Wiskundige Ronald Meester stelt dat er in het wetenschappelijk establishment heel wat dogmatici rondlopen, en dat sommige pretenties van dit establishment ongeloofwaardig zijn en getuigen van arrogantie. Hij ergert zich aan collega-wetenschappers die de reikwijdte van de wetenschap overschatten. Zij gaan er bijvoorbeeld van uit dat de evolutietheorie alles kan verklaren, van intelligentie tot homoseksualiteit. Maar de evolutietheorie is geen theorie van alles, laat Meester overtuigend zien; met die theorie kun je bijvoorbeeld het bestaan van seks en bewustzijn niet begrijpen. In 'Arrogant' pleit hij voor een realistischer beeld van wat wetenschap vermag. Dit leidt tot een gezondere, realistischer kijk op de wereld, waarin ook de levensbeschouwelijke kant van het leven de plaats krijgt die haar toekomt.
Wie Ronald Meester is
Ronald Meester is professor in de Wiskunde aan de Vrij Universiteit (VU) in Amsterdam. Meester schrijft opiniestukken in Trouw. In interview in het blad De nieuwe koers zei hij: we stellen overdreven veel vertrouwen in de wetenschap. Kritisch is hij ook over de inzet van modellen voor beleid. Die modellen zijn niet heilig volgens Meester. Meester is kritisch op het stikstofdossier en het klimaatdossier. Bij deze dossiers staan de modellen volgens Meester te veel centraal.
De evolutietheorie verklaart niet alles
Meester heeft het in dit boek aan de stok met mannen als Richard Dawkins en Daniel Denett. Beide wetenschappers geloven heilig in de evolutietheorie en zijn atheist Meester zelf wil juist enige ruimte over laten voor God of spiritualiteit. Hij wil het echter niet zo concreet invullen als de creationisten dit doen. Meester heeft zijn vraagtekens bij de evolutietheorie die kan volgens Meester namelijk niet alles verklaren zoals bijvoorbeeld sex en het bewustzijn van de mens. Op deze twee punten gaat Meester uitvoerig in. Hij vindt dat wetenschappers moeten inzien dat hij visie beperkt is en dat wetenschap niet alles kan verklaren.
De dingen hebben hun geheim
Meester stemt met Arie van den Beukel in dat dingen hun geheim hebben. Meester vindt dat Darwinisme een levensbeschouwing is geworden. Een alternatief voor hen die niet geloven in God. Darwinisme probeert het ontstaan van deze aarde te verklaren alsof er geen God is maar voor velen is het juist een manier om het laatste restje God uit de wereld te helpen. Meester stelt dat een zuiver materiele visie, alles is materie en ontstaat door materie niet instaat is om leven te verklaren. Naturalisme wel. Naturalisme gaat er vanuit dat er meer is dan materie namelijk bezieling. Er is ruimte voor natuurkrachten. Binnen die visie past wel een gematigde vorm van evolutie, in de zin van verandering en aanpassing.
Hoe wetenschap werkt
Meester ergert zich echter aan wetenschappers die alles met evolutie willen verklaren. In het laatste hoofdstuk Reflectie geeft Meester aan hoe het komt dat wetenschappers zo star zijn in hun visie. Karl Popper vond dat men steeds de theorieën moest bekijken of zij wetenschappelijk waren en of zij falsificeerbaar waren. Zo ja dan moest men ze verwerpen. Thomas Kuhn stelde dat wetenschappers niet gauw overgaan tot een ander wetenschappelijk paradigma. Zulke wisselingen vinden vaak plaats door nieuwe wetenschappers die hun vragen hebben bij de oude theorieën waarop zij keer op keer geen antwoorden krijgen...
Wetenschap is tijdelijk van aard en beperkt
Wetenschappers zijn volgens Meester conservatiever dan ze zich voordoen. Ze beweren wel dat ze openstaan voor nieuwe en andere inzichten maar dat is meer een ideaal (zoals Popper het wilde hebben) dan werkelijkheid. Kuhn beschreef die ruwe werkelijkheid op een voortreffelijke wijze. Meester merkt op an Kuhn instemmend te hebben aangehaald: "Wetenschappers zijn kennelijk conservatief en in principe helemaal niet echt uit op verandering". Wetenschappelijke kennis is echter voor Meester tijdelijk van aard totdat we meer weten. In dat opzicht voelt Meester zich thuis bij Karl Popper. Popper beschreef hoe wetenschap behoort te zijn (open voor verandering) en Kuhn beschreef hoe wetenschap veelal wordt bedreven (gesloten voor verandering). Met dat laatste kan Meester dus niet uit de voeten. Dat was ook de reden om dit boek te schrijven. Wat hem nog meer prikkelde om dit boek te schrijven was dat wetenschappers niet alleen conservatief zijn maar ook vooral ook arrogant zijn. Ze menen alles met wetenschap te kunnen verklaren maar de dingen hebben volgens Meester hun geheim. Zo blijft er ook ruimte over voor spiritualiteit.