Over de goede werken.
Reden van uitgave en wat goede werken zijn.
In 1520 schreef Luther een verhandeling over de goede werken. Luther schreef het in het Duits om het gewone volk te bereiken en hen te oefenen in het dienen van God. Centraal staat dat de goede werken door God geboden moeten zijn. Het mogen geen geboden van mensen zijn. Goede werken moeten voortkomen uit het geloof daar Paulus zegt: 'Alles wat niet in het geloof gedaan wordt, is zonde' (Romeinen 14:23).
Het gewone werk is ook een goed werk.
Om die reden kan het eenvoudige werk van een arbeider die zorgt voor zijn gezin een goed werk zijn. Het werk van een geestelijke is dus geen beter werk dan dat van een leek. Juist in het dagelijkse leven kan men God dienen mits het maar voorkomt uit het geloof. In het geloof gedaan zijn namelijk alle werken gelijk.
Geen onderscheid tussen geestelijke werken en het gewone werk.
Met deze stelling over de goede werken, dat elk werk gedaan in het geloof aangenaam is voor God, heft Luther de verschillen op tussen de werken van de leken en de geestelijken. Ook heft Luther de verschillen op tussen zuiver godsdienstige werken (bidden en Bijbel lezen) en het dagelijkse leven (arbeid en zorg voor het gezin). Bijbellezen en bidden is goed maar ook het zorgen voor de kinderen en het gezin hoort erbij. Het doen van goede werken maakt een mens dus niet tot een geestelijke mens die alleen maar het zuiver geestelijke zaken bezig is. Integendeel, goede werken horen zowel in het dagelijkse leven als in de zuivere dienst aan God thuis. De zorg voor het gezin is ook tot eer van God. Net als bidden, zingen en Bijbellezen.
Reden van uitgave en wat goede werken zijn.
In 1520 schreef Luther een verhandeling over de goede werken. Luther schreef het in het Duits om het gewone volk te bereiken en hen te oefenen in het dienen van God. Centraal staat dat de goede werken door God geboden moeten zijn. Het mogen geen geboden van mensen zijn. Goede werken moeten voortkomen uit het geloof daar Paulus zegt: 'Alles wat niet in het geloof gedaan wordt, is zonde' (Romeinen 14:23).
Het gewone werk is ook een goed werk.
Om die reden kan het eenvoudige werk van een arbeider die zorgt voor zijn gezin een goed werk zijn. Het werk van een geestelijke is dus geen beter werk dan dat van een leek. Juist in het dagelijkse leven kan men God dienen mits het maar voorkomt uit het geloof. In het geloof gedaan zijn namelijk alle werken gelijk.
Geen onderscheid tussen geestelijke werken en het gewone werk.
Met deze stelling over de goede werken, dat elk werk gedaan in het geloof aangenaam is voor God, heft Luther de verschillen op tussen de werken van de leken en de geestelijken. Ook heft Luther de verschillen op tussen zuiver godsdienstige werken (bidden en Bijbel lezen) en het dagelijkse leven (arbeid en zorg voor het gezin). Bijbellezen en bidden is goed maar ook het zorgen voor de kinderen en het gezin hoort erbij. Het doen van goede werken maakt een mens dus niet tot een geestelijke mens die alleen maar het zuiver geestelijke zaken bezig is. Integendeel, goede werken horen zowel in het dagelijkse leven als in de zuivere dienst aan God thuis. De zorg voor het gezin is ook tot eer van God. Net als bidden, zingen en Bijbellezen.