De Hebreeuwse Bijbel
1 De Hebreeuwse Bijbel
De Hebreeuwse bijbel is de titel van dit boek. Dat vraagt om enige relativering. Allereerst zijn er boeken na ballingschap geschreven in het Aramees. (Daniel en de correspondentie met het Perzische hof in Ezra en Nehemia). Tegelijkertijd was Hebreeuws en Aramees nauw met elkaar verbonden. Het was na ballingschap de lingua franca 9blz 7 en 8). Daarnaast is er ook de Griekse Bijbel (LXX). in het verleden zag men dit als een slechte vertaling van de Hebreeuwse tekst. Thans zien men dit anders en meent men dat de LXX terug zou kunnen gaan op een betere Hebreeuwse grondtekst dan die van de MT.
De Dode Zee rollen hebben meer een scriptio plena wat kan zien op een latere tekst (blz 9-10).
In het Nieuwe Testament wordt gesproken van de wet en de profeten dat ziet op een tweedeling in plaats van de driedeling in de Tenach.
2 Problemen met de historie
Hoe zit het met de echte historie? Men duidt veel theologisch/ideologisch. Hoedanig was de echte David en Salomo? Zo was volgens de Bijbel Salomo rijk en succesvol. Archeologische vondsten in Megiddo, Gezer Hazor bevestigen dit beeld (blz 39). Finkelstein verwerpt dit. Het land was volgens hem arm met hooguit een klein koninkrijk (blz 40-41).
In 199o is er een inscriptie gevonden in Tell dan waarop staat: huis van David. Slaat dit op de koning? David kan ook geliefde betekenen en dan is het meer algemeen (blz 42). De vondst van de Cyrus cilinder laat zien dat hij zich verantwoord waarom hij Babel heeft veroverd. De goden zoals Marduk werden verwaarloosd. Zo presenteert hij zich als redder van de religie en Babel (blz 42-43). Deze cilinder is de politiek gekleurd.
Buitenbijbels materiaal kan zorgen voor een goed framework en datering (kapstokken). Men heeft de Bijbel nodig om dit in te kleuren en gaten te vullen (blz 44).
3. Sociale en culturele geschiedenis
Gastvrijheid stond hoog en daar voldeed Abraham aan (Genesis 18:24). Nabal niet die wees David af en dat hoort niet want in de ANe is gastvrijheid van belang om van een vijand een vriend te maken.
4 Israel in de context van de ANE
De term dode hond zag in de ANE op bescheidenheid. Men sprak meerdere aan als heer en men noemde zichzelf knecht. (blz 95).
Hoewel er een absentie is van bewijs in Egypte van de uittocht is dit nog geen bewijs van dat dit niet gebeurd is. Het is bekend in de Egyptologie dat farao's de namen en daden van hun voorgangers uitwisten (blz 96).
5. De geschiedkundige boeken
Deut tot en met koningen zag Martin Noth als een deuteronomistisch geschiedwerk en Kronieken en Ezra en Nehemia als de kronist. (blz 124-127).
Geleerden spreken niet alleen van de Pentateuch maar ook van de Enneateuch (Gen tot en met Koningen). Zie de eenheid van schrijven: Jozua spreekt van: na de dood van Mozes (Jozua 1) en Richteren spreekt van: na de dood van Jozua (Richteren 1). Dit ziet op een doorgaande vertelling... (blz 111) Samuel corrigeert dit weer en bij David treedt het herstel en de uitbouw verder op. Na hem weer de daling...
In de Enuma Elisj is de mens gemaakt uit bloed van de gedode god en klei. In Genesis 1 is de mens gemaakt naar Gods beeld. In Egypte was alleen de farao lijkend op God (zoon van...) (blz 117)
6 De profetische literatuur
Boek Jesaja is eerste deel opgebouwd rondom de oorlogsavonturen (6-8) en (36-37). Jeruzalem wordt aangevallen maar God is met deze stad (blz 148-149).
De profetische boeken zijn ontstaan door het zogenaamde fortschreibung-proces (blz 149).
Zo lezen win Jesaja 40:8 dat Gods woord stand houdt en In Jesaja 55:10-11 niet leeg terugkeert tot God. Dit was de reden om Gods woord telkens te herinterpreteren zodat het actueel en mee gaat met de tijd. Zo ontstond fortschreibung (Blz 148 en 153).
7 Wetsteksten
De wetsteksten komt men letterlijk of als toespeling ook tegen de in historische boeken en in de profeten
Zo speelt Jeremia 3:1 in op Deut. 24:4. (blz 161). Er is een toename in de Thora van wetten. Genesis weinig wetten en dan steeds meer wetten. In het nabije oosten maakten de koningen wetten in de Bijbel God en de koning had e gehoorzamen (Deut 17) (blz 162-163)
In de wetten in oosten staan de personen waar het over gaat in de 3de persoon. In de Bijbel de 2de persoon dus veel persoonlijker en relationeler (blz 1166 noot 10).
In nabije oosten waren de wetten vooral casuïstiek. Dus gevallen: indien X dit doet dan volgt straf Y (kie). In de Bijbel staan ook apodictische wetten: Gij zult en Gij zult niet... vanuit het verbond Ik ben de HEERE (vasalverdag).
