Dubbele predestinatie: symmetrisch of niet symmetrisch
1. Symmetrie bij Calvijn en Beza
1.1. Die God voorbijgaat, die verwerpt Hij
In zijn Institutie boek 3 hoofdstuk 23 paragraaf 1 zegt Calvijn: Diegenen die God voorbijgaat, die verwerpt Hij (Quos ergo Deus praeterit, reprobat) Calvijn wil niet weten van de hulpmiddelen van Augustinus. Augustinus spreekt niet van een actieve verwerping door God maar meer van een voorbijgaan (praeterito). Overigens zegt Calvijn dat hij op basis van Gods Woord tot deze conclusie is gekomen. Calvijn zelf schrikt ook van de leer van de verwerping die hij meent tegen te komen in de Schrift. God heeft de zondeval niet toegelaten (permissio) volgens Calvijn maar gewild. Niets glipt Hem uit handen. Zo ook heeft God de verwerping gewild. Calvijn schrikt wel van deze uitkomst en Hij zegt om die reden: Een verschrikkelijk besluit, (dat) beken ik (decretum horribele, fateor). Maar het is wel een rechtvaardig besluit omdat God rechtvaardig is. Ook de val heeft God dus niet toegelaten (permissio) zoals Augustinus stelde maar actief gewild (zie Institutie boek 3 hoofdstuk 23 artikel 8).
Beza is in dit voetspoor verder gegaan. Hij maakte ook nog eens een tabula, overzichtelijk schema, van verkiezing en verwerping. Dit om Calvijn te steunen in diens dispuut met Bolsec, die tegen de leer van de verkiezing van Calvijn inging (bron voor Calvijn: dr. G Oorthuys, 'De leer der praedestinatie', Wageningen 1931 en bron voor Beza: dr C. Van Sliedregt 'Calvijns opvolger Theodorus Beza' Leiden, 1996)
1.2. Een relativerende kanttekening
In de preken van Calvijn en Beza, beiden waren docenten in de theologie in Geneve, was de leer van de verkiezing niet dominant aanwezig. De leer van de verwerping kwam bij hen niet ter sprake (met een beroep op Calvijn is dit wel gebeurd bij de hypercalvinisten. Het evangelie is er voor de verkoren door God ontdekte zondaar) Calvijn en Beza benadrukten vooral de pastorale kanten van de verkiezing (God houdt de wankelmoedige gelovigen vast) en dat de gelovigen uit pure genade zalig worden (het is al uit Hem). Calvijn in het bijzonder en Beza in iets mindere mate hadden een ruime nodiging naar alle hoorders (de hypercalvinisten niet. Die gingen te werk vanuit Calvijns verkiezingsleer). Kortom een stevige verkiezingsleer hoeft een ruime prediking niet in de weg te staan Overigens studeerden Arminius en Wtenbogaert bij Beza. Zij waren het niet met hem eens zoals later gebleken is (bron: dr C. Van Sliedregt 'Calvijns opvolger Theodorus Beza' Leiden, 1996). We zullen zien dat de Dordtse vaderen de dubbele predestinatie van Calvijn hebben bijgesteld richting Augustinus.
1.3. Symmetrie
De dubbele predestinatie leer van Calvijn kan men duiden als zijnde symmetrisch. God verkiest en verwerpt even actief. Alles komt uit God voort. Bij de verwerping komt de mens op de tweede plaats te staan als oorzaak. Bij de verkiezing heeft de mens geen enkele inbreng.
Schema bij Calvijn:
Verkiezing is God de oorzaak
Verwerping is God (de eerste) oorzaak (en de mens als twee oorzaak)
2. Asymmetrie bij Bullinger
2.1. De brief van Traheronus aan Bullinger en diens antwoord
Op 10 september 1552 schrijft Bartholomeus Traheronus een enigszins bezorgde brief aan Heinrich Bullinger, theoloog te Zürich en opvolger van Zwingli. Traheronus heeft in 1537 als Engelse vluchteling bij Bullinger in Zürich gestudeerd en is na zijn terugkeer in Engeland opgeklommen tot parlementslid en hofmeester. Samen met enkele andere voormalige vluchtelingen die in Zürich hebben vertoefd, maakt hij zich zorgen over de visie van Bullinger en andere theologen in Zürich op predestinatie en voorzienigheid. Bewegen zij zich niet te veel in de richting van Melanchthons visie? Onderschrijft men Calvijns gedachten hierover wel? Hieronder volgt het antwoord op deze vraag. Bullinger uit Zürich kon zich niet zo goed vinden in Calvijns visie op de verwerping (Calvijn was theoloog in Geneve). Hij achtte de rol van God te groot het punt van de verwerping. Kortom in Zwitserland werd er verschillend gedacht over de leer van de praedestinatie. In Zürich was men gematigder dan in Geneve.
