Wie geïnteresseerd is in de Bijbel of het jodendom, zal op zekere dag tot de conclusie komen: ik zou eigenlijk Bijbels-Hebreeuws moeten kennen. Het is onmogelijk om werkelijk te verstaan wat de Bijbel wil zeggen, wanneer je de taal van de Hebreeuwse Bijbel niet kunt lezen. Geen vertaling kan dit ondervangen. Daarvoor is het Hebreeuwse taaleigen te verschillend van het Nederlandse. Het aanleren van een taal die zo afwijkend is, kan een uitdaging zijn, maar ook een struikelblok. Daarom is deze leergrammatica op een speciale manier ontworpen. De tekst is zo geschreven en vorm gegeven dat de student de kans krijgt zich zo efficiënt mogelijk de stof eigen te maken. Geen overbodige details, maar precies wat je moet weten om zelf met de Hebreeuwse Bijbel aan de slag te kunnen gaan. In een wereld waarin het beeld steeds belangrijker is geworden, is de visuele presentatie van de stof een essentieel onderdeel van het geheel. Eén blik op een bladzijde moet al duidelijkheid verschaffen over de inhoud en de wijze van bestudering. Vormen of begrippen die moeten worden geleerd, springen er meteen uit, zodra je de tekst ziet. Met deze eigentijdse grammatica wordt het heel aantrekkelijk om Bijbels-Hebreeuws te leren lezen en verstaan.
Een opvallende opzet
De opzet van deze grammatica is opvallend. Doorgaans beginnen grammatica's met de schriftleer en de klankleer. Dat doet Smelik ook. Dat is logisch want dat is echt de basis. Maar daarna volgt bijna altijd allerlei soorten naamwoorden en alles wat daarmee verbonden is. Dat is namelijk eenvoudige kost. Smelik begint meteen met het werkwoord en dat is dan ook meteen het meest lastige in het Hebreeuws. Pas in paragraaf 26 komt het naamwoord aan de orde. Het mooie van deze opzet is dat het werkwoord alle aandacht krijgt die het verdient maar je krijgt meteen heel wat op je bordje.
Het zwakke werkwoord wordt vergeleken met het sterke werkwoord
Na de bespreking van het sterke werkwoord volgt die van het zwakke werkwoord. Verhelderend is het dat het zwakke werkwoord overzichtelijke gepresenteerd wordt en het sterke werkwoord is er meteen naast geplaatst waardoor herkenbaar wordt waar het zwakke werkwoord afwijkt van het sterke werkwoord en dus waar het zijn zwakte laat zien. Wie deze zwakke plekken kent, zal in teksten deze zwakte opmerken en begrijpen van welk werkwoord dit zwak aangeboden werkwoord komt. Dit is dus een heel goede manier!!
Mooi overzicht van de dubbel zwakke werkwoorden
In paragraaf 25 bespreekt Smelik de dubbel zwakke werkwoorden. Er volgt een mooi overzichtelijk schema. Deze bespreking is uniek. Meestal wordt het dubbel zwakke werkwoord op zijn best met één alinea afgedaan. Het schoolvoorbeeld is dan het werkwoord נכה nachah (slaan). Smelik wijst erop dat er nog meer categorieën zijn die zwak zijn behalve de pee-nun // lamed-hee combinatie. Smelik noemt onder anderen: de pee- waw// lamed -alef combinatie of de pee-waw// lamed- hee combinatie.
De aandacht voor dubbel zwakke werkwoorden is ietwat gewrongen
De vraag is wel of we het werkwoord בוא (bo) 'komen' moeten zien als dubbel zwak. Smelik meent van wel. Dit werkwoord wordt mijn inziens zeer terecht in grammatica's ingedeeld bij de holle wortel: ajin-waw. Het is waar dat de laatste letter zwak is en quiesceert (rust: niet worden uitgesproken) maar dat is nog geen elideren (verdwijnen uit het schrift). Kortom deze alef blijft staan in de tekst maar is niet meer hoorbaar maar nog wel zichtbaar.
