Hooglied
Bijbelse liefde in beeld, woord en klank
Hans Ausloos en Ignace Bossuyt redactie
De globale inhoud
Dit boek gaat over hoe het Hooglied is opgevat en verwerkt door de tijden heen (met name in de Roomse kerk). Het is beschrijvend van aard en niet normerend. Allereerst in woord. Vooral de allegorische uitleg heeft een hoge vlucht genomen. De bruid is dan de individuele gelovige (mystiek: die mijn ziel bemint/liefheeft 1:7: 3:2-4 HSV innig liefheeft) of de gemeente van Christus (beeld van de wijngaard vosjes die de wijngaard bederven en in de gemeente insluipen) maar ook Maria. Daar begon de vroege kerkvader Ambrosius al mee en die Mariologie neemt een grote plaats in, in dit boek dat door Roomse auteurs is samengesteld.
Mariologie
Maria is de verzegelde bron (fons signatus) en een besloten hof (hortus conclusus) (zie 4:12) volgens de Roomse traditie die al zijn aanvang nam in de Vroege Kerk. Maria wordt namelijk de gezegende onder de vrouwen genoemd (Lukas 1:42). Zij mocht Jezus baren maar was maagd (volgens Rome bleef zij maagd. Hier ligt de verering op de loer). Als bron baarde ze Jezus en de verzegelde bron ziet op haar maagdelijkheid net als den besloten hof. Deze visie op Hooglied had gevolgen voor de kunst en de muziek. Maria wordt in de kunst zwart afgebeeld. De zogenaamde zwarte Madonna. Dit omdat de bruid zich zelf zwart noemt: sum nigra sed formosa (ik ben zwart maar ook schoon). Zwart is ze omdat ze een kind kreeg zonder gehuwd te zijn (mensen zouden daar schande van kunnen spreken) maar ook liefelijk. Ze baarde Jezus, de Geliefde. Haar borsten zijn schoon omdat zij daar Jezus mee te drinken gaf (Hooglied 4:5). Hooglied heeft de mariologie beïnvloed en de mariologie heeft de belangstelling voor Hooglied bevorderd. In lofzangen op Maria wordt veelal het Hooglied verwerkt (zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/Hortus_conclusus). Ook Hooglied 4:7 zou op Maria wijzen en met name op haar maagdelijkheid: " Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u ".
De soorten van uitleg
Dit boek heb ik vooral gelezen met het oog op de soorten van uitleg die er zijn omtrent het Hooglied. Daarom ga ik vooral te rade bij eerste bijdrage van Hans Ausloos. Ausloos stelt dat er globaal twee soorten van uitleg zijn. De zogenaamde letterlijke uitleg waarbij Hooglied wordt gezien als een liefdeslied tussen man en vrouw. Ausloos spreekt liever van de antropologische uitleg (liefde tussen mensen, man en vrouw) want Hooglied je niet letterlijk nemen want het staat bol van de beeldspraak. Daarnaast is er ook de allegorische uitleg. Daar zijn de Joden al mee begonnen. Om die reden kwam Hooglied in de canon. Rabbi Akiva zei: "De wereld was waardeloos totdat Hooglied aan Israël werd gegeven". Hooglied heeft het oog op de liefde tussen de Eeuwige en Israël. In de Vroege Kerk hebben de kerkvaders deze uitleg overgenomen en gechristianiseerd. In het Hooglied gaat het om Christus en de individuele gelovige (mystieke uitleg) of over Christus en de gemeente (ecclesiologische uitleg).
