500 jaar Luther - Alles over het leven van Luther
  • Wij
    • De juichkreet van de reformatie
    • Actueel
    • Thomas More
    • Zijn Joden intelligent?
    • Met een beroep op Luther
    • De bede in de doop: Altijd wil regeren
    • Een moderne vraag
    • Het genadeverbond in het doopformulier
    • Het genadeverbond volgens Jongeleen
    • De volkomen leer van de zaligheid
    • Werkverbond
    • Apologie in tweevoud
    • De almacht van God
    • Een kanttekening bij de theocratie
    • De uitverkiezing bij Luther, Kohlbrugge en Boston
    • Studentenangst
  • Leven
    • Zijn voornaam
    • Zijn achternaam
    • Zijn levensloop
    • Zijn navolgers
    • Zijn ontwikkeling
    • Zijn tijd
    • Zijn worsteling
    • Zijn Augustinus
    • Zijn vrouw en zijn vriend
    • Zijn Nicolaas van Lyra
    • Zijn Psalm 118
    • Zijn Johannes Hus
    • Zijn Reuchlin
    • Zijn Erasmus
    • Zijn tegenstander: Aristoteles
    • Zijn pausen
    • Zijn begin als reformator
    • Zijn pleidooi voor kerkhervorming
    • Zijn besmette imago
    • Zijn Thomas Müntzer
    • Zijn Schriftuitleg
    • Zijn Johannes Agricola
    • Zijn disputen
    • Zijn onderscheid tussen schrift en gesproken Woord
    • Zijn Schriftvisie
    • Zijn postmodernisme
    • Zijn leesroute
    • Zijn uitleg
    • Zijn tafelgesprekken
  • Geschriften
    • Zijn 97 stellingen
    • Zijn 95 Stellingen
    • Brief aan Albrecht von Mainz
    • Brief aan christelijke adel
    • Babylonische gevangenschap
    • Over de goede werken
    • De vrijheid van een christen
    • Brief aan de raadsheren
    • Brief aan Nederland
    • De bruiloft te Kana.
    • De kloostergeloften en het huwelijk
    • Brief van een vertaler
    • Brief van Jacobus
    • Brief aan de Romeinen
    • De brief aan de Galaten
    • De goede Herder
    • De studie theologie
    • De knechtelijke wil
    • Tegen de Joden
    • Tegen het pausdom.
  • Verwant
    • Johannes Huss
    • Reuchlin als voorloper
    • Calvijn
    • Guido de Brès en Menso Alting
    • Borstius
    • Koelman
    • Van der Groe
    • Maccovius
    • Comrie
    • Comrie' s volgers (1)
    • Comrie's volgers (2)
    • Ebenezer Erskine
    • Ralph Erskine (1)
    • Ralph Erskine ( 2)
    • Breuk: Kant en Nietzsche
    • Kohlbrugge
    • J A Wornser sr
    • Ferdinand Domela Nieuwenhuis
    • Barth
    • Bonhoeffer
    • Bultmann
    • Hoornbeeck
    • Eta Linnemann
  • Bijbel
    • The gospel according to Isaiah 53
    • De bundel psalmen 120-134
    • Leesmethode
    • De zeventig weken en de grote verdrukking
    • Lukas 2
    • Wees sterk en moedig (Salomo)
    • Gods rechtszaak in Jesaja 1 en Micha 6
    • Jeremia 46:10 een slachting voor de HEERE
    • Het boek Job
    • Psalm 1 en 2
    • Psalm 7
    • Psalm 42
    • Psalm 51
    • Psalm 72
    • Psalm 77
    • Psalm 124
    • Leeslint Psalm 110
    • Psalm 110 in Hebreeën
    • Psalm 110
    • Psalm 120
    • Psalm 121
    • Psalm 122
    • Psalm 123
    • Vergilius en Jesaja
    • Klacht op goede vrijdag van Jezus
    • (niet) ter wille van Israel (Jesaja 40-55)
    • De ware wijnstok
    • Nieuwe vertalingen
    • Subtiele Schriftkritiek
    • Leeslint Jeremia
    • Gedichten en Psalmen
    • Cursus Bijbels Grieks
    • Aramees in Jeremia 10:11
    • Openbaring 13
    • Vertaling Jesaja 63:1-6
    • Edom in Jesaja 34 en 63
    • Wie schreef Genesis ?
    • De betekenis van de men in Jesaja 35:1a
    • Geduld volgens Jakobus
    • Lopend vuur
    • Retoriek in 1 Korinthe 15
    • Het misoffer en Maleachi 1:11
    • De instructies in 1 Timotheus 4 nader bekeken
    • Het eenmalige offer
    • Keizer Augustus
    • De verwoesting van Jeruzalem
    • De tweevoudige gebiedende wijs in het Nieuwe Testament
    • Een afgesneden zaak
    • Schepping in Genesis 1
    • Schepping in Genesis 2 vers 4 b en verder
    • De val in Genesis 3
    • Meditatieve momenten
    • Het Hooglied is meer dan een liefdeslied
    • De oerrol van Jeremia
