Dr. Cornelis Steenblok
Voetius en de sabbat
Wie was Cornelis Steenblok
Cornelis Steenblok werd geboren 4 mei 1894 in Nieuwdorp en was een zoon van de timmerman Nicolaas Steenblok en van Elisabeth de Ruiter. Hij begon zijn loopbaan als timmerman en werkte daarna in het boerenbedrijf. Na alsnog het gymnasium te hebben gevolgd, studeerde hij theologie aan de Theologische Hogenschool Kampen. Van 1926 tot 1935 was hij predikant te Lopik. Hij promoveerde in 1941 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op een proefschrift over Voetius en de sabbat. Na negen jaar predikant geweest te zijn in Lopik ging hij, vanwege een meningsverschil over de leer, met emeritaat. Uiteindelijk verliet hij in 1942 de Gereformeerde Kerk en sloot zich in 1943 aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Hij werd docent bij de theologische opleiding van deze kerk in Rotterdam. In 1953 werd hij als docent ontslagen vanwege "de eenzijdigheid van zijn onderwijs". Samen met drie predikanten trad Steenblok uit de kerk en vormde een nieuw kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Voetius en de sabbat in vogelvlucht besproken
In 1941 in de oorlog promoveerde Cornelis Steenblok op Voetius en de sabbat. Voetius nam een heel ander standpunt in dan Coccejus. Dit had te maken met de verbondsopvatting van Coccejus. Coccejus stelde namelijk dat het verbond van de genade door de tijd heen verandert. De schaduwen verdwijnen maar ook de inperkingen door de zondeval. De genade neemt toe en wordt wereldwijd. Volgens Coccejus was daarom met de komst van Christus het sabbatsgebod niet meer geldig. Het sabbatsgebod was schaduwachtig en ceremonieel van aard en wees naar de komst van Jezus. Voetius zag ook wel een schaduwachtige kant van dit gebod namelijk dat het gebod heen wijst naar de eeuwige rust maar hij hield vast aan de uitwendige rust en nam het gebod allereerst letterlijk. Kortom bij Voetius is de inwendige sabbat wat de catechismus 'het rusten van de boze werken' noemt de climax en zij komt op uit het houden van de letterlijke sabbat namelijk het niet werken voor de kost. (Voetius en de sabbat p. 187). De sabbat houden behoort volgens Voetius tot het stuk van de dankbaarheid en is niet wettisch van aard. Het is een liefdesdienst (Voetius en de sabbat p. 188). Voetius leerde wel dat er noodzakelijke (zeer bijzondere) werken zijn die ook op de sabbat gedaan dienen te worden omdat deze werken niet uitgesteld kunnen worden (Voetius en de sabbat p. 120).
De 10de stelling in het proefschrift
Cornelis Steenblok voegde aan zijn proefschrift nog een stelling toe die beroemd en berucht is geworden. In deze stelling zegt hij: 'Door den val is de logische denkfunctie niet aangetast geworden'. Deze stelling roept allerlei vragen op. Is dit niet aanmatigend want de mens is toch diep gevallen? Was Steenblok zelf geen logicus die het evangelie terzijde heeft geschoven? Van belang is het mijns inziens dat Steenblok wilde staan en gaan in het spoor van de gereformeerde scholastiek waarvan Voetius een voornaam vertegenwoordiger was. Daarom wil ik even aandacht besteden aan de visie van Voetius op het menselijke denken.