2.2. Verwerping is de schuld van de mens
De oorzaak van verkiezing en predestinatie is geen andere dan Gods goede en rechtvaardige wil, waardoor Hij onverdiend de verkorenen verlost, maar verdiend de verdoemden en verworpenen verwerpt. Met dit onderscheid tussen ‘onverdiend’ en ‘verdiend’ breekt Bullinger zijn absolute formulering van een dubbele predestinatie open. De oorzaak van de verlossing is louter Gods verkiezende genade, maar de oorzaak van de verdoemenis is te zoeken in de schuld van de mens.
2.3. Bullinger is bezorgd
Bullinger is van mening dat over deze lastige zaken, over Gods verborgen oordelen, over de predestinatie en verkiezing van God, in de kerk geen scherpe disputen gevoerd moeten worden. Eenvoudige, twijfelende zielen, maar ook de meer geoefende zielen worden daardoor zo belast dat ze er nooit meer van bevrijd kunnen worden.
2.4. Bullinger over Calvijns niet-symmetrische visie op de dubbele predestinatie
‘Calvijn, onze geëerde broeder in de Heere, spant zich op alle mogelijke manieren in om de zuiverheid van Gods genade te bewaken. Wie zou dat heilige doel van de man willen berispen?’.
Echter, dezelfde Calvijn zegt ergens dat God niet alleen de val van de eerste mens en in hem het verderf van het nageslacht heeft voorzien, maar dit ook volgens Zijn wil heeft geregeld. Hij schrijft dat God diegenen ook voor het verderf heeft geschapen om werktuigen van Zijn toorn te zijn, en dat God hen, om ervoor te zorgen dat ze Zijn doel bereiken, nu eens de mogelijkheid onthoudt om Zijn Woord te horen, hen dan weer door de prediking verblindt en afstompt. Bullinger is van mening dat de zuiverheid van de goddelijke genade ook verdedigd kan worden zonder te zeggen dat God de mens heeft geschapen voor het verderf, dat God Zelf tot dat doel leidt, of aanzet tot verharding of verblinding
(Bron Bullinger: https://www.digibron.nl/search/detail/14f20403351ef8faaa161b809e8a1404/bullingers-briefwisseling-met-traheronus-over-providentie-en-predestinatie/1)
2.5. Asymmetrie bij Bullinger
Bullinger wil niet spreken van een actieve verwerping. De verwerping is de schuld van de mens.
Schema bij Bullinger:
Verkiezing is God de oorzaak
verwerping is de mens de oorzaak
3. Asymmetrie bij de Dordtse leeregels
3.1 God gaat sommigen voorbij
In hoofdstuk 1 artikel 15 lezen we: 'Niet alle mensen zijn uitverkoren. Sommigen is God namelijk in zijn eeuwige uitverkiezing voorbijgegaan (praeteritos). Dit zijn de mensen over wie God naar zijn volkomen vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft, hen in de gemeenschappelijke ellende te laten, waarin zij zichzelf door hun eigen schuld (sua culpa) gestort hebben'.
Dordt begint heel behoedzaam en noemt het woord verwerping nog niet als men stelt: niet alle mensen zijn uitverkorenen (non omnes homines esse electos). Duidelijk blijkt het dat de Dordtse leerregels niet terug gaan op de dubbele symmetrische predestinatieleer van Calvijn (dit had Gomarus wel gewild). Dordt grijpt qua bewoording terug op Augustinus. Dordt spreekt van een voorbijgaan (praeteritos) van God aan sommigen mensen. Zij hebben zichzelf door hun eigen schuld (sua culpa) in het verderf gestort.