Waarom de allegorische uitleg
De naam van Hooglied geeft daar enige aanleiding toe. Deze naam betekent letterlijk (sjier hasjieriem) lied van (al) de liederen. Het is een superlatief net als het heilige der heiligen (het allerheiligste: Exodus 26:33). Zo is ook het Hooglied niet zo maar een liefdesliedje. Zelfs in de Psalmen wordt een psalm aangeduid met een lied (sjier) en nooit met een lied van (al) de liederen. De liefde in het Hooglied wordt bezongen omdat deze zo heerlijk is en deze liefde wordt zelfstandig gezien net als de wijsheid in Spreuken 8:12. Het beginsel van de wijsheid in Spreuken is het dienen van de HEERE. Zo is ook de liefde in Hooglied gericht op de HEERE. Hooglied 8:6-7: "Leg mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm. Want de liefde is sterk als de dood, de hartstocht onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HEERE. Vele wateren kunnen de liefde niet uitblussen en rivieren spoelen haar niet weg. Al gaf iemand al het bezit van zijn huis voor de liefde, men zou hem smadelijk verachten". Maar te denken valt ook aan Spreuken 8:17a: "Ik heb lief (de Wijsheid zegt dit) wie mij liefhebben".
Eigen gedachte naar aanleiding van dit boek:
Salomo en de Meerdere Salomo.
Salomo komt ook voor in Hooglied (1,5: 3,7, 9, 11: 8:11-12). Dit lied kan hij gemaakt hebben toen hij met een Egyptische vrouw trouwde. Zijn vrouw wordt dan Sulamith (6:13) genoemd en dat is een woordspeling op Salomo wiens naam vrede betekent. Hij heet dus Freek en zij Frederika. Zij is dan ook donker (nigra) in het vergelijk met de hofdames in Jeruzalem (1:5) Hooglied 3:11 spreekt zelfs letterlijk over het huwelijk van Salomo: "Hooglied 3:11: " Ga naar buiten en zie, dochters van Sion, koning Salomo met de kroon waarmee zijn moeder hem kroonde op de dag van zijn bruiloft, ja, op de dag van de blijdschap van zijn hart!". Liefdesliederen waarin geliefden elkaar bezongen waren alom aanwezig bij de volken rondom Israël (bijvoorbeeld een Egyptenaar die zijn meisje bezong. Het lichaam van het meisje werd dan beeldend beschreven: "Haar mond is als een lotusbloem, haar borsten zijn als alruinen en haar armen zijn wijnstokken". Vanuit dit gezichtspunt kan antropologische uitleg ook. Maar dan is het net als met Psalm 72 waar het oppervlakkig gezien gaat om Salomo. Net als Psalm 72 heeft Hooglied veel diepere lagen. Salomo dichtte het naar aanleiding van zijn huwelijk maar er bevindt zich een diepere laag in Hooglied. Het gaat ten diepste om de HEERE en zijn volk in het Oude Testament en in het Nieuwe Testament om Jezus en zijn volgelingen. Op deze manier zou je eerder kunnen spreken van een typologische uitleg. Jezus zei in (Mattheüs 12:42) : "De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einde van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier!". Bij een allegorische uitleg heeft men de neiging om alles om te duiden en alles te vergeestelijken. Bij een typologische uitleg wordt gekeken in welke opzicht de tekst indrukken weergeeft van Jezus in zijn gemeente.
Opmerkingen:
Bijbelse liefde in beeld, woord en klank
Hans Ausloos en Ignace Bossuyt redactie
De globale inhoud
Dit boek gaat over hoe het Hooglied is opgevat en verwerkt door de tijden heen (met name in de Roomse kerk). Het is beschrijvend van aard en niet normerend. Allereerst in woord. Vooral de allegorische uitleg heeft een hoge vlucht genomen. De bruid is dan de individuele gelovige (mystiek: die mijn ziel bemint/liefheeft 1:7: 3:2-4 HSV innig liefheeft) of de gemeente van Christus (beeld van de wijngaard vosjes die de wijngaard bederven en in de gemeente insluipen) maar ook Maria. Daar begon de vroege kerkvader Ambrosius al mee en die Mariologie neemt een grote plaats in, in dit boek dat door Roomse auteurs is samengesteld.
