Ontluikend christendom
Cultuurgeschiedenis van een nieuwe religie
in de Griekse-Romeinse wereld
Daniel de Waele
De schrijver
Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. De Waele heeft een grote kennis van de leefwereld van het Nieuwe Testament.
.
Wat er globaal gezien te lezen valt
Hoe beleefden heidenen, joden en christenen het ondermaanse bestaan in de eerste eeuwen van onze jaartelling, zo ongeveer van de eerste tot de vierde eeuw? Hoe leefden zij, wat geloofden zij, hoe dachten zij en hoe beïnvloedden zij elkaar? Natuurlijk, het waren mensen zoals wij, maar de moderne mens valt van de ene verbazing in de andere, en staat soms verbluft als hij ontdekt hoe anders mensen toen tegen het leven aankeken. Kennis van die pluriforme, multireligieuze wereld draagt ook bij aan de verheldering van een reeks geschriften die in die tijd het licht zagen: het Nieuwe Testament.
Het ontluikend christendom geeft veel achtergrondinformatie
maar is op de moderne leest geschoeid
Sterke punten en zwakke punten
De Waele brengt de leefomgeving goed in kaart en dat geeft mooie doorkijkjes en beslist een beter verstaan van de teksten van het Nieuwe Testament maar hij maakt wel beslissingen vanuit de moderne visie. Zo gaat hij uit van allerlei ontwikkelingen en processen zoals de rol van de vrouw in de gemeenten. Deze zou aanvankelijk spontaan en groter zijn en later zijn ingedamd. Dit zogenaamde proces wordt mijns inziens niet onderbouwd maar verondersteld. Ook geeft hij niet alle Schriftgegevens weer als hij een thema behandelt (bijvoorbeeld de onsterfelijkheid van de ziel). Daarnaast komt hij met zeer late dateringen van (delen van) Bijbelboeken (bijvoorbeeld van het slot van het boek Daniël zou veel later zijn geschreven) en hij is niet wars van historische kritiek. Het boek Ester zou volgens De Waele hooguit een kern van historiciteit bevatten. Orthodoxe christenen zullen het fraaie boek om die reden met enige argwaan en reserves lezen maar wie hier doorheen prikt en mee om weet te gaan, krijgt heel wat goede en bruikbare informatie aangeleverd.
Mooi contrasten
De Waele mag dan niet wars zijn van historische kritiek en daarmee het unieke karakter van de Bijbelse openbaring aantasten toch laat hij het unieke van het christendom wel degelijk zien. Om twee voorbeelden te geven:
- Allereerst was bij de heidenen hun sterfdag een sombere dag volgens De Waele. Er was geen blij vooruitzicht. De ziel ging op zijn best naar een sombere donkere ruimte. Alleen de helden kwam in het Elysium, de gelukzaligheid. Voor de eenvoudige christenen echter was hun sterfdag hun geboortedag omdat ze dan altijd bij hun Heiland zijn in de eeuwige vreugde. Dat geloof gaf hen een heerlijke prospectus, een blij vooruitzicht.
- Ten tweede was het een Bijbels gebod voor de christenen om hun slaven goed te behandelen. Bij de stoïcijn Seneca bijvoorbeeld was het meer een advies om dit te doen. Bovendien was hij één van de weinigen die kritiek had op de slavernij. Het was weliswaar niet zo dat de christenen schaften de slavernij afschaften maar ze gaven er wel een betere en warmere socialere invulling aan. Geen revolutie met gebalde vuisten maar hervorming van het hart. Met als inzet: een zorgzame liefdevolle heer en een trouwe gewetensvolle arbeider die in Christus allebei één en eender zijn maar in de maatschappij elk hun eigen verantwoordelijkheid hebben.
