De zuidenwind en de noordenwind
Guido de Brès, de zuidenwind
Wie hij was
Men zou Guido de Brès (1522-1567) de hervormer van zuidelijke Nederlanden kunnen noemen. Zijn leef- en werkgebied lag in het Vlaamse gedeelte van België. Hij studeerde bij Calvijn in Geneve en was van beroep glasschilder. De leer van Luther had aanvankelijk de Zuidelijke Nederlanden bereikt en dan met name Antwerpen, Doornik en Gent. Guido de Bres werkte in dit gebied en was calvinistisch van inslag. Overigens zijn de verschillen tussen Luther en Calvijn niet zo groot als doorgaans beweerd wordt. Het gaat om accenten.
Zijn enorme bekendheid
In de nacht van 1 op 2 november 1561 wierp De Brès zijn 'Confessio Belgica', beter bekend als de Nederlandse geloofsbelijdenis, samen met een begeleidende brief over de muur van de burcht in Doornik. In die tijd verbleef de landvoogdes Margaretha van Parma in deze burcht. Het was de bedoeling om door middel van deze geloofsbelijdenis begrip te krijgen bij de koning. De eerste Nederlandse uitgave werd begin 1562 in het geheim gedrukt te Emden. Deze geloofsbelijdenis zou snel uitgroeien tot gezaghebbende samenvatting van de reformatorische geloofsleer. Deze geloofsbelijdenis is geworden tot een van de drie formulieren van enigheid van de gereformeerde kerken. Het drukken van deze belijdenis zorgde er echter voor dat De Brès uit Doornik moest wegvluchten. Hij leidde een bestaan als rondreizend predikant in de geheime samenkomsten van de gereformeerden. Uiteindelijk werd hij opgespoord en opgepakt.
Zijn levenseinde
1 mei 1567 vond om zes uur in de ochtend de voltrekking van zijn vonnis plaats door ophanging, voor een mensenmenigte van ruim duizend mensen. Aan de voet van de ladder knielt De Brès neer om er te bidden. Dit wordt hem niet toegestaan door de beul. Met ernstige woorden vermaant De Brès vervolgens bovenaan de ladder de aanwezigen om trouw te blijven aan de overheid en standvastig te zijn in de christelijke geloofsleer. Terwijl hij spreekt, stoot de beul hem van de ladder af, waardoor De Brès aan de strop sterft op vijfenveertigjarige leeftijd, na een moedige getuigenis en onder grote belangstelling. De Brès laat een vrouw in Sedan achter met vijf kinderen, waarvan de oudste zes is.
Het slot van zijn geloofsbelijdenis werd zijn levenseinde
Op 1 mei 1567 mocht hij het slot van zijn geloofsbelijdenis persoonlijk ervaren. Hij schreef over het laatste oordeel in artikel 37 de prachtige slotwoorden: 'Daarentegen zullen de gelovigen en uitverkorenen gekroond worden met heerlijkheid en eer. Gods Zoon zal hun naam belijden voor God Zijn Vader en Zijn uitverkoren engelen; alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden; hun zaak, die nu tegenwoordig door veel rechters en overheden als ketters en goddeloos veroordeeld wordt, zal bekend worden de zaak van Gods Zoon te zijn. En tot een genadige vergelding zal de Heere hen zo'n heerlijkheid doen bezitten, als het hart nooit zou kunnen bedenken. Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere'.
Menso Alting, de noordenwind
Wie hij was
Alting werd geboren in Eelde en groeide in een katholieke familie op. Na enkele scholen in Nederland en Duitsland te hebben bezocht, ging hij theologie studeren in Keulen. In 1564 werd hij benoemd tot vicaris van Haren. Enkele maanden later (12 mei van dat jaar) werd hij benoemd tot pastor van Sleen. Waarschijnlijk is Menso Alting in deze periode zelden in Sleen (en mogelijk ook niet vaak in Haren) geweest en gebruikte hij deze functies, die hij te danken had aan invloedrijke familieleden, vooral als inkomstenbron voor zijn studie.
Nog tijdens zijn studie sloot hij zich in 1565 aan bij de gereformeerde vleugel van de Reformatie . Hij zette zijn studie voort in Heidelberg. Na het afronden van zijn studie ging Menso Alting terug naar Helpen en Sleen, ditmaal om de inwoners te bekeren tot het protestantisme. Volgens de overlevering gebruikte hij een hunebed als kansel voor zijn hagenpreken. Deze hunebed bij Schoonoord heet in de volksmond nog steeds de Papeloze kerk
(Bron:https://nl.wikipedia.org/wiki/Menso_Alting).