Dat is niet het geval bij het schoolvoorbeeld נכה nachah: slaan. Van dat werkwoord blijft vaak alleen de middelste letter staan en verdwijnen de eerste en laatste letter helemaal. Dus niet alleen in het gehoor maar ook zichtbaar in geschrift. Ze zijn dus echt verdwenen. Dat is de gebruikelijke normering geworden van dubbel zwak. De regel is dan wel weer heel makkelijk want als er nog maar een radicaal blijft staan is dit de middelste en moet er een nun voor en een he achter en dan kom je weer uit bij נכה nachah ‘slaan’. Om die reden wordt er niet zoveel aandacht besteed in de meesten grammatica's aan het dubbel zwakke werkwoord. Neem niet weg dat het overzicht heel mooi is maar wel gewrongen.
Kanttekening bij het samengestelde voegwoord kie iem De vraagwoorden, voegwoorden en bijwoorden worden mooi en overzichtelijk gepresenteerd. Volgens de inleiding heeft de Hebraïcus Martin Baasten deze grammatica doorgenomen en van opmerkingen voorzien. Jammer is het dan dat het samengestelde voegwoord כִּי אִם ,kie iem, volgens Smelik slechts 'tenzij' betekent. Volgens Jagersma betekent כִּי אִם komt doorgaans voor na een ontkenning meestal: MAAR (zie Zacharia 4:6 "Niet door kracht noch door geweld, 'máar' door Mijn Geest zal het gebeuren"). Tenzij na een ontkenning is toch meer de uitzondering (zie Genesis 32:26: "Ik laat U niet los 'ténzij' U mij zegent").
Het voegwoord 'we', 'en' in onze taal De bespreking van het voegwoord 'we', in onze taal doorgaans 'en', is ook helder. Eerst laat Smelik zien hoe dit kleine woordje 'we' verkleurt omdat het alleen voorkomt als prefix. Daardoor past het zich aan, aan het woord waar het voorgevoegd is. Zodoende verkleurt 'we' tot 'oe'(doorgaans voor medeklinkers BuMaF), 'wa', 'waa', 'wee', 'wi'. 'We'' betekent veelal: en. Smelik somt nog drie betekenissen op met voorbeelden: maar (tegenstelling), in het bijzonder (nadruk) en (als uitlegging) te weten/ en wel. Deze opzet is heel verhelderend
Ondanks wat kanttekeningen die ik heb gemaakt, is het een overzichtelijke en zeer ordelijke grammatica. Uit dit boek kun je opmaken dat Smelik een ervaren vakman is. Wie meer wil weten van het Hebreeuws kan om deze grammatica niet heen!
Het boek is bestelbaar bij:
https://www.academiapress.be/nl/leergrammatica-bijbels-hebreeuws-0
Een opvallende opzet
De opzet van deze grammatica is opvallend. Doorgaans beginnen grammatica's met de schriftleer en de klankleer. Dat doet Smelik ook. Dat is logisch want dat is echt de basis. Maar daarna volgt bijna altijd allerlei soorten naamwoorden en alles wat daarmee verbonden is. Dat is namelijk eenvoudige kost. Smelik begint meteen met het werkwoord en dat is dan ook meteen het meest lastige in het Hebreeuws. Pas in paragraaf 26 komt het naamwoord aan de orde. Het mooie van deze opzet is dat het werkwoord alle aandacht krijgt die het verdient maar je krijgt meteen heel wat op je bordje.
Het zwakke werkwoord wordt vergeleken met het sterke werkwoord
Na de bespreking van het sterke werkwoord volgt die van het zwakke werkwoord. Verhelderend is het dat het zwakke werkwoord overzichtelijke gepresenteerd wordt en het sterke werkwoord is er meteen naast geplaatst waardoor herkenbaar wordt waar het zwakke werkwoord afwijkt van het sterke werkwoord en dus waar het zijn zwakte laat zien. Wie deze zwakke plekken kent, zal in teksten deze zwakte opmerken en begrijpen van welk werkwoord dit zwak aangeboden werkwoord komt. Dit is dus een heel goede manier!!
