De Dordtse leerregels lezen als
een theodicee en als een pastorale handreiking voor gemeenteleden...
Wat een theodicee is
Een argumentatie die een rechtvaardiging (Dicee: Grieks rechtvaardiging) moet zijn voor het geloof in het bestaan van een God (Theos) die zowel volmaakt goed als almachtig is volgens de Bijbel, terwijl er toch kwaad in de wereld bestaat. Heeft God daar de schuld van? Deze rechtvaardiging van God is noodzakelijk omdat de mens God al gauw van het kwaad de schuld geeft. Augustinus zei verzuchtend: het valt niet mee God te zijn want je krijgt toch werkelijk overal de schuld van. In de Bijbel, Gods eigen Woord, lezen we dat God goed en rechtvaardig is. God is geen auteur van het kwaad en de zonde. Mensen gaan verloren om eigen schuld en worden behouden door Zijn genade.
Voorbeelden uit de Bijbel van een theodicee: de boeken Job en Jona
Het boek Job gaat in of het wel rechtvaardig is dat God een rechtvaardige man als Job zo laat lijden. De vrienden menen dat God rechtvaardig is en Job dus wel zonden moet hebben gedaan die God nu straft. De inleiding (proloog) zet ons als lezer op een ander spoor: Job is gewoon onschuldig. God laat de rechtvaardige lijden! Zo wordt de weg gebaand voor het plaatsvervangende lijden van de Messias (Jesaja 53)
Het boek Jona is omgekeerd aan het boek van Job. Hoe is het mogelijk en Jona begrijpt er helemaal niets van dat God het goddeloze Nineve spaart... Hier staat God rechtvaardigheid eveneens ter discussie. God is veel te genadig. Gods genade volgt echter op het berouw van Nineve! Gods genade gaat over de grenzen van Israël heen... Jona is dus een zendingsboek. Hier is als iets te horen van de rechtvaardiging van de goddeloze die beschreven staat in Romeinen 3.
Waarom Dordt een theodicee is
Dit blijkt meteen uit DL 1.1 GOD DOET GEEN ONRECHT maar ook bijvoorbeeld uit DL1.5 GOD IS NIET DE OORZAAK VAN HET ONGELOOF
1.1 GOD DOET GEEN ONRECHT
De Dordtse vaderen beginnen niet met de eeuwige verkiezing. Er was namelijk onrust in de Gereformeerde kerk van de Republiek. Volgens de remonstranten leerden de contraremonstranten dat God mensen van eeuwigheid heeft verkoren en heeft verworpen. De eigen inbreng is in beide gevallen nul. Noch aan de verkiezing noch aan de verwerping heeft de mens part noch deel.
Maar zo liggen de zaken niet. De Dordtse vaderen beginnen niet met de verkiezing of verwerping van eeuwigheid maar met onze val in Adam in de tijd. Daar staat in 1.1: “Omdat alle mensen in Adam hebben gezondigd en Gods vloek en de eeuwige dood verdienen, zou God niemand onrecht/ongelijk gedaan hebben, als Hij besloten had het hele menselijke geslacht aan zonde en vervloeking over te laten en vanwege de zonde te veroordelen”.
Opvallend is de formulering: "God ZOU niemand ONRECHT/ONGELIJK gedaan hebben als Hij besloten had het hele menselijke geslacht aan de zonde en vervloeking over te laten’. Er staat niet concluderend ‘God doet niemand onrecht nu Hij ons allen in de zonde en vervloeking heeft gelaten’. God handelt zo niet met ons. God zij dank maar stelt dat Hij dat wel gedaan zou hebben. Dan kon niemand Hem beklagen. Dat wij gered worden is dus meer dan waar wij recht op hebben en dus genade! Verloren gaan is geen ONRECHT maar recht en billijk. Geloven wij dat?
OPMERKING
In het eerste artikel ruimen de Dordtse vaderen het misverstand uit de weg dat God ONRECHT doet (in de Latijnse brontekst: injuria) door sommige mensen te verkiezen en andere mensen te verwerpen. De Dordtse vaderen wijzen ons op onze diepe val in Adam. Niemand heeft om die rede nog langer recht op het eeuwige leven vanwege deze val.