    • Schriftoverdenking
    • Cursus Hebreeuws
    • Cursus Hebreeuws vervolg
    • Wat staat er in het Hebreeuws en in het Grieks??
    • Joodse gebeden en liederen
    • Openbaring 7,8,9
    • Openbaring 15 en 16
    • Zijn de brieven aan Timotheus van Paulus?
    • jongeling te Nain
    • Het paradijs
    • Tekst en uitleg
    • Een bewogen prediker
    • Gezanten namens Christus
    • Het tweevoudige doel van de doop
    • De dode zeerollen
    • Het genadeverbond in de Schrift
    • De evolutie van de Bijbel
    • De 'theios aner' en Jezus
    • Esther en de Reformatie
    • De plaats en de betekenis van het boek Ruth
    • Zie Mijn Knecht
    • Jesaja 53
    • 'Ere zij God' nader bekeken
    • Gods woord houdt stand
    • Laat ons overvaren
    • 666
    • Simson
    • Bart Kamphuis
    • Jesaja 7:14
    • De auteurs van Jesaja
    • Psalm 137
    • De geloofstaal van Jona
    • Job de lijdende rechtvaardige
  • Boek
    • Storm over de wereld
    • 'Heel verschillend en toch éénNieuwe pagina
    • Er klopt niks van Onthutsende onthullingen over de evolutietheorie
    • Traag tot toorn
    • De omkeer van God in het Oude Testament
    • Heilig is zijn naam
    • Donatisten
    • Vergeving en herstel (Anselmus)
    • Evolutie Een ei zonder kip
    • Kan de wetenschap alles verklaren?
    • Boven tijd en toeval
    • Zwingli De Labadie Kohlbrugge
    • De doop in de Nederlandse belijdenisgeschriften
    • Erasmus Begrepen uit de geest der renaissance
    • Athanasius De menswording des Woords
    • Ontluikend christendom
    • Ik ben de HEERE, Uw God, Ebenezer Erskine
    • Boeken over de Psalmen
    • Het verraad der clercken
    • Willem Teellinck Soliloquium
    • Brokkelbrein
    • 1 zo'n mannetje
    • Benne Holwerda herdacht
    • De wereldwijde vloed
    • Een nieuwe geboorte
    • De heruitgave van "Een beschouwing van het verbond der genade"
    • De val van Prometheus
    • De held met duizend gezichten
    • De slag om het hart
    • Het paradijs
    • The Hebrew Bible
    • De doop volgens ds G Boer
    • De zekerheid van het heil
    • Luther voor leken
    • Midden in het leven
    • Adam waar ben jij?
    • Calvijn en zijn uitleg van de Psalmen
    • Kerstens visie op Boston
    • Bemind Henri Nouwen in gesprek
    • Het Hooglied van Salomo
    • Verhaal en feit in de Bijbelse tijd
    • De tijdgeest verstaan
    • Als vrouwen het woord doen
    • Luther on Jews and Judaism
    • Dominicanen in meervoudig perspectief
    • Jesus and the eyewitnesses The Gospels as Eyewitness Testimony
    • Boeken over Jesaja
    • Calvijns klassieke opleiding
    • Academische herdenkingen
    • Dr. C Steenblok
    • Boeken in het kort
    • Kersten in kleur
    • Kersten en het genadeverbond
    • Boston en het genadeverbond
    • Bullinger en het genadeverbond
    • Laurus Boone
    • Eerherstel voor Boone
    • Leeslint doopbelofte
    • Leeslint kinderdoop
    • Dr. J.G. Woelderink Verbond en bevinding
    • Reformatie toen en nu
    • Reformatie vandaag
    • Om het behoud
    • Thomas Boston
    • Separatisme en wereldgelijkvormigheid
    • Wetenschap of vooroordeel?
    • Jeruzalem en Athene
    • Gereformeerde scholastiek
    • Théodore de Bèze
    • De jonge Luther
    • Luther, een sympathieke potentaat.
    • En alzo zal geheel Israel gered worden'
    • Liefde voor Israel
    • Verwacht u Hem?
    • Voetius en de sabbat
    • Het rechtvaardigend geloof
    • Letterknechten
    • Israel in het geding
    • Comrie en het ABC van het geloof
    • Het Oude Testament
    • Het hart van Torah
    • Algemene genade
    • Herman Dooyeweerd
    • De reformatie der prediking
    • De gemeene gratie
    • De grote ontsporing
    • Athanasius als bestrijder der Arianen
    • De reformatie van koning Josia
    • Melanchtons humanisme
    • Melanchton en de oude kerkvaders
    • De Verlichting als kraamkamer
    • Was de Reformatie een vergissing?