Zijn grote onbekendheid
Menso Alting is niet zo bekend in de kringen van de bevindelijk gereformeerden als Guido de Brès. Dit komt vermoedelijk omdat Guido de Brès een mooie geloofsbelijdenis heeft nagelaten die door de Dordtse synode is aanvaard als een van de drie formulieren van enigheid (samen met de Heidelbergse catechismus en de Dordtse leerregels). Ook stierf hij een indrukwekkende dood als martelaar waarbij hij artikel 37 van zijn geloofsbelijdenis onderschreef met zijn eigen bloed. Daar komt bij dat het werkgebied van Menso Alting in het hoge noorden lag. Een gebied waar de bevindelijk gereformeerden, hoewel daar de afscheiding in Ulrum begon, geen grote aanhang heeft weten te verkrijgen.
Menso Alting scholen
In het noorden en met name in Groningen kregen aanvankelijk de neogereformeerden (de Kuyperianen) voet aan land en later de gereformeerden die vrijgemaakt waren geworden. Zo is Bedum dat in Groningen ligt een gereformeerd vrijgemaakt enclave. Het is opvallend dat een aantal scholen van gereformeerd vrijgemaakte signatuur vernoemd zijn naar Menso Alting. Zo is er in Zwolle en Groningen een Menso Alting ROC. Op hun website staat het volgende geschreven onder het kopje identiteit: We stellen God centraal en leven Jezus daarin na. Hij is de bron van wat goed en volmaakt is. Hem centraal stellen betekent gebruik maken van talenten, het beste uit onszelf en de ander willen halen. Oog hebben voor de mensen om ons heen en voor de maatschappij. Wij zijn ervan overtuigd dat je met een doel gemaakt bent: God wil dat jij je plaats inneemt in deze wereld. En dat je van waarde bent voor de mensen om je heen.
Kortom in gereformeerd vrijgemaakte kring is Menso Alting als Reformator van het noorden bekend maar in bevindelijke kringen kent men wel Wilhelmus Schortinghuis (leefde van 1700-1750 en stond met name in Midwolda) als Nadere Reformator van het noorden. Menso Alting echter is nauwelijks bekend in de bevindelijke kring. Zeker als men hem vergelijkt met Guido de Brès komt hij er bekaaid vanaf.
Guido de Brès, de zuidenwind
Wie hij was
Men zou Guido de Brès (1522-1567) de hervormer van zuidelijke Nederlanden kunnen noemen. Zijn leef- en werkgebied lag in het Vlaamse gedeelte van België. Hij studeerde bij Calvijn in Geneve en was van beroep glasschilder. De leer van Luther had aanvankelijk de Zuidelijke Nederlanden bereikt en dan met name Antwerpen, Doornik en Gent. Guido de Bres werkte in dit gebied en was calvinistisch van inslag. Overigens zijn de verschillen tussen Luther en Calvijn niet zo groot als doorgaans beweerd wordt. Het gaat om accenten.
Zijn enorme bekendheid
In de nacht van 1 op 2 november 1561 wierp De Brès zijn 'Confessio Belgica', beter bekend als de Nederlandse geloofsbelijdenis, samen met een begeleidende brief over de muur van de burcht in Doornik. In die tijd verbleef de landvoogdes Margaretha van Parma in deze burcht. Het was de bedoeling om door middel van deze geloofsbelijdenis begrip te krijgen bij de koning. De eerste Nederlandse uitgave werd begin 1562 in het geheim gedrukt te Emden. Deze geloofsbelijdenis zou snel uitgroeien tot gezaghebbende samenvatting van de reformatorische geloofsleer. Deze geloofsbelijdenis is geworden tot een van de drie formulieren van enigheid van de gereformeerde kerken. Het drukken van deze belijdenis zorgde er echter voor dat De Brès uit Doornik moest wegvluchten. Hij leidde een bestaan als rondreizend predikant in de geheime samenkomsten van de gereformeerden. Uiteindelijk werd hij opgespoord en opgepakt.
Zijn levenseinde
1 mei 1567 vond om zes uur in de ochtend de voltrekking van zijn vonnis plaats door ophanging, voor een mensenmenigte van ruim duizend mensen. Aan de voet van de ladder knielt De Brès neer om er te bidden. Dit wordt hem niet toegestaan door de beul. Met ernstige woorden vermaant De Brès vervolgens bovenaan de ladder de aanwezigen om trouw te blijven aan de overheid en standvastig te zijn in de christelijke geloofsleer. Terwijl hij spreekt, stoot de beul hem van de ladder af, waardoor De Brès aan de strop sterft op vijfenveertigjarige leeftijd, na een moedige getuigenis en onder grote belangstelling. De Brès laat een vrouw in Sedan achter met vijf kinderen, waarvan de oudste zes is.