Dordt 1.5: GOD IS NIET DE OORZAAK VAN HET ONGELOOF
In de Gereformeerde Kerk van de republiek was onrust. De remonstranten stelden dat de orthodoxe predikanten leerden dat jouw aandeel er niet toe doet. Van het ongeloof is God de oorzaak. Je had pech. Je was niet verkoren. Dordt leert anders. De mens wordt opgeroepen om te geloven anders gaat hij of zij verloren. Ongeloof en geloof verschillen wel qua herkomst van elkaar volgens de Dordtse vaderen.
We lezen over de herkomst van het geloof en het ongeloof (1:5) ‘Van dat (NARE) ongeloof zoals ook van alle andere zonden, ligt de oorzaak of schuld beslist niet in God, maar in de mens (God is dus geen Auteur van het kwaad). MAAR het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem, is een genadige gift van God; zoals geschreven is: Door (MIJN GESCHONKEN) genade ben je zalig geworden’.
OPMERKING
Het ongeloof wordt getypeerd als incredulitatis istius. Istius is DAT, dat wil zeggen aanwijzend maar dan met name negatief en dus vertaal ik aangescherpt: DAT NARE ongeloof. Heb jij ook last van DAT NARE ONGELOOF. MAAR (SED, scherpe tegenstelling) het geloof is een gratuitum donum DEI een gratis, hoef je niets voor te doen, geschenk van God.
De pastorale toon van de leerregels
De pastorale toon van de leerregels laat zien dat God de goede Herder is die voor Zijn kudde zorgt.
Prof dr Arnold Huijgen merkt op:
Het pastorale karakter kan worden geïllustreerd aan de hand van twee voorbeelden. Ten eerste, overleden zuigelingen. De remonstranten bekritiseerden de leer van de predestinatie dat deze zoals de orthodoxie het leert "veel jonge kinderen van gelovigen in hun onschuld uit de borst van hun moeder worden weggerukt en op wrede wijze in de hel worden geworpen" De leerregels echter bieden troost door te stellen dat 'godvruchtige ouders dat niet zouden moeten doen twijfelen aan de uitverkiezing en het heil van hun kinderen, waaruit God geroepen heeft dit leven in de kindertijd” (1.17).
Een tweede voorbeeld vinden we bij de bespreking van conversie. De Synode toont bewustzijn van de twijfels en verleidingen die het menselijk hart kan aanvallen: Zij die nog niet actief in zichzelf een levend geloof ervaren in Christus…, maar die niettemin de middelen gebruiken waarmee God beloofd heeft te werken deze dingen in ons te zullen werken. Zulke mensen moeten niet verontrust zijn bij de vermelding van verwerping, noch zichzelf tot de verworpenen moeten rekenen; ze moeten eerder doorgaan ijverig in het gebruik van de middelen. (1.16)
Deze pastorale toon is niet alleen de kers op de taart, maar hoort er ook bij stuwkracht van de leerregels. Terwijl veel afgevaardigden een supralapsarisme bepleitten dat standpunt heeft de neiging om verkiezing en verwerping tot een gelijkwaardige tweeling te maken en leidt tot netelig pastorale vragen. De leerregels nemen een infralapsarische benadering bij de begin van de verschillende hoofdstukken aan. Deze beginnen met menselijke zonde en schuld. Bovendien verwerpen de leerregels het standpunt nadrukkelijk van degenen die leren "dat op dezelfde manier [eodem modo] waarin verkiezing is de bron en oorzaak van geloof en goede werken, verwerping de oorzaak van ongeloof en goddeloosheid is (aldus prof dr Arnold. Huijgen).
Dordt 1.15: VERWERPING IS EEN VOORBIJGAAN EN NIET EEN ACTIEVE DAAD VAN GOD
In artikel 1.15 brengen de Dordtse vaderen voorzichtig de verwerping naar voren. De remonstranten beschuldigden de Dordtse vaderen ervan dat zij verkiezing en verwerping zagen als een werk van God. God verkiest net zo makkelijk als Hij verwerpt. De vaderen ontkennen deze symmetrie: gelijkheid. In de verkiezing is God actief volgens de Dordtse vaderen en in de verwerping is God passief. Hij laat liggen..