    • Luther in het oordeel van Sorbonne
    • Katharina von Bora
    • Het merk Luther
    • De Bijbel als boek van schoonheid
    • Leeslint de dochter van Jefta
    • De Nadere Refomatie van het gezin
    • C.S Lewis De zeebries der eeuwen
    • Mozes en Hammurabi
    • Leeslint de grondtekst
    • Leeslint scriptie schrijven
    • Leeslint de hereniging van 1892
    • Leeslint divers
    • Leeslint vader en zoon
    • Leeslint schepping en evolutie
    • Leeslint Bijbelse sleutelwoorden
  • Politiek
    • Tijd geest Een perspectief op mens en tijd
    • De Tovenaar en de Profeet
    • Wokeland Coen de Jong
    • Geuzen en glippers
    • De tovenaar en de profeet
    • Weimarrepubliek
    • Geuzen aan de macht
    • Geuzen in de lage landen
    • Hoop voor de aarde
    • Ruw ontwaken uit de neoliberale droom
    • Huntingto versus Fukuyama
    • De schijn-elite van valse munters
    • Ode aan het klootjesvolk
    • Op de bank
    • Socratisch motiveren
    • Gevaren van de moderne kapitalistische wereld
    • Luther over de koopman en dewoeker
    • Een land van kleine buffers
    • Democratie en autocratie
    • J.J. Buskes Het nationaalsocialisme
    • De draagbare Ter Braaak
    • Een ongemakkelijke waarheid
    • Dames voor Darwin
    • Prinses Irene en prins Carlos Hugo
    • Microfobie De cult van het kolossale
    • Strijdvaardig leven. In het spoor van Socrates, Seneca en Samoerai
    • De onmisbaren
    • Zetelroof Geerten Waling
    • Framing
    • Bore out
    • Kemal Mustafa
    • Politiek bij een geopende Bijbel
    • Eigen volk eerst
    • Edmund Burke
    • Oikofobie Thierry Baudet
    • Baudet en het kabinet
    • Keynes en de staatskas
    • Marx: zijn geboorteplaats en zijn leven
    • Standbeeld voor Marx
    • Marx' materialisme
    • Opium van het volk
    • Vervreemding
    • Ottho Gerhard Heldring
    • Pieter Jelles Troelstra
    • Het doopformulier besproken
    • Niet bij brood alleen
  • Dordt 400
    • De synode van Emden 1571
    • Leerregels les 1
    • Samenvatting Les 1
    • Leerregels les 2
    • Samenvatting les 2
    • Leerregels les 3
    • Wat maar vooral ook hoe
    • Leerregels les 4
    • Leerregels les 5
    • Leerregels les 6
    • Beelden van synode en land
    • Beeld van een vis in sterk stromend water
    • Theologische uitdrukkingen
    • De plaats van de leerregels
    • Les opzet eerste ochtend
    • Historische context
    • Waarom de Synode
    • Waarom Dordrecht
    • Waarom Bogerman
    • Synodeleden
    • Johannes Drusius de voorbereider van de Statenvertaling
    • De Statenvertaling
    • Johannes Maccovius
    • Kloosterkerk Den Haag
    • Kerend tij in Utrecht
    • Algenoegzaam
    • De welmenende roeping in de Dordtse leeregels
    • Pastoraal
    • Zondag 20
    • Het doopformulier uitgelegd
    • Dordt in diskrediet
    • Van Dordt naar Ulrum
    • Beza en de verkiezing
    • De verschillen na de Synode
    • Cornelis Hoen
    • Jacobus Trigland
    • De (theo)logische visie tijdens en na Dordt
    • Wordt heel de wereld zalig?
    • Rechtvaardigmaking van eeuwigheid
    • Bavianen en slijkgeuzen
    • Dubbele predestinatie
    • Augustinus' uitleg van Romeinen 9
    • Luther en de verkiezing
    • De aard van het geloof
    • Natuurlijk licht
    • Catechese
    • Artikel 8 dominees
    • Luther en artikel 8
    • Willem Teellinck en zijn avondmaalsvisie
    • Heilszekerheid
Het Donatisme 
Het Donatisme was een beweging die in de Noord-Afrikaanse kerk ontstond, om de kerkelijke tucht strenger te handhaven en aldus de kerk te beveiligen tegen de invloeden van de wereld. Deze beweging werd op touw gezet door Donatus. Zijn volgelingen heetten Donatisten. Ze legden de nadruk op persoonlijke heiligheid en doopten mensen opnieuw. Ongetwijfeld was in deze be­weging iets goeds. De Donatisten wilden waken voor de „heiligheid" van de kerk, maar nu vervielen zij in een ander uiterste en eisten, dat de kerk uit „louter heiligen" zou bestaan.

