Socratisch motiveren/ Martin Appelo
''Zij is niet gemotiveerd om te eten.' 'Deze cliënt moet gemotiveerd worden om pillen te slikken en in therapie te gaan.' Zo wordt er vaak gepraat over mensen die niet doen wat anderen willen. 'Motiveren' is dan een mooi woord voor de behoefte om iemand te bekeren: je bent 'gemotiveerd' als je jezelf aanpast.
Geen wonder dat veel zogenaamde motiverende gesprekken op niets uitlopen volgens Martin Appelo. De ander wordt er niet bij betrokken maar wordt gezien als een patient die lijdelijk mag toekijken. Dit noemt Appelo het ziektemodel. Dat model is al heel oud en is begonnen met de Griekse arts Hippocrates (460-370 voor Chr.). Die zag ziekte niet langer als een werking van een hogere macht maar als een specialiteit van de arts. De arts kijkt naar de ziekte en arts geeft het juiste geneesmiddel. Deze manier van werken is in de gezondheidszorg dominant geworden en heeft veel invloed gekregen volgens Appelo op het denken in de hele maatschappij. ''Ongezonde zaken'' moet men aanpakken door het juiste geneesmiddel toe te dienen. De ''patient'' is daarmee gebaat.
Appelo gaat tegen dit model in en trekt vervolgens in dit boek Socrates uit de kast. Socrates gaat als een vroedvrouw te werk (zijn moeder was vroedvrouw). Hij helpt bij het baren van het (geestes)kind wat al aanwezig is in de buik van de ''patient''. De "patient" kijkt niet langer lijdelijk toe maar wordt er heel actief bij betrokken.
Appelo geeft diverse voorbeelden van een socratisch gesprek. Zo spreekt een hulpverlener met een vrouw die volgens haar familie en de arts te dik is en dus moet afvallen. Uit een eerlijk gesprek waarbij de vrouw serieus genomen wordt, blijkt het dat zij geen last ervaart van haar te dik zijn. Heeft een dieet aanbieden dan zin? De arts zal zeggen: hier moet wat aan gedaan worden. De vroedvrouw zal zeggen: ik kan deze vrouw alleen maar helpen haar eigen kind te baren en niet het kind dat wij graag zien dat er gebaard wordt. De hulpverlener kan er wel op wijzen en haar er toe motiveren maar als dat niet lukt, heeft de eigen visie doordrukken geen enkele zin. Hoe goed het ook bedoeld is en daadwerkelijk ook mag zijn. De "patient'' is niet toe aan dat inzicht.
Socratisch motiveren betekent dat men de ander wel wijst op gevolgen van gedrag wat men vertoont en dat men vraagt naar de motieven (voordelen) van dit gedrag maar dat men niet de ander de les leest. De hulpverlener heeft niet alle wijsheid in pacht maar is wel soms een confronterend gesprekspartner. Werken aan de oplossing (het kind) is daarom niet alleen een zaak van de vroedvrouw maar vooral ook van de moeder in spe. Als zij niet meewerkt wordt het een lastige bevalling en wie draagt zij de oplossing al bij zich maar moet deze door te motiveren nog te voorschijn komen.
In sommige gevallen, als er bij de patient geen probleem wordt ervaren, is het beter om te stoppen want trekken aan een dood paard heeft geen zin. De persoon zal dan eerst zelf moeten vastlopen met zijn of haar gedrag. Hij of zij ziet nog te veel de voordelen van dit gedrag in. Bijvoorbeeld: Door te drinken vergeet ik mijn problemen, zegt hij of zij. De gevolgen neemt men op de koop toe.
Overigens heeft het socratisch gesprek het gevaar in zich om niet normerend te willen zijn. Het zal duidelijk zijn dat deze invulling van het socratisch model past in onze tijd waarin iedereen gelijk is en normen niet bindend zijn (tenzij men de ander schaadt). Wie als christen het socratisch model hanteert, zal de persoon met wie men in gesprek wel de norm van Gods Woord moeten voorhouden. Wellicht in de trant van: Hoe zie jij dit gedrag in het licht van Gods woord en wat doet dat met je? Zou je je gedrag graag anders zien? Dan mag als dit het geval is ook gewezen worden op Gods kracht in zwakheid.
Wat is het voordeel van het Socratisch model? Het Socratische model houdt het gesprek open tussen hulpverlener en ''patient". Er is zodoende een vertrouwensrelatie waarbij de "patient" zich serieus genomen voelt. Bij het artsenmodel is het voor de ''patient" buigen of barsten. De "patient'' voelt zich veelal niet serieus genomen. Al kan dit model in sommige gevallen wel goed uitpakken als de "patient" er wel aan toe is. Het Socratisch model heeft het gevaar in zich dat men niet normerend en confronterend durft te zijn. Een hulpverlener dient er wel op te wijzen welke gevolgen een bepaald gedrag kan hebben.