De Schrift leert namelijk dat niet alle mensen verkoren zijn. Sommigen is God namelijk in zijn eeuwige uitverkiezing voorbijgegaan. Kortom God lieten hen liggen in hun doodstaat waar de mensheid zichzelf vrij en moedwillig ingestort heeft door de val in Adam. De Dordtse vaderen zeggen: ‘God besloot hun het heilbrengend geloof en de genade van de bekering niet te schenken, maar hen op hun eigen wegen en onder zijn rechtvaardig oordeel TE LATEN en hen tenslotte niet alleen om hun ongeloof, maar ook om alle andere zonden te veroordelen en voor eeuwig te straffen, en daarin zijn rechtvaardigheid te tonen’. God LAAT hen dus in hun ongeloof en in hun eigen zonde. God is dus passief en niet actief betrokken bij de verwerping.
Om alle misverstanden uit de weg te ruimen zeggen de Dordtse vaderen: ‘DIT (bovenstaande) IS HET BESLUIT VAN DE VERWERPING dat God beslist niet maakt tot de bewerker van de zonde - dat is een godslasterlijke gedachte! - maar dat Hem stelt tot de ontzagwekkende, onberispelijke en rechtvaardige Rechter en Wreker ervan’.
OPMERKING
De remonstranten beschuldigden de Dordtse vaderen dat zij verkiezing en verwerping op dezelfde wijze (eo modo) behandelden. Dit misverstand ruimen zij op in dit artikel. Het zijn juist de remonstranten die verkiezing en verwerping op dezelfde wijze behandelen. Zij stellen dat verkiezing en verwerping geheel in de handen liggen van de mens. Zoals de Dordtse vaderen het leren krijgt God alle eer van Zijn genadevolle heerlijke verkiezing en de eerlijke rechtvaardige verwerping. Verwerping is een voorbijgaan. God besloot om gevallen mensen op hun eigen gekozen wegen en het daarmee verbonden rechtvaardige oordeel te laten (relictos).
Te bestuderen boek:
THE Canons of Dort A Theological and Pastoral Critique
https://www.bol.com/nl/nl/p/the-canons-of-dort/9200000073879756/?bltgh=ux-D4cCa-G4WNQm6J7NNmw.2_26.27.ProductImage
file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/The-Theology-of-the-Canons-of-Dort.pdf
een theodicee en als een pastorale handreiking voor gemeenteleden...
Wat een theodicee is
Een argumentatie die een rechtvaardiging (Dicee: Grieks rechtvaardiging) moet zijn voor het geloof in het bestaan van een God (Theos) die zowel volmaakt goed als almachtig is volgens de Bijbel, terwijl er toch kwaad in de wereld bestaat. Heeft God daar de schuld van? Deze rechtvaardiging van God is noodzakelijk omdat de mens God al gauw van het kwaad de schuld geeft. Augustinus zei verzuchtend: het valt niet mee God te zijn want je krijgt toch werkelijk overal de schuld van. In de Bijbel, Gods eigen Woord, lezen we dat God goed en rechtvaardig is. God is geen auteur van het kwaad en de zonde. Mensen gaan verloren om eigen schuld en worden behouden door Zijn genade.
Voorbeelden uit de Bijbel van een theodicee: de boeken Job en Jona
Het boek Job gaat in of het wel rechtvaardig is dat God een rechtvaardige man als Job zo laat lijden. De vrienden menen dat God rechtvaardig is en Job dus wel zonden moet hebben gedaan die God nu straft. De inleiding (proloog) zet ons als lezer op een ander spoor: Job is gewoon onschuldig. God laat de rechtvaardige lijden! Zo wordt de weg gebaand voor het plaatsvervangende lijden van de Messias (Jesaja 53)
Het boek Jona is omgekeerd aan het boek van Job. Hoe is het mogelijk en Jona begrijpt er helemaal niets van dat God het goddeloze Nineve spaart... Hier staat God rechtvaardigheid eveneens ter discussie. God is veel te genadig. Gods genade volgt echter op het berouw van Nineve! Gods genade gaat over de grenzen van Israël heen... Jona is dus een zendingsboek. Hier is als iets te horen van de rechtvaardiging van de goddeloze die beschreven staat in Romeinen 3.
