Wie schreef Genesis?
Genesis bestaat uit 11 boekdelen
1 ) Gen. 2:4 Dit zijn de verwekkingen van de hemel en de aarde
2) Gen. 5:1 Dit zijn de verwekkingen van Adam
3) Gen. 6:9 Dit zijn de verwekkingen van Noach
4) Gen. 10:1 Dit zijn de verwekkingen van de zonen van Noach.
5) Gen. 11:10 Dit zijn de verwekkingen van Sem
6) Gen. 11:27 Dit zijn de verwekkingen van Terah
7) Gen. 25:12 Dit nu zijn de verwekkingen van Ismaël
8) Gen. 25:19 Dit is de verwekkingen van Izak
9) Gen. 36:1 Dit zijn de verwekkingen van Ezau
10) Gen. 36:9 Dit zijn de verwekkingen van Ezau
11) Gen. 37:2 Dit zijn de verwekkingen van Jakob
Volgens een zekere P.J. Wiseman (1888–1948) heeft Mozes gebruik gemaakt van reeds bestaande (toledot, verwekkingen) boekdelen (kleitabletten) toen hij het boek Genesis samenstelde.
Zijn uitgangspunten
Om hier toe te komen stelt Wiseman allereerst dat men al heel vroeg kon schrijven. Ten tweede noemt boekdeel 6 steden (in Genesis 14) die voorheen een andere namen hadden dan in de tijd van de redacteur. Mozes heeft dus dit oude document herschreven, zo vulde hij in. Hij baseerde zich ook op Yahuda. Yahuda stelt dat boek 11, de geschiedenissen van Jozef in Egypte, geloofwaardig is omdat het geschreven wordt met een uitstekende kennis van de Egyptische cultuur. Zoiets kun je niet zo maar literair in elkaar zetten zonder in Egypte te zijn geweest zoals de moderne theologie lijkt te beweren. Te denken valt aan Mozes zelf (mond op mond, orale traditie) of ook weer via een overgeleverd document.
Maar wie schreef het scheppingsverhaal (1)?
De schrijver noemt de namen zon en maan niet (die werden in zijn tijd vereerd) maar noemt die het grote en kleine licht. Dat zou kunnen duiden op Mozes zelf. Daarnaast is er schepping van 6 dagen en de rustdag. Dit komt weer terug in de wet die Mozes namens God aan het volk gaf (Exodus 20:9-10).
Mozes profetische terugblik
God gaf in dat geval Mozes profetisch inzicht (zie Deut. 18:15). In dit geval geen inzicht in de toekomst wat er zal gebeuren maar in het verleden namelijk hoe de hemel en aarde zijn ontstaan.
Wiseman meende dat God dit reeds aan Adam had verteld. Toen had het kleine en grote licht nog geen naam. Het grote licht en het kleine licht in Genesis 1:16 is dan geen afzwakking van Mozes om verering te voorkomen maar gewoon een beschrijving van Adam zelf toen men er nog geen aparte namen voor had.
Speculatief maar wel sympathiek
Het blijft wel speculatief maar Wiseman (en Yahuda) wilde tegenwicht geven aan de bronnentheorie van Wellhausen die stelde dat niet Mozes de schrijver was maar dat hele delen veel later zijn geschreven soms zelf nog na ballingschap en ook zou het werkelijke historische gehalte laag zijn (uit de theologische duim). In dat opzicht is de these van Wiseman wel sympathiek.
Genesis bestaat uit 11 boekdelen
1 ) Gen. 2:4 Dit zijn de verwekkingen van de hemel en de aarde
2) Gen. 5:1 Dit zijn de verwekkingen van Adam
3) Gen. 6:9 Dit zijn de verwekkingen van Noach
4) Gen. 10:1 Dit zijn de verwekkingen van de zonen van Noach.
5) Gen. 11:10 Dit zijn de verwekkingen van Sem
6) Gen. 11:27 Dit zijn de verwekkingen van Terah
7) Gen. 25:12 Dit nu zijn de verwekkingen van Ismaël
8) Gen. 25:19 Dit is de verwekkingen van Izak
9) Gen. 36:1 Dit zijn de verwekkingen van Ezau
10) Gen. 36:9 Dit zijn de verwekkingen van Ezau
11) Gen. 37:2 Dit zijn de verwekkingen van Jakob
Volgens een zekere P.J. Wiseman (1888–1948) heeft Mozes gebruik gemaakt van reeds bestaande (toledot, verwekkingen) boekdelen (kleitabletten) toen hij het boek Genesis samenstelde.
Zijn uitgangspunten
Om hier toe te komen stelt Wiseman allereerst dat men al heel vroeg kon schrijven. Ten tweede noemt boekdeel 6 steden (in Genesis 14) die voorheen een andere namen hadden dan in de tijd van de redacteur. Mozes heeft dus dit oude document herschreven, zo vulde hij in. Hij baseerde zich ook op Yahuda. Yahuda stelt dat boek 11, de geschiedenissen van Jozef in Egypte, geloofwaardig is omdat het geschreven wordt met een uitstekende kennis van de Egyptische cultuur. Zoiets kun je niet zo maar literair in elkaar zetten zonder in Egypte te zijn geweest zoals de moderne theologie lijkt te beweren. Te denken valt aan Mozes zelf (mond op mond, orale traditie) of ook weer via een overgeleverd document.
Maar wie schreef het scheppingsverhaal (1)?
De schrijver noemt de namen zon en maan niet (die werden in zijn tijd vereerd) maar noemt die het grote en kleine licht. Dat zou kunnen duiden op Mozes zelf. Daarnaast is er schepping van 6 dagen en de rustdag. Dit komt weer terug in de wet die Mozes namens God aan het volk gaf (Exodus 20:9-10).
Mozes profetische terugblik
God gaf in dat geval Mozes profetisch inzicht (zie Deut. 18:15). In dit geval geen inzicht in de toekomst wat er zal gebeuren maar in het verleden namelijk hoe de hemel en aarde zijn ontstaan.
Wiseman meende dat God dit reeds aan Adam had verteld. Toen had het kleine en grote licht nog geen naam. Het grote licht en het kleine licht in Genesis 1:16 is dan geen afzwakking van Mozes om verering te voorkomen maar gewoon een beschrijving van Adam zelf toen men er nog geen aparte namen voor had.
Speculatief maar wel sympathiek
Het blijft wel speculatief maar Wiseman (en Yahuda) wilde tegenwicht geven aan de bronnentheorie van Wellhausen die stelde dat niet Mozes de schrijver was maar dat hele delen veel later zijn geschreven soms zelf nog na ballingschap en ook zou het werkelijke historische gehalte laag zijn (uit de theologische duim). In dat opzicht is de these van Wiseman wel sympathiek.