Achtergrondinformatie bij de liefdesmaaltijd
De misstanden in de gemeente van Korinthe bij het avondmaal (1 Korinthe 11:17-34) kunnen we ook beter begrijpen als we iets weten van Grieks-Romeinse samenleving van destijds. De Waele geeft ook op dit punt goede achtergrondinformatie. De Waele brengt namelijk gedetailleerd de eetgewoonten in kaart en daaruit blijkt dat gerechten en wijnen van verschillende kwaliteiten waren. De betere en welgestelde gasten kregen het betere eten en de betere wijn. Zo hield men de maatschappelijke hiërarchie in stand Deze voedselhiërarchie had zijn doorwerking in de gemeente van Korinthe. Cultuur houdt namelijk niet op bij de voordeur van de kerk maar glipt mee naar binnen. Tijdens de liefdesmaaltijden namen de rijkere gemeenteleden in de gemeente van Korinthe het betere voedsel. De arme gemeenteleden moesten het doen met een klein portie. Het rijkere gemeentelid dat op deze manier omgaat met de liefdesmaaltijd en daarna deelneemt aan het avondmaal eet en drinkt zichzelf een oordeel en is schuldig aan het LICHAAM en BLOED van Christus volgens Paulus.
Wat het LICHAAM van Christus precies inhoudt daar komt Paulus op terug in 1 Korinthe 12 (het ziet op de eenheid van de gemeente) waarbij hij opmerkt dat de hand niet tegen de voet kan zeggen: ik heb je niet nodig. Leden dienen voor elkaar gelijke zorg te dragen en als het goed is het zo dat als één lid lijdt dat dan alle leden meelijden (1 Korinthe 12:25-26). Die gestalte was afwezig tijdens de liefdesmaaltijd. Daarbij komt het dat Jezus Zijn BLOED niet alleen gestort heeft voor rijkere gemeenteleden maar ook voor de armere gemeenteleden. Bij het eten aan de tafel geldt namelijk niet het recht van de sterkste maar het recht van de zwakste. Armen worden met heilsgoederen vervuld. Ook dat moet vertaald worden tijdens de liefdesmaaltijd.
Achtergrondinformatie bij de zendingsreizen van Paulus
De Waele merkt op dat goede wegen die vooral aangelegd werden door het leger niet alleen fungeerden als handelsroutes maar ook de zendeling Paulus maakte gebruik van deze wegen. De Waele komt tot deze conclusie door de route van zendingsreizen van Paulus te vergelijken met de wegenkaart en dan blijkt het dat Paulus de gebaande wegen volgde. Ook voor het sturen van brieven naar deze gemeenten maakte Paulus gebruik van deze wegen die tevens fungeerden als postroutes.
De Schrift laten spreken
De opstanding van het lichaam uit het stof in Daniel 12 dateert De Waele laat. Daniel 12 is niet van Daniel zelf volgens de moderne visie. De Waele tast door deze moderne visie te volgen de Bijbelse openbaring aan. De opstanding zou meer een menselijke vinding zijn ten tijde van het martelaarschap van de Makkabeeën. Over de onsterfelijkheid van de ziel schrijft De Waele: "De Bijbel kent geen onsterfelijke ziel. (...) nefesj werd door de LXX vertaald met 'psuchè' ziel'. Maar door deze vertaling kwam ook de Griekse invulling ervan mee: de ziel werd gezien als iets eeuwigs dat intrek in het lichaam had genomen en daar uit weg zou gaan als het lichaam stierf. Soms werd het lichaam ook nog eens negatief gewaardeerd als een kerker van ziel, zoals in de latere gnostiek" (p. 170).
De onsterfelijke ziel is zakelijk aanwezig in de Bijbel
Het begrip onsterfelijke ziel is inderdaad Grieks en wordt zeer uitdrukkelijk beschreven in Phaedo van Plato. Wie in de Bijbel het woord ziel onlosmakelijk verbindt met onsterfelijkheid komt in de problemen. Zo lezen we: "de ziel die zondigt, zal sterven". Maar betekent dat meteen dat de zaak zelf afwezig is? In Job 19:26 zegt Job: "En als zij na mijn huid dit doorknaagd hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen (mibbesarie uit mijn vlees, ik volg de post-mortem lezing en niet: in mijn vlees want dan had er bebbesarie moeten staan)". Of Psalm 73:24: "U zult mij leiden door uw raad en daarna zal U mij opnemen in uw heerlijkheid (ook volg ik de post-mortem lezing: God is voor eeuwig mijn deel 73:26 b)". En hoe kan elke daad van de mens in het gericht komen, zoals Salomo opmerkt aan het slot van Prediker (12:14) als er geen onsterfelijke ziel is want zonder onsterfelijke ziel kan er toch geen eindoordeel zijn maar slechts een oordeel in dit leven? Juist Salomo worstelt in Prediker met het feit dat in dit leven de goddelozen vaak vrijuit gaan. Alles is vluchtig en leeg. Hoewel het stof terugkeert naar de aarde keert de geest terug tot God die hem gegeven heeft (Prediker 12:7). Hier wordt de onsterfelijke ziel zakelijk gezien besproken met het woord geest (roeach)...
