Planten, dieren en andere schepselen zijn er tot eer van God. Ze hebben betekenis, zelfs al zouden mensen er geen waarde aan hechten. Wij zijn de aarde echter steeds meer gaan zien als ons bezit dat we vrij kunnen exploiteren. Klimaatverandering en afnemende biodiversiteit zijn daar de schrijnende gevolgen van. Hoe kunnen we weer respect voor de schepping ontwikkelen en aan herstel werken? Kan christelijke filosofie daarbij een rol spelen? In dit boek wordt betoogd dat God de aarde onderhoudt en daarmee de dragende grond is van ons bestaan. Wij hebben de taak om te participeren in het tot bloei en ontwikkeling brengen van het geschapene. Om aan die opdracht gehoor te kunnen geven zijn een innerlijke transformatie en een koerswijziging nodig. In het eerste deel van het boek staat de verhouding tussen mens en schepping centraal. Hoe moeten we die zien en wat zijn dominante opvattingen geweest? In het tweede deel komt duurzaamheid in verschillende sectoren aan de orde: landbouw, veeteelt en industrie. Daarnaast is er aandacht voor het effect van globalisering, grenzen aan de groei en mogelijke lessen vanuit een heel andere cultuur
Schrijvers
Dit boek staat onder redactie van Henk Jochemsen en Jan van der Stoep. Jochemsen is emeritus hoogleraar Christelijke Filosofie aan de universiteit van Wageningen en Jan van der stoep is bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie aan de universiteit van Wageningen. Diverse schrijvers staan vermeld in dit boek zoals Carla Dik-Faber, Roel Jongeneel, Henk Massink...
De opzet van het boek
Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken geschreven door diverse scribenten en valt uiteen in twee delen: deel 1 Historisch en systematisch perspectief en deel 2 Praktijkvoorbeelden uit diverse sectoren. In deel 1 wordt de opkomst van het begrip duurzaamheid door Henk Massink besproken in hoofdstuk 1. Het jaar 1972 toen de Club van Rome ontstond is het begin van het begrip duurzaamheid. Deze club wees op het gevaar dat hulpbronnen eens uitgeput raken als we zo door blijven gaan. Jan van der Stoep bespreekt de plaats van de mens in het antropoceen in hoofdstuk 2 (de mens staat in dit tijdperk centraal volgens de evolutionisten). Duurzaamheid en zorg voor de schepping, geschreven door Trees van Montfoort staat vermeld in hoofdstuk 3 en Duurzaamheid en het heilige in de schepping, geschreven door Henk Jochemsen staat vermeld in hoofdstuk 4. In deel 2 staan een aantal praktijkvoorbeelden vermeld. In hoofdstuk 5 bijvoorbeeld de kringlooplandbouw en in hoofdstuk 7 duurzame industriële ontwikkeling en in hoofdstuk 8 Globalisering, klimaatverandering en de economie van het genoeg.
Aan de hand van 5 sleutelbegrippen/sleutelzinnen bespreek ik het boek globaal. Daarna rond ik af met een beoordeling van dit fraai geïllustreerde boek.
1 De menselijke plaats in de schepping
In christelijke kring wordt de mens rentmeester genoemd van Gods schepping. Dat lijkt een mooie en bescheiden naam maar dit wordt te vaak ingekleurd vanuit de geest van de Verlichting, die ook de christelijke mens ongemerkt heeft beïnvloed. De mens is volgens die visie een beheerder van de natuur geworden. Maar dat beheren is meer beheersen geworden waardoor de natuur in de knel is geraakt. Pal tegenover deze beheers-visie staat de visie dat de mens slechts een onderdeel is van de natuur. De mens moet de natuur dan zijn gang laten gaan. De christelijke visie echter is die van bouwen en bewaren. De mens heeft dus weldegelijk een taak. Om dit te verwerkelijken moet de mens zijn plaats weten in de schepping en niet alles willen beheersen en beheren. Dat is de geest van de Verlichting. De mens moet de schepping laten juichen. In dit laten zit ook iets van toelaten in. De schepping moet dus de kans krijgen te juichen tot eer van God. Dat betekent dat we niet alles moeten bebouwen want dan bewaren we de schepping niet en dan zal de schepping niet gaan juichen. Dat betekent dus ook consuminderen. De mens moet om dat te bereiken transformeren en niet langer streven naar zijn begeerte maar leven naar zijn behoefte. Bij deze visie past de economie van het genoeg van de econoom Bob Goudzwaard uitstekend.