De visie van Voetius op de logica en de gevolgtrekkingen
In zijn geschrift Over de menselijke rede in de geloofszaken (De ratione humana in rebus fidei) stelt Voetius allereerst dat de rede in dienst moet staan van de Schrift. Natuurlijk is een fout gebruik van de logica een groot gevaar. Dat besefte Voetius maar al te goed. Toch kan men ook weer niet zonder logische gevolgtrekkingen, stelde hij nuchter vast. Christus, de profeten en apostelen hebben namelijk ook door middel van gevolgtrekkingen hun leerstukken bewezen. Zo disputeert de apostel Paulus in de brief aan de Romeinen en Galaten over de rechtvaardiging van de goddeloze, in 1 Korinthe 15 over de opstanding en in Handelingen 17:16-18 weerlegt Paulus de filosofen op een redelijke wijze. Bovendien is het zo dat wie het Oude Testament leest en alle profetieën nagaat wel tot de conclusie moet komen dat Jezus de Messias is. Dit is een logische gevolgtrekking. Kortom het logische denken hoeft de Schrift niet te ontkrachten. Bij een correcte hantering kan het zelfs verhelderend werken.
De logica kan verkeerd gehanteerd worden
Men kan verkeerde gevolgtrekkingen maken uit de 10de stelling van Steenblok. Men zou hem in de schoenen kunnen schuiven dat hij een starre logicus was die het evangelie terzijde schoof. Dat zal wel bewezen moeten worden. Al treft men mijns inziens bij Steenblok wel aan dat zijn dogmatische uitgangspunten hier en daar heersen over de Schrift. Overigens dat men uit de stelling van Steenblok een verkeerde gevolgtrekking kan maken, geeft aan dat de logica geen neutrale zaak. De persoon die de logica hanteert, is namelijk niet neutraal.
De les van Dooyeweerd ten aanzien van de rede
Dooyeweerd verzette zich tegen de autonome zelfgenoegzaamheid en vermeende neutraliteit van de menselijke rede, één van de dogma’s van veel Verlichtingsfilosofie. De logica mag dan een neutrale methode lijken, diegene die de logica hanteert, bepaalt ook welke kant men opgaat met de gevolgtrekkingen volgens Dooyeweerd. De kant die men opgaat, heeft te maken met iemands levensovertuiging. Een vrijzinnige maakt andere gevolgtrekkingen dan een rechtzinnige daar hij andere uitgangspunten heeft waarop hij doorredeneert.
Voetius en de sabbat
Wie was Cornelis Steenblok
Cornelis Steenblok werd geboren 4 mei 1894 in Nieuwdorp en was een zoon van de timmerman Nicolaas Steenblok en van Elisabeth de Ruiter. Hij begon zijn loopbaan als timmerman en werkte daarna in het boerenbedrijf. Na alsnog het gymnasium te hebben gevolgd, studeerde hij theologie aan de Theologische Hogenschool Kampen. Van 1926 tot 1935 was hij predikant te Lopik. Hij promoveerde in 1941 aan de Vrije Universiteit te Amsterdam op een proefschrift over Voetius en de sabbat. Na negen jaar predikant geweest te zijn in Lopik ging hij, vanwege een meningsverschil over de leer, met emeritaat. Uiteindelijk verliet hij in 1942 de Gereformeerde Kerk en sloot zich in 1943 aan bij de Gereformeerde Gemeenten. Hij werd docent bij de theologische opleiding van deze kerk in Rotterdam. In 1953 werd hij als docent ontslagen vanwege "de eenzijdigheid van zijn onderwijs". Samen met drie predikanten trad Steenblok uit de kerk en vormde een nieuw kerkgenootschap de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Voetius en de sabbat in vogelvlucht besproken
In 1941 in de oorlog promoveerde Cornelis Steenblok op Voetius en de sabbat. Voetius nam een heel ander standpunt in dan Coccejus. Dit had te maken met de verbondsopvatting van Coccejus. Coccejus stelde namelijk dat het verbond van de genade door de tijd heen verandert. De schaduwen verdwijnen maar ook de inperkingen door de zondeval. De genade neemt toe en wordt wereldwijd. Volgens Coccejus was daarom met de komst van Christus het sabbatsgebod niet meer geldig. Het sabbatsgebod was schaduwachtig en ceremonieel van aard en wees naar de komst van Jezus. Voetius zag ook wel een schaduwachtige kant van dit gebod namelijk dat het gebod heen wijst naar de eeuwige rust maar hij hield vast aan de uitwendige rust en nam het gebod allereerst letterlijk. Kortom bij Voetius is de inwendige sabbat wat de catechismus 'het rusten van de boze werken' noemt de climax en zij komt op uit het houden van de letterlijke sabbat namelijk het niet werken voor de kost. (Voetius en de sabbat p. 187). De sabbat houden behoort volgens Voetius tot het stuk van de dankbaarheid en is niet wettisch van aard. Het is een liefdesdienst (Voetius en de sabbat p. 188). Voetius leerde wel dat er noodzakelijke (zeer bijzondere) werken zijn die ook op de sabbat gedaan dienen te worden omdat deze werken niet uitgesteld kunnen worden (Voetius en de sabbat p. 120).