3.2. Dordt deelt de pastorale zorg van Bullinger
Dordt is net als Bullinger bang dat eenvoudige twijfelende leden van de kerk in de war raken als zij horen spreken over de leer van de verkiezing en met name de verwerping. Meteen na hoofdstuk 1 artikel 15 volgt in artikel 16 een pastorale artikel. Daar staat: Nu zijn er mensen die het levend geloof in Christus of het vertrouwen met hart en ziel, een goed geweten voor God, het leven in de kinderlijke gehoorzaamheid en het roemen in God door Christus nog niet zo sterk bij zichzelf opmerken. Toch gebruiken zij de middelen, waardoor God naar zijn belofte dit alles in ons bewerkt. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen, wanneer zij over de verwerping horen spreken en evenmin zichzelf tot de verworpenen rekenen. Integendeel, zij moeten de middelen trouw blijven gebruiken, vurig verlangen naar de tijd van overvloediger genade en die eerbiedig en ootmoedig verwachten.
3.3. Asymmetrie bij Dordt
Dordt brengt voorzichtig de verwerping ter sprake. Dit doet Dordt pas in artikel 16 daar staat: 'Nu zijn er mensen die het levend geloof in Christus of het vertrouwen met hart en ziel (...), Toch gebruiken zij de middelen, waardoor God naar zijn belofte dit alles in ons bewerkt. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen, wanneer zij over de verwerping horen spreken en evenmin zichzelf tot de verworpenen rekenen'. In hoofdstuk 1 artikel 15 gebruikt Dordt niet het begrip verwerping. Dordt zegt dat er sommige mensen zijn die niet tot de verkorenen behoren (non omnes homines esse electos). God heeft besloten hen in de gemeenschappelijke ellende te laten waar zij zich zelf in gestort hebben. God gaat sommigen in zijn verkiezing voorbij.
Uit alles blijkt dat Dordt niet de lijn van de twee theologen uit Geneve, Calvijn en Beza is gevolgd op het punt van de verwerping. Dordt heeft net als Bullinger gedacht aan de eenvoudige twijfelende gemeenteleden. Als zij horen van de verwerping zullen zij zich zorgen maken en zich niet meer richten op de middelen die God gegeven heeft ter genezing. Om die reden brengt Dordt de leer van de verwerping behoedzaam ter sprake. De schuld ligt bij de mens. God heeft hun val niet gewild. Hij heeft hen in deze val laten liggen waar zij zichzelf ingestort hebben. Hier volgt Dordt de visie van Augustinus op de verwerping. God gaat voorbij, laat hen liggen.
3.4. De gematigde calvinistische visie van Dordt
Op de synode waren niet alleen theologen uit Geneve aanwezig maar ook uit Bern. In Bern en Zürich was men het niet eens met de symmetrische dubbele predestinatie van Calvijn. Gomarus echter stond meer in de lijn van Geneve. Hij lag nogal eens overhoop tijdens de synode met de theologen uit Bern
Dr. G. van den Brink merkt op: 'Het beeld dat uit het recent onderzoek ontstaat, is al met al veel genuanceerder dan het traditionele beeld van de Dordtse leerregels als een streng 'hardliners' geschrift'. Volgens Van den Brink is er op allerlei onderdelen aan de Dordtse leerregels geschaafd tijdens de arbeid die de commissie verrichtte. Dit met het doel dat de leerregels zoveel mogelijk de opinie van de afgevaardigden vertegenwoordigden. Van den Brink meent dat het goed is om nu het 400 jaar geleden is dat de synode vergaderde dit strenge en onterechte beeld van Dordt bij te stellen (bron: Dr. G van den Brink 'Dordt in context' Heerenveen, 2018).
3.5. Het strenge beeld van Dordt bijstellen
Dat idee van Van den Brink is mij uit het hart gegrepen. Dordt heeft samen met alle heiligen de predestinatieleer van Calvijn corrigerend verwerkt. Onderling waren er vele verschillen en geschillen. Toch hebben de Dordtse vaderen een mooi pastoraal geschrift vervaardigd ondanks de moeizame bevalling die er aan voorafging. In het voorwoord op de Leerregels geven zij het geheim aan. Jezus heeft gezegd tegen Zijn kerk: 'Ik ben met jullie (...) tot aan de voleinding van de wereld'.
Schema Dordt:
Verkiezing is God de oorzaak
Verwerping is de mens de oorzaak. God laat de mens liggen in ellende waarin men zichzelf gestort heeft.