Mooi overzicht van de dubbel zwakke werkwoorden
In paragraaf 25 bespreekt Smelik de dubbel zwakke werkwoorden. Er volgt een mooi overzichtelijk schema. Deze bespreking is uniek. Meestal wordt het dubbel zwakke werkwoord op zijn best met één alinea afgedaan. Het schoolvoorbeeld is dan het werkwoord נכה nachah (slaan). Smelik wijst erop dat er nog meer categorieën zijn die zwak zijn behalve de pee-nun // lamed-hee combinatie. Smelik noemt onder anderen: de pee- waw// lamed -alef combinatie of de pee-waw// lamed- hee combinatie.
De aandacht voor dubbel zwakke werkwoorden is ietwat gewrongen
De vraag is wel of we het werkwoord בוא (bo) 'komen' moeten zien als dubbel zwak. Smelik meent van wel. Dit werkwoord wordt mijn inziens zeer terecht in grammatica's ingedeeld bij de holle wortel: ajin-waw. Het is waar dat de laatste letter zwak is en quiesceert (rust: niet worden uitgesproken) maar dat is nog geen elideren (verdwijnen uit het schrift). Kortom deze alef blijft staan in de tekst maar is niet meer hoorbaar maar nog wel zichtbaar.
Dat is niet het geval bij het schoolvoorbeeld נכה nachah: slaan. Van dat werkwoord blijft vaak alleen de middelste letter staan en verdwijnen de eerste en laatste letter helemaal. Dus niet alleen in het gehoor maar ook zichtbaar in geschrift. Ze zijn dus echt verdwenen. Dat is de gebruikelijke normering geworden van dubbel zwak. De regel is dan wel weer heel makkelijk want als er nog maar een radicaal blijft staan is dit de middelste en moet er een nun voor en een he achter en dan kom je weer uit bij נכה nachah ‘slaan’. Om die reden wordt er niet zoveel aandacht besteed in de meesten grammatica's aan het dubbel zwakke werkwoord. Neem niet weg dat het overzicht heel mooi is maar wel gewrongen.
Kanttekening bij het samengestelde voegwoord kie iem De vraagwoorden, voegwoorden en bijwoorden worden mooi en overzichtelijk gepresenteerd. Volgens de inleiding heeft de Hebraïcus Martin Baasten deze grammatica doorgenomen en van opmerkingen voorzien. Jammer is het dan dat het samengestelde voegwoord כִּי אִם ,kie iem, volgens Smelik slechts 'tenzij' betekent. Volgens Jagersma betekent כִּי אִם komt doorgaans voor na een ontkenning meestal: MAAR (zie Zacharia 4:6 "Niet door kracht noch door geweld, 'máar' door Mijn Geest zal het gebeuren"). Tenzij na een ontkenning is toch meer de uitzondering (zie Genesis 32:26: "Ik laat U niet los 'ténzij' U mij zegent").
Het voegwoord 'we', 'en' in onze taal De bespreking van het voegwoord 'we', in onze taal doorgaans 'en', is ook helder. Eerst laat Smelik zien hoe dit kleine woordje 'we' verkleurt omdat het alleen voorkomt als prefix. Daardoor past het zich aan, aan het woord waar het voorgevoegd is. Zodoende verkleurt 'we' tot 'oe'(doorgaans voor medeklinkers BuMaF), 'wa', 'waa', 'wee', 'wi'. 'We'' betekent veelal: en. Smelik somt nog drie betekenissen op met voorbeelden: maar (tegenstelling), in het bijzonder (nadruk) en (als uitlegging) te weten/ en wel. Deze opzet is heel verhelderend
Ondanks wat kanttekeningen die ik heb gemaakt, is het een overzichtelijke en zeer ordelijke grammatica. Uit dit boek kun je opmaken dat Smelik een ervaren vakman is. Wie meer wil weten van het Hebreeuws kan om deze grammatica niet heen!
Het boek is bestelbaar bij:
https://www.academiapress.be/nl/leergrammatica-bijbels-hebreeuws-0