De 10de stelling in het proefschrift
Cornelis Steenblok voegde aan zijn proefschrift nog een stelling toe die beroemd en berucht is geworden. In deze stelling zegt hij: 'Door den val is de logische denkfunctie niet aangetast geworden'. Deze stelling roept allerlei vragen op. Is dit niet aanmatigend want de mens is toch diep gevallen? Was Steenblok zelf geen logicus die het evangelie terzijde heeft geschoven? Van belang is het mijns inziens dat Steenblok wilde staan en gaan in het spoor van de gereformeerde scholastiek waarvan Voetius een voornaam vertegenwoordiger was. Daarom wil ik even aandacht besteden aan de visie van Voetius op het menselijke denken.
De visie van Voetius op de logica en de gevolgtrekkingen
In zijn geschrift Over de menselijke rede in de geloofszaken (De ratione humana in rebus fidei) stelt Voetius allereerst dat de rede in dienst moet staan van de Schrift. Natuurlijk is een fout gebruik van de logica een groot gevaar. Dat besefte Voetius maar al te goed. Toch kan men ook weer niet zonder logische gevolgtrekkingen, stelde hij nuchter vast. Christus, de profeten en apostelen hebben namelijk ook door middel van gevolgtrekkingen hun leerstukken bewezen. Zo disputeert de apostel Paulus in de brief aan de Romeinen en Galaten over de rechtvaardiging van de goddeloze, in 1 Korinthe 15 over de opstanding en in Handelingen 17:16-18 weerlegt Paulus de filosofen op een redelijke wijze. Bovendien is het zo dat wie het Oude Testament leest en alle profetieën nagaat wel tot de conclusie moet komen dat Jezus de Messias is. Dit is een logische gevolgtrekking. Kortom het logische denken hoeft de Schrift niet te ontkrachten. Bij een correcte hantering kan het zelfs verhelderend werken.
De logica kan verkeerd gehanteerd worden
Men kan verkeerde gevolgtrekkingen maken uit de 10de stelling van Steenblok. Men zou hem in de schoenen kunnen schuiven dat hij een starre logicus was die het evangelie terzijde schoof. Dat zal wel bewezen moeten worden. Al treft men mijns inziens bij Steenblok wel aan dat zijn dogmatische uitgangspunten hier en daar heersen over de Schrift. Overigens dat men uit de stelling van Steenblok een verkeerde gevolgtrekking kan maken, geeft aan dat de logica geen neutrale zaak. De persoon die de logica hanteert, is namelijk niet neutraal.
De les van Dooyeweerd ten aanzien van de rede
Dooyeweerd verzette zich tegen de autonome zelfgenoegzaamheid en vermeende neutraliteit van de menselijke rede, één van de dogma’s van veel Verlichtingsfilosofie. De logica mag dan een neutrale methode lijken, diegene die de logica hanteert, bepaalt ook welke kant men opgaat met de gevolgtrekkingen volgens Dooyeweerd. De kant die men opgaat, heeft te maken met iemands levensovertuiging. Een vrijzinnige maakt andere gevolgtrekkingen dan een rechtzinnige daar hij andere uitgangspunten heeft waarop hij doorredeneert.