
Dialoog, dans en duel
Preken voor tijdgenoten
Kees van Ekris
In zijn boek Dialoog, dans en duel beschrijft Kees van Ekris hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de concrete werkelijkheid van mensen in deze tijd. Steeds meer kerkgangers raken verveeld in de kerk. De preken dringen nauwelijks tot hoorders door. Dit roept de vraag op wat er mis gaat. Kees van Ekris neemt de lezer mee op een inspirerende reis naar de negen dimensies van predikantschap. Hoe kun je theologisch, contextueel en communicatief zo preken dat je verbinding legt tussen de wereld van de Bijbel en de ervaringen van de hedendaagse hoorder? Dit boek is niet alleen bedoeld voor predikanten, maar ook voor mensen die hun geloof willen delen met tijdgenoten.
De titel nader bekeken
Dialoog, dans en duel luidt de titel van het boek. Van Ekris stelt dat de preek een dialoog, gesprek met tijdgenoten moet zijn. In de Bijbel vinden we ook van die gesprekken. Denk aan Jezus en de Samaritaanse vrouw. Vervolgens moet er iets gaan klinken in het leven van de hoorders. Van Ekris noemt dit dans. Het smaken van de vreugde van het heil. Maar correctie is ook nodig in het leven van tijdgenoten. Van Ekris noemt dat duel.
Het uitgangspunt
Van Ekris meent dat de moderne tijdgenoten een andere communicatie nodig hebben dan vroeger het geval is. Geloof moet voor de hedendaagse mens authentiek zijn en niet de zelfontplooiing in de weg staan. Aangepraat geloof is niet echt en komt niet uit de mens op. Zelfontplooiing wordt bedreigd door een massief geloof. Van Ekris wil vooral deze moderne mens raken met Gods Woord. Dat is een sympathiek uitgangspunt. De prediker dient de participeren in deze maatschappij om zo de vragen van tijdgenoten te leren kennen maar dient ook weer exegeet te zijn. Een exegeet die zwanger is van Gods Woord geeft dat Woord graag door aan tijdgenoten.
De exegeet en de Stem van de Levende
Toch bestaat het gevaar dat de Schrift het zwijgen wordt opgelegd om acceptabel te blijven voor tijdgenoten. Van Ekris onderkent dat gevaar en haalt Bonhoeffer aan die in een voordacht hield voor hulppredikers van de Bekennende Kirche. Hij stelde dat een boer als hij naar de markt gaat om een paard te kopen, het vurige paard laat staan en een getemd paard koopt. Een prediker kan zo ook teksten selecteren die hij tembaar acht en acceptabel blijven voor de gemeente. Van Ekris past dit toe en zegt: "Stel je voor dat de Bijbeltekst ons schokt, ons tegenspreekt (,,.) dan denken wij (als prediker) al snel dat dit een 'te vurig paard voor onze akker is' (gemeente)". De preek kan volgens Van Ekris actueel lijken omdat de groepsbelangen bevredigd worden maar ondertussen is de tekst een getemd paard. Op de akker gaat alles er vredig aan toe maar de diepte wordt niet gezocht. Het paard is te mak om de akker diep om te ploegen.
Theologie in dienst van tijdgenoten
Theologie is geen hobby maar een noodzaak om tijdgenoten in verbinding te brengen met stemmen uit het verleden. Bijvoorbeeld de stem van Augustinus. Wat heeft die te melden aan tijdgenoten en natuurlijk de stem van de Schrift zelf. De theoloog moet dicht staan bij tijdgenoten maar ook dicht staan bij de grondtekst. Grondwoorden moeten grondig gewikt en gewogen worden. Van Ekris merkt op: "Sterke prediking vormt de gemeente. Slappe prediking kweekt desinteresse en bevordert uiteindelijk secularisatie. Noordmans schreef: 'Bang geworden voor het geraamte van de scholastiek, meende menigeen het zonder beenderengestel te kunnen doen, en ging de prediking theologisch gezien een weekdierenleven leiden. Theologie en prediking zonder ruggengraat dus (...) zonder dat ingegaan wordt op de diepte van de Bijbel en de diepte van het menselijke bestaan."