De oorsprong van het Donatisme hangt samen met de houding, die de kerk aannam tegenover de gevallenen tijdens de vervolging in Noord-Afrika in de jaren 303—305. De officiële kerk onder leiding van bisschop Mensurius van Carthago deed al het mogelijke om de gemeenten voor een vervolging te vrijwaren, en trachtte daartoe een schikking te treffen met de vervolgers. Doch de partij der ijveraars zocht gelegenheid om zich openlijk als christenen te verklaren, weigerden de Heilige Schriften over te geven en waren daardoor martelaars geworden. Tegenover Mensurius, die poogde alles te verhinderen wat de overheid aanleiding kon geven tot de vervolging over te gaan, trad de partij der ijveraars op met de beschuldiging, dat de bisschop de verzorging van de gevangen confessoren (belijders) verhinderde en dat hij het keizerlijke bevel gehoorzaamde.

Toen bisschop Mensurius in het jaar 311 stierf koos zijn partij de ouderling (presbyter) Caecilianus tot zijn opvolger. Tot deze keuze hadden alleen de nabij Carthago zetelende bisschoppen uit Afrika Proconsularis meegewerkt. De bisschoppen van het meer zuidelijk gelegen Numidië maakten er aanspraak op ook deel te nemen aan de bisschopskeuze in Carthago. Zij stelden door Secundus van Tigisis als beschikker over het bisdom aan: Donatus van Casae Nigrae, en deze verhief de lector Majorinus tot tegenbisschop. Een in Carthago samengekomen synode van 70 bisschoppen wilde Caecilianus niet erkennen, waarschijnlijk omdat Felix van Aptunga, die Caecilianus had gewijd als traditor (iemand die Heilige Geschriften enz. had overgeleverd) werd gelaakt. Zo smolten de belangen van de ijveraars in Carthago en die van de Numidische bisschoppen samen. Caecilianus werd wel buiten Afrika overal erkend, maar in Afrika werd de scheuring al groter.