Mariologie
Maria is de verzegelde bron (fons signatus) en een besloten hof (hortus conclusus) (zie 4:12) volgens de Roomse traditie die al zijn aanvang nam in de Vroege Kerk. Maria wordt namelijk de gezegende onder de vrouwen genoemd (Lukas 1:42). Zij mocht Jezus baren maar was maagd (volgens Rome bleef zij maagd. Hier ligt de verering op de loer). Als bron baarde ze Jezus en de verzegelde bron ziet op haar maagdelijkheid net als den besloten hof. Deze visie op Hooglied had gevolgen voor de kunst en de muziek. Maria wordt in de kunst zwart afgebeeld. De zogenaamde zwarte Madonna. Dit omdat de bruid zich zelf zwart noemt: sum nigra sed formosa (ik ben zwart maar ook schoon). Zwart is ze omdat ze een kind kreeg zonder gehuwd te zijn (mensen zouden daar schande van kunnen spreken) maar ook liefelijk. Ze baarde Jezus, de Geliefde. Haar borsten zijn schoon omdat zij daar Jezus mee te drinken gaf (Hooglied 4:5). Hooglied heeft de mariologie beïnvloed en de mariologie heeft de belangstelling voor Hooglied bevorderd. In lofzangen op Maria wordt veelal het Hooglied verwerkt (zie ook https://en.wikipedia.org/wiki/Hortus_conclusus). Ook Hooglied 4:7 zou op Maria wijzen en met name op haar maagdelijkheid: " Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u ".
De soorten van uitleg
Dit boek heb ik vooral gelezen met het oog op de soorten van uitleg die er zijn omtrent het Hooglied. Daarom ga ik vooral te rade bij eerste bijdrage van Hans Ausloos. Ausloos stelt dat er globaal twee soorten van uitleg zijn. De zogenaamde letterlijke uitleg waarbij Hooglied wordt gezien als een liefdeslied tussen man en vrouw. Ausloos spreekt liever van de antropologische uitleg (liefde tussen mensen, man en vrouw) want Hooglied je niet letterlijk nemen want het staat bol van de beeldspraak. Daarnaast is er ook de allegorische uitleg. Daar zijn de Joden al mee begonnen. Om die reden kwam Hooglied in de canon. Rabbi Akiva zei: "De wereld was waardeloos totdat Hooglied aan Israël werd gegeven". Hooglied heeft het oog op de liefde tussen de Eeuwige en Israël. In de Vroege Kerk hebben de kerkvaders deze uitleg overgenomen en gechristianiseerd. In het Hooglied gaat het om Christus en de individuele gelovige (mystieke uitleg) of over Christus en de gemeente (ecclesiologische uitleg).
Waarom de allegorische uitleg
De naam van Hooglied geeft daar enige aanleiding toe. Deze naam betekent letterlijk (sjier hasjieriem) lied van (al) de liederen. Het is een superlatief net als het heilige der heiligen (het allerheiligste: Exodus 26:33). Zo is ook het Hooglied niet zo maar een liefdesliedje. Zelfs in de Psalmen wordt een psalm aangeduid met een lied (sjier) en nooit met een lied van (al) de liederen. De liefde in het Hooglied wordt bezongen omdat deze zo heerlijk is en deze liefde wordt zelfstandig gezien net als de wijsheid in Spreuken 8:12. Het beginsel van de wijsheid in Spreuken is het dienen van de HEERE. Zo is ook de liefde in Hooglied gericht op de HEERE. Hooglied 8:6-7: "Leg mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm. Want de liefde is sterk als de dood, de hartstocht onstuitbaar als het graf. Haar vonken zijn vurige vonken, vlammen van de HEERE. Vele wateren kunnen de liefde niet uitblussen en rivieren spoelen haar niet weg. Al gaf iemand al het bezit van zijn huis voor de liefde, men zou hem smadelijk verachten". Maar te denken valt ook aan Spreuken 8:17a: "Ik heb lief (de Wijsheid zegt dit) wie mij liefhebben".