2 Kringlooplandbouw
Na tweede wereldoorlog is de industriële landbouw in een stroomversnelling geraakt. Door specialisme, mechanisatie en schaalvergroting verdwenen de meeste boeren uit de sector. Het aantal boeren werd bewust verkleind om zo het voedsel goedkoop te houden. Meststoffen werden van elders gehaald om de bodem meer te laten produceren. De lokale middelen werden terzijde geschoven en daarmee ook de ecologische inbedding. Arbeid werd vervangen door grote kapitale machines. Dit alles kreeg zijn weerslag op de natuur in de omgeving van de landbouw en de bodem waarop de landbouw werd bedreven. Dit moet anders. Van belang is het om de natuur en de bodem niet langer meer uit te buiten en deze op elkaar te betrekken. Dus geen scheiding tussen landbouw en natuur maar deze twee in elkaar laten overvloeien en laten aansluiten. Kleinschaligheid en kringlooplandbouw zijn hierbij de sleutelwoorden.
3 Duurzame industriële ontwikkeling
De Vergadering van de Verenigde Naties in New York kwam in 2015 bijeen om vanwege de Transforming old World, The 2030 Agenda for Sustainable Development vast te stellen. Het doel van deze agenda is om de wereld menselijker, duurzamer, welvarender en vreedzamer te maken. Dat zijn dus wel transformerende stappen voor nodig.
De industrie zal om die reden moeten afstappen van het shareholder-model waarbij het alleen gaat om profit en moeten kiezen voor het stakeholder-model waarbij er meer betrokkenheid is op mens en milieu, Er zal dus ook hier een transformatie moeten plaatsvinden zodat er gewerkt gaat worden aan duurzaamheid.
4 De economie van het genoeg
Elke tien jaar verdubbelt in het Westen de uitgaven in materialen. Hierdoor komt er steeds meer afval vrij en dreigen hulpbronnen op te raken. Is dit nodig? Kortom op welke punten mag een economie groeien en op welke niet? Dient er groei te zijn in de industriële sector en op welke manier kan dat zonder dat we mens en milieu aantasten? Valt dan te denken aan groei in elektrische auto,s, zonnepanelen etc. Op andere punten daar waar mens en milieu in het geding zijn is Degrowth gewenst. Minder consumeren dus, recyclen en aan hergebruik doen zodat een cyclische economie ontstaat. De vraag is wel of de consument dat wil en of de bedrijven bereid zijn om het anders te doen. Ook hier zal de politiek een handje moeten helpen met beleid door middel van wetgeving en subsidies op groene producten en meer belasting op milieuonvriendelijke producten.
5 Ecologische duurzaamheid in theologisch perspectief
Wat is de plaats van de mens op deze aarde. Draait het om de mens, om diens ego? Dit egoïstische perspectief is het idee van de Verlichting en het daarmee verbonden het vooruitgangsoptimisme. Gaan we verder in dit perspectief dan zal in dat geval de milieuproblemen alleen maar groeien. Is de mens slechts een onderdeel van het ecosysteem? Dan moet de mens de natuur volledig zijn gang laten gaan. Maar is er dan ook ruimte voor de mens? We kunnen toch niet overleven zonder enige cultuur (iets opbouwen of verbouwen) Er is gelukkig nog een derde perspectief namelijk het theologische perspectief, een tussenweg tussen deze twee bovengenoemde perspectieven. De mens is dan in de goede zin van het woord rentmeester die niet alleen Gods schepping mag helpen opbouwen (het Verlichtingsperspectief) maar veel meer dient te bewaren/bewaken ook met het oog op diens nageslacht.
Beoordeling
"Laat de aarde juichen" is een mooie bundeling van artikelen geschreven door deskundigen met een goede visie op de rol van de mens ten aanzien van Gods schepping maar de praktijkvoorbeelden zijn mijns inziens wat abstract. Dat kan ook niet anders omdat er veel aan de orde komt. Bij de kringlooplandbouw staan concrete aanbevelingen maar bij de duurzame industriële ontwikkeling is het wat minder helder. Daar staan algemene aanbevelingen. Dat kan ook niet anders want deze sector is zeer complex. Het boek wil vooral de problematiek aan de orde stellen. Het beleid zelf dient van overheid te komen. Hier en daar wordt in de bundel een aantal moderne Schriftopvattingen verkend. Zo wordt Gijsbert van den Brink zijdelings aangehaald die in zijn boek "De aarde bracht voort" God passief betrekt bij de schepping. Ook God stond volgens Van de Brink enigszins op afstand en liet de aarde haar gang gaan.