De diepte zoeken in de Bijbel
Van Ekris neemt het woord scheppen/schepping als uitgangspunt. Een belangrijk Bijbels thema. dat allereerst gaat over de schepping destijds maar ook gaat over de wedergeboorte die door Paulus een nieuwe schepping wordt genoemd. Wie in Christus mag geloven is namelijk een nieuwe schepsel. Daarnaast kan het begrip schepping ook wijzen op de taak van de mens ten aanzien van de schepping zelf. Hoe gaan wij als christenen om met de schepping. Bewaren wij die? Zo raakt de theologie ook aan de ecologie. Het begrip scheppen/schepping kent dus een diepte (in de zin van wedergeboorte) maar ook een breedte (ecologie).
De tijd kritisch bekeken
Elk tijd heeft zijn eigen afgoden en gevaren. Dat was zo voor Israël maar dat is nu nog zo. Ekris stelt Gerhard Ebeling, een Luthers theoloog ten tijde van Nazi-Duitsland ten voorbeeld. Een zekere Günther Rottman die psychisch ziek was en in een verpleeginrichting zat nabij Berlijn overleed zogenaamd aan een oorontsteking. Zijn ouders waren perplex en gingen naar Pfarrer Gerhard Ebeling. Ebeling neemt de signalen serieus en ontdekt dat er nog meer van zulk soort gevallen zijn. Als prediker betoont Ebeling zich dus als participant in deze wereld. Ebeling verwerkt alle zaken die hij ontdekt in zijn preken. Hij preekt over "Gij zult niet doden" en zegt dan sarcastisch: "dat geldt vandaag niet voor "lebensunwertes leben". Maar dan wordt Ebeling scherp en zegt: "dit gebod veroordeelt een ieder die op grond van zijn eigen kracht het recht van de zwakke met voeten treedt". Hier worden machten in een samenleving in een preek benoemd en tegengesproken volgens Van Ekris.
Ekris haalt Karl Barth aan om de tijdkritische prediking kracht bij te zetten. Volgens Barth zijn wereldmachten moeilijk te traceren en om die reden wordt het Beest uit Openbaring 13 mythologisch beschreven. De wereldmachten hebben ondertussen wel enorme invloed op drie terreinen: politiek, economisch en militair. Deze machten zijn volgens Barth ongrijpbaar maar ook breekbaar. De oorsprong van de machten ligt volgens Karl Barth in de vervreemding van de mens. De mens wil herrenlos zijn, zoals we in het begin van Genesis lezen.
Maar ook de kerk zelf is natuurlijk niet immuun voor deze machten. Barth wijst erop dat de macht van geld in het Nieuwe Testament zelfs een god is en Mammon wordt genoemd. Dat moet dus aan de orde komen in de prediking. De prediker moet samen met de gemeente dit duel aangaan.
Beoordeling
Kees van Ekris heeft een uitdagend boek geschreven over preken. Van Ekris wil zowel de brontekst als de moderne hoorder serieus nemen. Teksten mogen de moderne hoorder best prikkelen volgens Van Ekris. Dat is het duel dat de prediker dient aan te gaan. Het gevaar bestaat namelijk dat predikanten over teksten preken die hun gemeenten heel houden en dus niemand echt raken. Het is net als de boer die zijn akker wil ploegen en die vervolgens op de markt getemde paarden koopt omdat hij die in de hand kan houden en omdat die zijn akker niet te erg beschadigen.
Maar het boek heeft mijns inziens ook een zwakkere kant. Het duel staat met name in het kader van maatschappijkritiek en dat is op zich goed en zelfs bewonderingswaardig. Helaas komt de diepe ernst van de prediking niet zo goed uit de verf. De moderne mens heeft een ziel voor de eeuwigheid. Die staat op het spel. Van Ekris wijst er mijns inziens terecht op dat de prediking een duel is maar dan een duel en een strijd om de zielen te winnen voor Christus. De prediking mag inderdaad de hoorder best pijn doen of beter gezegd: moet de hoorder pijn doen. Want voor gewonden hoorders is er een heerlijke boodschap van heil en redding door het bloed van Jezus Christus.