De Donatisten brachten de zaak voor keizer Constantijn, die zich geroepen zag als scheidsrechter op te treden. Daartoe liet hij Caecilianus met 10 bisschoppen van zijn partij en vertegenwoordigers van zijn tegenstanders komen te Rome, om zich voor bisschop Melchiades te verantwoorden. Caecilianus werd in oktober 313 als wettig bisschop erkend en Donatus wegens herdoop van ketters en vernieuwde wijding van gevallen geestelijken veroordeeld.

Omdat de Donatisten zich hierover bezwaard voelden, riep Constantijn een synode samen te Arles (in Zuid-Gallië). Hier werden de Donatisten weer veroordeeld en Caecilianus gehandhaafd. De herdoop door de scheurmakers werd voor ketters verklaard, en bepaald dat zij door eenvoudige handoplegging als leden konden worden erkend. Als een traditor mocht alleen hij worden beschouwd, van wie uit de officiële akten gebleken was, dat hij heilige schriften of avondmaal gereedschappen had overgeleverd, terwijl eveneens werd uitgesproken, dat de wijding door een traditor verricht wettig was.

Nog waren de Donatisten niet tevreden. Zij verzochten een persoonlijk scheidsgerecht door de keizer. Nadat nu de keizer de zaak in Noord-Afrika had laten onderzoeken, werd Caecilianus in 316 door de keizer gehandhaafd, en werd door het scheidsgericht beslist dat de Katholieke Kerk daar was, waar de gemeenschap met de kerk van de hele aarde gehandhaafd werd.

Nu trad de Donatistische beweging een ander stadium in. Constantijn beval dat de kerken van de Donatisten ter beschikking van de Katholieke Kerk zouden gesteld worden. Waar de Donatisten zich verzetten werden hun de kerken met geweld, soms onder bloedvergieten, ontnomen. De tijd van de vervolging scheen wedergekeerd, alleen thans trad de keizer op als vervolger van hen die afweken van de kerk. Toen evenwel Constantijn merkte dat het Donatisme tot Afrika beperkt bleef, hield de keizer met de vervolging op (321), en gaf aan de Donatistische bisschoppen verlof om terug te keren en hun kerken te hernemen.

Na de dood van Constantijn (337) werden weer strenge maatregelen genomen om de eenheid van de Afrikaanse kerk te bewerken. De goederen van de rijke Donatisten werden verbeurd verklaard, de kerken werden hun ontnomen, zij die zich verzetten werden verbannen. Donatus zelf, die door zijn tegenstanders als een geleerd en godzalig man geprezen wordt, stierf in ballingschap (ca. 355).

Een tijdlang rustte de vervolging onder keizer Julianus (keizer van 361 - 363) en werd de invloed van de Donatisten weer zeer groot in Afrika. In hun fanatisme gingen zij thans de herwonnen kerken zuiveren, de heilige gereedschappen, die de katholieken gebruikt hadden, verkopen of vernietigen, zij wasten de altaren en de wanden der kerkgebouwen af, doopten de zich bij hen aansluitende leden opnieuw, en eisten van de weerkerenden een strenge boete.

Onder de opvolgers van Julianus evenwel werden strenge maatregelen tegen de Donatisten beraamd. Deze maatregelen bleven echter op papier, zolang Parmenianus als bisschop van Carthago aan het hoofd van de scheurkerk stond. Maar na de dood van Parmenianus traden er twisten en scheuringen onder de Donatisten in. De ene partij veroordeelde op krasse wijze de andere. Deze innerlijke strijd onder de Donatisten greep plaats in de tijd dat Augustinus in de geestelijke stand intrad. Hij moest zich wel met de Donatisten bemoeien, niet alleen omdat in zijn bisschopsstad Hippo de Donatisten in de meerderheid waren en zelfs weigerden om voor de katholieke minderheid brood te bakken, maar ook omdat hij overtuigd was dat de Katholieke Kerk de enig ware kerk was. Hierbij kwam dat de heidense stadhouder Gildo (395—398) in de Katholieke Kerk zijn ergste vijand zag, die het streven van de usurpator Eugenius, die het herstel van het heidendom beoogde, tegenstond. Keizer Honorius (regeerde 395-423) overwon de heiden, en bracht daarmede de Katholieke Kerk tot de zege.

Augustinus trad in 394 tegen de Donatisten op. De principiële vraag, waarom het ging, liep over de heiligheid der kerk. De Donatisten stelden zich op de bisschoppelijke grondslag der kerk, maar eisten dat de bisschoppen heilige mannen moesten zijn, omdat alleen dan de sacramenten wettig zijn en recht kunnen werken. Reeds  Cyprianus (200 - 258 n.C.) had tegenover zijn tegenstanders verklaard, dat de bisschoppen de Heiligen Geest hebben, en daarom heilige mannen moeten zijn. Rome had zich tegenover Cyprianus op het objectieve standpunt geplaatst, en geleerd dat de bisschoppen beschikten over de objectieve leer en de kerkelijke ordeningen. Het ambt geeft het sacrament, en de wettigheid van het sacrament hangt af van de wettigheid van het ambt. Het sacrament wordt niet ongeldig ook wanneer aan de bedienaar gebreken kleven.