Ook wordt de vraag verkend of de mens in het paradijs vlees van dieren heeft gegeten. Die vraag wordt voorzichtig afgewezen omdat God het zaaddragend gewas en de zaaddragende vruchtbomen de mens tot voedsel voor de mens heef gegeven (Genesis 1:29). Tot slot "Laat de aarde juichen" is een goed leesbare bundel met een helder Bijbels-theologisch perspectief op mens en milieu.
Het boek is verkrijgbaar bij:
https://motief.buijten.nl/laat-de-aarde-juichen/
Schrijvers
Dit boek staat onder redactie van Henk Jochemsen en Jan van der Stoep. Jochemsen is emeritus hoogleraar Christelijke Filosofie aan de universiteit van Wageningen en Jan van der stoep is bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie aan de universiteit van Wageningen. Diverse schrijvers staan vermeld in dit boek zoals Carla Dik-Faber, Roel Jongeneel, Henk Massink...
De opzet van het boek
Het boek bestaat uit 9 hoofdstukken geschreven door diverse scribenten en valt uiteen in twee delen: deel 1 Historisch en systematisch perspectief en deel 2 Praktijkvoorbeelden uit diverse sectoren. In deel 1 wordt de opkomst van het begrip duurzaamheid door Henk Massink besproken in hoofdstuk 1. Het jaar 1972 toen de Club van Rome ontstond is het begin van het begrip duurzaamheid. Deze club wees op het gevaar dat hulpbronnen eens uitgeput raken als we zo door blijven gaan. Jan van der Stoep bespreekt de plaats van de mens in het antropoceen in hoofdstuk 2 (de mens staat in dit tijdperk centraal volgens de evolutionisten). Duurzaamheid en zorg voor de schepping, geschreven door Trees van Montfoort staat vermeld in hoofdstuk 3 en Duurzaamheid en het heilige in de schepping, geschreven door Henk Jochemsen staat vermeld in hoofdstuk 4. In deel 2 staan een aantal praktijkvoorbeelden vermeld. In hoofdstuk 5 bijvoorbeeld de kringlooplandbouw en in hoofdstuk 7 duurzame industriële ontwikkeling en in hoofdstuk 8 Globalisering, klimaatverandering en de economie van het genoeg.
Aan de hand van 5 sleutelbegrippen/sleutelzinnen bespreek ik het boek globaal. Daarna rond ik af met een beoordeling van dit fraai geïllustreerde boek.
1 De menselijke plaats in de schepping
In christelijke kring wordt de mens rentmeester genoemd van Gods schepping. Dat lijkt een mooie en bescheiden naam maar dit wordt te vaak ingekleurd vanuit de geest van de Verlichting, die ook de christelijke mens ongemerkt heeft beïnvloed. De mens is volgens die visie een beheerder van de natuur geworden. Maar dat beheren is meer beheersen geworden waardoor de natuur in de knel is geraakt. Pal tegenover deze beheers-visie staat de visie dat de mens slechts een onderdeel is van de natuur. De mens moet de natuur dan zijn gang laten gaan. De christelijke visie echter is die van bouwen en bewaren. De mens heeft dus weldegelijk een taak. Om dit te verwerkelijken moet de mens zijn plaats weten in de schepping en niet alles willen beheersen en beheren. Dat is de geest van de Verlichting. De mens moet de schepping laten juichen. In dit laten zit ook iets van toelaten in. De schepping moet dus de kans krijgen te juichen tot eer van God. Dat betekent dat we niet alles moeten bebouwen want dan bewaren we de schepping niet en dan zal de schepping niet gaan juichen. Dat betekent dus ook consuminderen. De mens moet om dat te bereiken transformeren en niet langer streven naar zijn begeerte maar leven naar zijn behoefte. Bij deze visie past de economie van het genoeg van de econoom Bob Goudzwaard uitstekend.
2 Kringlooplandbouw
Na tweede wereldoorlog is de industriële landbouw in een stroomversnelling geraakt. Door specialisme, mechanisatie en schaalvergroting verdwenen de meeste boeren uit de sector. Het aantal boeren werd bewust verkleind om zo het voedsel goedkoop te houden. Meststoffen werden van elders gehaald om de bodem meer te laten produceren. De lokale middelen werden terzijde geschoven en daarmee ook de ecologische inbedding. Arbeid werd vervangen door grote kapitale machines. Dit alles kreeg zijn weerslag op de natuur in de omgeving van de landbouw en de bodem waarop de landbouw werd bedreven. Dit moet anders. Van belang is het om de natuur en de bodem niet langer meer uit te buiten en deze op elkaar te betrekken. Dus geen scheiding tussen landbouw en natuur maar deze twee in elkaar laten overvloeien en laten aansluiten. Kleinschaligheid en kringlooplandbouw zijn hierbij de sleutelwoorden.