Deut. 12-28 dienen van de HEERE op een plaats. Leviticus 17-26 heiligheid met Leviticus 16, de vergeving als basis (blz 165).
Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de wetten van Hammurabi en die van Thora (blz 174).
8 De wijsheidsliteratuur
Vormt de wijsheidsliteratuur een soort oosterse familie? Lijkt erop want de volken hebben ook zulke boeken. (182-183). Kenmerk wijsheidsliteratuur: 1 algemene vocabulaire. 2. dialoog acrostichon etc. 3 Het goede leven hoe te leven voor God?
Vondst van een zekere Amenemope die zijn zoon onderwijs geeft hoe het land te besturen. In Spreuken gaat het om een vader die zijn zoon onderwijst in het goede leven met de HEERE. ANE oudere geeft jongere instructies en die zijn vastgelegd in Spreuken. Maar ook daar zijn religieuze spreuken. Religieuze spreuken zijn dus niet een latere ontwikkeling (blz 183). Spreuken van Amenemhet zijn praktisch van aard. respect voor ouderen en kies het goede leven (ethisch)
Spreuken zijn er twee soorten mensen: wijzen en dwazen. Kenmerk: hoor mijn zoon en dan volgt een korte spreuk. In Job wordt in Job 28 de wijsheid kritisch bekeken. Job gaat tegen de algemene wijsheid in maar niet tegen de levenswijsheid. Het boek Job wil de wijsheid niet terzijde schuiven maar deze verdiepen (blz 194). Job en Qohelet geven niet een crisis aan in de wijsheid van mensen maar wel hun grenzen (blz 195-196).
Qohelet was geen scepticus maar een realist (blz 196). Ook in Genesis 37-50 (Jozef) in Daniel en in Ester komt men wijsheid en wijze mensen tegen.
9 Psalmen en gedichten
wat betekent le-David voor David (adres) of van David (schrijver)? Wie het Nieuwe Testament als commentaar leest op het Oude Testament weet dat men 'van David' moet vertalen. Hij wordt daar gezien als schrijver van Psalmen met als opschrift le-David (blz 206). Dateringen van de Psalmen zijn divers om te bespreken.
God als strijder komt men tegen in Psalm 2, 68 en 110 maar ook Psalm 24 de terugkeer na de strijd (blz 210)
In ballingschap of erna geschreven zijn Psalm 74 (tempel en stad in puin), Psalm 89 Davidisch huis weggevoerd en de ballingen in Babel (Psalm 137). (211-212).
De opgangsliederen 120-134 Perzische tijd? (blz 214)
Psalm 93-99 God regeert de wereld zie ook de 2de Jesaja die periode ontstaan? (blz 215).
Koningspsalmen 2, 20, 21 72, 110. (110 slaat op Jezus, is uniek). (blz 216).
Boek van de Psalmen: 1-45, 42-49: Korach, 50 Asaf: 51-72, David, 113-118: Hallel.
Ook in Kronieken worden veel Psalmen gebruikt staat tempel en liturgie centraal: levitische zangers (blz 224).
Psalm imitaties in 1 Sam. 2 Hannah, Jona 3:2-9. Hyms in Amos 5:8-9 en Jesaja 6:3.
10 Monotheïsme
Er zijn twee definities van monotheïsme namelijk het dienen van slechts een God (monolatrie) omdat men gelooft dat er een God is of monolatrie binnen een veelheid van goden waarbij een favoriet is (blz 242).
Via de iconografie kan men zien dat er wel meer goden waren. De Bijbel is meer voorschrijvend hoe het moet zijn dan hoe het was meent men (blz 243). Toch ziet men inde Bijbel ook dat de afgoden gediend werden maar dat er een groep getrouwen was die alleen YHWH dienden. Maar men vertrouwt de Bijbelse gegevens niet.
Wat zijn de archeologische bewijzen? Opschriften (epigrafisch evidence) en met name persoonsnamen (onomastic evidence) die vaak de naam YHWH weergeven (theofore namen). Al voor ballingschap gaf men de kinderen theofore namen. Namen van andere goden zijn zeldzaam. De YHWH naam kwam niet alleen in het zuiden voor (blz 244-245). Othmar Keel bekeek zegels die gebruikte men in was of klei voor een wettelijk document te tekenen. Hij bekeek heel veel zegels en ontdekte dat de Kanaänieten allerlei goden gebruikten en Israel met name een God namelijk YHWH. Dit komt overeen met Exodus 20:3 om geen andere goden te hebben . Ook was er geen plaatje van de God. Dit komt overeen met het beeldverbod (Exodus 20:4). Natuurlijk komen er rond 700 voor Chr andere goden voor op zegels maar minder dan bij de andere volken. Ook beelden en graveringen op muren laten die beeld zien (blz 245).
In huizen zijn wel beeldjes gevonden van een godin maar niet in de tempel (blz 246). Ook Jeremia spreekt van de godin van de hemel en hij veroordeelt dit (Jer. 7:18 en 44:15-19). Keel laat zien dat idolatrie van de godin vooral opdook in de 7-8ste eeuw voor Chr. en dat komt overeen met de profeten die dit weer veroordeelden (blz 247).