Het slot van zijn geloofsbelijdenis werd zijn levenseinde
Op 1 mei 1567 mocht hij het slot van zijn geloofsbelijdenis persoonlijk ervaren. Hij schreef over het laatste oordeel in artikel 37 de prachtige slotwoorden: 'Daarentegen zullen de gelovigen en uitverkorenen gekroond worden met heerlijkheid en eer. Gods Zoon zal hun naam belijden voor God Zijn Vader en Zijn uitverkoren engelen; alle tranen zullen van hun ogen afgewist worden; hun zaak, die nu tegenwoordig door veel rechters en overheden als ketters en goddeloos veroordeeld wordt, zal bekend worden de zaak van Gods Zoon te zijn. En tot een genadige vergelding zal de Heere hen zo'n heerlijkheid doen bezitten, als het hart nooit zou kunnen bedenken. Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God in Jezus Christus, onze Heere'.
Menso Alting, de noordenwind
Wie hij was
Alting werd geboren in Eelde en groeide in een katholieke familie op. Na enkele scholen in Nederland en Duitsland te hebben bezocht, ging hij theologie studeren in Keulen. In 1564 werd hij benoemd tot vicaris van Haren. Enkele maanden later (12 mei van dat jaar) werd hij benoemd tot pastor van Sleen. Waarschijnlijk is Menso Alting in deze periode zelden in Sleen (en mogelijk ook niet vaak in Haren) geweest en gebruikte hij deze functies, die hij te danken had aan invloedrijke familieleden, vooral als inkomstenbron voor zijn studie.
Nog tijdens zijn studie sloot hij zich in 1565 aan bij de gereformeerde vleugel van de Reformatie . Hij zette zijn studie voort in Heidelberg. Na het afronden van zijn studie ging Menso Alting terug naar Helpen en Sleen, ditmaal om de inwoners te bekeren tot het protestantisme. Volgens de overlevering gebruikte hij een hunebed als kansel voor zijn hagenpreken. Deze hunebed bij Schoonoord heet in de volksmond nog steeds de Papeloze kerk
(Bron:https://nl.wikipedia.org/wiki/Menso_Alting).
Zijn grote onbekendheid
Menso Alting is niet zo bekend in de kringen van de bevindelijk gereformeerden als Guido de Brès. Dit komt vermoedelijk omdat Guido de Brès een mooie geloofsbelijdenis heeft nagelaten die door de Dordtse synode is aanvaard als een van de drie formulieren van enigheid (samen met de Heidelbergse catechismus en de Dordtse leerregels). Ook stierf hij een indrukwekkende dood als martelaar waarbij hij artikel 37 van zijn geloofsbelijdenis onderschreef met zijn eigen bloed. Daar komt bij dat het werkgebied van Menso Alting in het hoge noorden lag. Een gebied waar de bevindelijk gereformeerden, hoewel daar de afscheiding in Ulrum begon, geen grote aanhang heeft weten te verkrijgen.
Menso Alting scholen
In het noorden en met name in Groningen kregen aanvankelijk de neogereformeerden (de Kuyperianen) voet aan land en later de gereformeerden die vrijgemaakt waren geworden. Zo is Bedum dat in Groningen ligt een gereformeerd vrijgemaakt enclave. Het is opvallend dat een aantal scholen van gereformeerd vrijgemaakte signatuur vernoemd zijn naar Menso Alting. Zo is er in Zwolle en Groningen een Menso Alting ROC. Op hun website staat het volgende geschreven onder het kopje identiteit: We stellen God centraal en leven Jezus daarin na. Hij is de bron van wat goed en volmaakt is. Hem centraal stellen betekent gebruik maken van talenten, het beste uit onszelf en de ander willen halen. Oog hebben voor de mensen om ons heen en voor de maatschappij. Wij zijn ervan overtuigd dat je met een doel gemaakt bent: God wil dat jij je plaats inneemt in deze wereld. En dat je van waarde bent voor de mensen om je heen.
Kortom in gereformeerd vrijgemaakte kring is Menso Alting als Reformator van het noorden bekend maar in bevindelijke kringen kent men wel Wilhelmus Schortinghuis (leefde van 1700-1750 en stond met name in Midwolda) als Nadere Reformator van het noorden. Menso Alting echter is nauwelijks bekend in de bevindelijke kring. Zeker als men hem vergelijkt met Guido de Brès komt hij er bekaaid vanaf.