Opnieuw de tempel aanschouwen
Was Jona in de vis
In Jona 2 lezen we het gebed van Jona in de vis. Dit hoofdstuk heeft veel pennen in beroering gebracht. Moderne theologen zien dit hoofdstuk als een verzonnen verhaal. Welke vis is instaat om een mens op te slokken? De walvis zou een te klein keelgat hebben. Heeft men een vis gevonden uit de Middellandse zee die dit wel zou kunnen dan duikt de volgende vraag op: is een mens instaat om te overleven in zo'n vis? Die vraag wordt doorgaans door moderne theologen met nee beantwoord.
Jona en Jezus
Wie echter stelt dat Jona niet in de vis is geweest en er levend uit is gekomen, die stelt doorgaans ook (moet dit in dat geval ook stellen als men consequent is) dat Jezus niet in het graf is geweest en dat Hij er ook niet uit opgestaan is. In Mattheus 12:40 verbindt Jezus namelijk deze twee zaken met elkaar als Hij zegt: 'Want zoals Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de (wal)vis, zo zal de Zoon van de mens drie dagen en drie nachten wezen in het hart van de aarde'
De geloofstaal in het gebed
Ook wat betreft het gebed zelf, wat men kan vinden in Jona 2, zijn er vragen gerezen. Die vragen zullen we straks behandelen maar eerst kijken we wat ons inziens Jona werkelijk zei. In Jona 2: 5 lezen we vanuit de grondtekst: 'Ik, ik zei (weliswaar): ik ben verdreven van de tegenwoordigheid van uw ogen. Toch zal ik beslist uw heilige tempel opnieuw aanschouwen'. Hier is sprake van een heldere geloofstaal.
Het geloof van Jona en van Habakuk
Het geloof van Jona komt overeen met het geloof van Habakuk toen die zei: 'Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het werk van de olijfboom liegen zal, en de velden geen voedsel zullen voortbrengen. Ja dat men zelfs de kudde uit de kooi weghalen zal en dat er zelfs geen rund in de stallingen wezen zal. Zo zal ik toch in de HEERE van vreugde opspringen, Ja ik zal mij verheugen in de God van mijn heil (Habakuk 3:17-18).
Het geloof ziet over de omstandigheden heen
In de crisistijd die Habakuk voorzag, kon alleen dit geloof in de God van heil de rechtvaardige op de been houden. De rechtvaardige kan volgens Habakuk in de crisistijd alleen leven door het geloof en niet door om zich heen te kijken naar het verval en te letten op de straf omtrent dit verval (of door te letten op eigen werken. Dat punt maakt Paulus vanuit Habakuk 2:4 in Galaten 3:11). Dat zou de rechtvaardige moedeloos maken. De rechtvaardige moet hoger opzien. Hij moet zien op de God van zijn heil net als Habakuk zingt aan het einde van zijn boek. Habakuk reikt dit heerlijke geloofslied de rechtvaardige aan.
Jona ziet ook hoger op
Hoger opzien dat is wat Jona doet in zijn gebed net als Habakuk. Hij blikt over de omstandigheden heen. Hij zegt aan het slot van zijn gebed dat het heil van de HEERE is (Jona 2:9). Net als Habakuk weet hij dat de redding bij de HEERE vandaan komt. Hij stelt dat hij weliswaar verdreven is uit Gods ogen net als Adam uit het paradijs werd verdreven (zie Genesis 3:24. Hier staat hetzelfde grondwoord 'garasj': En Hij verdreef de mens). Jona wist wel dat hij door zijn vlucht uit het aangezicht van de HEERE, Zijn God had getergd. Jona zag in de storm op zee Gods hand. God verdreef (garasj) hem naar de diepte van de zee net als God Adam verdreef (garasj) uit de hof van Eden.
Beslist/zeker
Jona gebruikt volgens de overgeleverde Hebreeuwse grondtekst het kleine woordje 'ag' wat een stevige bevestiging uitdrukt. Het betekent: 'beslist/zeker'. Dus dient men te vertalen: Ik, ik zei (weliswaar) ik ben verdreven uit de tegenwoordigheid van uw ogen (maar) beslist/zeker 'ag' zal ik opnieuw uw heilige tempel aanschouwen'.
Aanschouwen in plaats van zien
Het Hebreeuwse werkwoord 'nabat' betekent aanschouwen. Het is meer dan gewoon zien. Het is een heel goed bekijken van de heilige tempel. Het is hetzelfde grondwoord wat God gebruikt als medicijn tegen de twijfelzieke Avram als Hij hem hoger op laat kijken door te zeggen: 'Aanschouw ('nabat') de hemel en tel de sterren als ge ze tellen kunt' (zie Genesis 15:5. Helaas hebben vertalingen hier 'zien' van gemaakt maar dan zou er ra 'ah staan in het Hebreeuws).