Ook de onvergelijkbaarheid van YHWH in de Bijbel wie is al YHWH? komt men bij de andere volken tegen van hun goden. Bijv. Marduk in Babel. De Psalmen en Deuteronomium laten een verschil zien tussen de goden en YHWH (blz 254).
11 Gods schepping
De mens is geschapen naar Gods beeld. Bij de volken was alleen de koning de zoon van God (Genesis 1:26). Gaat bij de schepping om de rust daar eindigt de goede schepping (blz 273-274). God hoeft de chaos (tohoe wavohoe) niet te overwinnen door strijd zoals in de Enuma Elisj. Hij schept door te spreken (blz 277).
Schepping van de mens is niet om God te ontslaan van werk zoals in de Enuma Elisj waar de goden graag rusten en de mensen laten zwoegen. God wil de mens als partner op aarde hebben (Genesis 1:26) (blz 278).
Genesis 2:17 laat zien dat God wil dat de mens hem vrijwillig dient (blz 280).
12.De mens als ideaal en als vergankelijk/zwak
In Genesis 1:26 lezen we dat de mens beelddrager is van God. Hij lijkt op God. In de ANE leken alleen de koningen op God. Met name in Egypte (blz 297). In de moderne maatschappij heeft de mens niet zo'n hoog doel. Hij moet zijn eigen leven invulling geven. God kent de mens al vanaf het begin (Psalm 139) (blz 294-295) Het beelddrager zijn van de mens werd in de 19de eeuw gebruikt door William Wilbertforce tegen de slavernij (blz 297).
In het Oude Testament en in de ANE wordt de zwakte van de mens benadrukt. Hij is stof en gras dat vergaat. God heeft de mens als een pottenbakker gemaakt (gevormd) dit beeld gaat terug op het 2de scheppingsverhaal de mens gemaakt uit het stof van de aarde. De vergankelijkheid van de mens als gras komt men tegen in Psalm 103:15 en in Jesaja 40:6-8. God heeft als een Pottenbakker de mens gemaakt uit stof van de aarde (Jesaja 45:9 en 64:8 en Jeremia 18:2-6) (blz 299).
13 Gods verbond met de mensheid en Israel
Algemeen verbond van God met de mensheid bij Noach (Genesis 6-9). Dan bijzonder verbond van God met Abraham (Genesis 15-17). Bij Israel treedt een transformatie op: meer wetten nu het een heel volk is. Ceremoniële wetten (religious law), burgerlijke wetten (civil law) en de decaloog (blz 311).
Het verbond van Abraham met Abimelech is een verdrag waarin het gaat om elkaars gunst (chesed) voor langere tijd (zie Genesis 21:23, 24, 27, 32). Koning Salomo sloot een verbond van vrede met Hiram. Shalom verbond (1Koningen 5:26). Gods verbond met het huis van David (2 Samuel 7) en het pleiten op de belofte van dit verbond in Psalm 89 (blz 325-326). Dan is er nog het nieuwe verbond in Jeremia 31 waar God Thora in het hart schrijft (blz 326-327) en in Jesaja 42-49 is er het verbond met de Knecht (blz 327)
14 De Ethiek
In de Bijbel is de ethiek in de verhalende tekst in Genesis anders dan in de voorschriften en in de genormeerde boeken zoals Samuel en koningen. Zo hadden de aartsvaders (Genesis) vele vrouwen maar David wordt gecorrigeerd door de profeet Nathan (Samuel) vanwege Bathseba, de vrouw van Uria (blz 353-354).
In de profeten is het doen van recht en gerechtigheid van groot belang. Zie Amos 5:24 waar staat: 'Laat het recht stromen als het water de gerechtigheid als een altijd stromende beek'. (blz 346)
De mens is beeld van God (Genesis 1:26). Nu laat de Bijbel zien dat de HEERE heilig is dus dient de mens dat ook te zijn (zie Leviticus 19 en Ezechiel).
15 Religieuze ruimte en structuren
In Israel werden de zonen op de 8ste dag besneden (Gen. 17:12) als teken van het verbond (17:10-14). (blz 357)
De kinderen dienden onderwezen te worden in het woord van God (Thora) zo lezen we in Deut. 6:6-9. Het paasfeest werd gevierd in de context van de familie (Exodus 12:1-13 en 21-23). Toch werd in de gezinscontext ook de afgoden gediend zoals we kunnen lezen in Richteren 17 door een rijke Efraimiet (blz 358).
Bij opgravingen zijn er altaren gevonden in Lachish en Megiddo (blz 361-362). Ook waren er de hoogten waarop men offerde terwijl Jeruzalem alleen de legitieme plaats was om dat te doen (blz 363). Ook waren er de afgodencultus plaatsen in Dan en Bethel als concurrent met Jeruzalem (blz 365).
16 Rituelen
De voedselrituelen, spijswetten kan men vinden in Leviticus 11 en Deuteronomium 14 (blz 380-381) De wet van de melaatsheid en het genezen er van in Leviticus 13 en 14. In Leviticus 12 lezen we de wetten voor het reinigen van een kraamvrouw. Armen mochten ook een jonge duif offeren. Leviticus 15 de wetten van de onreinheid van man of vrouw.