Waarom Dordt een theodicee is
Dit blijkt meteen uit DL 1.1 GOD DOET GEEN ONRECHT maar ook bijvoorbeeld uit DL1.5 GOD IS NIET DE OORZAAK VAN HET ONGELOOF
1.1 GOD DOET GEEN ONRECHT
De Dordtse vaderen beginnen niet met de eeuwige verkiezing. Er was namelijk onrust in de Gereformeerde kerk van de Republiek. Volgens de remonstranten leerden de contraremonstranten dat God mensen van eeuwigheid heeft verkoren en heeft verworpen. De eigen inbreng is in beide gevallen nul. Noch aan de verkiezing noch aan de verwerping heeft de mens part noch deel.
Maar zo liggen de zaken niet. De Dordtse vaderen beginnen niet met de verkiezing of verwerping van eeuwigheid maar met onze val in Adam in de tijd. Daar staat in 1.1: “Omdat alle mensen in Adam hebben gezondigd en Gods vloek en de eeuwige dood verdienen, zou God niemand onrecht/ongelijk gedaan hebben, als Hij besloten had het hele menselijke geslacht aan zonde en vervloeking over te laten en vanwege de zonde te veroordelen”.
Opvallend is de formulering: "God ZOU niemand ONRECHT/ONGELIJK gedaan hebben als Hij besloten had het hele menselijke geslacht aan de zonde en vervloeking over te laten’. Er staat niet concluderend ‘God doet niemand onrecht nu Hij ons allen in de zonde en vervloeking heeft gelaten’. God handelt zo niet met ons. God zij dank maar stelt dat Hij dat wel gedaan zou hebben. Dan kon niemand Hem beklagen. Dat wij gered worden is dus meer dan waar wij recht op hebben en dus genade! Verloren gaan is geen ONRECHT maar recht en billijk. Geloven wij dat?
OPMERKING
In het eerste artikel ruimen de Dordtse vaderen het misverstand uit de weg dat God ONRECHT doet (in de Latijnse brontekst: injuria) door sommige mensen te verkiezen en andere mensen te verwerpen. De Dordtse vaderen wijzen ons op onze diepe val in Adam. Niemand heeft om die rede nog langer recht op het eeuwige leven vanwege deze val.
Dordt 1.5: GOD IS NIET DE OORZAAK VAN HET ONGELOOF
In de Gereformeerde Kerk van de republiek was onrust. De remonstranten stelden dat de orthodoxe predikanten leerden dat jouw aandeel er niet toe doet. Van het ongeloof is God de oorzaak. Je had pech. Je was niet verkoren. Dordt leert anders. De mens wordt opgeroepen om te geloven anders gaat hij of zij verloren. Ongeloof en geloof verschillen wel qua herkomst van elkaar volgens de Dordtse vaderen.
We lezen over de herkomst van het geloof en het ongeloof (1:5) ‘Van dat (NARE) ongeloof zoals ook van alle andere zonden, ligt de oorzaak of schuld beslist niet in God, maar in de mens (God is dus geen Auteur van het kwaad). MAAR het geloof in Jezus Christus en de zaligheid door Hem, is een genadige gift van God; zoals geschreven is: Door (MIJN GESCHONKEN) genade ben je zalig geworden’.
OPMERKING
Het ongeloof wordt getypeerd als incredulitatis istius. Istius is DAT, dat wil zeggen aanwijzend maar dan met name negatief en dus vertaal ik aangescherpt: DAT NARE ongeloof. Heb jij ook last van DAT NARE ONGELOOF. MAAR (SED, scherpe tegenstelling) het geloof is een gratuitum donum DEI een gratis, hoef je niets voor te doen, geschenk van God.
De pastorale toon van de leerregels
De pastorale toon van de leerregels laat zien dat God de goede Herder is die voor Zijn kudde zorgt.
Prof dr Arnold Huijgen merkt op:
Het pastorale karakter kan worden geïllustreerd aan de hand van twee voorbeelden. Ten eerste, overleden zuigelingen. De remonstranten bekritiseerden de leer van de predestinatie dat deze zoals de orthodoxie het leert "veel jonge kinderen van gelovigen in hun onschuld uit de borst van hun moeder worden weggerukt en op wrede wijze in de hel worden geworpen" De leerregels echter bieden troost door te stellen dat 'godvruchtige ouders dat niet zouden moeten doen twijfelen aan de uitverkiezing en het heil van hun kinderen, waaruit God geroepen heeft dit leven in de kindertijd” (1.17).