Uitgedaagd
Ondanks deze gebreken is het boek het lezen waard. De geoefende orthodoxe Bijbellezer wordt uitgedaagd om een weerwoord te geven en wordt aan het denken gezet en wie wordt uitgedaagd is niet gauw "uitgedacht". Om een voorbeeld te geven: er waren in de Grieks-Romeinse samenleving volgens De Waele welgestelde vrouwen. Dat waren vrouwen met gezag. Zulke vrouwen stonden hun mannetje. Als Paulus dus schrijft dat de vrouw in de gemeente moet zwijgen dan was dat een reëel probleem. Paulus verbood de vrouw dus niet om onderwijs te geven tijdens de erediensten omdat hij aan wilde sluiten bij de volledig geaccepteerde maatschappelijke opvatting over de rol van vrouw in de maatschappij en gemeente. Integendeel! Ook Paulus had te maken met emancipatie van welgestelde vrouwen die de andere vrouwen meenamen in hun visie op de rol van man en de vrouw in de gemeente. In de gemeente handhaafde Paulus dus niet de maatschappelijke opvatting van de maatschappij maar de scheppingsordinantie want hij schrijft: "Adam is eerst gemaakt daarna Eva" (1 Timotheüs 2:12-13) en hij voegt de zondeval er nog aan toe: "En niet Adam is misleid maar de vrouw" (1 Timotheüs 2:14).
Cultuurgeschiedenis van een nieuwe religie
in de Griekse-Romeinse wereld
Daniel de Waele
De schrijver
Dr. Daniël De Waele is leraar Protestantse Godsdienst en docent Nieuwe Testament aan het Hoger Instituut voor Protestantse Godsdienstwetenschappen (HIPGO) te Brussel. De Waele heeft een grote kennis van de leefwereld van het Nieuwe Testament.
.
Wat er globaal gezien te lezen valt
Hoe beleefden heidenen, joden en christenen het ondermaanse bestaan in de eerste eeuwen van onze jaartelling, zo ongeveer van de eerste tot de vierde eeuw? Hoe leefden zij, wat geloofden zij, hoe dachten zij en hoe beïnvloedden zij elkaar? Natuurlijk, het waren mensen zoals wij, maar de moderne mens valt van de ene verbazing in de andere, en staat soms verbluft als hij ontdekt hoe anders mensen toen tegen het leven aankeken. Kennis van die pluriforme, multireligieuze wereld draagt ook bij aan de verheldering van een reeks geschriften die in die tijd het licht zagen: het Nieuwe Testament.
Het ontluikend christendom geeft veel achtergrondinformatie
maar is op de moderne leest geschoeid
Sterke punten en zwakke punten
De Waele brengt de leefomgeving goed in kaart en dat geeft mooie doorkijkjes en beslist een beter verstaan van de teksten van het Nieuwe Testament maar hij maakt wel beslissingen vanuit de moderne visie. Zo gaat hij uit van allerlei ontwikkelingen en processen zoals de rol van de vrouw in de gemeenten. Deze zou aanvankelijk spontaan en groter zijn en later zijn ingedamd. Dit zogenaamde proces wordt mijns inziens niet onderbouwd maar verondersteld. Ook geeft hij niet alle Schriftgegevens weer als hij een thema behandelt (bijvoorbeeld de onsterfelijkheid van de ziel). Daarnaast komt hij met zeer late dateringen van (delen van) Bijbelboeken (bijvoorbeeld van het slot van het boek Daniël zou veel later zijn geschreven) en hij is niet wars van historische kritiek. Het boek Ester zou volgens De Waele hooguit een kern van historiciteit bevatten. Orthodoxe christenen zullen het fraaie boek om die reden met enige argwaan en reserves lezen maar wie hier doorheen prikt en mee om weet te gaan, krijgt heel wat goede en bruikbare informatie aangeleverd.