Dan waren er nog de offers zoals het brandoffer Leviticus 1 en het vredesoffer (Leviticus 3), het zondoffer (Leviticus 4) en het schuldoffer (Leviticus 5) (blz 393). Eenmaal per jaar was er de grote verzoendag ((blz 396) en er waren nog de drie feesten, Pesach (Pasen) en shavuot (Pinksteren). sukkot (Loofhuttenfeest) (blz 396-397).
17 Receptie van het Oude Testament
Gadamer sprak van horizon versmelting van moderne lezer en oude tekst. Bij Gadamer is noch sprake van een almachtige tekst noch van een almachtige lezer (blz 407). Men kan ook kijken naar de wirkungsgeschichte van teksten.
Moet men de teksten van Qumran zien als een herschreven Bijbel? Ook teksten die overeenstemmen met de MT en eigen teksten (blz 416). Het oude testament wordt veel geciteerd in het nieuwe testament (blz 417) maar ook toespelingen (allusies) en echo 's. (blz 417-418). Dan is er nog de Cham these uit Genesis 9 wat zorgde voor een racistische bijbeluitleg.
18 Historisch kritisch onderzoek
Inzet op een zekere Robert Bellarminus, rooms theoloog (1542-1621) was fel gekant tegen de reformatie en de schrijvers van de Schrift zoals Mozes waren kerkelijke schrijvers (blz 433). Slot was Deuteronomium is geschreven door Jozua (blz 434). Boek van Job dateert voor de tijd van Mozes volgens Bellarminus (blz 449). Volgens De Wette is Job van latere rijd dan Mozes (blz 449). Anderen plaatsen Job in de tweede tempelperiode toen zou de wijsheidsliteratuur zijn ontstaan.
De Wette stelde dat Josia niet een codex heeft gevonden maar laten schrijven om zijn reformatie kracht bij te zetten (blz 447).
19 Literaire benadering
Structuralisme heeft geen interesse in de theologie maar gaat uit van de tekst zelf. en de literaire vorm. Robert Lowth heeft de Hebreeuwse poëzie in kaart gebracht met zijn geschrift 'Heilige Hebreeuwse poëzie' (1753). (blz 456). Bijbel werd steeds meer gezien als literatuur (Eliot) met grote invloed op onze westerse cultuur (blz 257). Manieren van lezen Bijbel: spiritueel lezen, dagelijks gebruik of als een geleerde. (blz 457).
Als geleerde kijk je naar allerlei discussies: wie is de auteur is er sprake van feiten of ficties? Je kunt de Bijbel ook lezen puur literair. Dus geen interesse in de historie. Robert Alter corrigeerde Robert Lowth in zijn literaire gids (1987) Alter stelde dat verdubbelingen, herhalingen contrasten van een schrijver kunnen zijn. Zulke zaken deed men met oog op gehoor waar wij nu van huiveren om in herhaling te vallen (blz 458).
20 Theologische benadering
De recente theologische benadering werkt met de finale vorm van de tekst en niet op een reconstructie van hoe de tekst is ontstaan en welke bronnen zijn samengevoegd (blz 494-495). Volgens Brevar Childs is de finale vorm van de tekst een proces dat steeds door is gegaan om zo de tekst toegankelijk te houden voor de toekomstige generaties (blz 495). Oude Testament heeft een voorwaarts kijkende functie. Het materiaal van het verleden wordt theologische opgevat om het zo pasklaar te maken voor toekomstige generaties (Exodus in DJ).
21 Maatschappelijk lezen
Hoe spreekt het OT over homofilie? Genesis 19 oordeel over Sodom vanwege onder anderen homofilie of vanwege het gastrecht schenden? Is dit een foute opvatting van de heteroman die zo de tekst leest? (blz 522).
Ruth is een mooi voorbeeld van iemand die haar cultuur opgeeft maar wordt Orpa niet te gemakkelijk af geschreven? (524-527). Ruth lijkt meer op Abram dan op Lot. Net als Abram gaf ze alles op. Lot was meer een meeloper. Noami en Ruth en David en Jonathan via queer reading. Toch een relatie? Ruth kleefde Naomi aan zie (Genesis 2:24) (blz 526-527). Traditionele focus lag op Boaz en Ruth! (527).
22 Tekstkritiek
Doel om dwalingen en andere twijfelachtige tekst lezingen op te sporen en zo te komen tot de meest aannemelijke tekst lezing (532)
Welke teksteditie omtrent Jeremia is juister? MT of LXX? LXX is korter en heeft een andere opbouw. Vroeger koos men voor de MT. Nu gaan er ook stemmen op voor de LXX omdat er een handschrift gevonden is 4Q jes. A B dat overeenstemt met de LXX tekst maar ook weer rollen die overeenstemmen met Mt tekst. (539).
23 Belang van de landkaart
Micha 4:1 gaat om de verhoging van de berg Sion. Deze tempelberg is in werkelijkheid niet het hoogste punt als men kaartjes van Jeruzalem bekijkt. De olijfberg is hoger. Hier is sprake van theologische geografie (blz 571).
Ook de inname van het land zou om theologische geografie gaan (blz 560).