3 Duurzame industriële ontwikkeling
De Vergadering van de Verenigde Naties in New York kwam in 2015 bijeen om vanwege de Transforming old World, The 2030 Agenda for Sustainable Development vast te stellen. Het doel van deze agenda is om de wereld menselijker, duurzamer, welvarender en vreedzamer te maken. Dat zijn dus wel transformerende stappen voor nodig.
De industrie zal om die reden moeten afstappen van het shareholder-model waarbij het alleen gaat om profit en moeten kiezen voor het stakeholder-model waarbij er meer betrokkenheid is op mens en milieu, Er zal dus ook hier een transformatie moeten plaatsvinden zodat er gewerkt gaat worden aan duurzaamheid.
4 De economie van het genoeg
Elke tien jaar verdubbelt in het Westen de uitgaven in materialen. Hierdoor komt er steeds meer afval vrij en dreigen hulpbronnen op te raken. Is dit nodig? Kortom op welke punten mag een economie groeien en op welke niet? Dient er groei te zijn in de industriële sector en op welke manier kan dat zonder dat we mens en milieu aantasten? Valt dan te denken aan groei in elektrische auto,s, zonnepanelen etc. Op andere punten daar waar mens en milieu in het geding zijn is Degrowth gewenst. Minder consumeren dus, recyclen en aan hergebruik doen zodat een cyclische economie ontstaat. De vraag is wel of de consument dat wil en of de bedrijven bereid zijn om het anders te doen. Ook hier zal de politiek een handje moeten helpen met beleid door middel van wetgeving en subsidies op groene producten en meer belasting op milieuonvriendelijke producten.
5 Ecologische duurzaamheid in theologisch perspectief
Wat is de plaats van de mens op deze aarde. Draait het om de mens, om diens ego? Dit egoïstische perspectief is het idee van de Verlichting en het daarmee verbonden het vooruitgangsoptimisme. Gaan we verder in dit perspectief dan zal in dat geval de milieuproblemen alleen maar groeien. Is de mens slechts een onderdeel van het ecosysteem? Dan moet de mens de natuur volledig zijn gang laten gaan. Maar is er dan ook ruimte voor de mens? We kunnen toch niet overleven zonder enige cultuur (iets opbouwen of verbouwen) Er is gelukkig nog een derde perspectief namelijk het theologische perspectief, een tussenweg tussen deze twee bovengenoemde perspectieven. De mens is dan in de goede zin van het woord rentmeester die niet alleen Gods schepping mag helpen opbouwen (het Verlichtingsperspectief) maar veel meer dient te bewaren/bewaken ook met het oog op diens nageslacht.
Beoordeling
"Laat de aarde juichen" is een mooie bundeling van artikelen geschreven door deskundigen met een goede visie op de rol van de mens ten aanzien van Gods schepping maar de praktijkvoorbeelden zijn mijns inziens wat abstract. Dat kan ook niet anders omdat er veel aan de orde komt. Bij de kringlooplandbouw staan concrete aanbevelingen maar bij de duurzame industriële ontwikkeling is het wat minder helder. Daar staan algemene aanbevelingen. Dat kan ook niet anders want deze sector is zeer complex. Het boek wil vooral de problematiek aan de orde stellen. Het beleid zelf dient van overheid te komen. Hier en daar wordt in de bundel een aantal moderne Schriftopvattingen verkend. Zo wordt Gijsbert van den Brink zijdelings aangehaald die in zijn boek "De aarde bracht voort" God passief betrekt bij de schepping. Ook God stond volgens Van de Brink enigszins op afstand en liet de aarde haar gang gaan.
Ook wordt de vraag verkend of de mens in het paradijs vlees van dieren heeft gegeten. Die vraag wordt voorzichtig afgewezen omdat God het zaaddragend gewas en de zaaddragende vruchtbomen de mens tot voedsel voor de mens heef gegeven (Genesis 1:29). Tot slot "Laat de aarde juichen" is een goed leesbare bundel met een helder Bijbels-theologisch perspectief op mens en milieu.
Het boek is verkrijgbaar bij:
https://motief.buijten.nl/laat-de-aarde-juichen/