Aanpassing
Er zijn er die menen dat dit gebed van Jona in de Hebreeuwse Bijbel niet klopt. Alle Hebreeuwse handschriften lezen 'ag' wat 'beslist/zeker' betekent maar de wissels gaan om bij de Grieks sprekende Joden die leefden in de periode tussen het Oude Testament en Nieuwe Testament. De Griekse vertaling van hen, de zogenaamde Septuaginta, leest dit vers namelijk anders. Die vertaling leest de tweede helft van dit vers als een vraag: 'Zal ik (toch) uw heilige tempel aanschouwen?' Theodotion, een veel jongere Griekse vertaling van net na het ontstaan van het Nieuwe Testament, leest het klagend en vertwijfelend: 'Hoe zal ik uw heilige tempel aanschouwen?' Hij meent dat er in het Hebreeuws 'eeg' (hoe) moet staan/heeft gestaan in plaats van 'ag' (zeker/beslist). Het zou om een vergissing gaan in het doorgeven van de oorspronkelijke tekst. Dr. G. Ch. Aalders meent (zie C.O.T Obadja Jona p. 88) dat Theodotion het bij het rechte eind heeft. Hij vraagt zich af of 'ag' (beslist/zeker) wel past in deze context.
Griekse vertalingen
De Vulgata, Latijnse vertaling van Hiëronymus vertaalt echter 'verumtamen' wat 'toch werkelijk' betekent (tamen betekent 'toch' en verum 'werkelijk/waar'). Hiëronymus handhaaft dus het woord 'ag' en brengt dit woord in de vertaling in rekening. Het zijn dus de vertalingen van de Grieks sprekende Joden die de tekst ombuigen (Septuaginta en Theodotion).
De reden van het anders lezen
Waarom kwamen de Griekse vertalers met zulke wijzigingen? Ik vermoed dat men meende dat het een vertwijfeld gebed was van Jona. Men kon zich zo'n geloofsgebed niet voorstellen van zo'n rebelse profeet in zulke penibele omstandigheden. Dat is vermoedelijk de reden van het anders lezen van Jona 2:5b.
Een Hoorder van het gebed
Wie echter heel het gebed doorneemt, ontdekt het geloof van Jona. Dat geloof beroept zich volgens Luther niet op eigen kennen en kunnen maar ziet over de omstandigheden heen op de God van heil. Een God die bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geeft! Hij is een Hoorder van het gebed. Dat klinkt reeds door in het gebed van Jona. Daarom kon Jona zeggen: '(Maar) beslist zal ik uw heilige tempel opnieuw aanschouwen' want 'Het heil is van de HEERE'. Hij Zelf zorgt voor de uitkomst en Hij laat de gelovigen er reeds van te voren in delen.
Was Jona in de vis
In Jona 2 lezen we het gebed van Jona in de vis. Dit hoofdstuk heeft veel pennen in beroering gebracht. Moderne theologen zien dit hoofdstuk als een verzonnen verhaal. Welke vis is instaat om een mens op te slokken? De walvis zou een te klein keelgat hebben. Heeft men een vis gevonden uit de Middellandse zee die dit wel zou kunnen dan duikt de volgende vraag op: is een mens instaat om te overleven in zo'n vis? Die vraag wordt doorgaans door moderne theologen met nee beantwoord.
Jona en Jezus
Wie echter stelt dat Jona niet in de vis is geweest en er levend uit is gekomen, die stelt doorgaans ook (moet dit in dat geval ook stellen als men consequent is) dat Jezus niet in het graf is geweest en dat Hij er ook niet uit opgestaan is. In Mattheus 12:40 verbindt Jezus namelijk deze twee zaken met elkaar als Hij zegt: 'Want zoals Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van de (wal)vis, zo zal de Zoon van de mens drie dagen en drie nachten wezen in het hart van de aarde'
De geloofstaal in het gebed
Ook wat betreft het gebed zelf, wat men kan vinden in Jona 2, zijn er vragen gerezen. Die vragen zullen we straks behandelen maar eerst kijken we wat ons inziens Jona werkelijk zei. In Jona 2: 5 lezen we vanuit de grondtekst: 'Ik, ik zei (weliswaar): ik ben verdreven van de tegenwoordigheid van uw ogen. Toch zal ik beslist uw heilige tempel opnieuw aanschouwen'. Hier is sprake van een heldere geloofstaal.
Het geloof van Jona en van Habakuk
Het geloof van Jona komt overeen met het geloof van Habakuk toen die zei: 'Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het werk van de olijfboom liegen zal, en de velden geen voedsel zullen voortbrengen. Ja dat men zelfs de kudde uit de kooi weghalen zal en dat er zelfs geen rund in de stallingen wezen zal. Zo zal ik toch in de HEERE van vreugde opspringen, Ja ik zal mij verheugen in de God van mijn heil (Habakuk 3:17-18).