1 De Hebreeuwse Bijbel
De Hebreeuwse bijbel is de titel van dit boek. Dat vraagt om enige relativering. Allereerst zijn er boeken na ballingschap geschreven in het Aramees. (Daniel en de correspondentie met het Perzische hof in Ezra en Nehemia). Tegelijkertijd was Hebreeuws en Aramees nauw met elkaar verbonden. Het was na ballingschap de lingua franca 9blz 7 en 8). Daarnaast is er ook de Griekse Bijbel (LXX). in het verleden zag men dit als een slechte vertaling van de Hebreeuwse tekst. Thans zien men dit anders en meent men dat de LXX terug zou kunnen gaan op een betere Hebreeuwse grondtekst dan die van de MT.
De Dode Zee rollen hebben meer een scriptio plena wat kan zien op een latere tekst (blz 9-10).
In het Nieuwe Testament wordt gesproken van de wet en de profeten dat ziet op een tweedeling in plaats van de driedeling in de Tenach.
2 Problemen met de historie
Hoe zit het met de echte historie? Men duidt veel theologisch/ideologisch. Hoedanig was de echte David en Salomo? Zo was volgens de Bijbel Salomo rijk en succesvol. Archeologische vondsten in Megiddo, Gezer Hazor bevestigen dit beeld (blz 39). Finkelstein verwerpt dit. Het land was volgens hem arm met hooguit een klein koninkrijk (blz 40-41).
In 199o is er een inscriptie gevonden in Tell dan waarop staat: huis van David. Slaat dit op de koning? David kan ook geliefde betekenen en dan is het meer algemeen (blz 42). De vondst van de Cyrus cilinder laat zien dat hij zich verantwoord waarom hij Babel heeft veroverd. De goden zoals Marduk werden verwaarloosd. Zo presenteert hij zich als redder van de religie en Babel (blz 42-43). Deze cilinder is de politiek gekleurd.
Buitenbijbels materiaal kan zorgen voor een goed framework en datering (kapstokken). Men heeft de Bijbel nodig om dit in te kleuren en gaten te vullen (blz 44).
3. Sociale en culturele geschiedenis
Gastvrijheid stond hoog en daar voldeed Abraham aan (Genesis 18:24). Nabal niet die wees David af en dat hoort niet want in de ANe is gastvrijheid van belang om van een vijand een vriend te maken.
4 Israel in de context van de ANE
De term dode hond zag in de ANE op bescheidenheid. Men sprak meerdere aan als heer en men noemde zichzelf knecht. (blz 95).
Hoewel er een absentie is van bewijs in Egypte van de uittocht is dit nog geen bewijs van dat dit niet gebeurd is. Het is bekend in de Egyptologie dat farao's de namen en daden van hun voorgangers uitwisten (blz 96).
5. De geschiedkundige boeken
Deut tot en met koningen zag Martin Noth als een deuteronomistisch geschiedwerk en Kronieken en Ezra en Nehemia als de kronist. (blz 124-127).
Geleerden spreken niet alleen van de Pentateuch maar ook van de Enneateuch (Gen tot en met Koningen). Zie de eenheid van schrijven: Jozua spreekt van: na de dood van Mozes (Jozua 1) en Richteren spreekt van: na de dood van Jozua (Richteren 1). Dit ziet op een doorgaande vertelling... (blz 111) Samuel corrigeert dit weer en bij David treedt het herstel en de uitbouw verder op. Na hem weer de daling...
In de Enuma Elisj is de mens gemaakt uit bloed van de gedode god en klei. In Genesis 1 is de mens gemaakt naar Gods beeld. In Egypte was alleen de farao lijkend op God (zoon van...) (blz 117)
6 De profetische literatuur
Boek Jesaja is eerste deel opgebouwd rondom de oorlogsavonturen (6-8) en (36-37). Jeruzalem wordt aangevallen maar God is met deze stad (blz 148-149).
De profetische boeken zijn ontstaan door het zogenaamde fortschreibung-proces (blz 149).
Zo lezen win Jesaja 40:8 dat Gods woord stand houdt en In Jesaja 55:10-11 niet leeg terugkeert tot God. Dit was de reden om Gods woord telkens te herinterpreteren zodat het actueel en mee gaat met de tijd. Zo ontstond fortschreibung (Blz 148 en 153).
7 Wetsteksten
De wetsteksten komt men letterlijk of als toespeling ook tegen de in historische boeken en in de profeten
Zo speelt Jeremia 3:1 in op Deut. 24:4. (blz 161). Er is een toename in de Thora van wetten. Genesis weinig wetten en dan steeds meer wetten. In het nabije oosten maakten de koningen wetten in de Bijbel God en de koning had e gehoorzamen (Deut 17) (blz 162-163)
In de wetten in oosten staan de personen waar het over gaat in de 3de persoon. In de Bijbel de 2de persoon dus veel persoonlijker en relationeler (blz 1166 noot 10).
In nabije oosten waren de wetten vooral casuïstiek. Dus gevallen: indien X dit doet dan volgt straf Y (kie). In de Bijbel staan ook apodictische wetten: Gij zult en Gij zult niet... vanuit het verbond Ik ben de HEERE (vasalverdag).