Het boek is bestelbaar bij:
https://www.kokboekencentrum.nl/boek/dialoog-dans-en-duel/
Preken voor tijdgenoten
Kees van Ekris
In zijn boek Dialoog, dans en duel beschrijft Kees van Ekris hoe je de boodschap van de Bijbel kunt vertalen naar de concrete werkelijkheid van mensen in deze tijd. Steeds meer kerkgangers raken verveeld in de kerk. De preken dringen nauwelijks tot hoorders door. Dit roept de vraag op wat er mis gaat. Kees van Ekris neemt de lezer mee op een inspirerende reis naar de negen dimensies van predikantschap. Hoe kun je theologisch, contextueel en communicatief zo preken dat je verbinding legt tussen de wereld van de Bijbel en de ervaringen van de hedendaagse hoorder? Dit boek is niet alleen bedoeld voor predikanten, maar ook voor mensen die hun geloof willen delen met tijdgenoten.
De titel nader bekeken
Dialoog, dans en duel luidt de titel van het boek. Van Ekris stelt dat de preek een dialoog, gesprek met tijdgenoten moet zijn. In de Bijbel vinden we ook van die gesprekken. Denk aan Jezus en de Samaritaanse vrouw. Vervolgens moet er iets gaan klinken in het leven van de hoorders. Van Ekris noemt dit dans. Het smaken van de vreugde van het heil. Maar correctie is ook nodig in het leven van tijdgenoten. Van Ekris noemt dat duel.
Het uitgangspunt
Van Ekris meent dat de moderne tijdgenoten een andere communicatie nodig hebben dan vroeger het geval is. Geloof moet voor de hedendaagse mens authentiek zijn en niet de zelfontplooiing in de weg staan. Aangepraat geloof is niet echt en komt niet uit de mens op. Zelfontplooiing wordt bedreigd door een massief geloof. Van Ekris wil vooral deze moderne mens raken met Gods Woord. Dat is een sympathiek uitgangspunt. De prediker dient de participeren in deze maatschappij om zo de vragen van tijdgenoten te leren kennen maar dient ook weer exegeet te zijn. Een exegeet die zwanger is van Gods Woord geeft dat Woord graag door aan tijdgenoten.
De exegeet en de Stem van de Levende
Toch bestaat het gevaar dat de Schrift het zwijgen wordt opgelegd om acceptabel te blijven voor tijdgenoten. Van Ekris onderkent dat gevaar en haalt Bonhoeffer aan die in een voordacht hield voor hulppredikers van de Bekennende Kirche. Hij stelde dat een boer als hij naar de markt gaat om een paard te kopen, het vurige paard laat staan en een getemd paard koopt. Een prediker kan zo ook teksten selecteren die hij tembaar acht en acceptabel blijven voor de gemeente. Van Ekris past dit toe en zegt: "Stel je voor dat de Bijbeltekst ons schokt, ons tegenspreekt (,,.) dan denken wij (als prediker) al snel dat dit een 'te vurig paard voor onze akker is' (gemeente)". De preek kan volgens Van Ekris actueel lijken omdat de groepsbelangen bevredigd worden maar ondertussen is de tekst een getemd paard. Op de akker gaat alles er vredig aan toe maar de diepte wordt niet gezocht. Het paard is te mak om de akker diep om te ploegen.
Theologie in dienst van tijdgenoten
Theologie is geen hobby maar een noodzaak om tijdgenoten in verbinding te brengen met stemmen uit het verleden. Bijvoorbeeld de stem van Augustinus. Wat heeft die te melden aan tijdgenoten en natuurlijk de stem van de Schrift zelf. De theoloog moet dicht staan bij tijdgenoten maar ook dicht staan bij de grondtekst. Grondwoorden moeten grondig gewikt en gewogen worden. Van Ekris merkt op: "Sterke prediking vormt de gemeente. Slappe prediking kweekt desinteresse en bevordert uiteindelijk secularisatie. Noordmans schreef: 'Bang geworden voor het geraamte van de scholastiek, meende menigeen het zonder beenderengestel te kunnen doen, en ging de prediking theologisch gezien een weekdierenleven leiden. Theologie en prediking zonder ruggengraat dus (...) zonder dat ingegaan wordt op de diepte van de Bijbel en de diepte van het menselijke bestaan."