1. Symmetrie bij Calvijn en Beza
1.1. Die God voorbijgaat, die verwerpt Hij
In zijn Institutie boek 3 hoofdstuk 23 paragraaf 1 zegt Calvijn: Diegenen die God voorbijgaat, die verwerpt Hij (Quos ergo Deus praeterit, reprobat) Calvijn wil niet weten van de hulpmiddelen van Augustinus. Augustinus spreekt niet van een actieve verwerping door God maar meer van een voorbijgaan (praeterito). Overigens zegt Calvijn dat hij op basis van Gods Woord tot deze conclusie is gekomen. Calvijn zelf schrikt ook van de leer van de verwerping die hij meent tegen te komen in de Schrift. God heeft de zondeval niet toegelaten (permissio) volgens Calvijn maar gewild. Niets glipt Hem uit handen. Zo ook heeft God de verwerping gewild. Calvijn schrikt wel van deze uitkomst en Hij zegt om die reden: Een verschrikkelijk besluit, (dat) beken ik (decretum horribele, fateor). Maar het is wel een rechtvaardig besluit omdat God rechtvaardig is. Ook de val heeft God dus niet toegelaten (permissio) zoals Augustinus stelde maar actief gewild (zie Institutie boek 3 hoofdstuk 23 artikel 8).
Beza is in dit voetspoor verder gegaan. Hij maakte ook nog eens een tabula, overzichtelijk schema, van verkiezing en verwerping. Dit om Calvijn te steunen in diens dispuut met Bolsec, die tegen de leer van de verkiezing van Calvijn inging (bron voor Calvijn: dr. G Oorthuys, 'De leer der praedestinatie', Wageningen 1931 en bron voor Beza: dr C. Van Sliedregt 'Calvijns opvolger Theodorus Beza' Leiden, 1996)
1.2. Een relativerende kanttekening
In de preken van Calvijn en Beza, beiden waren docenten in de theologie in Geneve, was de leer van de verkiezing niet dominant aanwezig. De leer van de verwerping kwam bij hen niet ter sprake (met een beroep op Calvijn is dit wel gebeurd bij de hypercalvinisten. Het evangelie is er voor de verkoren door God ontdekte zondaar) Calvijn en Beza benadrukten vooral de pastorale kanten van de verkiezing (God houdt de wankelmoedige gelovigen vast) en dat de gelovigen uit pure genade zalig worden (het is al uit Hem). Calvijn in het bijzonder en Beza in iets mindere mate hadden een ruime nodiging naar alle hoorders (de hypercalvinisten niet. Die gingen te werk vanuit Calvijns verkiezingsleer). Kortom een stevige verkiezingsleer hoeft een ruime prediking niet in de weg te staan Overigens studeerden Arminius en Wtenbogaert bij Beza. Zij waren het niet met hem eens zoals later gebleken is (bron: dr C. Van Sliedregt 'Calvijns opvolger Theodorus Beza' Leiden, 1996). We zullen zien dat de Dordtse vaderen de dubbele predestinatie van Calvijn hebben bijgesteld richting Augustinus.
1.3. Symmetrie
De dubbele predestinatie leer van Calvijn kan men duiden als zijnde symmetrisch. God verkiest en verwerpt even actief. Alles komt uit God voort. Bij de verwerping komt de mens op de tweede plaats te staan als oorzaak. Bij de verkiezing heeft de mens geen enkele inbreng.
Schema bij Calvijn:
Verkiezing is God de oorzaak
Verwerping is God (de eerste) oorzaak (en de mens als twee oorzaak)
2. Asymmetrie bij Bullinger
2.1. De brief van Traheronus aan Bullinger en diens antwoord
Op 10 september 1552 schrijft Bartholomeus Traheronus een enigszins bezorgde brief aan Heinrich Bullinger, theoloog te Zürich en opvolger van Zwingli. Traheronus heeft in 1537 als Engelse vluchteling bij Bullinger in Zürich gestudeerd en is na zijn terugkeer in Engeland opgeklommen tot parlementslid en hofmeester. Samen met enkele andere voormalige vluchtelingen die in Zürich hebben vertoefd, maakt hij zich zorgen over de visie van Bullinger en andere theologen in Zürich op predestinatie en voorzienigheid. Bewegen zij zich niet te veel in de richting van Melanchthons visie? Onderschrijft men Calvijns gedachten hierover wel? Hieronder volgt het antwoord op deze vraag. Bullinger uit Zürich kon zich niet zo goed vinden in Calvijns visie op de verwerping (Calvijn was theoloog in Geneve). Hij achtte de rol van God te groot het punt van de verwerping. Kortom in Zwitserland werd er verschillend gedacht over de leer van de praedestinatie. In Zürich was men gematigder dan in Geneve.