Deut. 12-28 dienen van de HEERE op een plaats. Leviticus 17-26 heiligheid met Leviticus 16, de vergeving als basis (blz 165).
Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen de wetten van Hammurabi en die van Thora (blz 174).
8 De wijsheidsliteratuur
Vormt de wijsheidsliteratuur een soort oosterse familie? Lijkt erop want de volken hebben ook zulke boeken. (182-183). Kenmerk wijsheidsliteratuur: 1 algemene vocabulaire. 2. dialoog acrostichon etc. 3 Het goede leven hoe te leven voor God?
Vondst van een zekere Amenemope die zijn zoon onderwijs geeft hoe het land te besturen. In Spreuken gaat het om een vader die zijn zoon onderwijst in het goede leven met de HEERE. ANE oudere geeft jongere instructies en die zijn vastgelegd in Spreuken. Maar ook daar zijn religieuze spreuken. Religieuze spreuken zijn dus niet een latere ontwikkeling (blz 183). Spreuken van Amenemhet zijn praktisch van aard. respect voor ouderen en kies het goede leven (ethisch)
Spreuken zijn er twee soorten mensen: wijzen en dwazen. Kenmerk: hoor mijn zoon en dan volgt een korte spreuk. In Job wordt in Job 28 de wijsheid kritisch bekeken. Job gaat tegen de algemene wijsheid in maar niet tegen de levenswijsheid. Het boek Job wil de wijsheid niet terzijde schuiven maar deze verdiepen (blz 194). Job en Qohelet geven niet een crisis aan in de wijsheid van mensen maar wel hun grenzen (blz 195-196).
Qohelet was geen scepticus maar een realist (blz 196). Ook in Genesis 37-50 (Jozef) in Daniel en in Ester komt men wijsheid en wijze mensen tegen.
9 Psalmen en gedichten
wat betekent le-David voor David (adres) of van David (schrijver)? Wie het Nieuwe Testament als commentaar leest op het Oude Testament weet dat men 'van David' moet vertalen. Hij wordt daar gezien als schrijver van Psalmen met als opschrift le-David (blz 206). Dateringen van de Psalmen zijn divers om te bespreken.
God als strijder komt men tegen in Psalm 2, 68 en 110 maar ook Psalm 24 de terugkeer na de strijd (blz 210)
In ballingschap of erna geschreven zijn Psalm 74 (tempel en stad in puin), Psalm 89 Davidisch huis weggevoerd en de ballingen in Babel (Psalm 137). (211-212).
De opgangsliederen 120-134 Perzische tijd? (blz 214)
Psalm 93-99 God regeert de wereld zie ook de 2de Jesaja die periode ontstaan? (blz 215).
Koningspsalmen 2, 20, 21 72, 110. (110 slaat op Jezus, is uniek). (blz 216).
Boek van de Psalmen: 1-45, 42-49: Korach, 50 Asaf: 51-72, David, 113-118: Hallel.
Ook in Kronieken worden veel Psalmen gebruikt staat tempel en liturgie centraal: levitische zangers (blz 224).
Psalm imitaties in 1 Sam. 2 Hannah, Jona 3:2-9. Hyms in Amos 5:8-9 en Jesaja 6:3.
10 Monotheïsme
Er zijn twee definities van monotheïsme namelijk het dienen van slechts een God (monolatrie) omdat men gelooft dat er een God is of monolatrie binnen een veelheid van goden waarbij een favoriet is (blz 242).
Via de iconografie kan men zien dat er wel meer goden waren. De Bijbel is meer voorschrijvend hoe het moet zijn dan hoe het was meent men (blz 243). Toch ziet men inde Bijbel ook dat de afgoden gediend werden maar dat er een groep getrouwen was die alleen YHWH dienden. Maar men vertrouwt de Bijbelse gegevens niet.
Wat zijn de archeologische bewijzen? Opschriften (epigrafisch evidence) en met name persoonsnamen (onomastic evidence) die vaak de naam YHWH weergeven (theofore namen). Al voor ballingschap gaf men de kinderen theofore namen. Namen van andere goden zijn zeldzaam. De YHWH naam kwam niet alleen in het zuiden voor (blz 244-245). Othmar Keel bekeek zegels die gebruikte men in was of klei voor een wettelijk document te tekenen. Hij bekeek heel veel zegels en ontdekte dat de Kanaänieten allerlei goden gebruikten en Israel met name een God namelijk YHWH. Dit komt overeen met Exodus 20:3 om geen andere goden te hebben . Ook was er geen plaatje van de God. Dit komt overeen met het beeldverbod (Exodus 20:4). Natuurlijk komen er rond 700 voor Chr andere goden voor op zegels maar minder dan bij de andere volken. Ook beelden en graveringen op muren laten die beeld zien (blz 245).
In huizen zijn wel beeldjes gevonden van een godin maar niet in de tempel (blz 246). Ook Jeremia spreekt van de godin van de hemel en hij veroordeelt dit (Jer. 7:18 en 44:15-19). Keel laat zien dat idolatrie van de godin vooral opdook in de 7-8ste eeuw voor Chr. en dat komt overeen met de profeten die dit weer veroordeelden (blz 247).