​De Donatisten waren evenwel van oordeel dat de onwaardigheid van de bisschoppen der kerk, die al te zacht in de boetepraktijk waren, het sacrament van zijn waarde beroofde. Niemand kan de reinheid meedelen, die zelf niet rein is. De Donatistische gemeenschap, die de heiligheid van haar leden en haar bisschoppen eist, is de reine bruid van Christus. De werking van het sacrament hangt niet af van het rechte geloof van de bedienaar, maar van het persoonlijke geloof. Daarom moesten allen, die niet in hun kerkgemeenschap staan, als onheiligen geheiligd en daarom herdoopt worden. Door deze lering overschreden de Donatisten de objectieve lijn, stelden eigen subjectief oordeel als maatstaf en werden daardoor sektarisch. De Katholieken daartegenover handhaafden het objectieve standpunt. De belijdenis van de Drie-eenheid van God, en het geloof van de dopeling is nodig bij de doop, maar de doper is iets veranderlijks. Al bouwen dus de Donatisten niet op het rechte fundament, hun gemeenschap is toch kerk, al ontbreekt hun de katholiciteit. Deze bezit alleen de Katholieke Kerk. Al is er in de kerk veel onheiligs, de kerk als geheel is heilig door de Geest, die in haar werkt.

Augustinus volgde deze leer, die sedert de Novatiaanse strijd tot de overwinning gekomen was. Maar daarnaast leerde Augustinus nog een tweede gedachte, namelijk, dat de kerk is een gemeenschap van ware vromen, die de Geest bezitten, die is de gemeenschap van heiligen. Deze kerk is de onzichtbare Kerk. Juist doordat Augustinus dit ideaal hoog hield, behoefde hij de katholiciteit van de kerk niet op te heffen. Buiten deze ene Katholieke Kerk, dit lichaam van Christus, is er geen waarheid en geen zaligheid. En nu paste hij dit aldus toe, dat in de Katholieke Kerk alleen de liefde woont. De liefde is de band van de eenheid. De ketters hebben geen liefde, omdat zij zich afzonderen van de kerk. Aan de Donatisten ontbreekt de katholiciteit en de apostoliciteit. Wel is de doop van de scheurmakers wettig, maar hij geeft eerst de zaligmakende kracht, wanneer men zich aan de kerk onderwerpt. En het is deze verbinding tussen de kerk en de zaligheid, die de liefde moet dringen om geweld tegenover de ketters te gebruiken.

Toen dan ook alle pogingen op de synoden van Carthago van 401 tot 403, om de Donatisten te winnen voor de kerk, niet baatten, besloot men de hulp van de overheid in te roepen. Strenge strafwetten werden tegen de Donatisten uitgevaardigd, waarbij de leden met confiscatie der goederen, de ambtsdragers met ballingschap bedreigd werden en zelfs hun kerken hun werden ontroofd. Vele Donatistische gemeenten keerden met hun bisschoppen in de schoot der Kerk terug. Onder de indruk van deze dwang werd het Augustinus al duidelijker hoe gezegend het woord van Jezus was: „Dwingt ze om in te gaan" (Luc. 14 : 23). Om politieke redenen werd in 409 het tolerantie-edict uitgevaardigd, hetgeen ten gevolge had dat vele bisschoppen weerkeerden tot het Donatisme.

Onder die indruk werd te Carthago, onder leiding van de keizerlijke commissaris, een godsdienstgesprek gehouden, waaraan katholieke en Donatistische bisschoppen deelnamen (mei 411), waar ten nadele van de Donatisten werd beslist. Sedertdien werden de Donatisten alle burgerlijke rechten ontnomen, hun vergaderingen op straffe des doods verboden. Zo werd het Donatisme onderdrukt. De invallen van de Vandalen in Noord-Afrika brachten katholieken en Donatisten nader tot elkaar. Slechts enkele resten van Donatisme handhaafden zich tot de zevende eeuw.
(Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Donatisme)


Powered by Create your own unique website with customizable templates.