2.2. Verwerping is de schuld van de mens
De oorzaak van verkiezing en predestinatie is geen andere dan Gods goede en rechtvaardige wil, waardoor Hij onverdiend de verkorenen verlost, maar verdiend de verdoemden en verworpenen verwerpt. Met dit onderscheid tussen ‘onverdiend’ en ‘verdiend’ breekt Bullinger zijn absolute formulering van een dubbele predestinatie open. De oorzaak van de verlossing is louter Gods verkiezende genade, maar de oorzaak van de verdoemenis is te zoeken in de schuld van de mens.
2.3. Bullinger is bezorgd
Bullinger is van mening dat over deze lastige zaken, over Gods verborgen oordelen, over de predestinatie en verkiezing van God, in de kerk geen scherpe disputen gevoerd moeten worden. Eenvoudige, twijfelende zielen, maar ook de meer geoefende zielen worden daardoor zo belast dat ze er nooit meer van bevrijd kunnen worden.
2.4. Bullinger over Calvijns niet-symmetrische visie op de dubbele predestinatie
‘Calvijn, onze geëerde broeder in de Heere, spant zich op alle mogelijke manieren in om de zuiverheid van Gods genade te bewaken. Wie zou dat heilige doel van de man willen berispen?’.
Echter, dezelfde Calvijn zegt ergens dat God niet alleen de val van de eerste mens en in hem het verderf van het nageslacht heeft voorzien, maar dit ook volgens Zijn wil heeft geregeld. Hij schrijft dat God diegenen ook voor het verderf heeft geschapen om werktuigen van Zijn toorn te zijn, en dat God hen, om ervoor te zorgen dat ze Zijn doel bereiken, nu eens de mogelijkheid onthoudt om Zijn Woord te horen, hen dan weer door de prediking verblindt en afstompt. Bullinger is van mening dat de zuiverheid van de goddelijke genade ook verdedigd kan worden zonder te zeggen dat God de mens heeft geschapen voor het verderf, dat God Zelf tot dat doel leidt, of aanzet tot verharding of verblinding
(Bron Bullinger: https://www.digibron.nl/search/detail/14f20403351ef8faaa161b809e8a1404/bullingers-briefwisseling-met-traheronus-over-providentie-en-predestinatie/1)
2.5. Asymmetrie bij Bullinger
Bullinger wil niet spreken van een actieve verwerping. De verwerping is de schuld van de mens.
Schema bij Bullinger:
Verkiezing is God de oorzaak
verwerping is de mens de oorzaak
3. Asymmetrie bij de Dordtse leeregels
3.1 God gaat sommigen voorbij
In hoofdstuk 1 artikel 15 lezen we: 'Niet alle mensen zijn uitverkoren. Sommigen is God namelijk in zijn eeuwige uitverkiezing voorbijgegaan (praeteritos). Dit zijn de mensen over wie God naar zijn volkomen vrij, rechtvaardig, onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft, hen in de gemeenschappelijke ellende te laten, waarin zij zichzelf door hun eigen schuld (sua culpa) gestort hebben'.
Dordt begint heel behoedzaam en noemt het woord verwerping nog niet als men stelt: niet alle mensen zijn uitverkorenen (non omnes homines esse electos). Duidelijk blijkt het dat de Dordtse leerregels niet terug gaan op de dubbele symmetrische predestinatieleer van Calvijn (dit had Gomarus wel gewild). Dordt grijpt qua bewoording terug op Augustinus. Dordt spreekt van een voorbijgaan (praeteritos) van God aan sommigen mensen. Zij hebben zichzelf door hun eigen schuld (sua culpa) in het verderf gestort.