De diepte zoeken in de Bijbel
Van Ekris neemt het woord scheppen/schepping als uitgangspunt. Een belangrijk Bijbels thema. dat allereerst gaat over de schepping destijds maar ook gaat over de wedergeboorte die door Paulus een nieuwe schepping wordt genoemd. Wie in Christus mag geloven is namelijk een nieuwe schepsel. Daarnaast kan het begrip schepping ook wijzen op de taak van de mens ten aanzien van de schepping zelf. Hoe gaan wij als christenen om met de schepping. Bewaren wij die? Zo raakt de theologie ook aan de ecologie. Het begrip scheppen/schepping kent dus een diepte (in de zin van wedergeboorte) maar ook een breedte (ecologie).
De tijd kritisch bekeken
Elk tijd heeft zijn eigen afgoden en gevaren. Dat was zo voor Israël maar dat is nu nog zo. Ekris stelt Gerhard Ebeling, een Luthers theoloog ten tijde van Nazi-Duitsland ten voorbeeld. Een zekere Günther Rottman die psychisch ziek was en in een verpleeginrichting zat nabij Berlijn overleed zogenaamd aan een oorontsteking. Zijn ouders waren perplex en gingen naar Pfarrer Gerhard Ebeling. Ebeling neemt de signalen serieus en ontdekt dat er nog meer van zulk soort gevallen zijn. Als prediker betoont Ebeling zich dus als participant in deze wereld. Ebeling verwerkt alle zaken die hij ontdekt in zijn preken. Hij preekt over "Gij zult niet doden" en zegt dan sarcastisch: "dat geldt vandaag niet voor "lebensunwertes leben". Maar dan wordt Ebeling scherp en zegt: "dit gebod veroordeelt een ieder die op grond van zijn eigen kracht het recht van de zwakke met voeten treedt". Hier worden machten in een samenleving in een preek benoemd en tegengesproken volgens Van Ekris.
Ekris haalt Karl Barth aan om de tijdkritische prediking kracht bij te zetten. Volgens Barth zijn wereldmachten moeilijk te traceren en om die reden wordt het Beest uit Openbaring 13 mythologisch beschreven. De wereldmachten hebben ondertussen wel enorme invloed op drie terreinen: politiek, economisch en militair. Deze machten zijn volgens Barth ongrijpbaar maar ook breekbaar. De oorsprong van de machten ligt volgens Karl Barth in de vervreemding van de mens. De mens wil herrenlos zijn, zoals we in het begin van Genesis lezen.
Maar ook de kerk zelf is natuurlijk niet immuun voor deze machten. Barth wijst erop dat de macht van geld in het Nieuwe Testament zelfs een god is en Mammon wordt genoemd. Dat moet dus aan de orde komen in de prediking. De prediker moet samen met de gemeente dit duel aangaan.
Beoordeling
Kees van Ekris heeft een uitdagend boek geschreven over preken. Van Ekris wil zowel de brontekst als de moderne hoorder serieus nemen. Teksten mogen de moderne hoorder best prikkelen volgens Van Ekris. Dat is het duel dat de prediker dient aan te gaan. Het gevaar bestaat namelijk dat predikanten over teksten preken die hun gemeenten heel houden en dus niemand echt raken. Het is net als de boer die zijn akker wil ploegen en die vervolgens op de markt getemde paarden koopt omdat hij die in de hand kan houden en omdat die zijn akker niet te erg beschadigen.
Maar het boek heeft mijns inziens ook een zwakkere kant. Het duel staat met name in het kader van maatschappijkritiek en dat is op zich goed en zelfs bewonderingswaardig. Helaas komt de diepe ernst van de prediking niet zo goed uit de verf. De moderne mens heeft een ziel voor de eeuwigheid. Die staat op het spel. Van Ekris wijst er mijns inziens terecht op dat de prediking een duel is maar dan een duel en een strijd om de zielen te winnen voor Christus. De prediking mag inderdaad de hoorder best pijn doen of beter gezegd: moet de hoorder pijn doen. Want voor gewonden hoorders is er een heerlijke boodschap van heil en redding door het bloed van Jezus Christus.
Het boek is bestelbaar bij:
https://www.kokboekencentrum.nl/boek/dialoog-dans-en-duel/