''Zij is niet gemotiveerd om te eten.' 'Deze cliënt moet gemotiveerd worden om pillen te slikken en in therapie te gaan.' Zo wordt er vaak gepraat over mensen die niet doen wat anderen willen. 'Motiveren' is dan een mooi woord voor de behoefte om iemand te bekeren: je bent 'gemotiveerd' als je jezelf aanpast.
Geen wonder dat veel zogenaamde motiverende gesprekken op niets uitlopen volgens Martin Appelo. De ander wordt er niet bij betrokken maar wordt gezien als een patient die lijdelijk mag toekijken. Dit noemt Appelo het ziektemodel. Dat model is al heel oud en is begonnen met de Griekse arts Hippocrates (460-370 voor Chr.). Die zag ziekte niet langer als een werking van een hogere macht maar als een specialiteit van de arts. De arts kijkt naar de ziekte en arts geeft het juiste geneesmiddel. Deze manier van werken is in de gezondheidszorg dominant geworden en heeft veel invloed gekregen volgens Appelo op het denken in de hele maatschappij. ''Ongezonde zaken'' moet men aanpakken door het juiste geneesmiddel toe te dienen. De ''patient'' is daarmee gebaat.
Appelo gaat tegen dit model in en trekt vervolgens in dit boek Socrates uit de kast. Socrates gaat als een vroedvrouw te werk (zijn moeder was vroedvrouw). Hij helpt bij het baren van het (geestes)kind wat al aanwezig is in de buik van de ''patient''. De "patient" kijkt niet langer lijdelijk toe maar wordt er heel actief bij betrokken.
Appelo geeft diverse voorbeelden van een socratisch gesprek. Zo spreekt een hulpverlener met een vrouw die volgens haar familie en de arts te dik is en dus moet afvallen. Uit een eerlijk gesprek waarbij de vrouw serieus genomen wordt, blijkt het dat zij geen last ervaart van haar te dik zijn. Heeft een dieet aanbieden dan zin? De arts zal zeggen: hier moet wat aan gedaan worden. De vroedvrouw zal zeggen: ik kan deze vrouw alleen maar helpen haar eigen kind te baren en niet het kind dat wij graag zien dat er gebaard wordt. De hulpverlener kan er wel op wijzen en haar er toe motiveren maar als dat niet lukt, heeft de eigen visie doordrukken geen enkele zin. Hoe goed het ook bedoeld is en daadwerkelijk ook mag zijn. De "patient'' is niet toe aan dat inzicht.
Socratisch motiveren betekent dat men de ander wel wijst op gevolgen van gedrag wat men vertoont en dat men vraagt naar de motieven (voordelen) van dit gedrag maar dat men niet de ander de les leest. De hulpverlener heeft niet alle wijsheid in pacht maar is wel soms een confronterend gesprekspartner. Werken aan de oplossing (het kind) is daarom niet alleen een zaak van de vroedvrouw maar vooral ook van de moeder in spe. Als zij niet meewerkt wordt het een lastige bevalling en wie draagt zij de oplossing al bij zich maar moet deze door te motiveren nog te voorschijn komen.
In sommige gevallen, als er bij de patient geen probleem wordt ervaren, is het beter om te stoppen want trekken aan een dood paard heeft geen zin. De persoon zal dan eerst zelf moeten vastlopen met zijn of haar gedrag. Hij of zij ziet nog te veel de voordelen van dit gedrag in. Bijvoorbeeld: Door te drinken vergeet ik mijn problemen, zegt hij of zij. De gevolgen neemt men op de koop toe.
Overigens heeft het socratisch gesprek het gevaar in zich om niet normerend te willen zijn. Het zal duidelijk zijn dat deze invulling van het socratisch model past in onze tijd waarin iedereen gelijk is en normen niet bindend zijn (tenzij men de ander schaadt). Wie als christen het socratisch model hanteert, zal de persoon met wie men in gesprek wel de norm van Gods Woord moeten voorhouden. Wellicht in de trant van: Hoe zie jij dit gedrag in het licht van Gods woord en wat doet dat met je? Zou je je gedrag graag anders zien? Dan mag als dit het geval is ook gewezen worden op Gods kracht in zwakheid.
Wat is het voordeel van het Socratisch model? Het Socratische model houdt het gesprek open tussen hulpverlener en ''patient". Er is zodoende een vertrouwensrelatie waarbij de "patient" zich serieus genomen voelt. Bij het artsenmodel is het voor de ''patient" buigen of barsten. De "patient'' voelt zich veelal niet serieus genomen. Al kan dit model in sommige gevallen wel goed uitpakken als de "patient" er wel aan toe is. Het Socratisch model heeft het gevaar in zich dat men niet normerend en confronterend durft te zijn. Een hulpverlener dient er wel op te wijzen welke gevolgen een bepaald gedrag kan hebben.