3.2. Dordt deelt de pastorale zorg van Bullinger
Dordt is net als Bullinger bang dat eenvoudige twijfelende leden van de kerk in de war raken als zij horen spreken over de leer van de verkiezing en met name de verwerping. Meteen na hoofdstuk 1 artikel 15 volgt in artikel 16 een pastorale artikel. Daar staat: Nu zijn er mensen die het levend geloof in Christus of het vertrouwen met hart en ziel, een goed geweten voor God, het leven in de kinderlijke gehoorzaamheid en het roemen in God door Christus nog niet zo sterk bij zichzelf opmerken. Toch gebruiken zij de middelen, waardoor God naar zijn belofte dit alles in ons bewerkt. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen, wanneer zij over de verwerping horen spreken en evenmin zichzelf tot de verworpenen rekenen. Integendeel, zij moeten de middelen trouw blijven gebruiken, vurig verlangen naar de tijd van overvloediger genade en die eerbiedig en ootmoedig verwachten.
3.3. Asymmetrie bij Dordt
Dordt brengt voorzichtig de verwerping ter sprake. Dit doet Dordt pas in artikel 16 daar staat: 'Nu zijn er mensen die het levend geloof in Christus of het vertrouwen met hart en ziel (...), Toch gebruiken zij de middelen, waardoor God naar zijn belofte dit alles in ons bewerkt. Zij moeten zich niet laten ontmoedigen, wanneer zij over de verwerping horen spreken en evenmin zichzelf tot de verworpenen rekenen'. In hoofdstuk 1 artikel 15 gebruikt Dordt niet het begrip verwerping. Dordt zegt dat er sommige mensen zijn die niet tot de verkorenen behoren (non omnes homines esse electos). God heeft besloten hen in de gemeenschappelijke ellende te laten waar zij zich zelf in gestort hebben. God gaat sommigen in zijn verkiezing voorbij.
Uit alles blijkt dat Dordt niet de lijn van de twee theologen uit Geneve, Calvijn en Beza is gevolgd op het punt van de verwerping. Dordt heeft net als Bullinger gedacht aan de eenvoudige twijfelende gemeenteleden. Als zij horen van de verwerping zullen zij zich zorgen maken en zich niet meer richten op de middelen die God gegeven heeft ter genezing. Om die reden brengt Dordt de leer van de verwerping behoedzaam ter sprake. De schuld ligt bij de mens. God heeft hun val niet gewild. Hij heeft hen in deze val laten liggen waar zij zichzelf ingestort hebben. Hier volgt Dordt de visie van Augustinus op de verwerping. God gaat voorbij, laat hen liggen.
3.4. De gematigde calvinistische visie van Dordt
Op de synode waren niet alleen theologen uit Geneve aanwezig maar ook uit Bern. In Bern en Zürich was men het niet eens met de symmetrische dubbele predestinatie van Calvijn. Gomarus echter stond meer in de lijn van Geneve. Hij lag nogal eens overhoop tijdens de synode met de theologen uit Bern
Dr. G. van den Brink merkt op: 'Het beeld dat uit het recent onderzoek ontstaat, is al met al veel genuanceerder dan het traditionele beeld van de Dordtse leerregels als een streng 'hardliners' geschrift'. Volgens Van den Brink is er op allerlei onderdelen aan de Dordtse leerregels geschaafd tijdens de arbeid die de commissie verrichtte. Dit met het doel dat de leerregels zoveel mogelijk de opinie van de afgevaardigden vertegenwoordigden. Van den Brink meent dat het goed is om nu het 400 jaar geleden is dat de synode vergaderde dit strenge en onterechte beeld van Dordt bij te stellen (bron: Dr. G van den Brink 'Dordt in context' Heerenveen, 2018).
3.5. Het strenge beeld van Dordt bijstellen
Dat idee van Van den Brink is mij uit het hart gegrepen. Dordt heeft samen met alle heiligen de predestinatieleer van Calvijn corrigerend verwerkt. Onderling waren er vele verschillen en geschillen. Toch hebben de Dordtse vaderen een mooi pastoraal geschrift vervaardigd ondanks de moeizame bevalling die er aan voorafging. In het voorwoord op de Leerregels geven zij het geheim aan. Jezus heeft gezegd tegen Zijn kerk: 'Ik ben met jullie (...) tot aan de voleinding van de wereld'.
Schema Dordt:
Verkiezing is God de oorzaak
Verwerping is de mens de oorzaak. God laat de mens liggen in ellende waarin men zichzelf gestort heeft.