Het geloof ziet over de omstandigheden heen
In de crisistijd die Habakuk voorzag, kon alleen dit geloof in de God van heil de rechtvaardige op de been houden. De rechtvaardige kan volgens Habakuk in de crisistijd alleen leven door het geloof en niet door om zich heen te kijken naar het verval en te letten op de straf omtrent dit verval (of door te letten op eigen werken. Dat punt maakt Paulus vanuit Habakuk 2:4 in Galaten 3:11). Dat zou de rechtvaardige moedeloos maken. De rechtvaardige moet hoger opzien. Hij moet zien op de God van zijn heil net als Habakuk zingt aan het einde van zijn boek. Habakuk reikt dit heerlijke geloofslied de rechtvaardige aan.
Jona ziet ook hoger op
Hoger opzien dat is wat Jona doet in zijn gebed net als Habakuk. Hij blikt over de omstandigheden heen. Hij zegt aan het slot van zijn gebed dat het heil van de HEERE is (Jona 2:9). Net als Habakuk weet hij dat de redding bij de HEERE vandaan komt. Hij stelt dat hij weliswaar verdreven is uit Gods ogen net als Adam uit het paradijs werd verdreven (zie Genesis 3:24. Hier staat hetzelfde grondwoord 'garasj': En Hij verdreef de mens). Jona wist wel dat hij door zijn vlucht uit het aangezicht van de HEERE, Zijn God had getergd. Jona zag in de storm op zee Gods hand. God verdreef (garasj) hem naar de diepte van de zee net als God Adam verdreef (garasj) uit de hof van Eden.
Beslist/zeker
Jona gebruikt volgens de overgeleverde Hebreeuwse grondtekst het kleine woordje 'ag' wat een stevige bevestiging uitdrukt. Het betekent: 'beslist/zeker'. Dus dient men te vertalen: Ik, ik zei (weliswaar) ik ben verdreven uit de tegenwoordigheid van uw ogen (maar) beslist/zeker 'ag' zal ik opnieuw uw heilige tempel aanschouwen'.
Aanschouwen in plaats van zien
Het Hebreeuwse werkwoord 'nabat' betekent aanschouwen. Het is meer dan gewoon zien. Het is een heel goed bekijken van de heilige tempel. Het is hetzelfde grondwoord wat God gebruikt als medicijn tegen de twijfelzieke Avram als Hij hem hoger op laat kijken door te zeggen: 'Aanschouw ('nabat') de hemel en tel de sterren als ge ze tellen kunt' (zie Genesis 15:5. Helaas hebben vertalingen hier 'zien' van gemaakt maar dan zou er ra 'ah staan in het Hebreeuws).
Aanpassing
Er zijn er die menen dat dit gebed van Jona in de Hebreeuwse Bijbel niet klopt. Alle Hebreeuwse handschriften lezen 'ag' wat 'beslist/zeker' betekent maar de wissels gaan om bij de Grieks sprekende Joden die leefden in de periode tussen het Oude Testament en Nieuwe Testament. De Griekse vertaling van hen, de zogenaamde Septuaginta, leest dit vers namelijk anders. Die vertaling leest de tweede helft van dit vers als een vraag: 'Zal ik (toch) uw heilige tempel aanschouwen?' Theodotion, een veel jongere Griekse vertaling van net na het ontstaan van het Nieuwe Testament, leest het klagend en vertwijfelend: 'Hoe zal ik uw heilige tempel aanschouwen?' Hij meent dat er in het Hebreeuws 'eeg' (hoe) moet staan/heeft gestaan in plaats van 'ag' (zeker/beslist). Het zou om een vergissing gaan in het doorgeven van de oorspronkelijke tekst. Dr. G. Ch. Aalders meent (zie C.O.T Obadja Jona p. 88) dat Theodotion het bij het rechte eind heeft. Hij vraagt zich af of 'ag' (beslist/zeker) wel past in deze context.
Griekse vertalingen
De Vulgata, Latijnse vertaling van Hiëronymus vertaalt echter 'verumtamen' wat 'toch werkelijk' betekent (tamen betekent 'toch' en verum 'werkelijk/waar'). Hiëronymus handhaaft dus het woord 'ag' en brengt dit woord in de vertaling in rekening. Het zijn dus de vertalingen van de Grieks sprekende Joden die de tekst ombuigen (Septuaginta en Theodotion).
De reden van het anders lezen
Waarom kwamen de Griekse vertalers met zulke wijzigingen? Ik vermoed dat men meende dat het een vertwijfeld gebed was van Jona. Men kon zich zo'n geloofsgebed niet voorstellen van zo'n rebelse profeet in zulke penibele omstandigheden. Dat is vermoedelijk de reden van het anders lezen van Jona 2:5b.
Een Hoorder van het gebed
Wie echter heel het gebed doorneemt, ontdekt het geloof van Jona. Dat geloof beroept zich volgens Luther niet op eigen kennen en kunnen maar ziet over de omstandigheden heen op de God van heil. Een God die bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geeft! Hij is een Hoorder van het gebed. Dat klinkt reeds door in het gebed van Jona. Daarom kon Jona zeggen: '(Maar) beslist zal ik uw heilige tempel opnieuw aanschouwen' want 'Het heil is van de HEERE'. Hij Zelf zorgt voor de uitkomst en Hij laat de gelovigen er reeds van te voren in delen.