Eigen gedachte naar aanleiding van dit boek:
Salomo en de Meerdere Salomo.
Salomo komt ook voor in Hooglied (1,5: 3,7, 9, 11: 8:11-12). Dit lied kan hij gemaakt hebben toen hij met een Egyptische vrouw trouwde. Zijn vrouw wordt dan Sulamith (6:13) genoemd en dat is een woordspeling op Salomo wiens naam vrede betekent. Hij heet dus Freek en zij Frederika. Zij is dan ook donker (nigra) in het vergelijk met de hofdames in Jeruzalem (1:5) Hooglied 3:11 spreekt zelfs letterlijk over het huwelijk van Salomo: "Hooglied 3:11: " Ga naar buiten en zie, dochters van Sion, koning Salomo met de kroon waarmee zijn moeder hem kroonde op de dag van zijn bruiloft, ja, op de dag van de blijdschap van zijn hart!". Liefdesliederen waarin geliefden elkaar bezongen waren alom aanwezig bij de volken rondom Israël (bijvoorbeeld een Egyptenaar die zijn meisje bezong. Het lichaam van het meisje werd dan beeldend beschreven: "Haar mond is als een lotusbloem, haar borsten zijn als alruinen en haar armen zijn wijnstokken". Vanuit dit gezichtspunt kan antropologische uitleg ook. Maar dan is het net als met Psalm 72 waar het oppervlakkig gezien gaat om Salomo. Net als Psalm 72 heeft Hooglied veel diepere lagen. Salomo dichtte het naar aanleiding van zijn huwelijk maar er bevindt zich een diepere laag in Hooglied. Het gaat ten diepste om de HEERE en zijn volk in het Oude Testament en in het Nieuwe Testament om Jezus en zijn volgelingen. Op deze manier zou je eerder kunnen spreken van een typologische uitleg. Jezus zei in (Mattheüs 12:42) : "De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en het veroordelen, want zij is gekomen van de einde van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen; en zie, meer dan Salomo is hier!". Bij een allegorische uitleg heeft men de neiging om alles om te duiden en alles te vergeestelijken. Bij een typologische uitleg wordt gekeken in welke opzicht de tekst indrukken weergeeft van Jezus in zijn gemeente.
Opmerkingen:
- Echtbreuk in Deuteronomium 22:13-30 wordt aan de kaak gesteld en hoe daar mee moet worden omgegaan. Huwelijkstrouw tussen één man en vrouw zoals beschreven in Genesis 1 en 2 is het uitgangpunt. Hooglied gaat hier ook over maar heeft een diepere laag.
- Er zijn lagen in Hooglied: oppervlakkige laag. Salomo dichtte Hooglied naar aanleiding van zijn huwelijk Hooglied 3:11. Diepere laag de HEERE en het volk Israël (Deuteronomium 7): wie is deze die komt uit de woestijn? (Hooglied 3:6 en 8:5 Egyptische vrouw van Salomo en Israël Hooglied gelezen bij Paasfeest door de Joden). Innige liefde (Hooglied 3:1-4) vooral voor de ware gelovigen binnen Israël. De gechristianiseerde uitleg: Jezus en de enkele gelovige (mystieke lezing) of Zijn lichaam/gemeente (ecclesiologische lezing)
- Statenvertaling merkt op bij Hooglied 3:11 dat koning Salomo vermoedelijk door zijn moeder Bathseba is gekroond op zijn trouwdag met zijn bruid. Dit is een historische lezing. Maar de Statenvertalers merken een diepere laag op. Het ziet op de hemelvaart van Christus. De dochters van Sion is zijn kerk die hemelvaart mag aanschouwen op de olijfberg maar ook door die te overdenken... Zie kanttekening 36.
