Tijl Koenderink (*1981) heeft als 'ervaringsdeskundige' 3 middelbare scholen versleten voordat hij na 8 jaar ploeteren zijn gymnasiumdiploma haalde met een 2,7 voor wiskunde. Een hoog IQ, maar toch constant vastlopend met de vraag 'Hoe moet je nu leren?' Na een reis door honderden boeken en na talloze gesprekken met leerkrachten, leerlingen, goeroes en coaches verspreid over drie continenten, kwam hij tot de conclusie: Er is een antwoord op die vraag! Wat dit antwoord is, kunt u nu lezen in dit vlot geschreven en overzichtelijke handboek. Een absolute aanrader voor iedereen die werkt met getalenteerde kinderen. Reacties op de eerste druk van de 7 uitdagingen: Willemien Schollaart-Vogel, orthopedagoge: De problemen die in het boek geschetst worden zullen veel herkenning oproepen bij ouders en leerkrachten. Ze zijn praktisch en worden in heldere taal beschreven. Drs. P.C.B. de Jager, Biblion: [...] uitdagingen liggen op terreinen van de overtuigingen, het geheugen, de motivatie, de frustratietolerantie, het samenwerken en het zelfstandig werken en van het wegwerken van hiaten. Elk hoofdstuk geeft, na een paar praktijkvoorbeelden, handreikingen voor de leerkracht hoe die adequaat kan omgaan met deze situaties. Dit is niet alleen een praktisch handboek voor leerkrachten in het bo en vo maar voor iedereen die betrokken is bij jeugd en jongeren! Je kunt het boek volledig lezen of kiezen voor de items die je interessant vindt (bron: bolcom)
De achillespees van hoogbegaafden
Hoogbegaafden hebben begeleiding nodig. Het reguliere onderwijs daagt het niet of nauwelijks uit waardoor zij nooit hebben leren leren. Tijl Koenderink is zo iemand. Hij schreef dit boek als ervaringsdeskundige. Hoogbegaafden hebben dus een achillespees, een zwakke plekken. In dit boek staan deze zwakke plekken beschreven. Dit boek is een handboek voor leerkrachten bo en vo.
7 uitdagingen
Tijl noemt de zwakke plekken uitdagingen:
De eerste uitdaging is die van de overtuigingen. Een hoogbegaafde is niet gewend om te leren dus als iets moeilijk is denkt hij meteen ik kan het niet. Hoe langer dat een hoogbegaafde deze overtuiging met zich mee draagt des te lastiger het is om dit af te leren. De hoogbegaafde zal stapje voor stapje moeten ontdekken dat leren pijn doet.
De tweede uitdaging is die van het geheugen. Een hoogbegaafde vindt uit het hoofd leren maar lastig. Beter is hij of zij in het verwerven van inzichten. Een gevaar bestaat dat de HB-er op dit punt steken laat vallen en dus hiaten (gaten) krijgt in kennis. Vooral bij taal is dit een gevaar. Er zijn ook HB-ers die te perfectionistisch zijn dus teveel memoriseren. Dat kost tijd en energie.
De uitdaging van de motivatie. Een HB-er is erg nieuwsgierig en open maar kan daardoor zich vaak lastiger concentreren op één taak. Dit zal geleerd moet worden stapje bij stapje. De lesstof zal dus uitdagend moeten zijn.
De uitdaging van de frustratietolerantie. Een HB-er leert makkelijk en is niet gewend om met moeilijke uitdagingen om te gaan. Dus zal dan eerder afhaken. Terwijl leren juist pijn kost.
De uitdaging van het samenwerken. Een HB-er heeft vaak veel ideeën maar is niet gewend om die te delen met anderen en de inbreng van anderen toe te staan. Overigens is samenwerken voor de meeste leerlingen lastig. Maar bij HB-ers zou het extra lastig kunnen zijn.
De uitdaging van zelfstandig werken. Een HB-er is gauw afgedwaald. Ziet overal weer iets nieuws. Taakgericht werken is dus een uitdaging.
De uitdaging van het wegwerken van hiaten. Een HB-er slaat vaak een klas over of gaat snel door de stof heen met als gevolg dat er hiaten (gaten) zijn in kennis.
Beoordeling
Je kunt merken dat Tijl een ervaringsdeskundige is. Hij weet waar hij over schrijft. Bovendien heeft het boek van Tijl een goede opbouw. Het boek bevat tevens een goede uitleg van de zwakke en sterke kanten van een HB-er en als klap op de vuurpijl: elk uitdaging eindigt met praktische tips voor het onderwijzend personeel.
De achillespees van hoogbegaafden
Hoogbegaafden hebben begeleiding nodig. Het reguliere onderwijs daagt het niet of nauwelijks uit waardoor zij nooit hebben leren leren. Tijl Koenderink is zo iemand. Hij schreef dit boek als ervaringsdeskundige. Hoogbegaafden hebben dus een achillespees, een zwakke plekken. In dit boek staan deze zwakke plekken beschreven. Dit boek is een handboek voor leerkrachten bo en vo.
7 uitdagingen
Tijl noemt de zwakke plekken uitdagingen:
De eerste uitdaging is die van de overtuigingen. Een hoogbegaafde is niet gewend om te leren dus als iets moeilijk is denkt hij meteen ik kan het niet. Hoe langer dat een hoogbegaafde deze overtuiging met zich mee draagt des te lastiger het is om dit af te leren. De hoogbegaafde zal stapje voor stapje moeten ontdekken dat leren pijn doet.
De tweede uitdaging is die van het geheugen. Een hoogbegaafde vindt uit het hoofd leren maar lastig. Beter is hij of zij in het verwerven van inzichten. Een gevaar bestaat dat de HB-er op dit punt steken laat vallen en dus hiaten (gaten) krijgt in kennis. Vooral bij taal is dit een gevaar. Er zijn ook HB-ers die te perfectionistisch zijn dus teveel memoriseren. Dat kost tijd en energie.
De uitdaging van de motivatie. Een HB-er is erg nieuwsgierig en open maar kan daardoor zich vaak lastiger concentreren op één taak. Dit zal geleerd moet worden stapje bij stapje. De lesstof zal dus uitdagend moeten zijn.
De uitdaging van de frustratietolerantie. Een HB-er leert makkelijk en is niet gewend om met moeilijke uitdagingen om te gaan. Dus zal dan eerder afhaken. Terwijl leren juist pijn kost.
De uitdaging van het samenwerken. Een HB-er heeft vaak veel ideeën maar is niet gewend om die te delen met anderen en de inbreng van anderen toe te staan. Overigens is samenwerken voor de meeste leerlingen lastig. Maar bij HB-ers zou het extra lastig kunnen zijn.
De uitdaging van zelfstandig werken. Een HB-er is gauw afgedwaald. Ziet overal weer iets nieuws. Taakgericht werken is dus een uitdaging.
De uitdaging van het wegwerken van hiaten. Een HB-er slaat vaak een klas over of gaat snel door de stof heen met als gevolg dat er hiaten (gaten) zijn in kennis.
Beoordeling
Je kunt merken dat Tijl een ervaringsdeskundige is. Hij weet waar hij over schrijft. Bovendien heeft het boek van Tijl een goede opbouw. Het boek bevat tevens een goede uitleg van de zwakke en sterke kanten van een HB-er en als klap op de vuurpijl: elk uitdaging eindigt met praktische tips voor het onderwijzend personeel.