Klacht op goede vrijdag volgens de roomse liturgie
‘Mijn volk, wat heb ik u gedaan?’ Micha 6:3-4a komt voor in de Improperia op Goede Vrijdag en bij de kerkvaders
In Micha 6:3-4a staat:
"Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan?
Waarmee heb Ik u vermoeid?
Getuig tegen Mij! Ik heb u immers uit het land Egypte geleid,
u verlost uit het slavenhuis".
De improperia klachten van God (improperium = klacht) zijn gezangen tijdens de kruisverering in de Latijnse liturgie op Goede Vrijdag. Het is een verwijt van Christus of God jegens zijn het volk dat Hem of Zijn Zoon) ter dood heeft gebracht. Helaas hebben deze improperia het antisemitisme gevoed. Alleen Israel heeft God immers uit Egypte uitgeleid. Het verwijst in Micha 6:3-4a slaat dus op Israel.
De klacht van God luidt in het improperium uit Micha 6:3-4a zo:
"Mijn volk, wat heb ik u gedaan?
Of waarmee heb ik u bedroefd?
Antwoord mij!
Want ik heb u uitgeleid uit het land van Egypte,
maar u hebt voor uw Verlosser een kruis bereid".
‘Mijn volk, wat heb ik u gedaan?’ Micha 6:3-4a komt voor in de Improperia op Goede Vrijdag en bij de kerkvaders
In Micha 6:3-4a staat:
"Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan?
Waarmee heb Ik u vermoeid?
Getuig tegen Mij! Ik heb u immers uit het land Egypte geleid,
u verlost uit het slavenhuis".
De improperia klachten van God (improperium = klacht) zijn gezangen tijdens de kruisverering in de Latijnse liturgie op Goede Vrijdag. Het is een verwijt van Christus of God jegens zijn het volk dat Hem of Zijn Zoon) ter dood heeft gebracht. Helaas hebben deze improperia het antisemitisme gevoed. Alleen Israel heeft God immers uit Egypte uitgeleid. Het verwijst in Micha 6:3-4a slaat dus op Israel.
De klacht van God luidt in het improperium uit Micha 6:3-4a zo:
"Mijn volk, wat heb ik u gedaan?
Of waarmee heb ik u bedroefd?
Antwoord mij!
Want ik heb u uitgeleid uit het land van Egypte,
maar u hebt voor uw Verlosser een kruis bereid".