- Unieke van deze bruid. Hooglied 6:8-9: " Al waren er zestig koninginnen en tachtig bijvrouwen en meisjes, niet te tellen, zij is de enige, Mijn duif, Mijn volmaakte, zij is de enige voor haar moeder, de zuivere voor wie haar heeft gebaard. Als de meisjes haar zien, prijzen zij haar gelukkig, de koninginnen en bijvrouwen roemen haar" Historisch gezien wees Salomo andere af maar vooral geestelijk gezien...
- NBG vertaling merkt het geestelijke karakter van Hooglied op: Christus en zijn bruid naar het voorbeeld van 2 Korinthe 11:2: " Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen". Efeze 5:25: "Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven". Openbaring 21:2, 9; 22:17).
- Tirza zou er op kunnen duiden dat het Hooglied niet van Salomo is! volgens het voorwoord van de NBG op Hooglied 6:4a: "Mooi bent u, Mijn vriendin, als Tirza, bekoorlijk als Jeruzalem". Waarom niet? Duikt op in de tijd van koning Jerobeam (zie 1 Koningen 14:17) maar zou deze stad niet ouder kunnen zijn? De kanttekening van de Statenvertaling wijst op Jozua 12:24. Deze stad werd door Israël veroverd.
- Het begrip verlangen in Hooglied 2:3 in relatie tot de Psalmen
- Begrip ziel , het persoonlijke ... in Hooglied 1:7b; 3:1-4 SV: mijn ziel liefheeft HSV Ik innig liefheb
- Hooglied 2:17 merkt Willem van Saint-Thierry bij "Totdat de dag aanbreekt en de schaduwen verdwijnen", De schaduwen zijn de wereldse ijdelheden. Zij werpen een schaduw op de omgang met Jezus. Als de gelovige ingaat in het hemelse heiligdom zullen alle schaduwen wijken. De wereldse ijdelheden worden dan van hun voetstuk geworpen. De bruid verlangt naar die dag... Het is het zuchten van de Geest van de bruid in Romeinen 8:20, 23.
- Hooglied 7:10: ?"Ik ben van mijn Liefste en Zijn begeerte gaat naar mij uit". Lukas 22:15 En Hij (Jezus) zei tegen hen: Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden.
- Hooglied 8:14: Kom haastig... Openbaring 22:12, 20.
- Genesis 2-3 mens verdreven uit de hof/tuin. Hooglied, lied van de tuin. Ausloos legt dit verband maar de tuin in Hooglied is beeldspraak en die in Genesis 2-3 letterlijk.
- Hooglied is niet louter gepolijste romantiek maar geeft ook de ruwe realiteit weer. Er is ook sprake van een vijand: "vang de vossen" (2:8) en van een verflauwing in de liefde van de bruid: "ik sliep maar mijn hart waakte" (5:2). De wachters in de stad verwondden de bruid en deden haar sluier af (5:7).
- "Vang voor ons de vosjes, de kleine vossen die de wijngaarden te gronde richten" (Hooglied 2:. Israël wordt de wijngaard genoemd (Jesaja 5). http://www.bijbelaantekeningen.nl/blog/2011/11/26/vang-die-vossen
- Beeld wijngaard divers. Letterlijk in Hooglied 1:6 Plattelandsvrouw die gekleurd is door de zon.
- Ezechiël 13:2-6: "Mensenkind, profeteer tegen de profeten van Israël die profeteren, en zeg tegen hen die naar eigen inzicht profeteren: Hoor het woord van de HEERE! Zo zegt de Heere HEERE: Wee de dwaze profeten die hun eigen geest volgen zonder iets te hebben gezien! Als vossen tussen de puinhopen zijn uw profeten geworden, Israël: U bent niet in de bressen geklommen, en voor het huis van Israël wierp u geen muur op om op de dag van de HEERE staande te blijven in de strijd. Zij schouwen valse visioenen en leugenachtige waarzeggerij, zij die zeggen: De HEERE spreekt. Hoewel de HEERE hen niet gezonden heeft, verwachten zij dat het woord zal uitkomen!"