Een tweede voorbeeld vinden we bij de bespreking van conversie. De Synode toont bewustzijn van de twijfels en verleidingen die het menselijk hart kan aanvallen: Zij die nog niet actief in zichzelf een levend geloof ervaren in Christus…, maar die niettemin de middelen gebruiken waarmee God beloofd heeft te werken deze dingen in ons te zullen werken. Zulke mensen moeten niet verontrust zijn bij de vermelding van verwerping, noch zichzelf tot de verworpenen moeten rekenen; ze moeten eerder doorgaan ijverig in het gebruik van de middelen. (1.16)
Deze pastorale toon is niet alleen de kers op de taart, maar hoort er ook bij stuwkracht van de leerregels. Terwijl veel afgevaardigden een supralapsarisme bepleitten dat standpunt heeft de neiging om verkiezing en verwerping tot een gelijkwaardige tweeling te maken en leidt tot netelig pastorale vragen. De leerregels nemen een infralapsarische benadering bij de begin van de verschillende hoofdstukken aan. Deze beginnen met menselijke zonde en schuld. Bovendien verwerpen de leerregels het standpunt nadrukkelijk van degenen die leren "dat op dezelfde manier [eodem modo] waarin verkiezing is de bron en oorzaak van geloof en goede werken, verwerping de oorzaak van ongeloof en goddeloosheid is (aldus prof dr Arnold. Huijgen).
Dordt 1.15: VERWERPING IS EEN VOORBIJGAAN EN NIET EEN ACTIEVE DAAD VAN GOD
In artikel 1.15 brengen de Dordtse vaderen voorzichtig de verwerping naar voren. De remonstranten beschuldigden de Dordtse vaderen ervan dat zij verkiezing en verwerping zagen als een werk van God. God verkiest net zo makkelijk als Hij verwerpt. De vaderen ontkennen deze symmetrie: gelijkheid. In de verkiezing is God actief volgens de Dordtse vaderen en in de verwerping is God passief. Hij laat liggen..
De Schrift leert namelijk dat niet alle mensen verkoren zijn. Sommigen is God namelijk in zijn eeuwige uitverkiezing voorbijgegaan. Kortom God lieten hen liggen in hun doodstaat waar de mensheid zichzelf vrij en moedwillig ingestort heeft door de val in Adam. De Dordtse vaderen zeggen: ‘God besloot hun het heilbrengend geloof en de genade van de bekering niet te schenken, maar hen op hun eigen wegen en onder zijn rechtvaardig oordeel TE LATEN en hen tenslotte niet alleen om hun ongeloof, maar ook om alle andere zonden te veroordelen en voor eeuwig te straffen, en daarin zijn rechtvaardigheid te tonen’. God LAAT hen dus in hun ongeloof en in hun eigen zonde. God is dus passief en niet actief betrokken bij de verwerping.
Om alle misverstanden uit de weg te ruimen zeggen de Dordtse vaderen: ‘DIT (bovenstaande) IS HET BESLUIT VAN DE VERWERPING dat God beslist niet maakt tot de bewerker van de zonde - dat is een godslasterlijke gedachte! - maar dat Hem stelt tot de ontzagwekkende, onberispelijke en rechtvaardige Rechter en Wreker ervan’.
OPMERKING
De remonstranten beschuldigden de Dordtse vaderen dat zij verkiezing en verwerping op dezelfde wijze (eo modo) behandelden. Dit misverstand ruimen zij op in dit artikel. Het zijn juist de remonstranten die verkiezing en verwerping op dezelfde wijze behandelen. Zij stellen dat verkiezing en verwerping geheel in de handen liggen van de mens. Zoals de Dordtse vaderen het leren krijgt God alle eer van Zijn genadevolle heerlijke verkiezing en de eerlijke rechtvaardige verwerping. Verwerping is een voorbijgaan. God besloot om gevallen mensen op hun eigen gekozen wegen en het daarmee verbonden rechtvaardige oordeel te laten (relictos).
Te bestuderen boek:
THE Canons of Dort A Theological and Pastoral Critique
https://www.bol.com/nl/nl/p/the-canons-of-dort/9200000073879756/?bltgh=ux-D4cCa-G4WNQm6J7NNmw.2_26.27.ProductImage
file:///C:/Users/Gebruiker/Downloads/The-Theology-of-the-Canons-of-Dort.pdf