Verbond en bevinding
Dr. J. G. Woelderink
De kern van dit boek
In 1974 is dit geschrift uitgeven door ds. C van de Wal. Dit boek bevat artikelen van dr. Woelderink die betrekking hebben op het verbond en de bevinding. Woelderink zette het verbond van Gods kant en Zijn beloften voorop. Bevinding is gericht op Gods beloften die ja en amen zijn ( Rom. 5:4). Het gaat dus niet allereerst om de echtheid van het geloof maar om de echtheid van Gods beloften. Die worden bevonden waar te zijn. Het gaat bij de bevinding dus allereerst om de beproefheid van Gods trouw en niet om de beproefheid van het geloof zelf (p 4.).
Gods Woord bestaat niet uit dode letters
Vuurbang is Woelderink voor hen die spreken van letterkennis. Dit was aan het einde in de 18de eeuw het geval. Zo legt men Gods woord het zwijgen op. Het is niet meer Gods stem maar het zijn dode letters die pas tot leven komen als God Geest werkt en dan pas komt er bevinding. Zo wordt Gods spreken aan alle hoorders en lezers het zwijgen opgelegd (p 7).
Verbond en verkiezing
Het verbond is een heel belangrijk thema bij Woelderink. Vooral als het gaat om de relatie tot de verkiezing. Woelderink wil vooral de oprichting van het verbond in de tijd in het vizier houden. God spreekt de gevallen mens aan en belooft hem zalig te maken. Niets wil hij weten van hen die stellen dat God het verbond met de uitverkoren heeft opgericht. Dan haalt men de verkiezing waar het op uitloopt naar voren. Men begint dan waar men door genade mag leren eindigen (p.49).
Wet en evangelie
Woelderink stelt dat een christen zich beweegt tussen eis en belofte. De belofte kan een christen slaperig maken en zelfvoldaan. Daarom moet de eis klinken om voor Hem te leven. Maar de eis kan de christen moedeloos of zelfvoldaan maken. Daarom moet daar de belofte klinken dat alles Gods genade is wat een christen mag doen. De christen beweegt zich dus tussen belofte en eis en daarom is de christen voortdurend in beweging. De zonde zit er telkens tussen. Daarom is er ook het verlangen naar het ten volle genieten van de belofte van het eeuwige leven (p. 99-100).
De beproeving van het geloof
Woelderink spreekt over de beproeving van het geloof. Dus niet alleen over de echtheid van Gods Woord. Een gelovige kan in de diepste duisternis terechtkomen. God trekt Zijn Geest in. Dit doet God opdat men dan alleen het geloof overhoudt zonder de genieting ervan. Dit lezen we volgens Woelderink in Jesaja 50:10: 'Wie is er onder u, die de HEERE vreest, die naar de stem van Zijn Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij dan zal betrouwen op de Naam de HEERE, en dat hij zal steunen op zijn God'.
Woelderink en Kievit
In het voorwoord stelt ds. C. van der Wal dat ds. I. Kievit dr. J.G. Woelderink erkende als een oprecht christen maar hij zei wel dat Woelderink dwaalde. Ds C. Van der Wal ziet overeenkomsten tussen Woelderink en Kievit. Woelderink stelde net als Kievit dat er ook kinderen van het verbond zijn die het niet echt zijn omdat zij niet tot het geloof komen. Maar er is ook een verschil. Kievit legde volgens C. Van der Wal meer de nadruk op het werk van de Geest in de mens en beschreef dit uitvoeriger dan Woelderink.
Dr. J. G. Woelderink
De kern van dit boek
In 1974 is dit geschrift uitgeven door ds. C van de Wal. Dit boek bevat artikelen van dr. Woelderink die betrekking hebben op het verbond en de bevinding. Woelderink zette het verbond van Gods kant en Zijn beloften voorop. Bevinding is gericht op Gods beloften die ja en amen zijn ( Rom. 5:4). Het gaat dus niet allereerst om de echtheid van het geloof maar om de echtheid van Gods beloften. Die worden bevonden waar te zijn. Het gaat bij de bevinding dus allereerst om de beproefheid van Gods trouw en niet om de beproefheid van het geloof zelf (p 4.).
Gods Woord bestaat niet uit dode letters
Vuurbang is Woelderink voor hen die spreken van letterkennis. Dit was aan het einde in de 18de eeuw het geval. Zo legt men Gods woord het zwijgen op. Het is niet meer Gods stem maar het zijn dode letters die pas tot leven komen als God Geest werkt en dan pas komt er bevinding. Zo wordt Gods spreken aan alle hoorders en lezers het zwijgen opgelegd (p 7).
Verbond en verkiezing
Het verbond is een heel belangrijk thema bij Woelderink. Vooral als het gaat om de relatie tot de verkiezing. Woelderink wil vooral de oprichting van het verbond in de tijd in het vizier houden. God spreekt de gevallen mens aan en belooft hem zalig te maken. Niets wil hij weten van hen die stellen dat God het verbond met de uitverkoren heeft opgericht. Dan haalt men de verkiezing waar het op uitloopt naar voren. Men begint dan waar men door genade mag leren eindigen (p.49).
Wet en evangelie
Woelderink stelt dat een christen zich beweegt tussen eis en belofte. De belofte kan een christen slaperig maken en zelfvoldaan. Daarom moet de eis klinken om voor Hem te leven. Maar de eis kan de christen moedeloos of zelfvoldaan maken. Daarom moet daar de belofte klinken dat alles Gods genade is wat een christen mag doen. De christen beweegt zich dus tussen belofte en eis en daarom is de christen voortdurend in beweging. De zonde zit er telkens tussen. Daarom is er ook het verlangen naar het ten volle genieten van de belofte van het eeuwige leven (p. 99-100).
De beproeving van het geloof
Woelderink spreekt over de beproeving van het geloof. Dus niet alleen over de echtheid van Gods Woord. Een gelovige kan in de diepste duisternis terechtkomen. God trekt Zijn Geest in. Dit doet God opdat men dan alleen het geloof overhoudt zonder de genieting ervan. Dit lezen we volgens Woelderink in Jesaja 50:10: 'Wie is er onder u, die de HEERE vreest, die naar de stem van Zijn Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij dan zal betrouwen op de Naam de HEERE, en dat hij zal steunen op zijn God'.
Woelderink en Kievit
In het voorwoord stelt ds. C. van der Wal dat ds. I. Kievit dr. J.G. Woelderink erkende als een oprecht christen maar hij zei wel dat Woelderink dwaalde. Ds C. Van der Wal ziet overeenkomsten tussen Woelderink en Kievit. Woelderink stelde net als Kievit dat er ook kinderen van het verbond zijn die het niet echt zijn omdat zij niet tot het geloof komen. Maar er is ook een verschil. Kievit legde volgens C. Van der Wal meer de nadruk op het werk van de Geest in de mens en beschreef dit uitvoeriger dan Woelderink.