Mooi contrasten
De Waele mag dan niet wars zijn van historische kritiek en daarmee het unieke karakter van de Bijbelse openbaring aantasten toch laat hij het unieke van het christendom wel degelijk zien. Om twee voorbeelden te geven:
- Allereerst was bij de heidenen hun sterfdag een sombere dag volgens De Waele. Er was geen blij vooruitzicht. De ziel ging op zijn best naar een sombere donkere ruimte. Alleen de helden kwam in het Elysium, de gelukzaligheid. Voor de eenvoudige christenen echter was hun sterfdag hun geboortedag omdat ze dan altijd bij hun Heiland zijn in de eeuwige vreugde. Dat geloof gaf hen een heerlijke prospectus, een blij vooruitzicht.
- Ten tweede was het een Bijbels gebod voor de christenen om hun slaven goed te behandelen. Bij de stoïcijn Seneca bijvoorbeeld was het meer een advies om dit te doen. Bovendien was hij één van de weinigen die kritiek had op de slavernij. Het was weliswaar niet zo dat de christenen schaften de slavernij afschaften maar ze gaven er wel een betere en warmere socialere invulling aan. Geen revolutie met gebalde vuisten maar hervorming van het hart. Met als inzet: een zorgzame liefdevolle heer en een trouwe gewetensvolle arbeider die in Christus allebei één en eender zijn maar in de maatschappij elk hun eigen verantwoordelijkheid hebben.
Achtergrondinformatie bij de liefdesmaaltijd
De misstanden in de gemeente van Korinthe bij het avondmaal (1 Korinthe 11:17-34) kunnen we ook beter begrijpen als we iets weten van Grieks-Romeinse samenleving van destijds. De Waele geeft ook op dit punt goede achtergrondinformatie. De Waele brengt namelijk gedetailleerd de eetgewoonten in kaart en daaruit blijkt dat gerechten en wijnen van verschillende kwaliteiten waren. De betere en welgestelde gasten kregen het betere eten en de betere wijn. Zo hield men de maatschappelijke hiërarchie in stand Deze voedselhiërarchie had zijn doorwerking in de gemeente van Korinthe. Cultuur houdt namelijk niet op bij de voordeur van de kerk maar glipt mee naar binnen. Tijdens de liefdesmaaltijden namen de rijkere gemeenteleden in de gemeente van Korinthe het betere voedsel. De arme gemeenteleden moesten het doen met een klein portie. Het rijkere gemeentelid dat op deze manier omgaat met de liefdesmaaltijd en daarna deelneemt aan het avondmaal eet en drinkt zichzelf een oordeel en is schuldig aan het LICHAAM en BLOED van Christus volgens Paulus.
Wat het LICHAAM van Christus precies inhoudt daar komt Paulus op terug in 1 Korinthe 12 (het ziet op de eenheid van de gemeente) waarbij hij opmerkt dat de hand niet tegen de voet kan zeggen: ik heb je niet nodig. Leden dienen voor elkaar gelijke zorg te dragen en als het goed is het zo dat als één lid lijdt dat dan alle leden meelijden (1 Korinthe 12:25-26). Die gestalte was afwezig tijdens de liefdesmaaltijd. Daarbij komt het dat Jezus Zijn BLOED niet alleen gestort heeft voor rijkere gemeenteleden maar ook voor de armere gemeenteleden. Bij het eten aan de tafel geldt namelijk niet het recht van de sterkste maar het recht van de zwakste. Armen worden met heilsgoederen vervuld. Ook dat moet vertaald worden tijdens de liefdesmaaltijd.
Achtergrondinformatie bij de zendingsreizen van Paulus
De Waele merkt op dat goede wegen die vooral aangelegd werden door het leger niet alleen fungeerden als handelsroutes maar ook de zendeling Paulus maakte gebruik van deze wegen. De Waele komt tot deze conclusie door de route van zendingsreizen van Paulus te vergelijken met de wegenkaart en dan blijkt het dat Paulus de gebaande wegen volgde. Ook voor het sturen van brieven naar deze gemeenten maakte Paulus gebruik van deze wegen die tevens fungeerden als postroutes.