Ook de onvergelijkbaarheid van YHWH in de Bijbel wie is al YHWH? komt men bij de andere volken tegen van hun goden. Bijv. Marduk in Babel. De Psalmen en Deuteronomium laten een verschil zien tussen de goden en YHWH (blz 254).
11 Gods schepping
De mens is geschapen naar Gods beeld. Bij de volken was alleen de koning de zoon van God (Genesis 1:26). Gaat bij de schepping om de rust daar eindigt de goede schepping (blz 273-274). God hoeft de chaos (tohoe wavohoe) niet te overwinnen door strijd zoals in de Enuma Elisj. Hij schept door te spreken (blz 277).
Schepping van de mens is niet om God te ontslaan van werk zoals in de Enuma Elisj waar de goden graag rusten en de mensen laten zwoegen. God wil de mens als partner op aarde hebben (Genesis 1:26) (blz 278).
Genesis 2:17 laat zien dat God wil dat de mens hem vrijwillig dient (blz 280).
12.De mens als ideaal en als vergankelijk/zwak
In Genesis 1:26 lezen we dat de mens beelddrager is van God. Hij lijkt op God. In de ANE leken alleen de koningen op God. Met name in Egypte (blz 297). In de moderne maatschappij heeft de mens niet zo'n hoog doel. Hij moet zijn eigen leven invulling geven. God kent de mens al vanaf het begin (Psalm 139) (blz 294-295) Het beelddrager zijn van de mens werd in de 19de eeuw gebruikt door William Wilbertforce tegen de slavernij (blz 297).
In het Oude Testament en in de ANE wordt de zwakte van de mens benadrukt. Hij is stof en gras dat vergaat. God heeft de mens als een pottenbakker gemaakt (gevormd) dit beeld gaat terug op het 2de scheppingsverhaal de mens gemaakt uit het stof van de aarde. De vergankelijkheid van de mens als gras komt men tegen in Psalm 103:15 en in Jesaja 40:6-8. God heeft als een Pottenbakker de mens gemaakt uit stof van de aarde (Jesaja 45:9 en 64:8 en Jeremia 18:2-6) (blz 299).
13 Gods verbond met de mensheid en Israel
Algemeen verbond van God met de mensheid bij Noach (Genesis 6-9). Dan bijzonder verbond van God met Abraham (Genesis 15-17). Bij Israel treedt een transformatie op: meer wetten nu het een heel volk is. Ceremoniële wetten (religious law), burgerlijke wetten (civil law) en de decaloog (blz 311).
Het verbond van Abraham met Abimelech is een verdrag waarin het gaat om elkaars gunst (chesed) voor langere tijd (zie Genesis 21:23, 24, 27, 32). Koning Salomo sloot een verbond van vrede met Hiram. Shalom verbond (1Koningen 5:26). Gods verbond met het huis van David (2 Samuel 7) en het pleiten op de belofte van dit verbond in Psalm 89 (blz 325-326). Dan is er nog het nieuwe verbond in Jeremia 31 waar God Thora in het hart schrijft (blz 326-327) en in Jesaja 42-49 is er het verbond met de Knecht (blz 327)
14 De Ethiek
In de Bijbel is de ethiek in de verhalende tekst in Genesis anders dan in de voorschriften en in de genormeerde boeken zoals Samuel en koningen. Zo hadden de aartsvaders (Genesis) vele vrouwen maar David wordt gecorrigeerd door de profeet Nathan (Samuel) vanwege Bathseba, de vrouw van Uria (blz 353-354).
In de profeten is het doen van recht en gerechtigheid van groot belang. Zie Amos 5:24 waar staat: 'Laat het recht stromen als het water de gerechtigheid als een altijd stromende beek'. (blz 346)
De mens is beeld van God (Genesis 1:26). Nu laat de Bijbel zien dat de HEERE heilig is dus dient de mens dat ook te zijn (zie Leviticus 19 en Ezechiel).
15 Religieuze ruimte en structuren
In Israel werden de zonen op de 8ste dag besneden (Gen. 17:12) als teken van het verbond (17:10-14). (blz 357)
De kinderen dienden onderwezen te worden in het woord van God (Thora) zo lezen we in Deut. 6:6-9. Het paasfeest werd gevierd in de context van de familie (Exodus 12:1-13 en 21-23). Toch werd in de gezinscontext ook de afgoden gediend zoals we kunnen lezen in Richteren 17 door een rijke Efraimiet (blz 358).
Bij opgravingen zijn er altaren gevonden in Lachish en Megiddo (blz 361-362). Ook waren er de hoogten waarop men offerde terwijl Jeruzalem alleen de legitieme plaats was om dat te doen (blz 363). Ook waren er de afgodencultus plaatsen in Dan en Bethel als concurrent met Jeruzalem (blz 365).
16 Rituelen
De voedselrituelen, spijswetten kan men vinden in Leviticus 11 en Deuteronomium 14 (blz 380-381) De wet van de melaatsheid en het genezen er van in Leviticus 13 en 14. In Leviticus 12 lezen we de wetten voor het reinigen van een kraamvrouw. Armen mochten ook een jonge duif offeren. Leviticus 15 de wetten van de onreinheid van man of vrouw.
