weer van afgeleid is). Het gaat hier om twee manieren van leven voor Gods aangezicht. De ene manier is die van de zoon die geboren is uit de dienstmaagd. Dit is 'een gelovige' die tracht door werken zalig te worden en de andere zoon die geboren is uit de vrije is het beeld van een echte gelovige die door het geloof in de belofte en het leven uit en naar de belofte daadwerkelijk zalig is.
Luther en Paulus
Luther merkt op dat Paulus in Galaten 4:24 (en verder) slechts een verfraaiing geeft van een zaak die hij al eerder in de brief via Schriftplaatsen bewezen heeft. In de brief aan de Galaten staat de zaak op scherp. Het zou niet verstandig zijn van Paulus als hij via de allegorie zijn punt zou maken. De allegorie in Galaten 4:24 is dus slechts ter verfraaiing. Luther en Paulus zaten dus ook op het punt van de allegorie op een lijn. Wie dus de standen in het genadeleven wil bewijzen door het boek Ruth te vergeestelijken doet er goed aan om eerst eens te bewijzen of de standen die men leert overeenstemmen met de leer van de apostelen.
Het fundament van de apostelen
Volgens Paulus is de kerk van het Nieuwe Testament gebouwd op de leer van de apostelen (Efeze 2:20). Dat is het enige goede fundament van de christelijke kerk. Deze leer kan men vinden in de brieven van Paulus en met name in de brief aan de Romeinen. De Statenvertalers merken op bij de brief aan de Romeinen dat deze brief een samenvatting is van heel de christelijke leer. Een goed theoloog is net als Luther en Kohlbrugge kind aan huis in deze brief. Houdt men vervolgens tijd over en is de gemeente op de hoogte van het evangelie volgens de leer van de apostelen dan kan men tot verfraaiing uit het boek Ruth geestelijke lessen trekken. Men dient de zaken die men dan aan de orde stelt wel te halen uit de leer van de apostelen. Dat deed Kohlbrugge, die kind aan huis was in de brief aan de Romeinen ook. Verfraaiing via allegorie kan namelijk ook leiden tot verdraaiing.
Tafelgesprekken
Bij Luther aten nogal eens studenten mee. Aan tafel hield hij dan gesprekken over theologische zaken. In een van die gesprekken had hij het over een methode van uitleg namelijk de allegorie. De allegorie is een methode waarbij men de tekst anders leest dan hoe deze er staat. Soms kan dit niet anders. Het Hooglied is vol met beeldspraak. Met een letterlijke uitleg komt men dan niet weg. Maar hoe zit het met de storm op zee waar de discipelen van Jezus mee te maken kregen?
Allegorie als verfraaiing
Luther keerde zich tegen het anders lezen van de Schrift als de Schrift daar niet uitdrukkelijk om vraagt. Allegorie zag hij als een verfraaiing, als een beeld dat de spreker gebruikt om een zaak die bekend en bewezen is kleur te geven. Dit kan men toepassen op het Hooglied. In het Hooglied gaat het om het huwelijk allereerst tussen Israël en de HEERE. Er staat van de bruid Israël geschreven: Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar Liefste? (Hooglied 8:5a). Als christen kan men het toepassen op de bruidskerk en Jezus, de Bruidegom. Johannes noemt in zijn evangelie en Openbaring de gelovigen de bruid en Jezus de Bruidegom (Johannes 3:29 en Openbaring 21:2, 9 en 22:17).
Allegorie als verdraaiing
Luther keerde zich tegen allegorie als bewijs. Luther stelde juist dat de letterlijke uitleg van de Schrift en het lezen van de Schrift hem had bevrijd van de Roomse methode om de Schrift te verdraaien via allegorie. Het lezen van de brief aan de Romeinen waarin hij de vrijspraak om niet ontdekte, was de oorzaak van zijn afkeer van allegorie. Voorheen allegoriseerde hij er als monnik op los. Via allegorie kan men de schrift verdraaien en naar eigen hand zetten, stelde Luther. Men dient de zaak eerst bewezen te hebben via de letterlijke uitleg anders mag men zich niet wenden tot de allegorie, opperde hij tijdens de tafelgesprekken met studenten.
Paulus en de allegorie
In Galaten 4:24 introduceert Paulus het begrip allegorie in zijn brieven. Hij zegt dat Abraham twee zonen had. Een uit de dienstmaagd en een uit de vrije. Volgens Paulus ligt hier een andere duiding in ('allegeroemena' in het Grieks waar allegorie weer van afgeleid is). Het gaat hier om twee manieren van leven voor Gods aangezicht. De ene manier is die van de zoon die geboren is uit de dienstmaagd. Dit is 'een gelovige' die tracht door werken zalig te worden en de andere zoon die geboren is uit de vrije is het beeld van een echte gelovige die door het geloof in de belofte en het leven uit en naar de belofte daadwerkelijk zalig is.
Luther en Paulus
Luther merkt op dat Paulus in Galaten 4:24 (en verder) slechts een verfraaiing geeft van een zaak die hij al eerder in de brief via Schriftplaatsen bewezen heeft. In de brief aan de Galaten staat de zaak op scherp. Het zou niet verstandig zijn van Paulus als hij via de allegorie zijn punt zou maken. De allegorie in Galaten 4:24 is dus slechts ter verfraaiing. Luther en Paulus zaten dus ook op het punt van de allegorie op een lijn. Wie dus de standen in het genadeleven wil bewijzen door het boek Ruth te vergeestelijken doet er goed aan om eerst eens te bewijzen of de standen die men leert overeenstemmen met de leer van de apostelen.
Het fundament van de apostelen
Volgens Paulus is de kerk van het Nieuwe Testament gebouwd op de leer van de apostelen (Efeze 2:20). Dat is het enige goede fundament van de christelijke kerk. Deze leer kan men vinden in de brieven van Paulus en met name in de brief aan de Romeinen. De Statenvertalers merken op bij de brief aan de Romeinen dat deze brief een samenvatting is van heel de christelijke leer. Een goed theoloog is net als Luther en Kohlbrugge kind aan huis in deze brief. Houdt men vervolgens tijd over en is de gemeente op de hoogte van het evangelie volgens de leer van de apostelen dan kan men tot verfraaiing uit het boek Ruth geestelijke lessen trekken. Men dient de zaken die men dan aan de orde stelt wel te halen uit de leer van de apostelen. Dat deed Kohlbrugge, die kind aan huis was in de brief aan de Romeinen ook. Verfraaiing via allegorie kan namelijk ook leiden tot verdraaiing.