De Schrift laten spreken
De opstanding van het lichaam uit het stof in Daniel 12 dateert De Waele laat. Daniel 12 is niet van Daniel zelf volgens de moderne visie. De Waele tast door deze moderne visie te volgen de Bijbelse openbaring aan. De opstanding zou meer een menselijke vinding zijn ten tijde van het martelaarschap van de Makkabeeën. Over de onsterfelijkheid van de ziel schrijft De Waele: "De Bijbel kent geen onsterfelijke ziel. (...) nefesj werd door de LXX vertaald met 'psuchè' ziel'. Maar door deze vertaling kwam ook de Griekse invulling ervan mee: de ziel werd gezien als iets eeuwigs dat intrek in het lichaam had genomen en daar uit weg zou gaan als het lichaam stierf. Soms werd het lichaam ook nog eens negatief gewaardeerd als een kerker van ziel, zoals in de latere gnostiek" (p. 170).
De onsterfelijke ziel is zakelijk aanwezig in de Bijbel
Het begrip onsterfelijke ziel is inderdaad Grieks en wordt zeer uitdrukkelijk beschreven in Phaedo van Plato. Wie in de Bijbel het woord ziel onlosmakelijk verbindt met onsterfelijkheid komt in de problemen. Zo lezen we: "de ziel die zondigt, zal sterven". Maar betekent dat meteen dat de zaak zelf afwezig is? In Job 19:26 zegt Job: "En als zij na mijn huid dit doorknaagd hebben, zal ik uit mijn vlees God aanschouwen (mibbesarie uit mijn vlees, ik volg de post-mortem lezing en niet: in mijn vlees want dan had er bebbesarie moeten staan)". Of Psalm 73:24: "U zult mij leiden door uw raad en daarna zal U mij opnemen in uw heerlijkheid (ook volg ik de post-mortem lezing: God is voor eeuwig mijn deel 73:26 b)". En hoe kan elke daad van de mens in het gericht komen, zoals Salomo opmerkt aan het slot van Prediker (12:14) als er geen onsterfelijke ziel is want zonder onsterfelijke ziel kan er toch geen eindoordeel zijn maar slechts een oordeel in dit leven? Juist Salomo worstelt in Prediker met het feit dat in dit leven de goddelozen vaak vrijuit gaan. Alles is vluchtig en leeg. Hoewel het stof terugkeert naar de aarde keert de geest terug tot God die hem gegeven heeft (Prediker 12:7). Hier wordt de onsterfelijke ziel zakelijk gezien besproken met het woord geest (roeach)...
Uitgedaagd
Ondanks deze gebreken is het boek het lezen waard. De geoefende orthodoxe Bijbellezer wordt uitgedaagd om een weerwoord te geven en wordt aan het denken gezet en wie wordt uitgedaagd is niet gauw "uitgedacht". Om een voorbeeld te geven: er waren in de Grieks-Romeinse samenleving volgens De Waele welgestelde vrouwen. Dat waren vrouwen met gezag. Zulke vrouwen stonden hun mannetje. Als Paulus dus schrijft dat de vrouw in de gemeente moet zwijgen dan was dat een reëel probleem. Paulus verbood de vrouw dus niet om onderwijs te geven tijdens de erediensten omdat hij aan wilde sluiten bij de volledig geaccepteerde maatschappelijke opvatting over de rol van vrouw in de maatschappij en gemeente. Integendeel! Ook Paulus had te maken met emancipatie van welgestelde vrouwen die de andere vrouwen meenamen in hun visie op de rol van man en de vrouw in de gemeente. In de gemeente handhaafde Paulus dus niet de maatschappelijke opvatting van de maatschappij maar de scheppingsordinantie want hij schrijft: "Adam is eerst gemaakt daarna Eva" (1 Timotheüs 2:12-13) en hij voegt de zondeval er nog aan toe: "En niet Adam is misleid maar de vrouw" (1 Timotheüs 2:14).