Dan waren er nog de offers zoals het brandoffer Leviticus 1 en het vredesoffer (Leviticus 3), het zondoffer (Leviticus 4) en het schuldoffer (Leviticus 5) (blz 393). Eenmaal per jaar was er de grote verzoendag ((blz 396) en er waren nog de drie feesten, Pesach (Pasen) en shavuot (Pinksteren). sukkot (Loofhuttenfeest) (blz 396-397).
17 Receptie van het Oude Testament
Gadamer sprak van horizon versmelting van moderne lezer en oude tekst. Bij Gadamer is noch sprake van een almachtige tekst noch van een almachtige lezer (blz 407). Men kan ook kijken naar de wirkungsgeschichte van teksten.
Moet men de teksten van Qumran zien als een herschreven Bijbel? Ook teksten die overeenstemmen met de MT en eigen teksten (blz 416). Het oude testament wordt veel geciteerd in het nieuwe testament (blz 417) maar ook toespelingen (allusies) en echo 's. (blz 417-418). Dan is er nog de Cham these uit Genesis 9 wat zorgde voor een racistische bijbeluitleg.
18 Historisch kritisch onderzoek
Inzet op een zekere Robert Bellarminus, rooms theoloog (1542-1621) was fel gekant tegen de reformatie en de schrijvers van de Schrift zoals Mozes waren kerkelijke schrijvers (blz 433). Slot was Deuteronomium is geschreven door Jozua (blz 434). Boek van Job dateert voor de tijd van Mozes volgens Bellarminus (blz 449). Volgens De Wette is Job van latere rijd dan Mozes (blz 449). Anderen plaatsen Job in de tweede tempelperiode toen zou de wijsheidsliteratuur zijn ontstaan.
De Wette stelde dat Josia niet een codex heeft gevonden maar laten schrijven om zijn reformatie kracht bij te zetten (blz 447).
19 Literaire benadering
Structuralisme heeft geen interesse in de theologie maar gaat uit van de tekst zelf. en de literaire vorm. Robert Lowth heeft de Hebreeuwse poëzie in kaart gebracht met zijn geschrift 'Heilige Hebreeuwse poëzie' (1753). (blz 456). Bijbel werd steeds meer gezien als literatuur (Eliot) met grote invloed op onze westerse cultuur (blz 257). Manieren van lezen Bijbel: spiritueel lezen, dagelijks gebruik of als een geleerde. (blz 457).
Als geleerde kijk je naar allerlei discussies: wie is de auteur is er sprake van feiten of ficties? Je kunt de Bijbel ook lezen puur literair. Dus geen interesse in de historie. Robert Alter corrigeerde Robert Lowth in zijn literaire gids (1987) Alter stelde dat verdubbelingen, herhalingen contrasten van een schrijver kunnen zijn. Zulke zaken deed men met oog op gehoor waar wij nu van huiveren om in herhaling te vallen (blz 458).
20 Theologische benadering
De recente theologische benadering werkt met de finale vorm van de tekst en niet op een reconstructie van hoe de tekst is ontstaan en welke bronnen zijn samengevoegd (blz 494-495). Volgens Brevar Childs is de finale vorm van de tekst een proces dat steeds door is gegaan om zo de tekst toegankelijk te houden voor de toekomstige generaties (blz 495). Oude Testament heeft een voorwaarts kijkende functie. Het materiaal van het verleden wordt theologische opgevat om het zo pasklaar te maken voor toekomstige generaties (Exodus in DJ).
21 Maatschappelijk lezen
Hoe spreekt het OT over homofilie? Genesis 19 oordeel over Sodom vanwege onder anderen homofilie of vanwege het gastrecht schenden? Is dit een foute opvatting van de heteroman die zo de tekst leest? (blz 522).
Ruth is een mooi voorbeeld van iemand die haar cultuur opgeeft maar wordt Orpa niet te gemakkelijk af geschreven? (524-527). Ruth lijkt meer op Abram dan op Lot. Net als Abram gaf ze alles op. Lot was meer een meeloper. Noami en Ruth en David en Jonathan via queer reading. Toch een relatie? Ruth kleefde Naomi aan zie (Genesis 2:24) (blz 526-527). Traditionele focus lag op Boaz en Ruth! (527).
22 Tekstkritiek
Doel om dwalingen en andere twijfelachtige tekst lezingen op te sporen en zo te komen tot de meest aannemelijke tekst lezing (532)
Welke teksteditie omtrent Jeremia is juister? MT of LXX? LXX is korter en heeft een andere opbouw. Vroeger koos men voor de MT. Nu gaan er ook stemmen op voor de LXX omdat er een handschrift gevonden is 4Q jes. A B dat overeenstemt met de LXX tekst maar ook weer rollen die overeenstemmen met Mt tekst. (539).
23 Belang van de landkaart
Micha 4:1 gaat om de verhoging van de berg Sion. Deze tempelberg is in werkelijkheid niet het hoogste punt als men kaartjes van Jeruzalem bekijkt. De olijfberg is hoger. Hier is sprake van theologische geografie (blz 571).
Ook de inname van het land zou om theologische geografie gaan (blz 560).